Brief lid / fractie; Brief van het lid Ellian houdende overname van de verdediging en intrekking van het initiatiefvoorstel - Voorstel van wet van de leden Teeven en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van een burger die zich beroept op noodweer

Deze brief houdende intrekking van een of meer wetsvoorstellen1 is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 31407 - Initiatiefvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van een burger die zich beroept op noodweer2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Teeven en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van een burger die zich beroept op noodweer; Brief lid / fractie; Brief van het lid Ellian houdende overname van de verdediging en intrekking van het initiatiefvoorstel
Document­datum 22-04-2022
Publicatie­datum 22-04-2022
Nummer KST314074
Kenmerk 31407, nr. 4
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021

2022

31 407

Voorstel van wet van de leden Teeven en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van een burger die zich beroept op noodweer

Nr. 4

BRIEF VAN HET LID ELLIAN HOUDENDE OVERNAME EN INTREKKING VAN HET VOORSTEL VAN WET

Ontvangen 22 april 2022

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij deel ik u mede dat ik dit initiatief van de uit de Kamer vertrokken leden Teeven en Weekers overneem en het wetsvoorstel intrek.

Het advies van afdeling advisering van de Raad van State wordt openbaar gemaakt door ter inzagelegging bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Ellian

kst-31407-4 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 31 407, nr. 4


  • origineel bericht: 'Voorstel van wet van de leden Teeven en Weekers to...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 31407 - Initiatiefvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van een burger die zich beroept op noodweer
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een 'brief houdende intrekking van één of meer wetsvoorstellen' geeft de indiener van één of meer wetsvoorstellen aan deze in te trekken. Hierdoor wordt het wetsvoorstel niet verder behandeld.
     
  • 2. 
    Dit wetsvoorstel regelt dat het feitelijk recht op zelfbescherming van burgers in artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) op tweeërlei wijze wordt uitgebreid: 1. ook gevallen waarin sprake is van noodweer tegen een onmiddellijke dreiging van een wederrechtelijke aanranding komen onder het eerste lid van het artikel te vallen; 2. In gevallen waarin de in het artikel genoemde aanranding gepaard gaat met huisvrede- of lokaalvredebreuk wordt met het invoegen van een nieuw tweede lid in artikel 41 Sr de tegen de aanranding gerichte verdediging verondersteld gerechtvaardigd te zijn. De eerste uitbreiding heeft betrekking op het verleggen van het moment waarop noodweer gerechtvaardigd is. Ook in het geval er sprake is van een onmiddellijke dreiging van een wederrechtelijke aanranding dient de burger niet strafbaar te zijn, indien hij een feit begaat ter noodzakelijke verdediging. De tweede uitbreiding van artikel 41 Sr betreft het scheppen van een vooronderstelling van gerechtvaardigde zelfverdediging voor situaties waarin de uit noodweer handelende burger bij de aanranding wordt geconfronteerd met het misdrijf van huisvrede- of lokaalvredebreuk. Voor zover een burger zich verdedigt tegen een aanranding die gepaard gaat met huisvrede- of lokaalvredebreuk, regelt het nieuwe tweede lid dat die verdediging in eerste instantie geacht wordt gerechtvaardigd te zijn.