Motie Tony van Dijck over het niet verder verruimen van het negatieverentebeleid - Wet- en regelgeving financiële markten

Deze motie1 is onder nr. 161 toegevoegd aan dossier 32545 - Wet- en regelgeving financiële markten.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wet- en regelgeving financiële markten; Motie; Motie van het lid Tony van Dijck over het niet verder verruimen van het negatieverentebeleid
Document­datum 03-02-2022
Publicatie­datum 03-02-2022
Nummer KST32545161
Kenmerk 32545, nr. 161
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021-2022

32 545

Wet- en regelgeving financiële markten

Nr. 161

MOTIE VAN HET LID TONY VAN DIJCK

Voorgesteld 3 februari 2022 De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de meeste banken een negatieve rente hanteren bij een spaarsaldo van boven de € 100.000;

overwegende dat het zeer onwenselijk is om dit negatieverentebeleid verder uit te breiden;

verzoekt de regering erop toe te zien, desnoods met wettelijke middelen, dat financiële instellingen het negatieverentebeleid niet verder verruimen door bijvoorbeeld de grens van € 100.000 te verlagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Tony van Dijck

kst-32545-161 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 32 545, nr. 161


  • origineel bericht: 'Wet- en regelgeving financiële markten; Motie; Mot...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 32545 - Wet- en regelgeving financiële markten
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.