Brief minister over het gebruik van Engels als voertaal op de zee- en binnenvaart - Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit

Deze brief is onder nr. 306 toegevoegd aan dossier 24036 - Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit; Brief minister over het gebruik van Engels als voertaal op de zee- en binnenvaart 
Document­datum 15-10-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST80459
Kenmerk 24036, nr. 306
Van Verkeer en Waterstaat (VW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2004–2005

24 036

Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit

Nr. 306

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2004

Op 7 september 2004 heb ik tijdens het Algemeen Overleg over de loodsenproblematiek (24 036, nr. 305) toegezegd schriftelijk nader te zullen ingaan op het gebruik van Engels als voertaal op de zee- en binnenvaart.

In de zeevaart wordt de Engelse taal steeds meer gebruikt als voertaal in de onderlinge communicatie aan boord, met andere schepen en met walstations. De zeevaart is hierin echter nog niet zover gevorderd als de luchtvaart, omdat men in de zeevaart van oudsher niet gewend is om altijd Engels te spreken met bijvoorbeeld landgenoten. Ook het opleidingsniveau in de zeevaart is in algemene zin lager dan dat in de luchtvaart.

Nederland steunt echter wel een ruimer gebruik van het Engels. Scheepsbemanningen worden steeds multinationaler. Een gemeenschappelijke voertaal aan boord is daarbij noodzakelijk om de veiligheid te waarborgen, vooral op de scheepsbrug. Externe communicatie met andere schepen en met walstations kan daarenboven ook veiligheidsimplicaties hebben voor andere schepen in de omgeving. De communicatie, voor zover veiligheidsrelevant, dient dan ook plaats te vinden in een taal die door alle betrokkenen aan boord en door de overige verkeersdeelnemers wordt verstaan. In praktijk komt hiervoor alleen Engels in aanmerking.

Internationaal is hierin recent een stap voorwaarts gemaakt door een in de Internationale Maritieme Organisatie overeengekomen wijziging van het SOLAS-verdrag. Met ingang van 1 juli 2002 is voor zeeschepen het gebruik van Engels verplicht voor de veiligheidsrelevante communicatie op de scheepsbrug (tenzij alle aanwezigen een andere gemeenschappelijke taal hebben) en voor de communicatie met andere schepen en walstations. Tevens zijn er zogenaamde «Standard Marine Communication Phrases» (SMCP) opgesteld en deels verplicht gesteld in de zeevaart opleiding. Met deze standaard zinnen wordt beoogd om misverstanden door het gebruik van slecht Engels zoveel mogelijk te voorkomen.

Nationaal zijn de Rijkshavenmeesters bezig om Engels als voertaal voor te schrijven in de veiligheidsrelevante communicatie tussen de schepen en de walstations. Dit betekent dat ook de Nederlandse verkeersdeelnemers en loodsen aan boord van deze schepen Engels zullen moeten spreken met de Nederlandse verkeersdienstmedewerkers op de walstations. Dit gaat soms niet als vanzelfsprekend. Derhalve wordt de betreffende nationale Regeling communicatie en loodsaanvragen nu aangevuld met een sanctiebepaling om naleving zonodig af te dwingen. Nederlandse bemanningen, loodsen en verkeersdienstmedewerkers zullen hierbij ook zoveel mogelijk gebruik moeten maken van SMCP om goed begrepen te worden door anderen die mogelijk minder goed Engels spreken. Daarom wordt kennis van de SMCP opgenomen in het (bij)scholingspakket binnen Nederland.

Binnen Nederland is er nog een extra complicatie bij de communicatie met zeeschepen binnengaats. Hier varen namelijk ook binnenvaartschepen, waarvoor binnen de Rijnvaart commissie overeen gekomen is dat naast de landstaal (i.c. Nederlands in Nederlandse binnenwateren) alléén Duits gebruikt mag worden in de communicatie met walstations. De mogelijke misverstanden die kunnen ontstaan tussen zee- en binnenvaartschepen door enerzijds het gebruik van Engels in de communicatie tussen zeeschepen onderling en tussen walstations en zeeschepen, en anderzijds het gebruik van Nederlands en Duits in de communicatie tussen binnenschepen onderling en tussen walstations en binnenschepen, kunnen echter pas volledig worden opgelost als alle zeevaart en binnenvaart verkeersdeelnemers een gezamenlijke voertaal beheersen. Het ligt voor de hand dat dit Engels zal moeten zijn. Aangezien taalvoorschriften echter zeer gevoelig liggen en bovendien internationaal overeengekomen moeten worden, wordt hier de weg van de geleidelijkheid gevolgd. Als eerste stap wordt gestreefd naar acceptatie van Engels naast de landstaal en Duits als toelaatbare voertaal voor communicatie met binnenschepen. Zolang er echter nog geen gemeenschappelijke voertaal is kunnen en zullen mogelijke (resterende) communicatieproblemen tussen zee- en binnenvaartschepen in de zeehavengebieden worden ondervangen door de verkeersdienstmedewerkers aan de wal. Zij kunnen de veiligheidsrelevante communicatie met een binnenschip in bijvoorbeeld het Duits, vertaald doorgeven in het Engels aan een zeeschip in hetzelfde vaarwater.

Tevens heb ik tijdens het AOtoegezegd om de beoogde jaarlijkse evaluatierapporten van de loodsplichtflexibilisering aan de Kamer aan te bieden. Afspraken met de rijkshavenmeesters ter zake zijn inmiddels gemaakt. Het ligt in mijn bedoeling om de evaluatierapporten in maart van ieder jaar toe te sturen. In dit rapport zal, conform het verzoek van de Kamer, ook worden aangegeven of er sprake is van een toename in het aantal vrijwillige loodsreizen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K. M. H. Peijs

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.