Motie Beckerman c.s. over toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden op gestapelde mijnbouw - Mijnbouw

Deze motie1 is onder nr. 183 toegevoegd aan dossier 32849 - Mijnbouw.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Mijnbouw; Motie; Motie van het lid Beckerman c.s. over toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden op gestapelde mijnbouw
Document­datum 10-04-2019
Publicatie­datum 11-04-2019
Nummer KST32849183
Kenmerk 32849, nr. 183
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-

2019

32 849

Mijnbouw

Nr. 183

MOTIE VAN HET LID BECKERMAN C.S.

Voorgesteld 10 april 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de arbiter bij gaswinning in Drenthe ook omkering van de bewijslast heeft toegepast;

constaterende dat de Tcbb adviseert dat het principe van de omgekeerde bewijslast rond de afhandeling van mijnbouwschade voor heel Nederland moet gaan gelden;

overwegende dat zoutwinning leidt tot bodemdaling en dat omwonenden schade aan hun woning hebben;

verzoekt de regering, het wettelijk bewijsvermoeden ook met gestapelde mijnbouw toe te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Beckerman Wassenberg Van der Lee Nijboer Kops

kst-32849-183 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 32 849, nr. 183

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.