Europese Raad 26 en 27 juni 2014
De regeringsleiders van de Europese Unie1 kwamen 26 en 27 juni bijeen. Volgens de officiële agenda bespraken zij de nationale begrotingen van alle lidstaten, het Europese energiebeleid, de samenwerking op het terrein van recht en veiligheid en de recente ontwikkeling op het terrein van het buitenlands beleid. De top stond echter vooral in het teken van de voordracht van Jean-Claude Juncker als voorzitter van de Europese Commissie2 en de prioriteiten voor de Europese Unie in de komende jaren.
Voorafgaande aan de top herdacht de Europese Raad3 het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In Ieper bood de vaste voorzitter van de Europese Raad, de Belg Herman van Rompuy, een gift aan met het woord 'vrede' in alle officiële talen van de EU. Volgens Van Rompuy was het een herinnering aan de kracht van het Europese project.
Inhoudsopgave
Na de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 was Jean-Claude Juncker, kandidaat-voorzitter namens de christendemocratische fractie in het EP, de meest genoemde opvolger van de huidige Commissievoorzitter Barroso. Zeker was zijn benoeming allerminst; met name Groot-Brittannië is mordicus tegen. Bij voorgaande benoemingen was eerder te elfde ure een geheel onverwachte kandidaat naar voren geschoven door de Europese Raad.
Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, wilde nog geen besluit nemen over wie de Commissie gaat leiden. Deze lidstaten wilden eerst overeenstemming bereiken over een beleidsprogramma voor de nieuwe Commissie. In dat programma moesten de prioriteiten staan, en mogelijke afspraken over waar de EU zich wel en niet mee moet bezighouden. Uiteindelijk werd Juncker voorgedragen als voorzitter van de nieuw te vormen Europese Commissie4. Alleen de Britse premier Cameron en zijn Hongaarse collega Viktor Orbán stemden tegen.
Met de Europese top in juni kwam een einde aan de jaarlijkse cyclus - het Europees semester5 - voor 2014 waarin de begrotingen van alle lidstaten werden doorgelicht. Voor alle landen waren aanbevelingen opgesteld. Voor landen die niet aan de begrotingsnorm voldoen waren de aanbevelingen dwingender: als ze niets met de suggesties van de EU doen dan volgen er uiteindelijke maatregelen en mogelijk miljardenboetes.
In de week voorafgaande aan de top werd gespeculeerd dat landen meer ruimte krijgen om begrotingen op orde te krijgen. Dat zou - naast politieke en ideologische redenen - mede zijn ingegeven om als wisselgeld te dienen voor steun bij de verdeling van topfuncties in Brussel. Uiteindelijk werd besloten om de begrotingsregels niet te versoepelen. Wel mag er optimaal gebruik worden gemaakt van de ruimte die de regels bieden, zoals langer de tijd nemen om het begrotingstekort te verminderen.
De Europese Raad vervolgde de discussie over het afbouwen van de afhankelijkheid van de Europese Unie van de import van energie. In het najaar van 2014 moet er een plan van aanpak liggen.
In de discussies over het energiebeleid werd ook de voortgang op het terrein van het Europese klimaatbeleid7 meegenomen.
De Europese Raad was voornemens de nieuwe kaders te stellen voor alle beleid op het terrein van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Die kaders omvatten zowel het toekomstige beleid als richtsnoeren voor operationele samenwerking.
De Europese Raad besprak de meest urgente ontwikkelingen op buitenlands beleid. De situatie in Oekraïne kwam daarbij ter sprake.
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.Deze functie wordt sinds 1 december 2019 vervuld door de Duitse Ursula von der Leyen. Zij is de opvolger van de Luxemburger Jean-Claude Juncker.
- 3.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 4.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 5.Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
- 6.De besteding van Europese gelden wordt gecontroleerd door de Europese Rekenkamer. De Rekenkamer kijkt of de EU het geld rechtmatig uitgeeft en of dit leidt tot de gewenste resultaten. In Nederland ziet het ministerie van Financiën toe op de Europese uitgaven die via de Nederlandse overheid worden uitbetaald aan ontvangers van Europese gelden.
- 7.De meeste wetenschappers zijn het er over eens dat de aarde door de uitstoot van broeikasgassen opwarmt en dat extreme weersomstandigheden vaker voorkomen. Deze klimaatverandering zet de leefbaarheid van veel gebieden op aarde onder druk en heeft grote gevolgen voor onder andere natuur en landbouw. Om de gevolgen te beperken is internationaal afgesproken de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 2°C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Ook de Europese Unie spant zich zowel op Europees niveau als op mondiaal niveau in om klimaatverandering tegen te gaan.
- 8.De Europese Unie was in 2013 voor ruim de helft van haar energiebehoeften afhankelijk van import uit landen waarmee de relatie moeizaam is (Rusland) en/of uit instabiele regio's (het Midden-Oosten). Dat maakt de economie en veiligheid van de EU kwetsbaar. In het kader van het Europees milieubeleid wordt er ook nadruk gelegd op het investeren in duurzame energie. In 2050 moet de EU volledig klimaatneutraal zijn.