Motie Van Houwelingen over een fictief rendementspercentage hanteren dat niet hoger is dan de spaarrente - Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)
Deze motie1 is onder nr. 104 toegevoegd aan wetsvoorstel 35927 - Belastingplan 20222.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022); Motie; Motie van het lid Van Houwelingen over een fictief rendementspercentage hanteren dat niet hoger is dan de spaarrente |
---|---|
Documentdatum | 02-02-2022 |
Publicatiedatum | 03-02-2022 |
Nummer | KST35927104 |
Kenmerk | 35927, nr. 104 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
35 927
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)
Nr. 104
MOTIE VAN HET LID VAN HOUWELINGEN
Voorgesteld 2 februari 2022 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering zolang heffing op het werkelijk rendement in box 3 niet mogelijk is een fictief rendementspercentage te hanteren dat in ieder geval niet hoger is dan de spaarrente die burgers op hun spaarrekening ontvangen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Houwelingen
kst-35927-104 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 927, nr. 104
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is fiscale maatregelen te treffen die voortvloeien uit de koopkrachtbesluitvorming voor het jaar 2022 en dat het ook in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2022 en volgende jaren wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen.