Motie Nicolaï c.s. over een advies van de Raad van State inzake de vraag of artikel XII met een twee-derde meerderheid aangenomen dient te worden - Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)
Deze motie1 is onder nr. AT toegevoegd aan wetsvoorstel 36067 - Wet toekomst pensioenen2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen); Motie van het lid Nicolaï c.s. over een advies van de Raad van State inzake de vraag of artikel XII met een twee-derde meerderheid aangenomen dient te worden |
---|---|
Documentdatum | 30-05-2023 |
Publicatiedatum | 30-05-2023 |
Nummer | KST36067AT |
Kenmerk | 36067, nr. AT |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-2023
36 067 |
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen) |
AT |
MOTIE VAN HET LID NICOLAÏ C.S. Voorgesteld 30 mei 2023 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat door deskundigen is aangegeven dat over aanvaarding van artikel XII van de Wtp niet met een gewone meerderheid kan worden besloten door de Kamer; overwegende dat de Raad van State op dit punt in zijn advies niet is ingegaan; verzoekt de Minister om voordat de Eerste Kamer omtrent aanvaarding beslist, aan de Raad van State advies te vragen omtrent de vraag of over aanvaarding van artikel XII Wtp met een tweederdemeerderheid dient te worden besloten, en gaat over tot de orde van de dag. Nicolaï Frentrop Van Rooijen |
kst-36067-AT ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023 |
Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 067, AT |
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Het kabinet heeft samen met werknemer- en werkgeversorganisaties in 2019 een pensioenakkoord gesloten. Dit wetsvoorstel komt daaruit voort en regelt de herziening van de tweede pijler van het pensioenstelsel. De tweede pensioenpijler bevat de aanvullende pensioenen die mensen opbouwen in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. De pensioenopbouw wordt anders. Iedere deelnemer in een pensioenfonds gaat via een premieregeling pensioen opbouwen voor een persoonlijk pensioenvermogen. De pensioenpremie staat centraal en wordt voor alle leeftijden gelijk. In de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moeten de bestaande afspraken aangepast worden naar de nieuwe regelingen. Daarvoor staan in het wetsvoorstel transitieregels. Ook staan in het wetsvoorstel regels over het overdragen van de pensioenrechten en pensioenaanspraken die zijn opgebouwd onder de huidige wetgeving (‘invaren’). Verder geldt er in de transitieperiode een afwijkend financieel toetsingskader ('transitie-ftk'). Het financieel toetsingskader is het stelsel van financiële normen voor pensioenfondsen dat ervoor moet zorgen dat fondsen het afgesproken pensioen ook daadwerkelijk kunnen uitkeren aan alle generaties. Tot slot worden ook de fiscale regels aangepast aan het nieuwe stelsel en de transitie. Dit onder andere om de fiscale regels over pensioenen minder afhankelijk te laten zijn van de vorm waarin arbeid wordt verricht, zoals loondienst of arbeid als ondernemer. Naast de herziening van het pensioenstelsel regelt het wetsvoorstel ook standaardisering van het nabestaandenpensioen, experimenten voor pensioenopbouw door zelfstandigen in de tweede pijler en verkorting van de wachttijd voor pensioenopbouw voor uitzendwerknemers.