Motie Pouw-Verweij/Van der Plas over de vraag of aanpassingen van de richtlijnen nodig zijn - Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen

Deze motie1 is onder nr. 26 toegevoegd aan wetsvoorstel 35737 - Initiatiefvoorstel Afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen; Motie; Motie van de leden Pouw-Verweij en Van der Plas over de vraag of aanpassingen van de richtlijnen nodig zijn
Document­datum 02-02-2022
Publicatie­datum 03-02-2022
Nummer KST3573726
Kenmerk 35737, nr. 26
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021

2022

35 737

Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen

Nr. 26

MOTIE VAN DE LEDEN POUW-VERWEIJ EN VAN DER PLAS

Voorgesteld 2 februari 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met het aannemen van de voorliggende wetswijziging het huidige juridische kader voor een verplichte bedenktermijn wegvalt;

overwegende dat medische leidraden en richtlijnen artsen duidelijkheid bieden bij wat als medisch zorgvuldig wordt beschouwd;

constaterende dat het aan de relevante beroepsgroepen is om richtlijnen of leidraden als gevolg van een eventuele wetswijziging aan te passen;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de relevante beroepsgroepen om te bezien of en, zo ja, op welke wijze aanpassing van de richtlijnen als gevolg van aanhangige initiatiefwetten aan de orde kunnen zijn waarbij onder andere gekeken kan worden naar termijnen van medische zorgvuldigheid passend bij de verschillende soorten zwangerschapsafbreking;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat dit proces simultaan met de eventuele aanpassingen van de wetgeving loopt, zodat er geen periode zal zijn waarin zowel patiënten als artsen niet weten waar ze aan toe zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Pouw-Verweij Van der Plas

kst-35737-26 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 737, nr. 26


  • origineel bericht: 'Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, ...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 35737 - Initiatiefvoorstel Afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
     
  • 2. 
    Het wetsvoorstel strekt ertoe om de verplichte minimale beraadtermijn in de Wet afbreking zwangerschap af te schaffen. Op dit moment dient, op basis van artikel 3 eerste lid van de wet, een verplichte minimale beraadtermijn van vijf dagen in acht genomen te worden alvorens een zwangerschap afgebroken mag worden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat vrouwen en artsen zonder een verplichte minimale beraadtermijn goed in staat zijn om een weloverwogen en zorgvuldig besluit te nemen. Daarom stelt de initiatiefneemster voor om in plaats van een verplichte minimale beraadtermijn steeds, na gezamenlijk overleg tussen de vrouw en arts, een zodanige bedenktijd in acht te nemen als nodig is om tot een weloverwogen en zorgvuldig besluit te komen.