Gang van zaken tijdens de verkennersfase in de formatie van 2021 en hoe deze in de toekomst te voorkomen

1.

Kerngegevens

Officiële titel Gang van zaken tijdens de verkennersfase in de formatie van 2021 en hoe deze in de toekomst te voorkomen
Document­datum 18-10-2023
Publicatie­datum 18-10-2023
Nummer HTK20232024-14-14
Kenmerk 35788;225; 35788;226; 35788;227; 35788;228; 35788;229
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Sprekers

De heer Van Haga (Groep Van Haga)
De heer Sneller (D66)
De heer Drost (ChristenUnie)
De heer Van den Brink (CDA)
De heer Klaver (GroenLinks)
Mevrouw Bergkamp (D66)

Aan de orde is het debat over de gang van zaken tijdens de verkenningsfase en de formatie van 2021 en hoe deze situatie in de toekomst voorkomen kan worden. We hebben eerder vandaag de eerste termijn van de Kamer en de beantwoording van de Kamervoorzitter gehad. We zijn nu aanbeland bij de tweede termijn van de zijde van Kamer. De eerste spreker is mevrouw Van der Plas namens BBB. Zij doet niet mee, dus gaan we nu naar de heer Van Haga namens Groep van Haga.

©

foto W.R. (Wybren) van Haga
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Dit was met afstand het meest onzinnige debat dat ik ooit heb moeten voeren. Ik hoor alleen maar: meer overheid en meer bureaucratie. We hebben de hele middag en avond over onszelf gepraat. Het was een aanfluiting, maar toch heb ik een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit zowel de evaluatie van de formatie 2021 als de hoorzitting over de daarbij behorende verkennersfase naar voren komt dat de rol van de verkenner niet duidelijk is gedefinieerd, niet per se noodzakelijk is en bovendien niet politiek onafhankelijk is;

overwegende dat de verkennersfase weinig anders is dan een bureaucratische schakel in het formatieproces, die vooral tijd en gemeenschapsgeld kost en weinig oplevert voor de burgers van Nederland;

constaterende dat een verkennersfase een potentieel risico is voor de efficiency, betrouwbaarheid en integriteit van het formatieproces;

verzoekt de regering de verkennersfase bij de formatie van een nieuw kabinet te schrappen en het initiatief voor onderhandelingen en coalitievorming aan de grootste partij te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 225 (35788).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De motie is mede-ingediend door mijn gewaardeerde collega Smolders.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga, voor uw inbreng. Dan kijk ik even op de sprekerslijst en zie ik dat mevrouw Michon-Derkzen afziet van haar tweede termijn. Ik geef het woord aan de heer Sneller namens D66.

©

foto J.C. (Joost)  Sneller
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. Het is grappig hoe de beleving bij debatten kan verschillen. Ik denk dat het heel nuttig was dat we hier hebben geprobeerd om tot brede overeenstemming te komen over hoe de volgende formatie in hoofdlijnen moet verlopen. Ik hoop dat we daarin zullen slagen. De heer Klaver zal zo een motie indienen over het begin van die formatie en zoals aangekondigd heb ik zelf een motie voor het einde van die formatie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat openbare hoorzittingen met kandidaat-bewindspersonen kunnen bijdragen aan meer transparantie rond het formatieproces;

overwegende dat dergelijke hoorzittingen volksvertegenwoordigers de gelegenheid bieden om kandidaat-bewindspersonen te bevragen op onder andere hun geschiktheid en motivatie voor een beoogde functie;

voorts overwegende dat deze hoorzitting aan kandidaten de gelegenheid biedt om bepaalde zaken publiekelijk toe te lichten of persoonlijke accenten te leggen;

spreekt als haar mening uit dat het wenselijk is om als Tweede Kamer een openbare hoorzitting met kandidaat-bewindspersonen te organiseren voordat zij benoemd worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Sneller.

Zij krijgt nr. 226 (35788).

De heer Sneller (D66):

Uiteindelijk denk ik dat het beter is om dit structureel in het Reglement van Orde te wijzigen, maar laten we dit, eendach-tig de discussie die we net gehad hebben, voor de eerste keer zo doen. Dan kunnen we daarna kijken op welke wijze dit het best in het Reglement van Orde kan komen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

De heer Sneller kondigde dit inderdaad in zijn eerste termijn aan. Ik heb er behoefte aan om iets meer te begrijpen hoe dit dan gaat. Er is dan een kandidaat-minister of kandidaat-staatssecretaris en die komt hier in de Kamer. Wij stellen dan Kamerbreed vragen aan diegene en vervolgens gaan we daar met elkaar een oordeel over vellen? De Koning benoemt nog steeds de bewindspersonen, dus wat is dan de toegevoegde waarde van de hoorzitting door de Kamer georganiseerd?

met artikel 57, lid zoveel van de Grondwet. Zo'n hoorzitting vóór die benoeming geeft juist de gelegenheid om daar gezamenlijk bij stil te staan. En de kennismakingen met bewindspersonen waar ik bij ben geweest, waren ook niet openbaar. Die hadden ook niet die functie. Ze vonden meer plaats in een sfeer van werkafspraken.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Sneller (D66):

Ik zou zelf denken dat de vaste Kamercommissie waar de kandidaat-bewindspersoon bij zal horen, belast wordt met het organiseren van de openbare hoorzitting. Dus niet de Kamer in de breedte, maar de vaste Kamercommissie organiseert dit. De toegevoegde waarde — maar dan gaan we weer terug naar het principiële verhaal — is onder andere het vergroten van de transparantie. De mensen staan niet opeens op het bordes. Waar komen deze mensen vandaan? Dat komt dan niet ineens uit de hoge hoed na een lange kabinetsformatie. Het kan ook voorkomen dat je ophef krijgt gedurende een rit, doordat mensen zelf op dat moment al dingen naar voren kunnen brengen. We hebben de afgelopen periode een paar keer gezien dat er, bijvoorbeeld door onderzoeksjournalisten, iets boven water wordt gehaald, waar dan opeens een debat over komt. Of het komt hier aan de orde in het mondelinge vragenuur. Daarvan zei de minister toen bijvoorbeeld: dat heb ik aan de formateur gemeld, maar niet openbaar omdat daar niet echt gelegenheid voor was. Dat kan je daarmee voorkomen. Ik heb ook vaak gezien dat in commissiedebatten over bepaalde onderwerpen iemand opeens allerlei verwijten over het verleden voor de voeten krijgt geworpen, zonder dat er gelegenheid is geweest of komt om daar in een afgebakend forum uitleg over te geven. Dat zou zo'n hoorzitting dus allemaal kunnen doen.

De voorzitter:

Tot slot.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):

We hadden de afgelopen periode in commissieverband met de nieuwe bewindspersonen een discussie over een debat op hoofdlijnen. Ik kan me ook herinneren dat we daar een kennismaking, een wat informeler overleg met de nieuwe bewindspersonen hadden. Ik vind het namelijk ingewikkeld dat het woord "hoorzitting" de indruk geeft dat de Kamer een beslismogelijkheid heeft: dit is wel of geen goede kandidaat. Daar gaat in die fase de Kamer niet over. Dat vind ik dus ingewikkeld aan de term "hoorzitting". De kennismaking en het met elkaar uitwisselen van wellicht nog ingewikkelde toestanden zou goed kunnen zijn. Maar zou dat niet na het koninklijk besluit kunnen?

De heer Sneller (D66):

Ik denk dat je hiermee juist kan voorkomen dat, als er dingen zijn die vóór de benoeming moeten worden bekeken ... De vorige keer dat ik deze motie indiende, ging het bijvoorbeeld over de staatssecretarissen die ook lid waren van deze Kamer. Er was snel overheen gestapt dat die dubbelfunctie weleens problemen zou kunnen opleveren

De heer Sneller (D66):

Tot slot. Ik zie dat de tijd is doorgelopen, maar ik had volgens mij nog vijf seconden om de Kamervoorzitter te bedanken voor de beantwoording en voor de toezegging om te kijken of de verkenning door de Tweede Kameramb-tenaren kan worden ondersteund.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Sneller namens D66. Dan is de volgende spreker van de zijde van de Kamer de heer Drost van de ChristenUnie.

©

foto N. (Nico)  Drost
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Drost (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Het was goed om dit debat met elkaar te voeren. Volgens mij zou het mooi zijn als we met elkaar in ieder geval over die verkenningsfase tot een heel breed dan wel unaniem gedragen voorstel komen over hoe dat proces eruit moet zien. De heer Klaver legt hier zo meteen een voorstel neer. Daar zullen wij welwillend naar kijken.

Over de formatiefase. Ik heb in mijn bijdrage iets gezegd over jongeren. De motie die ik daarover heb aangekondigd, leg ik hier toch neer. Ik wil daar wel het volgende bij zeggen. De opmerkingen die de Kamervoorzitter maakte over opvolging van gesprekken die wij voeren met externe partijen, vind ik echt een hele waardevolle toevoeging, die we ons ter harte zouden moeten nemen. Daar moeten we na de verkiezingen opvolging aan geven, met wie we ook praten, waaronder dan ook graag jongeren.

Voorzitter. Daarover heb ik een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er voor jongeren geen formele plek is weggelegd in het formatieproces;

overwegende dat jongeren niet alleen de toekomst hebben, maar bovenal de toekomst zijn, dat beslissingen die nu genomen worden grote impact hebben op toekomstige generaties, en dat daarom niet óver hen maar vooral mét hen gesproken moet worden;

spreekt uit dat jongeren tijdens de formatie aan de forma-tietafel zullen worden uitgenodigd om met hen te spreken over de gevolgen van beleidsvoornemens voor de toekomstige generaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Drost en Sneller. Zij krijgt nr. 227 (35788).

De heer Drost (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de Kamervoorzitter voor haar beantwoording.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw inbreng namens de ChristenUnie. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van den Brink namens het CDA.

©

foto G. (Bart) van den Brink
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Van den Brink (CDA):

Voorzitter, dank u wel. Ik dank de Kamervoorzitter dat zij in dit debat heeft bijgedragen aan een beter verloop van de komende formatie. Als Kamer hebben we, hoewel het misschien wat ongemakkelijk is zo kort voor de verkiezingen, vandaag volgens mij een heel aantal gedeelde uitgangspunten.

Met een aantal partijen leg ik de Kamer voor dat het staatshoofd, onze Koning, de rol in de verkenningsfase zou kunnen vervullen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de verkenningsfase niet politiek, maar staatsrechtelijk van aard is;

overwegende dat de verkenningsfase beperkt is en inventariserend van aard, met als doel de nieuwe Tweede Kamer in staat te stellen snel en weloverwogen te komen tot de aanwijzing van een (in)formateur als bedoeld in artikel 11.1 van ons Reglement van Orde;

overwegende dat het conform het advies van de Raad van State de voorkeur verdient om de verkenningsfase voortaan te verbinden aan een vast ambt, zodat in de korte fase voor installatie van de nieuwe Tweede Kamer rust gecreëerd kan worden, transparantie gewaarborgd is en zorg gedragen wordt voor een gelijk speelveld;

constaterende dat het constitutionele staatshoofd, gelet op diens niet-politieke, staatsrechtelijke en onafhankelijke positie, de meest neutrale plaats bekleedt;

spreekt uit dat het wenselijk is dat de Koning in de verkenningsfase de gesprekken voert die moeten leiden tot een gemotiveerde voordracht voor het aanwijzen van een informateur;

verzoekt de Kamervoorzitter alles te doen wat nodig is om de verkenningsfase na de verkiezingen van 22 november 2023 op deze manier te laten verlopen;

verzoekt het Presidium om vervolgens met een voorstel te komen om deze inrichting van de verkenningsfase te verankeren in het Reglement van Orde,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Brink, Bisschop, Drost en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 228 (35788).

De heer Van den Brink (CDA):

Wat betreft de ondertekening: de motie was van de heer Bisschop, maar dat kan nu natuurlijk niet meer. De motie is nu dus ook namens de heer Bisschop, de heer Drost en mevrouw Van der Plas.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van den Brink. Dan is de volgende spreker van de zijde van de Kamer de heer Klaver, GroenLinks.

©

foto J.F. (Jesse)  Klaver
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter, dank. Ik vond het een heel goed debat. Ik dank de Voorzitter voor de beantwoording van de vele vragen die gesteld zijn. Ik vond dit eigenlijk wel een voorbeeld van hoe het kan: oprecht geïnteresseerd naar elkaar luisteren en proberen te zoeken waar we gedeelde grond kunnen vinden. Ik denk dat we een heel eind zijn gekomen. Dat heb ik proberen vast te leggen in een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de evaluatiecommissie kabinetsformatie 2021/2022 aanbevelingen doet om het formatieproces te verbeteren en de rol van de Tweede Kamer hierin te versterken, in het bijzonder ten aanzien van de verkenning;

overwegende dat het wenselijk is om het komende formatieproces snel en zorgvuldig te laten verlopen;

spreekt uit dat het formatieproces uit drie aparte fasen bestaat, die duidelijk van elkaar moeten worden gescheiden:

  • de verkenningsfase, waarin op basis van getalsmatige mogelijkheden en een eerste inhoudelijke richting wordt verkend welke partijen met elkaar kunnen gaan informeren;
  • de informatiefase;
  • de formatiefase;

spreekt uit dat de grootste fractie het initiële voordrachtrecht voor de aanstelling van de verkenner heeft, met inachtneming van het advies van de evaluatiecommissie dat dit een persoon is met afstand tot de dagelijkse politiek en aanstelling plaatsvindt op basis van zo breed mogelijk draagvlak in de vergadering van lijsttrekkers dan wel beoogd fractievoorzitters;

spreekt uit dat in de opdracht aan de informateur heldere termijnen, bijvoorbeeld zes tot acht weken, worden vastgelegd over wanneer de Kamer wordt geïnformeerd en over de duur van de informatieopdracht, waarna een debat met de informateur in de Kamer volgt en de Kamer een nieuwe opdracht formuleert voor het vervolg van de informatie;

spreekt uit dat de Griffier verantwoordelijk is voor de inrichting van het bureau ondersteuning kabinetsformatie, waarbij het ministerie van Algemene Zaken op detacherings-basis aan de Tweede Kamer inhoudelijke ondersteuning voor het formatieproces levert;

spreekt voorts uit dat de informatie van maatschappelijke partijen en notities met inhoudelijke informatie vanuit ministeries die aan de (in)formerende partijen worden gestuurd en de geaccordeerde gespreksverslagen tezamen met het eindverslag van de verkenner/(in)formateur openbaar worden gemaakt en dat de overige gespreksverslagen en notities niet openbaar worden gemaakt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klaver en Sneller. Zij krijgt nr. 229 (35788).

Dank u wel, meneer Klaver. Dank ook voor de flexibiliteit waardoor het allemaal wat sneller kon en we het vandaag nog konden afronden. Dank daarvoor.

Ik zie verder geen sprekers aan de zijde van de Kamer. We hebben een vijftal moties die in principe niet geapprecieerd hoeven te worden, omdat het natuurlijk uiteindelijk Kameruitspraken zijn. Deze moties komen dinsdag in stemming. Ik wil wel de Kamervoorzitter het woord geven voor de nog resterende vragen. Wellicht wil zij toch ook nog iets zeggen over de moties of anderszins reflecteren. De Kamervoorzitter.

©

foto V.A. (Vera)  Bergkamp
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
Mevrouw Bergkamp (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één opmerking over een motie. In de motie op stuk nr. 225 staat: verzoekt de regering de verkennersfase bij de formatie van een nieuw kabinet te schrappen. Ik denk dat "de regering" hier "de Kamer" moet zijn. Dat wil ik de indiener van de motie meegeven. Het is geen appreciatie, maar een gratis tip, zullen we maar zeggen.

Dan wil ik nog een vraag beantwoorden van mevrouw Michon-Derkzen van de VVD over de beraadslaging over de uitslag van de verkiezingen, met als doel een informateur aan te wijzen. Dit moet volgens ons Reglement van Orde uiterlijk een week na de installatie van de nieuwe Kamer plaatsvinden. De vorige keer, dus in 2021, is dat vijf dagen na die installatie geweest. Toen hebben we de heer Tjeenk

Willink benoemd. Nu heb ik een voorstel gedaan om het een dag erna te doen, op 7 december. Maar het is natuurlijk uiteindelijk aan de nieuwe Kamer om daarover te besluiten. Die wordt op 6 december beëdigd.

Voorzitter. Met uw goedvinden heb ik nog een kort slotwoord. Ik ben blij dat we dit debat over de spelregels van de formatie naar aanleiding van de evaluatie vandaag met elkaar gevoerd hebben. Het is van groot belang dat het vertrouwen in het proces weer terugkeert, want vertrouwen is essentieel voor het laten slagen van de formatie. In het debat hebben we gesproken over de rol van de Kamer en de afspraken die we met elkaar willen maken om de volgende formatie onder regie van de Kamer te laten slagen. Er zijn een aantal moties ingediend. We kijken natuurlijk uit naar de uitslag en op basis daarvan zullen we de voorbereidingen treffen. Ik hoop dan ook dat dit debat, de evaluatiecommissie, mijn brief, het advies van de Raad van State kunnen bijdragen aan een vlot en voorspelbaar verloop van de formatie.

Daarbij is het cruciaal dat we onszelf houden aan de afspraken die we hier zelf maken. Het is niet nodig en ook niet mogelijk om alles vast te leggen in het Reglement van Orde, want er zullen altijd onvoorziene omstandigheden zijn. Volgens mij was 2021 ook een beetje een perfect storm: alles kwam samen. Dat heeft geleid tot wat er gebeurd is en waar we vandaag kort bij stil hebben gestaan. Het helpt wel als de Kamer voor ogen blijft houden wat de rol is in dit traject. Ik denk dat we in dit debat, ieder op zijn of haar eigen manier, hier een bijdrage aan geleverd hebben.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dan dank ik ook de Kamervoorzitter, en ook speciaal dank aan de heer Van Kessel. Hij is er altijd bij aanwezig geweest. Dank ook voor de evaluatie. Er is een aantal keren aan gerefereerd dat die heel nuttig was, dus dank daarvoor. Ik dank de leden voor hun aanwezigheid. Dan schors ik de vergadering ... O, en de Griffier uiteraard, excuus. Het beste paard van stal zouden we bijna vergeten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor een enkel moment en dan gaan we verder met het volgende debat.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Gang van zaken tijdens de verkennersfase in de formatie van 2021 en hoe deze in de 18 oktober 2023

toekomst te voorkomen    TK 14

Tweede Kamer 14-14-4


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.