Nota van wijziging - Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake het Steunpakket eerste kwartaal 2022) - Hoofdinhoud

Deze nota van wijziging is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 35993 - Incidentele suppletoire begroting (SZW) inzake het Steunpakket eerste kwartaal 2022 i.

Officiële titel	Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake het Steunpakket eerste kwartaal 2022); Nota van wijziging; Nota van wijziging
Document­datum	27-12-2021
Publicatie­datum	27-12-2021
Nummer	KST359933
Kenmerk	35993, nr. 3
Commissie(s)	Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2021-2022

35 993    Wijziging van de begrotingsstaat van het

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake het Steunpakket eerste kwartaal 2022)

Nr. 3    NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 december 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

De begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022 komt te luiden:

Tabel 1 Nieuwe standen van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het j'aar 2022 (bedragen x € 1.000)

kst-35993-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

Toelichting

Algemeen

Met deze nota van wijziging op de eerste incidentele suppletoire begroting 2022 wordt de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) gecorrigeerd in verband met aanvullende steunmaatregelen die via de brief «aanpassing steunmaatregelen» op 21 december 2021 aan de Kamer zijn gemeld.

Nieuw beleid wordt normaliter pas in uitvoering genomen nadat het parlement de Ontwerpbegrotingswet heeft geautoriseerd. De spoedeisende maatregelen in deze nota van wijziging worden op korte termijn van kracht en leiden vanaf 2022 tot betalingen en ontvangsten. Voor de maatregelen waarvoor dit geldt - en waarvan autorisatie beide Kamers op dat moment niet is afgerond - start het kabinet de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in het belang van het Rijk conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze nota van wijziging is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de brief «aanpassing steunmaatregelen» van 21 december 2021.

Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Verplichtingen en uitgaven

Art 1. Arbeidsmarkt

NOW-5

De meerkosten van het verhogen van het maximaal omzetverliespercentage van 80% naar 90% worden ingeschat op € 28 miljoen voor de NOW-5 (zevende tranche). De kosten van deze verruiming vallen in 2022, omdat het niet meer mogelijk was om deze verruiming in de bevoor-schotting in 2021 te laten meelopen. Werkgevers ontvangen bij de uiteindelijke subsidievaststelling een hogere subsidie als gevolg van deze aanpassing in de voorwaarden. Deze kosten komen bovenop de reeds geraamde programmakosten van € 1,481 miljard in 2021 voor de NOW 5 (looptijd 2 maanden). De totale geraamde programmakosten voor de jaren 2021 en 2022 komen daarmee samen uit op € 1,509 miljard.

NOW-6

De meerkosten van het verhogen van het maximaal omzetverliespercentage van 80% naar 90% worden ingeschat op € 44 miljoen voor de NOW-6 (achtste tranche). Deze kosten komen bovenop de reeds geraamde programmakosten van € 1,737 miljard in 2022 voor de NOW-6 (looptijd 3 maanden). De totale geraamde programmakosten komen daarmee uit op € 1,781 miljard in 2022.

Art 7. Kinderopvang

Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang

Het bedrag van € 28 miljoen heeft betrekking op de tegemoetkoming voor de eigen bijdrage die ouders betalen voor de buitenschoolse opvang voor de periode van 21 december jl. t/m 9 januari 2022. Dit is de periode waarin de bso gesloten is. De tegemoetkoming van de eigen bijdrage voor de bso volgt uit diverse kamerbrieven (kamerstukken II,

2020-2021 25 295, nr. 1672; kamerstukken II, 2020-2021, 2021Z24036).

Het bedrag van € 28 miljoen bestaat grotendeels uit de tegemoetkoming van de eigen bijdrage voor ouders met kinderopvangtoeslag en een tegemoetkoming voor personen die facturen van de kinderopvang betalen zonder aanvullende overheidsbijdrage. Daarnaast is rekening gehouden met uitvoeringskosten.

Ontvangsten

Art 2. Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Ontvangsten TOZO

Het kabinet heeft besloten zelfstandigen langer de tijd te geven hun Tozo-kapitaalverstrekking terug te betalen. Zelfstandigen met een lening voor bedrijfskapitaal hoeven niet voor 1 juli 2022 te beginnen met aflossen (in plaats van 1 januari 2022), de renteopbouw wordt voor deze zes maanden gepauzeerd. Daarnaast krijgen zelfstandigen een jaar langer de tijd om de lening terug te betalen, de looptijd van de lening wordt verlengd van 5 jaar naar 6 jaar. Deze wijzigingen gelden voor alle verstrekte Tozo-leningen. Daardoor komen de ontvangsten op een later moment terug dan eerder verwacht. Doordat gemeenten de ontvangsten met een vertraging aan het Rijk afdragen, komen de eerste ontvangsten vanaf 2024 binnen.

In de onderstaande tabellen zijn per artikel de standen ontwerp begroting 2022 inclusief de Incidentele suppletoire begroting vóór nota van wijziging, de mutaties en de standen ontwerp begroting 2022 na nota van wijziging meerjarig opgenomen.

Tabel 2 Meerjarige doorwerking verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven (bedragen x € 1.000)

Tabel 4 Meerjarige doorwerking ontvangsten (bedragen x € 1.000)

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.D. Wiersma

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 993, nr. 3 4