Vragen PvdA over het voortdurende mishandeling van jonge turnsters

status beantwoording beantwoord
vraag datum 28 juli 2020
antwoord datum 26 augustus 2020
antwoordduur in dagen 29
aantal dagen overtijd 8

1.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-2020    Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3867

Vragen van de leden Kuiken en Kerstens (beiden PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het voortdurende mishandeling van jonge turnsters (ingezonden 28 juli 2020).

Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg), mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 26 augustus 2020).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Turnsters melden misstanden met #dossierturnmisbruik: «Dit is echt een Nederlands probleem»»?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat dit een wijdverspreid probleem is in de Nederlandse turnwereld waar per direct een einde aan moet komen?

Antwoord 2

Iedere sporter moet op een veilige en plezierige manier kunnen sporten, ook in de turnsport. De verhalen die ik heb gehoord passen niet bij de positieve sportcultuur waar ik voor sta. Om die reden financiert het Ministerie van VWS een onafhankelijk onderzoek naar de aard, omvang en aanpak van grensoverschrijdend gedrag in de turn- en gymsport om zo inzicht te krijgen in hoeverre dit in Nederland een wijdverspreid probleem is. De uitkomsten van het onderzoek worden rond eind dit jaar verwacht.

Vraag 3

Bent u van mening dat er voldoende urgentie is om deze misstanden te voorkomen, gezien het voortdurende karakter ervan? Zo nee, welke verantwoordelijkheid ziet u voor uzelf?

1 Trouw, 27 juli 2020

ah-tk-20192020-3867 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2020

Antwoord 3

Ik zie dat de sportsector dit onderwerp prioriteit geeft en uiterst serieus neemt. De afgelopen jaren zijn hier flinke stappen in gezet als het gaat om het invoeren van de meldplicht en het casemanagementsysteem voor betere opvolging van meldingen. Het realiseren van een positieve sportcultuur vergt een lange adem. Daarom ondersteun ik de sportsector al jaren om blijvend aandacht te geven aan een veilige sportomgeving en heb ik onlangs de financiering verhoogd voor het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) en het Instituut voor Sportrechtspraak (ISR). Ook via het Sportakkoord stimuleer ik sportverenigingen om lokaal te werken aan een positieve sportcultuur. Een voorbeeld is de HALT aanpak voor jongeren die een misstap hebben gemaakt op de sportclub.

Vraag 4

Wilt u zorgdragen dat het meldpunt zo snel mogelijk onafhankelijk te maken zodat het een werkelijk veilige plek biedt voor slachtoffers? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De onafhankelijke onderzoekscommissie De Vries heeft eind 2017 de sportsector aanbevolen om als sector zelf een Centrum voor Veilige Sport op te zetten. Het CVSN is onderdeel van NOC*NSF geworden waarbij zij dicht op de sport zit en sporters, verenigingen en bonden kan ondersteunen bij het voorkomen van en de aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Vooralsnog zie ik een enorme toename in het aantal meldingen bij het CVSN1 waaruit ik kan opmaken dat sporters de weg naar het CVSN weten te vinden en zich ook senang voelen om daar te melden. Ik hecht grote waarde aan onafhankelijkheid. Binnen het CVSN wordt onafhankelijkheid geborgd door afgeschermde databestanden en medewerkers die vertrouwelijk werken waarbij NOC*NSF geen inhoudelijke informatie kan inzien of opvragen. Daarnaast is er het ISR voor het doen van onafhankelijk casuïstiek onderzoek.

Vraag 5

Moeten we constateren dat dit een uitwas is van de top 10 ambitie en de daaruit ontstane prestatieklimaat van de sportkoepel van het Nederlands Olympisch Comité (NOC) en de Nederlandse Sport Federatie (NSF)?

Antwoord 5

Het topsportklimaat is iets wat we met z'n allen creëren en waarbij sporters worden gestimuleerd om het beste uit zichzelf te halen. Ik wil benadrukken dat ook topsportprestaties plaats moeten vinden onder integere, veilige, eerlijke en plezierige omstandigheden. Als de topsport inspirerend wil zijn voor anderen, moet zij ook laten zien dat deze cruciale voorwaarden te respecteren. Ik ben met NOC*NSF en de topsportbonden in gesprek over de toekomstige topsportambities en het vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport. Deze waarde is breder dan alleen het behalen van medailles op het allerhoogste niveau. In deelakkoord 6 «Topsport die inspireert» van het Nationaal Sportakkoord2, heb ik met NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten hierover reeds afspraken gemaakt. De maatschappelijke waarde kan groter worden wanneer we niet alleen aandacht hebben voor medailles maar juist ook andere prestaties van topsporters laten zien en waarderen, en ook kijken naar de weg die topsporters dagelijks moeten afleggen om te kunnen presteren. Voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg Sport zal ik uw Kamer nader informeren over de uitwerking en voortgang van deelakkoord 6 «Topsport die inspireert».

Vraag 6

Bent u bereid de verjaringstermijn te heroverwegen gezien de ernst van kindermishandeling en de levenslange consequenties die slachtoffers ervan ervaren?

Antwoord 6

Op 1 januari 2020 is de wet herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvor-men in werking getreden.3 Eén van de onderdelen van deze wet is de verlenging van de verjaringstermijn bij kindermishandeling door deze pas aan te laten vangen op de dag dat het kind achttien jaar wordt (artikel 71 Wetboek van Strafrecht). Een verdere verlenging van de verjaringstermijn acht ik daarom niet noodzakelijk.

Vraag 7

Deelt u de mening dat bij dergelijke ernstige misstanden tuchtrecht alleen onvoldoende is en sportclubs aangifte zouden moeten doen om te voorkomen dat deze misbruikers hun gedrag niet kunnen herhalen? Zo ja, welke actie ziet u voor uzelf om hen hiertoe te dwingen?

Antwoord 7

Het tuchtrecht vervult een belangrijke functie bij de aanpak van grensoverschrijdend gedragingen die niet strafbaar zijn, maar wel een veilige sportom-geving bedreigen. Het tuchtcollege van het ISR kan verschillende straffen opleggen waaronder een ontzegging van de uitoefening van bepaalde functies, schorsing of royement. Zo kan herhaling van grensoverschrijdend gedrag worden voorkomen.

Indien er in een tuchtzaak vermoedens zijn van een strafbaar feit wordt altijd contact opgenomen met de politie. Dit is ook vastgelegd in het werkdocument tussen de sport, politie en het Openbaar Ministerie. Daarnaast stimuleert het CVSN melder(s) om aangifte of melding te doen bij politie. Ik zie op dit moment daarom geen reden om sportclubs te dwingen tot het doen van aangifte. Wel wil ik iedereen oproepen om bij vermoedens van strafbare feiten niet te twijfelen, maar altijd aangifte te doen.

Vraag 8

Kan er op gerekend worden dat de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek worden overgenomen en erop toegezien wordt dat de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) deze goed implementeert? Als u hier geen definitief ja op kunt antwoorden, bent u dan van mening dat er alles aan wordt gedaan deze kindermishandeling te voorkomen?

Antwoord 8

Ja, met u ben ik van mening dat het van belang is dat de aanbevelingen uit dit onderzoek worden opgevolgd.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, Aanhangsel 3

1

   Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019-2020, nr. 2270

2

   Kamerstuk 30 234 i, nr. 235 i

3

Stb. 2019, nr. 421