Motie Van der Graaf/Raemakers over de begeleiding van jeugddelinquenten na het verlaten van de jeugdinrichting - Jeugdcriminaliteit
Deze motie1 is onder nr. 69 toegevoegd aan dossier 28741 - Jeugdcriminaliteit.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Jeugdcriminaliteit; Motie; Motie van de leden Van der Graaf en Raemakers over de begeleiding van jeugddelinquenten na het verlaten van de jeugdinrichting |
---|---|
Documentdatum | 03-10-2019 |
Publicatiedatum | 04-10-2019 |
Nummer | KST2874169 |
Kenmerk | 28741, nr. 69 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
28 741
Jeugdcriminaliteit
Nr. 69
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER GRAAF EN RAEMAKERS
Voorgesteld 3 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van het WODC blijkt dat er de afgelopen jaren een stijging van recidive van jeugdige daders plaatsvond naar 38% binnen twee jaar;
overwegende dat bij re-integratie goede begeleiding van belang is en dat het van toegevoegde waarde is wanneer die re-integratie ook na het verlaten van de jji wordt voortgezet;
verzoekt de regering, in de begeleiding van jongeren met jeugddetentie dan wel met een PIJ-maatregel in te zetten op begeleiding die voortgezet wordt in het kader van re-integratie, nadat de jongere de jji heeft verlaten en op de uitwerking terug te komen in de eerstvolgende voortgangsrapportage,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Graaf Raemakers
kst-28741-69 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 28 741, nr. 69
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.