Motie Tielen c.s. over een aan werkgevers en werknemers gelijkwaardige positie voor zelfstandigen - Zelfstandig ondernemerschap
Deze motie1 is onder nr. 231 toegevoegd aan dossier 31311 - Zelfstandig ondernemerschap.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Zelfstandig ondernemerschap; Motie; Motie van het lid Tielen c.s. over een aan werkgevers en werknemers gelijkwaardige positie voor zelfstandigen |
---|---|
Documentdatum | 02-07-2020 |
Publicatiedatum | 02-07-2020 |
Nummer | KST31311231 |
Kenmerk | 31311, nr. 231 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
31 311
Zelfstandig ondernemerschap
Nr. 231
MOTIE VAN HET LID TIELEN C.S.
Voorgesteld 2 juli 2020 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de ruim 1,3 miljoen zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) een substantieel deel uitmaken van onze arbeidsmarkt;
constaterende dat zzp'ers formeel geen positie hebben bij onderhandelingen en besluitvorming over beleid en wet- en regelgeving met betrekking tot sociale zekerheid, werkgelegenheid en fiscaliteit;
overwegende dat er vooral óver en weinig mét zelfstandigen wordt gesproken over deze onderwerpen;
verzoekt de regering, om in overleg met de sociale partners ervoor te zorgen dat zelfstandigen een eigenstandige en aan werkgevers en werknemers gelijkwaardige positie in kunnen nemen in de polder,
en gaat over tot de orde van de dag.
Tielen
Palland
Van Weyenberg
kst-31311-231 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 31 311, nr. 231
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.