Motie Westerveld/Mutluer over de rapportage van de gendertoets verplichten bij beleid en regelgeving - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 162 toegevoegd aan wetsvoorstel 36200 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2023.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023; Motie; Motie van de leden Westerveld en Mutluer over de rapportage van de gendertoets verplichten bij beleid en regelgeving |
---|---|
Documentdatum | 05-12-2022 |
Publicatiedatum | 05-12-2022 |
Nummer | KST36200VIII162 |
Kenmerk | 36200 VIII, nr. 162 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023
MOTIE VAN DE LEDEN WESTERVELD EN MUTLUER
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 5 december 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in 2019 de kwaliteitseis «Effecten op gendergelijkheid» aan het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving is toegevoegd;
constaterende dat met deze kwaliteitseis, de zogenaamde gendertoets, bij beleid of de wet- en regelgeving wordt nagegaan hoe het bijdraagt aan de verkleining van de bestaande ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in al hun diversiteit of hoe wordt gewaarborgd dat de huidige mate van gelijkheid tussen vrouwen en mannen niet afneemt;
overwegenede dat in de praktijk de uitvoering te wensen overlaat, de gendertoets niet structureel wordt toegepast en er niet over wordt gerapporteerd in Kamerstukken;
verzoekt de regering om de rapportage van de gendertoets bij beleid en regelgeving te verplichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld
Mutluer
kst-36200-VIII-162 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200 VIII, nr. 162