Motie met verzoek om invoering van een bestuurlijke boete per 1 juli 2004 voor werkgevers die illegalen in dienst hebben - Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten

Deze motie1 is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 29407 - Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten; Motie met verzoek om invoering van een bestuurlijke boete per 1 juli 2004 voor werkgevers die illegalen in dienst hebben 
Document­datum 03-02-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST73989
Kenmerk 29407, nr. 3
Van Staten-Generaal (SG)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 407

Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

Nr. 3

MOTIE VAN DE LEDEN BUSSEMAKER EN BRULS

Voorgesteld 3 februari 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat illegale arbeid tot ernstige verstoringen op de arbeidsmarkt leidt;

overwegende, dat een belangrijk deel van de illegale arbeid uit Midden-en Oost-Europa komt;

constaterende, dat de regering pas in 2005 een verhoging van de bestuurlijke boete naar een gemiddelde van 3000 euro wil invoeren voor werkgevers die illegalen in dienst hebben;

verzoekt de regering te streven naar invoering van de bestuurlijke boete per 1 juli 2004 en de boete substantieel te verhogen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bussemaker Bruls

 
 
 

3.

Meer informatie

  • 29407 - Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.