Position paper OM t.b.v. rondetafelgesprek Dreiging van Syriëgangers voor de nationale veiligheid d.d. 16 juni 2021 - Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid

Deze position paper is onder nr. ? toegevoegd aan wetsvoorstel 34356 (R2064) - Intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Position paper OM t.b.v. rondetafelgesprek Dreiging van Syriëgangers voor de nationale veiligheid d.d. 16 juni 2021
Document­datum 18-06-2021
Publicatie­datum 18-06-2021
Kenmerk 34356 (R2064), nr. ?
Commissie(s) Justitie en Veiligheid (JV)
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Landelijk Parket

Posthumalaan 74

3072 AG Rotterdam

T +31 88 699 23 00

www.om.nl

Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden.

Postbus 395, 3000 AJ Rotterdam

Aan A.M. Brood

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid

Cie.jv@tweedekamer.nl

Datum

15 juni 2021

Ons kenmerk

LP/21/003929

Onderwerp

Rondetafel Syriegangers vaste commissie JenV

Geachte vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

U heeft gevraagd aan het Openbaar Ministerie (hierna: OM) om een gespreksnotitie ten behoeve van het rondetafelgesprek met uw commissie over de dreiging van Syriëgangers voor de nationale veiligheid. Bij deze maak ik graag gebruik van deze gelegenheid om de positie van het OM toe te lichten aangaande deze kwestie.

Laat mij voorop stellen dat nationale veiligheid niet het domein is van het OM, en zodoende zal ik daar ook geen uitspraken over doen. Het OM is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving van de (inter)nationale rechtsorde. Het OM stelt zich zodoende op het standpunt dat voor alle uitreizigers er ingezet wordt op vervolging en berechting, opdat gepleegde ernstige misdrijven door Nederlandse ingezetenen niet straffeloos blijven. Nederland heeft zich hier ook internationaal aan gecommitteerd.1 Het OM geeft aan deze internationale verplichtingen gevolg door tegen uitreizigers die worden verdacht van terroristische activiteiten strafrechtelijke onderzoeken te openen en vervolgens de uitreizigers wereldwijd te signaleren teneinde hen te traceren en naar Nederland overgebracht te laten krijgen ter berechting.

Mochten uitreizigers vervolgens in Nederland komen, dan zullen zij worden aangehouden. Zowel het OM als de politie hebben gespecialiseerde teams die zich bezig houden met de opsporing en vervolging van terroristische misdrijven, en internationale misdrijven. Voor welke misdrijven uitreizigers in Nederland vervolgd kunnen worden, is afhankelijk van de bewijspositie. Om uitreizigers succesvol te kunnen vervolgen voor internationale misdrijven dienen er concrete, op de individu herleidbare, handelingen bewezen te worden die gekwalificeerd kunnen worden als internationale misdrijven. Het enkel als lid van een terroristische organisatie hebben deelgenomen aan de strijd in Syrië en/of Irak is daarvoor onvoldoende. Indien het OM beschikt over concrete aanwijzingen dat één of meer Nederlandse uitreizigers zich schuldig hebben gemaakt hebben aan bijvoorbeeld oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid of genocide, zal dit uiteraard nader worden onderzocht. Zonder daarbij in te gaan op individuele zaken, zijn er inmiddels meerdere uitreizigers vervolgd voor internationale misdrijven in combinatie met terroristische misdrijven. Door, naast het lidmaatschap van terroristische organisatie, waar redelijkerwijs mogelijk ook voor concrete gepleegde misdrijven te vervolgen, probeert het OM ook zoveel als mogelijk recht te doen aan het leed dat slachtoffers is aangedaan.

Voor de uitreizigers (hierna: verdachten) die momenteel vast zitten in kampen in Noordoost-Syrië, geldt dat het OM wetenschap heeft van hun verblijfplaats. Velen van hen hebben middels een advocaat expliciet aangegeven aanwezig te willen zijn bij een eventuele strafrechtelijke vervolging in Nederland. Daardoor bestaat er in deze casussen handelingsperspectief voor de Nederlandse overheid. Het aanwezigheidsrecht is een van de pijlers van de strafrechtelijke rechtsbescherming, en is onder meer verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De verdachte dient immers in de gelegenheid te worden gesteld de beschuldigingen aan zijn/haar adres van de zijde van het OM te kunnen tegenspreken. Gelet hierop en de bestaande mogelijkheden om verdachten in kampen naar Nederland te halen, is het OM van oordeel dat een succesvolle berechting bij verstek juridisch niet haalbaar is. Dat zou enkel kunnen in de uitzonderlijke situatie waarbij een verdachte ondubbelzinnig afstand doet van zijn of haar recht om aanwezig te zijn. Dat is niet aan de orde, en zodoende brengt het OM deze zaken ook niet (bij verstek) aan bij de rechtbank.

Inmiddels doet de situatie zich voor waarbij voor een aantal verdachten de advocaat een verzoek tot beëindiging van de strafzaak heeft ingediend zoals omschreven in artikel 29f Wetboek van Strafvordering. Dit heeft in deze zaken geleid tot beschikkingen van de rechtbank Rotterdam met daarin een opdracht aan het OM om een bevel gevangenneming ter uitlevering van verdachte onder de aandacht te brengen van de Minister van Justitie en Veiligheid teneinde al het nodige te doen om vervolging in Nederland mogelijk te maken. Indien de minister van Justitie en Veiligheid zich onvoldoende inspant om aan dit gerechtelijk bevel te voldoen, is er een kans dat de rechter het verzoek zal toewijzen. Dit betekent ook dat de strafrechtelijke signalering ter fine van uit- of overlevering niet langer gehandhaafd kan blijven. Immers, de verdachte wordt in Nederland niet meer gezocht ten behoeve van een vervolging en berechting. Dit is een definitieve beslissing waartegen geen hoger beroep kan worden ingesteld. De verdachte kan zich vervolgens vrij bewegen naar landen, waaronder dus ook naar Nederland. Mocht de verdachte ooit naar Nederland komen, dan kan betrokkene echter niet meer voor de feiten gepleegd in het strijdgebied worden vervolgd. De verdachte blijft dan straffeloos voor de ernstige misdrijven die hij of zij heeft gepleegd. Dit is een situatie die het OM te allen tijde wenst te voorkomen. Zodoende heeft het OM de minister van Justitie en Veiligheid gevraagd zich in te spannen om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om zo te bewerkstelligen dat deze verdachten (en hun kinderen) worden overgebracht naar Nederland ten behoeve van vervolging en berechting.

Desgewenst kan bovenstaand standpunt van het OM tijdens de rondetafelbijeenkomst met uw commissie worden toegelicht.

Hoogachtend,

hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket

mr. J.J.A. Lucas

1 Kamerstukken I, 2016-2017, 34 356 (R2064), I, pag. 2.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.