Vragen LPF over eindheffingen bij emigratie (2040506560) - Hoofdinhoud
externe link | origineel bericht |
---|---|
publicatie datum | 19 januari 2005 |
Kamer | Tweede Kamer |
bevraagde ministerie | Financiën i |
kamerleden | G.P. (Gerard) van As i |
partijen | Lijst Pim Fortuyn i |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2004–2005
Vragen gesteld door de leden der Kamer
2040506560
Vragen van het lid Van As (LPF) aan de staatssecretaris van Financiën overeindheffingen bij emigratie. (Ingezonden 19 januari 2005)
1
Kent u het arrest van het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 in de zaak C- 224/02?
2
Bent u – gelet op uw brief van 13 april 20042 – van mening dat de eindafrekeningsbepalingen in de inkomstenbelasting3 en de vennootschapsbelasting4 niet in strijd zijn met Europees recht? Zo ja, waarom?
3
Waarop baseert u uw oordeel dat de conserverende aanslag met uitstel van betaling voor aanmerkelijkbelanghouders gelet op het arrest Hughes de Lasteyrie du Saillant5 wel in strijd is met Europees recht6, maar dat de belastingheffing bij emigratie over zogenaamde «eindafrekeningswinst» zonder uitstel van betaling niet in strijd is met Europees recht?
1 Arrest van het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen, d.d. 29 april 2004, zaak C-224/02 (pusa), FED 2004/550 met noot van Thomas.
2 Brief van de staatssecretaris van Financiën van 13 april 2004, nr. WDB 2004/188U, V-N 2004/21.8.
3 Zie de artikelen 3.60 en 3.61 van de Wet Inkomstenbelasting 2001.
4 Zie de artikelen 15c en 15d van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969.
5 HvJ EG 11 maart 2004, zaak C-9/02, na conclusie van A-G Mischo, BNB 2004/258 m.nt. Meussen, V-N 2004/15.9, NTFR 2004/397 m.nt. Albert (Hughes de Lasteyrie de Saillant versus Ministère de L’Économie, des Finances et de l’Industrie).
6 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 758 i, nr. 3 i, p. 11.
0405tkkvl2040506560 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, Vragen