Brief regering; Kabinetsreactie op de uitspraak van het gerechtshof Den Haag over de arbeidskorting en een arbeidsongeschiktheidsuitkering - Arbeidsmarktbeleid

Deze brief is onder nr. 1219 toegevoegd aan dossier 29544 - Arbeidsmarktbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Arbeidsmarktbeleid; Brief regering; Kabinetsreactie op de uitspraak van het gerechtshof Den Haag over de arbeidskorting en een arbeidsongeschiktheidsuitkering
Document­datum 19-09-2023
Publicatie­datum 19-09-2023
Nummer KST295441219
Kenmerk 29544, nr. 1219
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2023-2024

29 544

Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1219    BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 19 september 2023

Uw Kamer heeft op 22 maart 2023 het kabinet verzocht1 te reageren op de uitspraak van het gerechtshof Den Haag (hierna: het Hof) met betrekking tot een WGA-uitkering en de grondslag van de arbeidskorting.2 Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de kabinetsreactie.

Uitspraak gerechtshof Den Haag

In de hierboven genoemde uitspraak heeft het Hof - kort gezegd - beslist dat op grond van begunstigend beleid van de Belastingdienst in het onderhavige geval in strijd met het gelijkheidsbeginsel is gehandeld. Het gaat hierbij om het verschil in behandeling tussen werknemers die naast loon een WGA-uitkering direct van het UWV of via hun werkgever uitbetaald krijgen. De belanghebbende in deze zaak betrof een werknemer die naast zijn loon een WGA-uitkering ontving direct van het UWV. Over deze uitkering werd door het UWV in overeenstemming met de Wet op de loonbelasting 1964 geen arbeidskorting toegepast. Belanghebbende is van mening dat hij hiermee ten onrechte ongelijk wordt behandeld met een werknemer die een WGA-uitkering via zijn werkgever ontvangt. Als de WGA-uitkering via de werkgever wordt uitgekeerd, voegt de werkgever de uitkering en het loon op grond van de samenvoegbepaling in de loonhef-fingen samen en wordt voor de in te houden en af te dragen loonheffing over het geheel de arbeidskorting toegepast door toepassing van de witte tabel.

Het Hof concludeert in lijn met de redenering van de belanghebbende dat het hier twee gelijke gevallen betreft die ongelijk worden behandeld waarvoor volgens het Hof geen proportionele rechtvaardigingsgrond bestaat. Het Hof beslist daarom dat de belanghebbende via diens aangifte

1    Brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 maart 2023.

2    ECLI:NL:GHDHA:2023:370.

kst-29544-1219 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

inkomstenbelasting alsnog recht heeft op arbeidskorting over zijn WGA-uitkering die hij ontvangt van het UWV.1

Cassatie

Zoals in de antwoorden op Kamervragen van het lid Omtzigt2 aangegeven ben ik tegen deze uitspraak in cassatie gegaan. Ik ben namelijk van mening dat de juridische onderbouwing van het Hof onjuist is. Daarnaast is het beleidsmatig nooit de bedoeling geweest om arbeidskorting toe te kennen over een WGA-uitkering of andere socialezekerheidsuitke-ringen.3 Het doel van de arbeidskorting is immers het bevorderen van de arbeidsparticipatie en (meer) werken lonender te maken. Om dit te bewerkstelligen ligt het voor de hand om de arbeidskorting alleen toe te passen over arbeidsinkomen en niet over socialezekerheidsuitkeringen.

De samenvoegbepaling die het in bepaalde specifieke situaties toch mogelijk maakt om de arbeidskorting toe te passen over een socialezeker-heidsuitkering bestaat al decennialang ook vóór de introductie van de arbeidskorting. Deze bepaling biedt een werkgever de mogelijkheid om loon uit tegenwoordige dienstbetrekking samen te voegen met een via diezelfde werkgever uit te betalen socialezekerheidsuitkering. Dat is mogelijk als de werkgever en werknemer het UWV verzoeken om de uitkering via de werkgever te betalen. Het doel van deze bepaling is bewerkstelligen dat de af te dragen loonheffing zo nauw mogelijk aansluit bij de verschuldigde inkomstenbelasting.4 Hiermee wordt voorkomen dat werknemers via hun aanslag inkomstenbelasting moeten bijbetalen, omdat bij het afzonderlijk uitbetalen van het loon en de uitkering er geen of te weinig rekening kan worden gehouden met de progressie in het inkomstenbelastingtarief over het totale inkomen. Het verschil in behandeling tussen werknemers die naast loon een socialezekerheidsuitkering direct van het UWV of via hun werkgever uitbetaald krijgen speelde in veel mindere mate bij de introductie van de arbeidskorting in 2001. De arbeidskorting was destijds namelijk veel lager, had een ander opbouw-traject en kende geen afbouwtraject. Het vraagstuk of dit verschil in strijd is met het gelijkheidsbeginsel ligt bij de Hoge Raad (HR) en het is nu aan hem om hierover te oordelen.

Het kabinet wacht het arrest van de HR af alvorens een besluit te nemen over wat te doen met de samenloop van de arbeidskorting en de samenvoegbepaling. Het te wijzen arrest heeft namelijk invloed op het kunnen maken van een weloverwogen beslissing over deze samenloop en het verschil dat tussen werknemers met een uitkering is ontstaan. In het geval dat de HR de uitspraak van het Hof bevestigt, wordt de onbedoelde situatie waarin de arbeidskorting toegepast wordt over socialezekerheidsuitkeringen in meer gevallen mogelijk. Het is gezien het doel van de arbeidskorting, de wijzigingen van de afgelopen jaren om dit doel te bewerkstelligen en de wijzigingen van de tariefstructuur in de inkomstenbelasting de vraag of deze samenloop in dat geval nog passend is. In afwachting van het arrest van de HR werkt het kabinet scenario's uit om na het arrest van de HR snel en adequaat te kunnen handelen. Zodra het arrest van de HR bekend is zal ik uw Kamer zo snel als mogelijk hierover informeren.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij

Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 29 544, nr. 1219 3

1

   In het onderhavige geval betreft het een WGA-uitkering, maar de uitspraak is breder van toepassing op socialezekerheidsuitkeringen die via een werkgever uitgekeerd kunnen worden. Het betreft hier Wajong-, WAO-, IVA- en WGA-uitkeringen.

2

   Brief van de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst van 19 juni 2023, Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 29544.

3

   Met uitzondering van het in artikel 22a, derde lid, Wet LB 1964 en artikel 8.1, tweede lid, Wet IB 2001 genoemde inkomen.

4

   Artikel 33, tweede lid, onderdeel a, Wet LB 1964 en artikel 9.1 en 9.4 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.