Demissionair, maar niet gedesillusioneerd

Met dank overgenomen van J.M. (Jacqueline) Cramer i, gepubliceerd op maandag 22 februari 2010.

Zo snel kan het gaan! Ineens demissionair minister. Haast tastbaar is het hoe de druk in één klap van de ketel gaat bij tal van zaken waar ik vorige week nog volop mee bezig was.

De nachtelijke vergadering van de ministerraad was heftig. Ik ben gewend om over de inhoud van de zaak te praten. Maar zo’n gesprek kwam in al die zestien uur nauwelijks tot stand. Frustrerend, want de oplossing lag zo voor de hand: onder ogen zien dat het einde van de militaire missie in Uruzgan onontkoombaar was.

Bij de afsluiting van de ministerraad kregen we een mapje van de minister-president. Met daarin de ontslagbrief van mijn voormalige collega Ella Vogelaar. Die konden we als voorbeeld gebruiken voor onze eigen opzegging. Of de getekende brieven zaterdag voor twaalven bij de minister-president konden liggen. Onwerkelijk allemaal.

Zaterdagmiddag ben ik naar mijn woonplaats Arnhem vertrokken. Gezellig eten en praten met partner en kinderen werkt als balsem voor de ziel.

Zondag opnieuw bij elkaar met de bewindslieden van de PvdA. Opvallend is hoe hecht het team is geworden na alles wat we samen meegemaakt hebben. Dat doet iedereen goed.

Na een korte 'meet the press' door naar Hilversum voor een interview met Atlas, de actualiteitenrubriek van de omroep Llink. Over de vraag wat de gevolgen zijn van de breuk voor het milieubeleid. Ik had mijn werk natuurlijk graag afgemaakt. We stonden net op het punt scherpere maatregelen te treffen om de klimaatdoelstellingen zeker te stellen. Daar kwam steeds meer steun voor in de samenleving. Best zuur dat ik dat nu niet meer kan afronden.

Maar in z’n algemeenheid kijk ik met tevredenheid terug. In 2007 ben ik op het absolute nulpunt begonnen. Er was eenvoudigweg geen beleid voor klimaat en duurzaamheid. Het ruimtelijk beleid was de facto overgedragen aan de gemeenten. Vergelijk dat eens met waar we nu staan. We geven weer vorm aan de inrichting van Nederland. En duurzaamheid zit nu in de vezels van het kabinet; het is niet meer de exclusieve hobby van de minister van Vrom.

Vanaf dag één, heden precies drie jaar geleden, ben ik bezig geweest om duurzame ontwikkeling een zaak van iedereen te maken. Niet door iedereen stoere maatregelen door de strot te duwen, maar door iedereen te betrekken. Collega-ministers, grote bedrijven, lagere overheden, midden- en kleinbedrijf. Zo heb ik een fundamentele omslag kunnen realiseren. Dat was nooit gelukt met stoerdoenerij.

In het kabinet was ik 'chef groen', maar ik heb nauw samengewerkt met de collega’s in de 'groene hoek'. En die waren bijna allemaal van CDA-huize. Het adagium ‘samen werken, samen leven’ is hier echt waargemaakt en daar kijk ik met plezier op terug. Minister Van der Hoeven van Economische Zaken maakt werk van duurzame energie. Minister Verburg stimuleert de duurzame landbouw actief. Verkeer en Waterstaat ziet men vaak als de aartsrivaal van Vrom, maar collega’s Eurlings, Huizinga en ik zijn er keer op keer in geslaagd om bereikbaarheid en duurzaamheid te verenigen. Minister Koenders en - last but not least- de minister-president ben ik zeer erkentelijk voor hun betrokkenheid bij mijn werk voor een stevig internationaal klimaatbeleid. Want wat er de afgelopen dagen ook over ons internationaal aanzien gezegd is, in de wereld van de klimaatonderhandelingen is Nederland een invloedrijke, alom gerespecteerde speler.

En dan heb ik het nog niet eens over de opmars van duurzame bedrijven en initiatieven in de samenleving. Al met al denk ik dat deze duurzame golf niet te stuiten is. Ik ben dus demissionair, maar niet gedesillusioneerd.