Motie Bikker c.s. over onderzoek naar de beweegredenen van vrouwen die een afbreking van zwangerschap overwegen - Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen
Deze motie1 is onder nr. 21 toegevoegd aan wetsvoorstel 35737 - Initiatiefvoorstel Afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen2.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen; Motie; Motie van het lid Bikker c.s. over onderzoek naar de beweegredenen van vrouwen die een afbreking van zwangerschap overwegen |
---|---|
Documentdatum | 02-02-2022 |
Publicatiedatum | 03-02-2022 |
Nummer | KST3573721 |
Kenmerk | 35737, nr. 21 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021-2022
35 737 |
Voorstel van wet van de leden Paternotte, Kuiken, Ellemeet en Tellegen tot wijziging van Wet afbreking zwangerschap in verband met het afschaffen van de verplichte minimale beraadtermijn voor de afbreking van zwangerschappen |
Nr. 21 |
MOTIE VAN HET LID BIKKER C.S. Voorgesteld 2 februari 2022 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat in de Wet afbreking zwangerschap de noodsituatie van de vrouw niet wordt gedefinieerd en het oordeel erover aan de vrouw wordt gelaten; overwegende dat er geen representatief onderzoek is dat inzicht biedt in de beweegredenen van vrouwen om een afbreking van de zwangerschap te overwegen; overwegende dat meer inzicht in de beweegredenen behulpzaam is bij het doen afnemen van het aantal zwangerschapsafbrekingen; verzoekt de regering nader verdiepend (wetenschappelijk) onderzoek uit te laten voeren naar de beweegredenen van vrouwen die een afbreking van een zwangerschap overwegen, en gaat over tot de orde van de dag. Bikker Palland Hermans Paulusma Pouw-Verweij Van der Plas Stoffer |
kst-35737-21 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 737, nr. 21 |
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.In een motie staat een vraag of verzoek van één of meerdere Tweede- of Eerste Kamerleden aan de regering. Deze wordt vooraf gegaan door een standaard aanhef en een opsomming van overwegingen en constateringen. Iedere motie begint met de woorden 'De Kamer, gehoord de beraadslaging'. Ieder deel van de opsomming begint met woorden als 'constaterende dat' of 'overwegende dat'. Na deze opsomming volgt de uiteindelijke vraag of het verzoek.
- 2.Het wetsvoorstel strekt ertoe om de verplichte minimale beraadtermijn in de Wet afbreking zwangerschap af te schaffen. Op dit moment dient, op basis van artikel 3 eerste lid van de wet, een verplichte minimale beraadtermijn van vijf dagen in acht genomen te worden alvorens een zwangerschap afgebroken mag worden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat vrouwen en artsen zonder een verplichte minimale beraadtermijn goed in staat zijn om een weloverwogen en zorgvuldig besluit te nemen. Daarom stelt de initiatiefneemster voor om in plaats van een verplichte minimale beraadtermijn steeds, na gezamenlijk overleg tussen de vrouw en arts, een zodanige bedenktijd in acht te nemen als nodig is om tot een weloverwogen en zorgvuldig besluit te komen.