Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Smeulders over het sluiten van de heffingsvermindering voor verduurzaming in de verhuurderheffing - Duurzame ontwikkeling en beleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 649 toegevoegd aan dossier 30196 - Duurzame ontwikkeling en beleid.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Duurzame ontwikkeling en beleid; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Smeulders, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 23 april 2019, over het sluiten van de heffingsvermindering voor verduurzaming in de verhuurderheffing |
|---|---|
| Documentdatum | 21-05-2019 |
| Publicatiedatum | 22-05-2019 |
| Nummer | KST30196649 |
| Kenmerk | 30196, nr. 649 |
| Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
30 196
Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 649 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 mei 2019
Op 19 april 2019 heb ik aangekondigd dat de vermindering van de verhuurderheffing voor verduurzaming in de verhuurderheffing per 1 juli 2019 tijdelijk moet worden gesloten omdat het beschikbare budget wordt overschreden (Kamerstuk 30 196, nr. 646). Het lid Smeulders (GroenLinks) heeft naar aanleiding van het bericht van de NOS hierover op 19 april 2019 («Succes nekt regeling duurzame huurwoningen») mondelinge vragen gesteld op 23 april 2019 (Handelingen II, 2018/19, nr. 78, item 6). Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 23 april 2019 hebben de leden Van Eijs (D66) en Dik-Faber (ChristenUnie) aan mij een brief gevraagd over het sluiten van de vermindering van de verhuurderheffing voor verduurzaming (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 27).
Sluiting vermindering van de verhuurderheffing voor verduurzaming
Vanaf 1 februari 2019 hebben verhuurders die verhuurderheffing betalen de mogelijkheid om een heffingsvermindering voor verduurzaming aan te vragen. Hiervoor is in de periode 2019-2021 € 156 miljoen beschikbaar, waarvan € 78 miljoen in 2019. De regeling blijkt zeer succesvol te zijn. Op 10 april jl. bleek voor € 94 miljoen aan aanvragen binnengekomen te zijn. Hieruit blijkt dat verhuurders werk maken van hun verduurzamingsopgave en bereid zijn hierin te investeren. Keerzijde van het succes is dat het budget voor 2019 uitgeput is. Dit heeft als consequentie dat ik genoodzaakt was om de regeling op de eerstvolgende mogelijkheid (1 juli 2019) tijdelijk te sluiten totdat er weer budget beschikbaar is. Gezien het huidige tempo van aanvragen zal tegen die tijd het budget dat beschikbaar is voor de periode tot en met 2021 waarschijnlijk ook zijn uitgeput. Vanaf 2022 is er jaarlijks weer een structureel budget van € 104 miljoen beschikbaar.
Laatste stand van zaken
De afgelopen weken hebben verhuurders nog steeds veel aanvragen ingediend voor de heffingsvermindering. Op 8 mei jl. zijn er in totaal voor kst-30196-649 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
36.216 woningen aanvragen ingediend, voor een totaalbedrag van € 132 miljoen. Vergeleken met de stand uit de vorige brief van 19 april betekent dit een toename van het aantal aanvragen van € 38 miljoen en 10.755 woningen. Door deze regeling zullen corporaties de komende 3 jaar dus minimaal 36.216 woningen versneld verduurzamen met veelal 3 of 4 labelstappen, maar ook met 5 of meer labelstappen naar ten minste energielabel B. Omdat alle aanvragen tot 1 juli 2019 in behandeling worden genomen, zal dit aantal de komende periode nog oplopen.
Begin 2020 zal ik de evaluatie van de verhuurderheffing richting de Tweede Kamer sturen. Daarin zal ik ook een stand van zaken geven over de heffingsvermindering voor verduurzaming. De uiteindelijke effecten van de heffingsvermindering voor verduurzaming zullen echter pas duidelijk worden als daadwerkelijk verduurzaamd is en de aangevraagde, voorlopige investeringsverklaringen zijn omgezet in definitieve investe-ringsverklaringen. Een verhuurder heeft een termijn van 3 jaar om de woning te verduurzamen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 30 196, nr. 649 2