Nader voorlopig verslag - Regels omtrent gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden)

Dit nader voorlopig verslag i is onder nr. L toegevoegd aan wetsvoorstel 35447 - Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Regels omtrent gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden); Nader voorlopig verslag
Document­datum 29-11-2023
Publicatie­datum 29-11-2023
Nummer KST35447L
Kenmerk 35447, nr. L
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2024

Vergaderjaar 2023-

35 447

Regels omtrent gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden)

NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID1

Vastgesteld 28 november 2023

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord m.b.t. het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden2 en het concept Besluit gegevensverwerking samenwerkingsverbanden (hierna concept-Bgs) dat gelijktijdig met de publicatie van deze memorie van antwoord in internetconsultatie is gebracht. Daarbij is aangekondigd dat het gehele concept-Bgs (inclusief bepalingen waarvoor geen voorhangprocedure is voorgeschreven) later aan de Kamer zal worden aangeboden in het kader van de voorhangprocedure, opdat optimaal inzicht wordt geboden in de uitwerking van de waarborgen en de concretisering van de regels over de gegevensverwerkingen. Met betrekking tot het concept-Bgs heeft de commissie onlangs kennis kunnen nemen van het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens en de commissie betrekt dit advies bij de verdere behandeling van het onderhavige wetsvoorstel.

Voorts is in de memorie van antwoord een wetsvoorstel aangekondigd3 waarmee de artikelen 3.1 tot en met 3.3, die de mogelijkheid regelen om nieuwe samenwerkingsverbanden bij amvb te regelen, worden aangepast. Deze mogelijkheid zal worden beperkt tot spoedgevallen, voor de tijd die nodig is ter overbrugging om een wetswijziging tot stand te brengen om het betreffende samenwerkingsverband in de WGS zelf te regelen. De commissie heeft nota genomen van het op 13 november 2023 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel 36 461 Waarborgen parlementaire betrokkenheid bij aanwijzing samenwerkingsverbanden.

1    Samenstelling:

Croll (BBB) (ondervoorzitter), Marquart Scholtz (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Vogels (VVD), Van den Berg (VVD), Meijer (VVD), Doornhof (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66) (voorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Nicolaï (PvdD), Van Bijsterveld (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), Van Dijk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

2    Kamerstukken I, 2022/23, 35 447, K.

3    Kamerstukken I 2022/23, 35 447, K, p. 52.

kst-35447-L ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

In het licht van bovenstaande ontwikkelingen sedert het uitbrengen van de memorie van antwoord wensen de leden van de commissie de volgende vragen en opmerkingen te plaatsen.

  • 1. 
    Inleiding

De leden de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens ten aanzien van het Besluit gegevensverwerking samenwerkingsverbanden (Bgs) en wensen daarover enkele vragen te stellen.

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel en van de kritiek die hierop is geleverd. Deze leden zijn verheugd dat de regering zich een deel van de kritiek heeft aangetrokken en voornemens is met een - reeds ingediende - wijzigingswet een van de kritiekpunten op te lossen.

Met belangstelling hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van de brief van de Autoriteit Persoonsgegevens aan de Minister van J&V van 3 november 2023.

De leden van de fractie van JA21 hebben met zorg kennisgenomen van de kritische en derde (!) adviesronde van Autoriteit Persoonsgegevens.

  • 2. 
    Advies Autoriteit Persoonsgegevens met betrekking tot het concept-Bsg

De leden van de BBB-fractie vragen de regering hoe zij het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) beoordeelt om het vereiste van voorafgaande machtiging door de rechter-commissaris op te nemen in het aanpassingswetsvoorstel? Deelt zij deze visie? Zo nee, waarom? Zo ja, hoe zal dit uitgewerkt worden?

Deze leden vernemen graag hoe de regering reageert op het standpunt van de AP dat de Eerste Kamer het voorliggende wetsvoorstel in afwachting van het wetsvoorstel met beoogde wijzigingen nog niet zou moeten aannemen? Deelt de regering dit standpunt? Zo nee, waarom? Zo ja, hoe? Ziet de regering eventuele risico's in het aannemen van het huidige voorstel voordat deze aanpassingen zijn doorgevoerd?

Is de regering voornemens om de evaluatie ingevolge artikel 5.1 van de Wet gegevensverwerking samenwerking en informatie (Wgs) uit te voeren, rekening houdend met de suggestie van de AP om niet alleen te focussen op het bereiken van beleidsdoelen, maar ook op de noodzaak van samenwerkingsverbanden en de bescherming van persoonsgegevens? Zo nee, waarom? Zo ja, hoe?

Is de regering voornemens om het advies van de AP met betrekking tot het verduidelijken van de uitzondering in het kader van het concept Besluit gegevensverwerking samenwerkingsverbanden te integreren? Kan de regering reflecteren op de voorgestelde wijzigingen, zoals:

  • het vervangen van «indien» door «voor zover» in het tweede lid van artikel 2.3 en artikel 2.7, om verduidelijking te brengen, en;
  • tegelijkertijd de preventieve rechterlijke toets in de wet op te nemen om te waarborgen dat verwerkingen beperkt blijven tot het strikt noodzakelijke in overeenstemming met de fundamentele grondrechten?

Zo nee, waarom? Zo ja, hoe?

De Autoriteit Persoonsgegevens benadrukt dat de beschrijving van het begrip «gegevens omtrent de woonsituatie» geen concrete specificatie vormt. Vooral de term «hoe de persoon woont, vanuit sociaalecono-mische invalshoek beschouwd» wordt als subjectief en vaag beschouwd. Als gevolg daarvan wordt met deze verduidelijking niet voldaan aan de noodzakelijke voorzienbaarheidseis. De leden van de BBB-fractie verzoeken de regering te reageren op deze kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens? Deelt de regering deze kritiek? Zo nee, waarom? Zo ja, hoe? Is de regering bereid om objectieve criteria te verstrekken die praktisch kunnen worden toegepast om de formulering met betrekking tot «gegevens omtrent de woonsituatie» te verduidelijken? Zo nee, waarom? Zo ja, welke?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de regering om te reageren op de brief van de Autoriteit Persoonsgegevens aan de Minister van J&V van 3 november 2023 ter aanbieding van het advies inzake het Bgs. In deze brief wordt voorgesteld om met de aangekondigde wijzigingswet ook andere fundamentele gebreken aan de wet te helen, waaronder een rechterlijke toets vooraf. Deze leden zijn zeer benieuwd naar de reactie van de regering per opmerking en onderdeel op de vele vragen en bezwaren die de AP de regering stelt/noemt. Deze leden hopen dat de regering de kritiek ter harte neemt en nu snel met verdere wijzigingsvoorstellen komt om tot een voldragen wet te komen die de rechtsstatelijke toets der kritiek kan doorstaan. Deze leden vinden het doel (de bestrijding van de ondermijnende criminaliteit) van urgent belang en wijzen er met klem op dat juist dit doel niet alleen urgentie eist, maar ook maakt dat rechtsstatelijke waarden moeten geborgd. Rechtsstatelijke waarden die zo flagrant door de ondermijnende criminaliteit worden geschonden.

De AP neemt in haar advies het Bgs onder de loep. De AP koppelt haar advies aan een nieuw wetsvoorstel van de regering waarbij slechts in noodgevallen nieuwe samenwerkingsverbanden bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden geregeld. Het bedoelde wetsvoorstel is niet bij de Eerste Kamer, maar nog bij de Tweede Kamer aanhangig. De leden van de D66-fractie vinden het lastig om het nieuwe wetsvoorstel te betrekken bij de beoordeling van het «moederwetsvoorstel», aangezien niet duidelijk is of het nieuwe wetsvoorstel ongewijzigd door de Tweede Kamer zal worden aanvaard. Daarom volstaan de leden met de vraag aan de regering of zij puntsgewijs de punten van kritiek van de AP in de brief van 3 november 2023 zaal willen becommentariëren, zodat duidelijk wordt in hoeverre de regering het eens is met de opmerkingen van dit Hoge College van Staat. Deze leden constateren dat de AP van mening is dat er in het conceptbesluit betekenisvolle verbeteringen zijn aangebracht, maar dat er nog kritiekpunten overblijven en willen het oordeel van de regering op die kritiekpunten bij hun eindafweging betrekken.

De leden van de fractie van JA21 vragen zich af, of en zo ja, welke adviezen van de AP de regering overneemt? Op welke wijze zou de wet aangepast worden? Kan de regering reflecteren op de opmerking van de AP dat de Eerste Kamer de Wgs nog niet zou moeten aannemen in afwachting van de beoogde wijzigingen in de Bgs? Kan de regering toezeggen conform het advies van de AP dat de evaluatie ingevolge artikel 5.1 Wgs zich ook zal richten op de vraag of de samenwerkingsverbanden onverminderd noodzakelijk zijn en of de bescherming van persoonsgegevens uiteindelijk op een voldoende niveau in de uitvoering gestalte krijgt? Is de regering van zins de preventieve rechterlijke toets in te voeren in de Bgs?

  • 3. 
    Wijzigingswet

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA melden reeds nu dat zij het onderhavige wetsvoorstel in samenhang met een door de Tweede Kamer aanvaard voorstel tot wijziging van de WGS willen behandelen.

  • 1. 
    De leden van de D66-fractie zouden graag gedetailleerd van de regering vernemen hoe de kritiek van de Raad van State op het onlangs bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel Waarborgen parlementaire betrokkenheid bij aanwijzing samenwerkingsverbanden4 die verwerkt is in het nader rapport1 2 (36 461, nr. 4) zich verhoudt tot de kritiek van de AP op het Besluit en op het bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel.

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid zien de nadere memorie van antwoord - bij voorkeur binnen vier weken - met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

Dittrich

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

Van Dooren

Eerste Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 35 447, L 4

1

   Met Kamerstuknummer 36 461.

2

   Kamerstukken II 2023/24, 36 461, nr. 4.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.