Brief lid / fractie; Brief houdende intrekking van het voorstel - Voorstel van wet van het lid De Roon tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag
Deze brief houdende intrekking van een of meer wetsvoorstellen1 is onder nr. 5 toegevoegd aan wetsvoorstel 30659 - Initiatiefvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid De Roon tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag; Brief lid / fractie; Brief houdende intrekking van het voorstel |
---|---|
Documentdatum | 06-02-2024 |
Publicatiedatum | 07-02-2024 |
Nummer | KST306595 |
Kenmerk | 30659, nr. 5 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
30 659
Voorstel van wet van het lid De Roon tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag
Nr. 5
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET VOORSTEL VAN WET
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 februari 2024
Hierbij deel ik u mede dat ik het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht houdende de invoering van minimumstraffen voor moord en doodslag intrek.
De Roon
kst-30659-5 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 30 659, nr. 5
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een 'brief houdende intrekking van één of meer wetsvoorstellen' geeft de indiener van één of meer wetsvoorstellen aan deze in te trekken. Hierdoor wordt het wetsvoorstel niet verder behandeld.
- 2.Gesteld wordt dat er in Nederland sprake is van afnemend vertrouwen in de Nederlandse rechtsstaat, onder andere als gevolg van te lage straffen voor ernstige misdrijven. De oorzaak voor deze te lage straffen ligt in de te grote vrijheid van de Nederlandse strafrechter bij de straftoemeting. Dit wetsvoorstel beoogt de invoering van minimumstraffen voor moord, doodslag, gekwalificeerde doodslag (art 288 Sr) en doodslag met terroristisch oogmerk. Het strafkader voor moord, gekwalificeerde doodslag (288 WvSr) en doodslag met terroristisch oogmerk (288a WvSr) wordt bepaald door het in te voeren bijzondere minimum van 15 jaar en het tijdelijke maximum van 30 jaar of levenslang.