Rapport van de vijf voorzitters over versterking EMU
In juni 2015 publiceerden de toenmalige 'vijf voorzitters' van Europese instellingen een ambitieus plan om de Economische en Monetaire Unie1 (EMU) uiterlijk tegen 2025 te voltooien. De kern van het rapport was dat de leden van de eurozone1 hun economisch beleid meer op elkaar af moesten stemmen om beter weerbaar te zijn tegen een nieuwe economische crisis. Sinds de publicatie van het verslag zijn er volgens de Europese Commissie aanmerkelijke vorderingen gemaakt.
Het rapport 'De voltooiing van Europa's Economische en Monetaire Unie' was opgesteld door de voorzitter van de Europese Commissie2 (Jean-Claude Juncker) samen met de presidenten van de Europese Raad3 (Donald Tusk), de toenmalige voorzitter van de Eurogroep4 (Jeroen Dijsselbloem5) en de Europese Centrale Bank6 (Mario Draghi) en de toenmalige voorzitter van het Europees Parlement7 (Martin Schulz). Een hechte en rechtvaardige Economische en Monetaire Unie was een van de topprioriteiten van het werkprogramma Commissie-Juncker.8
Het rapport stelde concrete maatregelen voor de EMU voor. Hoewel de EMU in 2015 robuster was dan vóór de crisis, was deze EMU ondanks alle vooruitgang in 2015 nog onvoltooid. De economische prestaties van de verschillende eurozone landen liepen flink uiteen. Om de Unie stabieler en veerkrachtiger te maken werden drie verschillende fases voorgesteld.
De Eerste fase liep van 1 juli 2015 tot 30 juni 2017. Op korte termijn moesten bestaande instrumenten en verdragen worden gebruikt om het beleid van de EMU te versterken. Als onderdeel van de uitbreiding van de bankenunie9 is het Gemeenschappelijk Afwikkelingsmechanisme op 1 januari 2016 in werking getreden. Ook is er een Europees Begrotingscomité10 ingesteld. Daarnaast presenteerde de Europese Commissie halverwege 2017 een tussentijdse evaluatie over het realiseren van de kapitaalmarktunie11 waarin werd gesteld dat tweederde van de doelstellingen was behaald.
Voor de overgang van fase 1 naar fase 2 werd in mei 2017 een discussienota gepubliceerd over de stand van zaken van de EMU. In deze nota worden voornamelijk de doelstellingen, zoals beschreven in het voorzittersrapport, herhaald. Zo stelt de Commissie dat het economisch beleid toch voornamelijk een nationale aangelegenheid blijft, ondanks het verscherpte toezicht onder het Europees semester12. Eind 2017 publiceerde de commissie de routekaart met de noodzakelijke volgende stappen om de EMU in fase 2 te voltooien.
In fase 2 moet het proces waarin lidstaten naar elkaar toe groeien in EU-wetgeving worden vastgelegd. Inmiddels hebben er besprekingen plaatsgevonden over het toekomstige begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen voor de eurozone en over de hervorming van het Europees Stabiliteitsmechanisme.13 Volgens de Commissie is er inmiddels aanmerkelijke vooruitgang geboekt met verdere risicovermindering in de bankenunie.9
Aan het einde van fase 2, uiterlijk in 2025, zou de EMU moeten functioneren als een stabiele en welvarende eenheid voor alle burgers en lidstaten van de eurozone.
Bekijk de meest recente ontwikkelingen hier.
- 1.De Economische en Monetaire Unie (EMU) is in 1991 opgericht door de Europese regeringsleiders. Het doel was een gezamenlijk economische politiek op te zetten, de prijsstabiliteit te bevorderen en de werking van de interne markt te verbeteren.
- 2.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 3.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 4.De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
- 5.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 6.De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
- 7.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 8.Bij zijn benoeming in 2014 stelde Commissievoorzitter Juncker dat de grootste zorg voor zijn Commissie het behouden en verkrijgen van blijvende steun van de Europese burger voor het Europese project was. De economische crisis van de voorgaande jaren had het vertrouwen van de burger in de politiek en ook de EU aangetast. De Europese Unie moest duidelijk laten zien wat haar meerwaarde was voor 'de man op de straat'. Om dat te realiseren moest de Europese Commissie aan de volgende prioriteiten gaan werken:
- 9.De bankenunie moet leiden tot een Europees toezicht op banken en een gezamenlijke aanpak voor banken die in financiële problemen komen. De belangrijkste banken in de eurozone staan onder toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB). Alle landen die de euro als betaalmiddel hebben doen mee aan de bankenunie, die moet zorgen voor financiële stabiliteit van banken.
- 10.Dit comité van de Raad, een speciaal soort raadswerkgroep op hoog ambtelijk niveau, bekijkt de begrotingsvoorstellen die door de Europese Commissie naar de Raad van Ministers worden gestuurd. Raadswerkgroepen bestaan vaak uit ambtenaren uit de lidstaten van de EU. Na behandeling van de voorstellen door de werkgroep gaan deze naar de Raad Algemene Zaken.
- 11.De kapitaalmarktunie moet het voor spaarders en beleggers makkelijker maken om in bedrijven buiten hun eigen land te investeren. Zo kunnen kleine en middelgrote bedrijven gemakkelijker aan kapitaal komen buiten de banken om. Zo moet het makkelijker worden om extra te investeren in de economie, wat moet leiden tot meer economische groei.
- 12.Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
- 13.Het European Stability Mechanism (ESM) is een permanent financieel noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het fonds bestaat uit een deel direct gestort geld, dat lidstaten zelf hebben ingebracht, en kredietgaranties. Het uiteindelijke doel van deze steun is het bewaken van de economische en financiële stabiliteit van de EU om zo de waarde van de euro te waarborgen.