Verbouwingen in Eerste en Tweede Kamer

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Sinds de komst in 1814 van een volksvertegenwoordiging vergadert het parlement, net als de 'oude' Staten-Generaal1 tijdens de Republiek en de Bataafse parlementen2 in de periode 1796-1806, aan het Binnenhof. De Eerste Kamer deed dat aanvankelijk in de Trêveszaal en de Tweede Kamer in de Oude Balzaal van de stadhouders. In 1849 ging de Eerste Kamer vergaderen in de zaal van de voormalige Staten van Holland. De Tweede Kamer vergadert sinds de oplevering van de nieuwbouw van de Tweede Kamer in 1992 in de huidige Vergaderzaal van de Tweede Kamer.

Door de eeuwen heen zijn de gebouwen aan het Binnenhof3 dikwijls verbouwd of gerenoveerd. In 2021 is men aan een nieuwe grootschalige renovatie4 begonnen van het gehele Binnenhof die in 2028 afgerond moet zijn.

Inhoudsopgave

  1. 2021-2028
  2. 2003-2005
  3. 1994-1995
  4. 1992
  5. 1970 - 1992
  6. 1965
  7. 1956
  8. 1951
  9. 1922
  10. 1913
  11. 1879-1884

1.

2021-2028

In de zomer van 2021 is aangevangen met de grondige renovatie van de gebouwen van de Eerste en Tweede Kamer aan het Binnenhof. Dat heeft toenmalig minister Stef Blok5 (Wonen en Rijksdienst) in overleg met de Eerste en Tweede Kamer bepaald. De renovatie gaat naar verwachting circa 7,5 jaar duren. Voor de renovatie was oorspronkelijk zo'n 475 miljoen euro begroot, maar de werkelijke kosten zullen waarschijnlijk bijna 60% hoger uitvallen met een bedrag van 749,9 miljoen euro.

Het project gaat om (achterstallig) onderhoud. Zo moeten verschillende technische installaties, zoals liften en leidingen, dringend vervangen worden, omdat ze al ver over hun levensduur heen zijn. Ook moeten de gebouwen gemoderniseerd worden op het gebied van ICT en brandveiligheid en moeten hout- en betonrot en lekkages worden gerepareerd. Tevens worden de ingangen aangepast, zodat de grote aantallen medewerkers en bezoekers beter ontvangen kunnen worden.

Gedurende de renovatie verhuist de Tweede Kamer naar het voormalige gebouw van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bezuidenhoutseweg6 in Den Haag (ook wel de 'Apenrots' genoemd), en betrekt Eerste Kamer tijdelijk het oude gebouw van de Hoge Raad7 aan de Lange Voorhout.

  • meer informatie4

2.

2003-2005

In september 2003 werd in het Eerste Kamergebouw begonnen met renovatie van werkkamers, fractiekamers, de entree en de postkamer. De uitvoering van dit Masterplan liep door tot 2006.

3.

1994-1995

Van september 1994 tot september 1995 vergaderde de Eerste Kamer in de Ridderzaal vanwege de restauratie van de plenaire zaal. In die periode werden technische verbeteringen aangebracht op het gebied van ventilatie, akoestiek en verlichting en werd het zaalinterieur gerestaureerd. Het plafond won daardoor aan helderheid. Tevens werden de gordijnen vervangen door wandtapijten.

4.

1992

In 1992 werd de nieuwbouw van de Tweede Kamer gerealiseerd. De uitbreiding is een gebouwencomplex waarmee de verschillende gebouwen van de Tweede Kamer, zoals de voormalige ministeries van Justitie en Koloniën en Hotel Centraal, aan elkaar verbonden zijn. De centrale entree is de Statenpassage, een hal van 100 meter lang en 24 meter hoog. In het complex zijn onder andere de commissiezalen, de perstoren en de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer gevestigd.

Tot 1992 vergaderde de Tweede Kamer in de ruimte die nu de Oude Balzaal wordt genoemd.

5.

1970 - 1992

Tussen 1970 en 1992 vond de nieuw- en verbouw van de Tweede Kamer8 plaats. In 1956 was Tweede Kamer uitgebreid van 100 naar 150 leden. Ook de personele ondersteuning groeide in omvang. In 1970 schreven zes Kamerleden uit verschillende partijen daarom een brandbrief naar het presidium9 van de Tweede Kamer waarin zij zich beklaagden over het ruimtegebrek waarmee het parlement had te kampen. Deze 'groep van zes' bestond uit Frans Andriessen10 (KVP), Anneke Goudsmit11 (D66), Garmt Kieft12 (ARP), Henk Koning13 (VVD), Ad Oele14 (PvdA) en Arnold Tilanus15 (CHU).

  • meer informatie

6.

1965

In 1965 gingen archiefruimten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat over naar de Eerste Kamer. Deze vertrekken in de voormalige kamer van Gecommitteerde Raden werden toen fraai ingericht als Noenzaal. De voormalige werkkamer van de raadpensionaris werd toen een fractiekamer.

7.

1956

Van januari tot mei 1956 vergaderde de Eerst Kamer vanwege verbouwingen van de zaal in de Ridderzaal. Er kwamen bijvoorbeeld extra bankjes vanwege de uitbreiding van het ledental en een modernere geluidsinstallatie. Ook werd er een geheel nieuwe vloer in de zaal gelegd.

Tweede Kamervoorzitter Jonkman16 zei bij de terugkeer op 29 mei 1956 onder meer:

"Op de 23ste mei jl, bij het afscheid van de Ridderzaal, heb ik eraan mogen herinneren, dat wij van de sfeer van de Middeleeuwen wederom terugkeerden naar de sfeer van de Gouden Eeuw en dat ik hoopte, dat wij steeds naar de eisen van de tijd ons werk zouden mogen verrichten. Ik geloof, dat wij, nu wij hier zijn teruggekeerd, met alle erkentelijkheid overigens voor ons verblijf in de Ridderzaal, ons er wel zeer oprecht over mogen verheugen, dat wij het voorrecht hebben in deze zaal, zoals die nu wederom is geworden, te vergaderen."

8.

1951

Van 16 maart 1950 en 20 juni 1951 hield de Tweede Kamer haar plenaire vergaderingen in de Ridderzaal vanwege een vrij ingrijpende verbouwing.

Die verbouwing betrof zowel de plenaire zaal als enkele andere vertrekken in het Kamergebouw. In de plenaire zaal werd de verlichting aanzienlijk verbeterd en er kwam een onderdoorgang naar de zaal voor de stenografen. De zaal zelf werd tachtig centimeter verlaagd en er werd al rekening gehouden met eventuele uitbreiding van het aantal Kamerleden.

In het gebouw zelf werden voor het eerst fractiekamers ingericht en de studie- en leeszaal werd vergroot en handiger ingedeeld.

Op de tribunes aan weerszijden van de zaal kwamen zestien plaatsen voor journalisten en er kwamen dertig nieuwe zitplaatsen voor het publiek. Voorts werd een ruimte ingericht voor radiocommentaar.

Tweede Kamervoorzitter Kortenhorst17 zei daarover in de speech die hij bij de heringebruikname op 20 juni 1951 hield:

"Deze grondige verbouwing ontvangt haar diepere zin, wanneer wij ons willen herinneren, wat er mee werd beoogd. Aanleiding er toe was voornamelijk de behoefte het parlementaire werk dichter te brengen bij ons volk. De parlementaire democratie eist vóór alles openbaarheid en het werd als een pijnlijke tekort­koming gevoeld, dat de tribunes voor publiek en pers ten enenmale ontoereikend waren geworden om aan de gestegen behoefte te voldoen. Ik hoop en vertrouw, dat de grote uitbreiding en verbetering van de werk- zit- en staanplaatsen aan beide zijden van onze in de oude luister herstelde vergaderzaal de arbeid van de parlementaire pers en de meelevende belangstelling van het publiek, van de ambtenaren der Ministeries, van de hoge colleges van Staat en van de diploma­tieke vertegenwoordigers van bevriende Mogendheden zullen stimuleren."

9.

1922

In 1922 werden enkele ruimten van de Raad van State18 toegevoegd aan het Tweede Kamergebouw. De voormalige vergaderzaal van de Raad van State werd rook- en koffiekamer. Daarnaast kwamen er nieuwe spreek-, wacht- en commissiekamers en werden er telefooncellen geplaatst. Belangrijk was verder het aanleggen van een centrale verwarming ter vervanging van circa vijftig kachels. Enkele gangen werden verbeterd en beter en lichter ingericht.

Nadat de verbouwing na het zomerreces van 1922 was voltooid, werd een nieuwe wachtkamer voor de publieke tribune en een ruimte voor de pers ingericht.

Ondanks de verbouwingen en uitbreiding bleef er kritiek op de armoedige en weinig comfortabele inrichting van veel zalen. Ook was er weinig waardering voor sommige kunstwerken, zoals schilderijen met weinig kunstwaarde en een nogal willekeurige verzameling gebeeldhouwde bustes.

10.

1913

In 1913 werd de hoofdingang van de Eerste Kamer verplaatst naar de Mauritstoren aan de voorzijde. Daar werd toen een trappenhuis gebouwd. Ook elders in het gebouw waren er verbouwingen. Zo kwam er in de door het Kabinet van de Koningin verlaten ruimten een ministerskamer.

11.

1879-1884

Een eerste restauratie van het Eerste Kamergebouw vond plaats in 1879-1880, nadat in 1868 al gasverlichting was aangebracht en in 1870 in de vergaderzaal tribunes waren gerealiseerd. De voormalige Hofkapel werd in 1879 afgebroken, waardoor er plaats kwam voor nieuwe vertrekken. Later, in 1884, werd de door zwammen aangetaste overkapping van de vergaderzaal grondig hersteld.

 

Meer over

  • Gebouwen op het Binnenhof3

  • 1. 
    De Staten-Generaal was vanaf 1588 de 'regering' van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1579-1795). Deze Republiek vond kwam voort uit de Unie van Utrecht die op 21 januari 1579 ontstond en werd gevormd door zeven provincies (gewesten), te weten Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Groningen. Groningen (Stad en Ommelanden) trad overigens pas in 1594 toe tot de Staten-Generaal.
     
  • 2. 
    In de periode 1796-1806 zijn er enkele 'parlementen' geweest. Dat waren Volksvertegenwoordigingen of Wetgevende Lichamen, waarvan de leden werden gekozen of benoemd. Aanvankelijk (tot 1798) hadden de 'parlementen' alleen tot doel een Grondwet (Staatregeling of constitutie) op te stellen.
     
  • 3. 
    Het Binnenhof is een van oorsprong middeleeuws gebouwencomplex. Aan het Binnenhof zijn de Tweede en Eerste Kamer en het ministerie van Algemene Zaken gevestigd. Ook de ministerraad en de Raad van State vergaderden in gebouwen aan het Binnenhof. Beide Kamers zijn tijdens het zomerreces van 2021 verhuisd naar tijdelijke huisvesting.
     
  • 4. 
    Het Binnenhof moet flink op de schop. De lijst met gebreken is lang, zo concludeerde een commissie onder leiding van oud-minister Liesbeth Spies in 2015. Technische installaties zijn sterk verouderd en de brandveiligheid is onvoldoende. Bij brand zouden de monumentale gebouwen onherstelbaar beschadigd worden. De renovatie start in 2021 en moest oorspronkelijk worden afgerond in 2026. Door vertraging is deze planning bijgesteld naar, op zijn vroegst, eind 2028.
     
  • 5. 
    Stef Blok (1964) was van 25 mei 2021 tot 10 januari 2022 minister van Economische Zaken en Klimaat. Hij verving minister Van 't Wout. Zijn taken als minister van Buitenlandse Zaken, wat hij sinds 7 maart 2018 was, werden overgenomen door minister Kaag. In het kabinet-Rutte II was de heer Blok van 5 november 2012 tot 27 januari 2017 minister voor Wonen en Rijksdienst en van 27 januari tot 26 oktober 2017 minister van Veiligheid en Justitie. Van 25 augustus 1998 tot 5 november 2012 was de heer Blok Tweede Kamerlid. Hij was in de periode 2010-2012 fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Daarvoor was hij kredietanalist-secretaris Concern Krediet College en accountmanager Corporate Banking bij ABN/Amro. In de Tweede Kamer was hij woordvoerder sociale zekerheid, AOW, pensioenen en financiën. De heer Blok is sinds 2022 lid van de Europese Rekenkamer.
     
  • 6. 
    Aan de Bezuidenhoutseweg 67 (B67) staat het oude kantoor van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat sinds 2021 voor 5,5 jaar fungeert als de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer. Het gebouw ligt op een steenworp afstand van Den Haag Centraal, de Koninklijke Bibliotheek en het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.
     
  • 7. 
    De Eerste Kamer is op 23 augustus 2021 tijdelijk verhuisd naar Huize Huguetan, een stadspaleis aan de Lange Voorhout. Het gebouw dateert uit 1736 en heeft dus een geschiedenis van bijna 300 jaar. De planning is dat de verbouwing van het Binnenhof aan het einde van 2026 klaar zal zijn.
     
  • 8. 
    De Tweede Kamer is deel van de volksvertegen­woor­di­ging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
     
  • 9. 
    Het Presidium is het dagelijkse bestuur van de Tweede Kamer. Het bestaat uit de Kamervoorzitter en de ondervoorzitters, die de Voorzitter kunnen vervangen. Het Presidium telt als regel tussen de zeven en negen leden, afkomstig uit de grotere fracties.
     
  • 10. 
    Vooraanstaande christendemocraat van katholieken huize. Kwam in 1967 voor de KVP in de Kamer nadat zijn vader die had verlaten. Als voormalige directeur van een instituut voor de bouw aanvankelijk woordvoerder volkshuisvesting. Volgde in 1971 Veringa op als partijleider toen deze moest aftreden vanwege gezondheidsproblemen. Leidde de KVP-Tweede Kamerfractie tijdens het kabinet-Den Uyl, waaraan hij kritisch, maar ook loyaal steun gaf. In 1977 maakte hij bezwaar tegen het ontwerp-regeerakkoord met de PvdA en werd hij door die partij afgewezen als kandidaat voor Economische Zaken. In het eerste kabinet-Van Agt dat na de mislukte formatie-Den Uyl werd gevormd, was hij minister van Financiën. Trad af, omdat hij vond dat er meer bezuinigd moest worden. Nadien Europees Commissaris voor handelspolitiek en landbouw. Pragmatisch politicus.
     
  • 11. 
    Advocate uit Amsterdam, die in 1967 lid van de eerste fractie van D66 in de Tweede Kamer werd. Had als bekwaam juriste en vasthoudend debatster al snel een goede naam als parlementariër. Pleitbezorgster van vrouwenemancipatie en betrokken bij initiatiefvoorstellen op het gebied van staatkundige vernieuwing. In 1971 ministerskandidaat voor Justitie in het schaduwkabinet van PvdA, D66 en PPR. Weigerde in 1973 staatssecretaris te worden onder Van Agt vanwege diens standpunt over abortus. Verliet eind 1974 de Tweede Kamer toen zij van haar fractie onvoldoende ruimte kreeg zich afkeurend uit te laten over Van Agts beleid. Werd later rechter in Amsterdam.
     
  • 12. 
    Groningse belastingambtenaar, die in 1963 financieel woordvoerder werd van de ARP-Tweede Kamerfractie. Zoon van een schoolhoofd. Hield zich in de Kamer verder onder meer bezig met cultuur en sportbeleid en was begin jaren zestig woordvoerder bij debatten over Nieuw-Guinea. Voorzitter van de Kamercommissie voor Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en secretaris van zijn fractie. Was tevens secretaris van de NCRV en gemeenteraadslid in Utrecht (fractievoorzitter van de ARP). Gedegen, solide afgevaardigde die behoorde tot de progressieve vleugel van zijn partij.
     
  • 13. 
    Vooraanstaand VVD-politicus. Tweede Kamerlid, staatssecretaris en Rekenkamer-president. Was aanvankelijk belastinginspecteur en hield zich als Kamerlid onder meer bezig met verkeer en politie. Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken belast met onder met financiën lagere overheden in het kabinet-Van Agt I. Bracht in 1983 de Tweeverdienerswet tot stand. Als staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Lubbers II had hij een belangrijk aandeel in de belastingherziening (Oort-operatie). Werd in 1991 een gezagvolle president van de Rekenkamer. Grossierde in nevenfuncties. Harde werker die in zakelijke contacten zeer formeel optrad, maar met privé - als vrijgezel - een grote hang naar gezelligheid. Minnaar van de schilderkunst.
     
  • 14. 
    Gepromoveerd Delfts ingenieur die als scheikundige dertien jaar werkzaam was bij de Staatsmijnen in Limburg. In de Tweede Kamer specialist op het gebied van energie (mijnbouw), milieu en vervoer. Ook lid van het Europese Parlement. Koos in 1973 voor het burgemeesterschap van Delft in plaats van een ministerschap. Was daarna voorzitter van de Rijnmondraad en Commissaris van de Koningin in Drenthe. Later nog eens vijf maanden waarnemer in Gelderland. Zakelijke veelzijdige socialist zonder bombarie, die door zijn ervaring in de wetenschap, het bedrijfsleven en de politiek een veel gevraagd adviseur was.
     
  • 15. 
    De 'jonge' Tilanus. Net als zijn vader partijvoorzitter en fractievoorzitter van de CHU. Aanvankelijk huisarts en daarna officier van gezondheid. Later actief in het maatschappelijk werk in Gelderland. Rustige en gematigde politicus met oog voor sociale noden. Voorstander van de christendemocratische samenwerking. Werd in 1973 als politiek leider opgevolgd door de strijdbaarder oud-staatssecretaris Kruisinga, nadat de CHU buiten het kabinet-Den Uyl was gebleven. Bleef wel tot 1977 'gewoon' Kamerlid. Speelde een belangrijke rol bij de plannen voor nieuwbouw van de Tweede Kamer.
     
  • 16. 
    Kenner van Nederlands-Indië die minister van Overzeese Gebiedsdelen was in het kabinet-Beel I en later Eerste Kamervoorzitter. Behoorde in Nederlands-Indië tot de progressieve figuren rond het blad De Stuw. Als minister kreeg hij te maken met de Indonesische vrijheidsstrijd. Probeerde een realistische koers te varen, waarbij gestreefd werd naar overeenstemming met de Republiek Indonesia. Het in het najaar van 1946 gesloten Akkoord van Linggadjati bleek uiteindelijk geen basis voor overeenstemming en in 1947 werd overgegaan tot de eerste politionele actie tegen de Republiek. Na zijn ministerschap was hij lange tijd een gewaardeerde Senaatsvoorzitter. Naar buiten toe formalistisch, maar tevens sociaal voelend en beschikkend over verfijnde humor.
     
  • 17. 
    Katholieke Tweede Kamervoorzitter, die dat ambt vijftien jaar bekleedde. Was advocaat in Amsterdam en secretaris van katholieke werkgeversorganisatie en behoorde tot de vooraanstaande leden van de RKSP- en KVP-fracties, waarvan hij enige tijd secretaris was. Verdedigde als advocaat het 'foute' dagblad De Telegraaf en Pieter Menten. Was ook actief als schrijver en politiek commentator van De Volkskrant. Tijdens zijn voorzitterschap werd onder meer de werkwijze van de Kamer gemoderniseerd. Was voorstander van levendige debatten. Kwam in december 1958 in conflict met de PvdA-fractie toen hij tegen de zin van de PvdA en het demissionaire kabinet afhandeling van een wetsvoorstel doorzette. Zijn charme zorgde er overigens voor dat die 'aanvaring' niet de persoonlijke verhoudingen verstoorde.
     
  • 18. 
    De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.