Brief staatssecretaris over het wegwerken van de achterstand bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) - Vluchtelingenbeleid - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 181 toegevoegd aan dossier 19637 - Vreemdelingenbeleid i.

Officiële titel	Vluchtelingenbeleid; Brief staatssecretaris over het wegwerken van de achterstand bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Document­datum	24-04-1996
Publicatie­datum	12-03-2009
Nummer	KST14197
Kenmerk	19637, nr. 181
Van	Justitie (JUS)
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 1995–1996

19 637

Vluchtelingenbeleid

Nr. 181

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

’s-Gravenhage, 24 april 1996

Naar aanleiding van vragen uit het proceduredebat van heden van de vaste kamercommissie van Justitie bericht ik u het volgende.

Zoals ik u in mijn kwartaalrapportage over het stappenplan heb bericht ligt de uitvoering daarvan op schema.

Ten gevolge van de turbulente ontwikkelingen in 1994 kampt de IND ondanks een dalende asielinstroom nog met achterstanden.

Mijn doelstelling in dat verband is om deze achterstanden in 1996 op verantwoorde wijze terug te brengen tot een normale werkvoorraad. Tevens moet daarbij worden voorkomen dat nieuwe achterstanden ontstaan bij de instroom van nieuwe zaken (asiel, regulier en naturalisatie).

In het kader van het stappenplan is om deze doelstelling te realiseren in februari jl. een plan van aanpak gemaakt. In dit plan zijn de voorraden gesplitst naar jaar van ingediend asielverzoek en nationaliteit. Op deze wijze is inzichtelijk welk deel van de werkvoorraad als achterstand moet worden aangemerkt en op welke wijze de nieuwe instroom wordt bijgehouden. Tevens is aangegeven welke capaciteit wordt ingezet voor het wegwerken van de voorraden en het bijhouden van de instroom van nieuwe zaken in 1996. Er is gekozen voor een projectmatige aanpak per district omdat dit ten goede komt aan de efficiency, effectiviteit en de kwaliteit van de beslissingen. Vanwege het feit dat dit plan van aanpak betrekking heeft op de totale werkvoorraden van de IND – de achterstanden en de nieuwe instroom – is het onderbrengen van dit omvangrijke project in een van de aanmeldcentra van de IND onuitvoerbaar. Over de voortgang van het project wordt wekelijks door de districten aan de directie van de IND gerapporteerd. Deze strikte monitoring maakt het mogelijk snel maatregelen te treffen indien zich onverhoopt knelpunten mochten voordoen. Zelf volg ik de voortgang op de voet.

Gedurende het eerste kwartaal zijn de plannen van aanpak verder uitgewerkt en zijn waar nodig aanvullende voorzieningen getroffen. Deze leiden ertoe dat meer capaciteit wordt ingezet op het produktieproces van de IND.

Deze voorzieningen zijn:

– herschikking van de inzet van personeel binnen de IND

– het benutten van de tengevolge van de lagere instroom, vrijgekomen capaciteit binnen de aanmeldcentra

– samenwerking met en detachering vanuit het COA, met name inzake ondersteunend personeel

– het op vrijwillige basis overwerken van IND-werknemers

Er is geen sprake van een vertrouwelijke notitie van de IND waarin wordt vermeld dat in het eerste kwartaal van dit jaar geen enkel resultaat is geboekt. Wel heeft een enkele medewerker ideeën over de aanpak van de achterstanden bij de directie van de IND op tafel gelegd.

In het eerste kwartaal van dit jaar is de produktie van de IND gewoon doorgegaan. De stelling dat er 50.000 aanvragen onbehandeld zijn volgens de pers is onjuist. Het aantal asielverzoekers dat nog geen beslissing op het eerste verzoek heeft gekregen, bedraagt per 1 april jl. ongeveer 9000.

De achterstand heeft in het bijzonder betrekking op ongeveer 30.000 asielzaken waartegen een bezwaarschrift is ingediend betreffende de in eerste instantie door de IND genomen beslissing.

Het betreft hier overigens niet alleen bezwaren van asielzoekers die in 1994 naar Nederland zijn gekomen.

Inzake de behandeling van bezwaren is de produktie in het eerste kwartaal van 1996 ongeveer 2,5 maal zo groot als in de vergelijkbare periode vorig jaar.

Over het grote projekt wordt binnen de IND zorgvuldig gecommuniceerd. Alle medewerkers zijn inmiddels geïnformeerd over het plan van aanpak en de aanvullende maatregelen. De bereidheid om maximale inspanning te leveren is aanwezig. Ideeën van medewerkers die eraan bijdragen de produktie verder te verbeteren, worden uiteraard serieus meegenomen bij de besluitvorming.

In de volgende kwartaalrapportage zal ik u uiteraard over de voortgang informeren.

De Staatssecretaris van Justitie, E. M. A. Schmitz