Vragen GL-PvdA over de uitspraak van de minister van VWS ‘Als het staatsnoodrecht in gaat, wil ik nog wel eens zien wie zo stoer is om het tegen te houden’
Kamer | Tweede Kamer |
---|---|
Kamerleden | K.P. (Kati) Piri1 |
partijen | GroenLinks-PvdA2 |
gevraagd aan | Algemene Zaken3 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties4 Volksgezondheid, Welzijn en Sport5 |
beantwoord door | Volksgezondheid, Welzijn en Sport5 |
status beantwoording | beantwoord |
---|---|
vraag datum | 11 oktober 2024 |
antwoord datum | 15 oktober 2024 |
antwoordduur in dagen | 4 |
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
273
Vragen van het lid Piri (GroenLinks-PvdA) aan de Minister-President en de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de uitspraak van de Minister van VWS «Als het staatsnoodrecht in gaat, wil ik nog wel eens zien wie zo stoer is om het tegen te houden» (ingezonden 11 oktober 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 15 oktober 2024).
Vraag 1
Herinnert de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zich haar uitspraak «Als het staatsnoodrecht in gaat, wil ik nog wel eens zien wie zo stoer is om het tegen te houden»?
Antwoord 1 Ja.
Vraag 2
Aan wie is het dreigement gericht? Aan het parlement, de rechterlijke macht of aan een andere institutie?
Antwoord 2
Natuurlijk is dit niet als dreigement bedoeld. Zoals ik inmiddels ook publiekelijk heb aangegeven, heb ik veel respect voor het parlement.
Vraag 3
Is deze uitspraak gedaan namens het gehele kabinet en vraagt het kabinet zich dus af wie zo stoer is om het staatsnoodrecht tegen te houden als het is ingegaan? Zo nee, waarom negeert de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de in artikel 45 van de Grondwet en artikel 4 van het Reglement van orde voor de ministerraad verankerde eenheid van regeringsbeleid?
Antwoord 3
Ik heb hier met de Minister-President over gesproken. Ik heb er vertrouwen in dat de Minister van Asiel en Migratie een dragende motivering zal vinden. Ik heb veel respect voor het parlement.
ah-tk-20242025-273 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2024
Vraag 4
Ben u op de hoogte van het feit dat Nederland een democratisch rechtsstaat is, waarin het parlement bepaalt welke wetten al dan niet in werking treden en wetgeving die juridisch onhoudbaar zijn door een rechter buitenwerking kunnen worden gesteld?
Antwoord 4 Ja.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de uitspraak van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport niet past binnen een democratische rechtsstaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik heb er vertrouwen in dat de Minister van Asiel en Migratie een dragende motivering zal vinden voor de inzet van het staatsnoodrecht en ik heb veel respect voor het parlement.
Vraag 6
Hoe verhoudt deze uitspraak zich tot een reeds door de Eerste Kamer aanvaarde motie waarin zij zich uitspreekt tegen de inzet van staatsnoodrecht?
Antwoord 6
De inzet van het staatsnoodrecht is opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma. De Minister van Asiel en Migratie werkt nog aan een dragende motivering voor de inzet van het staatsnoodrecht als bedoeld in de artikelen 110 en 111 van de Vreemdelingenwet. Het parlement heeft het laatste woord over de inzet van het staatsnoodrecht.
Vraag 7
Neemt u afstand van deze uitspraak? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Mijn uitspraak is niet als dreigement bedoeld. Ik heb veel respect voor het parlement.
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden voor vrijdag 18.00 uur?
Antwoord 8
De vragen zijn afzonderlijk beantwoord; dat is helaas niet gelukt voor afgelopen vrijdag 18 uur.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, Aanhangsel 2
- 1.Kati Piri (1979) is sinds 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamer. Tot 27 oktober 2023 was dat voor Partij van de Arbeid en sindsdien is zij lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA. Eerder was zij lid van het Europees Parlement van 1 juli 2014 tot 31 maart 2021, waar zij deel uitmaakte van de Fractie van de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten. Als Kamerlid houdt zij zich bezig met buitenlandse handel en asiel.
- 2.GroenLinks en de PvdA werken sinds 2023 nauw samen. Na de Eerste Kamerverkiezingen in 2023 vormen beide partijen een gezamenlijke fractie in de Eerste Kamer. Ze deden met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 en behaalden daar een winst van 8 zetels ten opzichte van hun individuele resultaten in 2021 (uitkomend op 25 zetels). Frans Timmermans leidt die gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 3.Het ministerie van Algemene Zaken (AZ) is verantwoordelijk voor de coördinatie van het algemeen regeringsbeleid, voor zover dit niet is opgedragen aan één van de andere ministeries. De minister-president, Dick Schoof, draagt de verantwoordelijkheid voor het ministerie van AZ en is ook minister van Algemene Zaken. In zijn taken wordt hij bijgestaan door het Kabinet Minister-President (KMP).
- 4.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 5.Dit ministerie draagt de zorg voor de volksgezondheid. Dit betreft onder andere het beleid met betrekking tot ziekenhuizen, geneesmiddelen, ziektekosten en huisartsen. Ook het welzijnsbeleid zoals de ouderenzorg, het jeugdbeleid, de verslaafdenzorg en de maatschappelijke dienstverlening behoren tot het taakveld. Daarnaast is het ministerie verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de sport.