Lijst van vragen en antwoorden over de tweede voortgangsrapportage ove de oprichting van P-Direkt - Instellen P-Direkt als baten-lastendienst

Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 30146 - Aanbesteding ICT-component P-Direkt.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Instellen P-Direkt als baten-lastendienst; Lijst van vragen en antwoorden over de tweede voortgangsrapportage ove de oprichting van P-Direkt 
Document­datum 13-09-2005
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST89775
Kenmerk 30146, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Commissie(s) Koninkrijksrelaties (KR) en Binnenlandse Zaken (BIZA)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

30 146

Instellen P-Direkt als baten-lastendienst

Nr. 3

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 13 september 2005. Het oordeel dat de voorgenomen rechtshandeling een voorafgaande machtiging bij de wet behoeft kan door de Kamer worden uitgesproken uiterlijk op 27 september 2005.

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 september 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft de volgende vragen aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties voorgelegd over zijn brief van 18 april 2005 (TK 28 610, nr. 7) houdende de tweede voortgangsrapportage over de oprichting van P-Direkt.

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 september 2005. De vragen en antwoorden, voorzien van een inleiding, zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

1 Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Hijum (CDA), Nijs MBA (VVD), Van Schijndel (VVD), Vacature (SP). Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Vacature (PvdA), Kant (SP), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Cqörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Eski (CDA), Balemans (VVD), Van der Sande (VVD), Vergeer (SP).

Inleiding

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op:

– De schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Van Hijum (CDA) over de ICT-infrastructuur van P-Direkt voor de ministeries. Deze vragen werden ingezonden op 22 april 2005 (Aanhangsel Handelingen II, nr. 2428, vergaderjaar 2004–2005). – De schriftelijke vragen die gesteld zijn door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (met kenmerk vra2005bzk-07) over de tweede voortgangsrapportage P-Direkt (TK 28 610, nr. 7). Zoals ik in het besloten overleg op 30 juni jl. met de commissie heb toegelicht, kan ik op dit moment niet in het openbaar alle vragen (geheel) beantwoorden. In de derde voortgangsrapportage P-Direkt, die ik u in oktober a.s. zal doen toekomen, zal ik u nader informeren.

Vragen en antwoorden

1

Welke norm wordt gehanteerd voor de verhouding tussen het aantal p-functionarissen en het aantal rijksambtenaren bij de rijksdienst? Hoe verhoudt deze norm zich tot de verhouding in het bedrijfsleven en andere delen van de publieke sector?

In de rijksdienst bestaat geen norm voor de verhouding tussen het aantal personeelsfunctionarissen en het totale personeel. In 2002 heeft onderzoek plaatsgevonden waaruit bleek dat er in de rijksdienst 3 personeelsfunctionarissen per 100 medewerkers waren, waarvan 1,3 werkzaam in de personeelsregistratie en salarisadministratie. Na aansluiting van alle ministeries op P-Direkt zal dit verhoudingsgetal lager zijn. Volgens hetzelfde onderzoek waren er in het bedrijfsleven circa 2 en in de totale publieke sector ruim 2 personeelsfunctionarissen per 100 medewerkers.

2

Kan met behulp van het systeem P-Direkt snel inzicht worden verkregen in de beloningen van de ambtelijke top van departementen? Geeft dit systeem ook inzicht in de variabele beloning van die ambtelijke top? kan het systeem P-Direkt worden aangewend ter beheersing van de groei van de beloningen van de ambtelijke top?

Het systeem van P-Direkt bevat de HR- en salarisgegevens van alle medewerkers van de rijksdienst, dus ook die van de ambtelijke top. Ook de bijzondere beloningsgegevens worden vastgelegd. Vanuit de systemen van P-Direkt kan aan de ministeries inzicht worden gegeven in de vaste en variabele beloning van de ambtelijke top, op basis waarvan door de ministeries beleid kan worden gevoerd.

3

Wat is de beoogde omvang van P-Direkt in fte’s? Hoe verhoudt dit aantal

zich tot het huidige aantal fte’s bij de ministeries voor de betreffende

p-taken?

De beoogde personele omvang van P-Direkt bedraagt 440 fte. Op het gebied van personeelsregistratie en salarisadministratie worden bij de ministeries thans circa 1500 fte ingezet.

4

Kan, nu de aanbestedingsprocedures zijn afgerond, aangegeven worden wat de verwachte besparingen per departement zijn? Kan worden aangegeven waar de totale kostenbesparing van€400 mlj. wordt gevonden?

Zoals ik in het vertrouwelijk overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 30 juni jl. heb aangegeven, zal ik vragen over besparingen pas in oktober, met de derde voortgangsrapportage P-Direkt, kunnen beantwoorden.

5

Kan op basis van de aanbesteding worden aangegeven wat de reductie

van de personeelskosten is? Hoeveel fte’s verdwijnen er van de totale

HRM–P&Sfuncties?

Van de huidige departementale personeelsregistratieen salarisadministratiefuncties zullen er op basis van de kostenbatenanalyse circa 1000 fte op de ministeries kunnen komen te vervallen. Het exacte aantal zal afhangen van het aantal taken dat nog op de ministeries zal blijven. Uiteraard zullen alle ministeries afzonderlijk zorg moeten dragen voor de realisatie van de personeelsreductie binnen hun organisatie, alsmede de herplaatsing van medewerkers. De vraag tot welke besparing deze personeelsreductie zal leiden, zal ik in de derde voortgangsrapportage P-Direkt beantwoorden.

6

Zijn er nog andere vestigingslocaties overwogen dan Den Haag en Amersfoort? Zo ja, welke en waarom is uiteindelijk niet voor die locaties gekozen?

Overwogen is te kiezen voor Zwolle als tweede locatie voor P-Direkt. Uitgangspunt is dat de formatie van P-Direkt zoveel mogelijk wordt ingevuld vanuit het personeel dat zich thans op de ministeries bezighoudt met de personeelsregistratie en salarisadministratie. Op basis van de verwachting dat de kans op realisatie hiervan groter is met de keuze voor Amersfoort, vanwege de meer centrale ligging, is interdepartementaal gekozen voor deze locatie in plaats van voor Zwolle.

7

Kan worden aangegeven welke kosten en extra lasten voor de Staat voortvloeien uit het feit het IPA-systeem langer onderhouden en geëxploiteerd moet worden doordat de startdatum van P-Direkt is uitgesteld?

Zoals ik in de tweede voortgangsrapportage P-Direkt heb gemeld, hebben de ministeries die niet zijn aangesloten op het Facilitair Salaris Centrum van het ministerie van Financiën een contract gesloten met Pink Roccade Public voor het tijdelijk onderhouden en exploiteren van het IPA-systeem. Hiertoe is destijds besloten om, bij wijze van noodscenario, de betaling van salarissen te garanderen ingeval P-Direkt niet per 1 januari 2006 in staat zou blijken om per die datum de salarisbetalingen te verrichten dan wel dat de betrokken ministeries niet tijdig op P-Direkt zouden zijn aangesloten. De betrokken ministeries zullen gebruik blijven maken van het IPA-systeem tot zij zijn aangesloten op P-Direkt. Ook daarna zal het IPA-systeem, bij wijze van noodscenario, nog tot 1 januari 2009 gehandhaafd blijven. Voor de acht ministeries die nu nog gebruik maken van IPA, bedragen de jaarlijkse kosten daarvan in totaal circa € 4,5 miljoen. De vraag hoeveel extra kosten dit met zich meebrengt in vergelijking tot de situatie wanneer de IPA-ministeries per 2006 op P-Direkt zouden aansluiten, kan ik thans nog niet beantwoorden, omdat de aansluitdata van de ministeries nog niet bekend zijn. De kosten van het aanpassen van het IPA-systeem aan de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging socialeverzekeringswetten (Walvis) bedragen circa € 1,1 miljoen. Deze laatste kosten zouden ook zijn gemaakt ingeval IPA als noodscenario zou fungeren en de IPA-ministeries allen op 1 januari 2006 op P-Direkt zouden aansluiten.

8

Kan nader inzicht worden verschaft in de financiële beheersing van het project? Wat was de geplande omvang van de investering in ICT-infrastructuur, van de ontvlechting van p-taken bij ministeries en de overige (incidentele) reorganisatiekosten? In hoeverre vindt de uitvoering plaats binnen het kader van het geplande budget?

Deze vraag zal ik beantwoorden in de derde voortgangsrapportage P-Direkt.

9

Komen de extra kosten als gevolg van het herontwerp en het uitstel voor rekening van de overheid of van de aannemer? In hoeverre is de marktpartij voor wat betreft de levering van de infrastructuur echt resultaatverantwoordelijk? Kan nader inzicht worden verschaft in de risicoverdeling tussen overheid en marktpartij?

Het eerste deel van deze vraag zal ik beantwoorden in de derde voortgangsrapportage P-Direkt. Op uw vraag in hoeverre de marktpartij resultaatverantwoordelijk is voor de levering van de ICT-infrastructuur incl. procesinrichting, kan ik een bevestigend antwoord geven. In het prestatiecontract is deze verantwoordelijkheid expliciet bij de leverancier belegd. Voor wat betreft de risicoverdeling tussen overheid en marktpartij is gekozen voor een gefaseerde oplevering door IBM van tussenresultaten (mijlpalen genoemd in het contract). Deze mijlpalen (veelal software-componenten van de totale ICT-infrastructuur) vertegenwoordigen alle een bepaalde waarde (cumulatief dus € 69,5 miljoen), waarvoor de Staat bij acceptatie van een mijlpaal pas een betalingsverplichting aangaat. De Staat hanteert voor iedere mijlpaal een stevige test- en acceptatieprocedure. Na acceptatie wordt de Staat volledig eigenaar van het geleverde product. In aanvulling op de meer financiële afspraken, zijn in het prestatiecontract tussen de Staat en IBM ook passende afspraken gemaakt ten aanzien van bijvoorbeeld wijzigingsprocedures en exit-strategie. Met deze aanpak en werkwijze ben ik van mening dat vanuit het perspectief van de Staat de (financiële) risico’s beheersbaar zijn.

10

Kan worden aangegeven of de kostenbatenanalyse zoals vermeld in de brief van7juni 2003 nog steeds actueel is? Indien dat niet het geval is kan dan worden aangegeven hoe de kostenbatenanalyse er nu uitziet?

Deze vraag zal ik beantwoorden in de derde voortgangsrapportage P-Direkt.

11

Kan een geactualiseerde kosten-batenanalyse worden verschaft in het licht van het feit dat de voortgangsrapportage stelt dat de met marktpartij overeengekomen contractwaarde, ondanks de extra kosten, nog steeds valt binnen de kosten-batenanalyse die ten grondslag lag aan het kabinetsbesluit tot oprichting van P-Direkt.? Hoe hoog zijn de extra kosten als gevolg van het opstellen van een herontwerp en het uitstellen van de productiedatum?

Deze vraag zal ik beantwoorden in de derde voortgangsrapportage P-Direkt.

12

Kan een overzicht worden verschaft van de financiële risico’s die de overheid de komende jaren bij de uitvoering nog loopt, voorzien van een kwantitatieve inschatting?

Op dit moment volsta ik met te verwijzen naar het antwoord op vraag 9. In de derde voortgangsrapportage P-Direkt zal ik nader ingaan op deze vraag.

13

Kan inzicht worden verschaft in het tempo waarin ministeries vanaf

1 januari 2007 «aanhaken» op P-Direkt? Is er, conform het advies van de

Commissie Second Opinion, een integrale netwerkplanning opgesteld

voorzien van een capaciteitsplanning en een kritieke pad-analyse? Zo ja,

kan deze aan de Kamer worden toegezonden?

Een nieuwe en definitieve planning voor de aansluiting van de ministeries wordt in de zomermaanden afgerond. Ik zal u hierover in de derde voortgangsrapportage informeren.

14

Op welke wijze wordt op1januari 2007 P-Direkt ingevoerd? Zal hier

sprake zijn van een «big bang»?

Conform het advies van de Commissie Second Opinion zal bij de aansluiting van de ministeries een «big bang» worden vermeden. Zoals in het antwoord op vraag 13 verwoord, zal ik u in de aanstaande voortgangsrapportage ook op dit punt (het voorkomen van een big-bang) nader informeren.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.