Brief regering; Externe evaluatie totstandkoming Incidentenoverzicht in de Rapportage Vreemdelingenketen 2018 - Vreemdelingenbeleid - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 2583 toegevoegd aan dossier 19637 - Vreemdelingenbeleid i en dossier 33042 - Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).

Officiële titel	Vreemdelingenbeleid; Brief regering; Externe evaluatie totstandkoming Incidentenoverzicht in de Rapportage Vreemdelingenketen 2018
Document­datum	12-02-2020
Publicatie­datum	14-02-2020
Nummer	KST196372583
Kenmerk	19637; 33042, nr. 2583
Commissie(s)	Justitie en Veiligheid (JV)
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-

2020

19 637 33 042

Nr. 2583

Vreemdelingenbeleid

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 februari 2020

Tijdens het Algemeen Overleg van 29 januari jl. heb ik Uw Kamer toegezegd de totstandkoming van het incidentenoverzicht in de Rapportage Vreemdelingenketen 2018 extern te laten evalueren. Met deze brief informeer ik u dat ik de heer prof. dr. M.J.W. (Mark) van Twist bereid heb gevonden deze externe evaluatie op zich te nemen. De heer Van Twist is bestuurder bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

De opdracht aan de heer Van Twist is de totstandkoming van het incidentenoverzicht van de Rapportage Vreemdelingenketen 2018 te evalueren en de wijze waarop de Staatssecretaris en de Kamer hierover zijn geïnformeerd. De toenmalig Staatssecretaris wordt expliciet in deze evaluatie betrokken.

Ik heb de heer Van Twist naar aanleiding van het gewisselde in bovengenoemd Algemeen Overleg verzocht in zijn evaluatie in ieder geval de volgende vraag te beantwoorden: is de toenmalige Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid opzettelijk verkeerd en/of onvolledig geïnformeerd over (het tot stand komen van/de cijfers in) het incidentenoverzicht?

De onderzoeker is bevoegd om gedurende de evaluatie aanvullende vragen te formuleren en deze te onderzoeken en te beantwoorden, indien hij dat dienstig acht aan zijn opdracht. Naar aanleiding van de bevindingen en conclusies staat het hem vrij aanbevelingen te doen.

Ik zal uw Kamer te zijner tijd uiteraard informeren over de uitkomsten van de evaluatie.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

• A. 

  Broekers-Knol

kst-19637-2583 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 19 637, nr. 2583