Motie Van Rooijen c.s. over spoedeisende ministeriele regelingen via een zware voorhang procedure voor te leggen aan de Eerste Kamer - Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. K toegevoegd aan wetsvoorstel 35526 - Tijdelijke wet maatregelen covid-19 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19); Motie van het lid Van Rooijen c.s. over spoedeisende ministeriele regelingen via een zware voorhang procedure voor te leggen aan de Eerste Kamer |
---|---|
Documentdatum | 26-10-2020 |
Publicatiedatum | 26-10-2020 |
Nummer | KST35526K |
Kenmerk | 35526, nr. K |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
2021
Vergaderjaar 2020-
35 526
Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-i9)
De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
overwegende, dat via het amendement-Buitenweg1 in de tijdelijke wet maatregelen covid-19 de mogelijkheid is gecreëerd om een ministeriële regeling via een voorhangprocedure voor te leggen aan de Tweede Kamer;
overwegende, dat een ministeriële regeling, indien sprake is van een zeer dringende omstandigheid waarin ter beperking van gevaar direct moet worden gehandeld, onverwijld na vaststelling en bekendmaking in werking treedt, doch wanneer de Tweede Kamer binnen een week na toezending besluit niet in te stemmen met de regeling zij van rechtswege vervalt;
overwegende, dat een derde van het grondwettelijke aantal leden, 50 Tweede Kamerleden, volstaat om de Tweede Kamer over te laten gaan tot stemming van zo'n besluit;
overwegende, dat gelet op de hiervoor omschreven procedure alleen aan de Tweede Kamer de bevoegdheid wordt toegekend om al dan niet in te stemmen en hierbij geen rol is weggelegd voor de Eerste Kamer;
overwegende, dat het onwenselijk is om bij zeer ingrijpende ministeriële regelingen die inbreuk maken op grondrechten de instemming van de Eerste Kamer te onthouden;
verzoekt de regering om spoedeisende ministeriële regelingen uit hoofde van de tijdelijke wet maatregelen covid-19 tevens via een voorhang procedure - de zogenaamde zware voorhang - voor te leggen aan de Eerste Kamer, zodat ook de Eerste Kamer hierover haar stem kan uitbrengen, 1 Kamerstukken II, 2020-2021,35 526, nr. 48
kst-35526-K ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Rooijen Janssen Otten Nicolaï
Eerste Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 526, K 2