Motie Van Brenk over betrokkenheid van de drinkwatersector in crisisoverleggen - Waterbeleid

Deze motie1 is onder nr. 466 toegevoegd aan dossier 27625 - Waterbeleid.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Waterbeleid; Motie; Motie van het lid Van Brenk over betrokkenheid van de drinkwatersector in crisisoverleggen
Document­datum 13-02-2019
Publicatie­datum 14-02-2019
Nummer KST27625466
Kenmerk 27625, nr. 466
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-2019

27 625

Waterbeleid

Nr. 466

MOTIE VAN HET LID VAN BRENK

Voorgesteld 13 februari 2019 De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het Landelijk Draaiboek Waterverdeling de drinkwa-tersector niet genoemd wordt als deelnemer aan crisisoverleggen bij extreme droogte;

overwegende het vitale en nationale belang van de beschikbaarheid van voldoende drinkwater;

overwegende dat een goede afstemming en coördinatie tussen alle betrokken partijen van groot belang is;

verzoekt de regering, de betrokkenheid van de drinkwatersector in crisisoverleggen bij droogte te borgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Brenk

kst-27625-466 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 27 625, nr. 466


  • origineel bericht: 'Waterbeleid; Motie; Motie van het lid Van Brenk ov...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 27625 - Waterbeleid
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.