Noodplan lerarentekort Amsterdam (bijlage bij 27923,nr.410)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Noodplan lerarentekort Amsterdam (bijlage bij 27923,nr.410)
Document­datum 16-06-2020
Publicatie­datum 17-06-2020
Nummer 2020D24286
Kenmerk 27923, nr. 410
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Noodplan

lerarentekort

Amsterdam

Januari 2020

0

Voorwoord

De afgelopen periode is met zeer veel mensen in en om het Amsterdamse gehouden, en bepalen zelf (voor hun doelgroep, uitgaande van hun visie), onderwijs gesproken over de toekomst van onze scholen. Veel mensen hoe zij zo goed mogelijk onderwijs geven. We zorgen voor de wettelijke maken zich daar grote zorgen om, en dat is begrijpelijk. Want dagelijks ruimte die daarvoor nodig is, en organiseren de randvoorwaarden die verschijnen er berichten over tekorten, niet alleen aan leerkrachten maar scholen daarvoor nodig hebben. ook aan professionals waar onze scholen ook op bouwen: zoals

bijvoorbeeld in de jeugdzorg en de kinderopvang. Meewerken aan de uitvoering van dit plan, betekent niet het accepteren van het lerarentekort. Want laat duidelijk zijn dat hier niet een nieuwe

Hoe verder? werkelijkheid voor het onderwijs wordt beschreven, waar we vanaf nu

Het was mooi om te merken met hoeveel inzet we blijven nadenken over maar aan moeten gaan wennen. Wat met een beetje innovatiever denken zo goed mogelijk onderwijs voor onze kinderen. We zitten niet bij de ook helemaal zo’n probleem niet hoeft te zijn. Het is een noodplan, en dat pakken neer. Wat ook mooi was om te ervaren, is dat niemand accepteert moet het blijven.

dat de lerarentekorten vooral neerslaan bij die scholen waar goed Daarom vraagt dit noodplan inzet van alle betrokkenen. Niet alleen van onderwijs het hardste nodig is. Door groeiende tekorten aangejaagde leerkrachten, schoolleiders en bestuurders. Maar ook van opleiders, kansenongelijkheid, we willen het niet laten gebeuren. gemeente en de Rijksoverheid. Extra inzet is op alle fronten nodig.

Dit plan is een weerslag van wat al die betrokkenen bij het Amsterdamse Leerlingen, Leerkrachten, schoolleiders en ondersteuners verdienen onderwijs naar voren hebben gebracht. perspectief.

We hebben geprobeerd onderlinge samenhang in de plannen aan te Namens de kerngroep, brengen. We werken ten eerste zo hard mogelijk aan het behouden van

leerkrachten voor onze stad, en het versterken van de routes naar het Arnold Jonk

beroep.

Ten tweede hebben we voorstellen gedaan voor het eerlijker verdelen van de tekorten over onze scholen.

En ten derde constateren we dat er dan nog steeds tekorten zijn, waar scholen vanuit zullen moeten gaan. Ze zijn niet aan het onmogelijke

Samenvatting (1/2)

Het tekort aan leerkrachten in Amsterdam is groot, en zal de komende Uitgangspunten

jaren verder oplopen. Het is bovendien niet gelijk verdeeld over de stad. Er zijn vooraf drie uitgangspunten geformuleerd ten behoeve van het

In de hoofdstad is het lerarentekort groter dan op andere plekken in Nederland. Noodplan:

Schoolbesturen, schoolleiders, leerkrachten en ondersteunend personeel maken zich

zorgen om de kwaliteit van het onderwijs dat we met elkaar geven. Door het ▪ Het plan draagt aantoonbaar bij aan aanpak lerarentekort lerarentekort krijgt een hele generatie kinderen niet het onderwijs dat ze verdient. Als wij ▪ Het plan waarborgt zoveel mogelijk de kwaliteit en continuïteit

ons onderwijs niet serieus nemen, nemen wij de toekomst van onze samenleving niet

meer serieus. van het onderwijs ▪ Het plan stimuleert de kwaliteit voor alle doelgroepen en

De tekorten zijn vooral aanwezig bij scholen met veel kinderen met het risico op een verkleint de kansenongelijkheid

onderwijsachterstand. Juist die scholen waar de kansen voor kinderen toch al kleiner zijn. De tekorten zijn dus het grootst op scholen met leerlingen voor wie het onderwijs het

meest belangrijk is. Proces om tot noodplan te komen

Op dit moment probeert iedere school die met oplopende tekorten Om in deze korte periode een samenhangend en zo breed mogelijk

wordt geconfronteerd, dat zo goed mogelijk op te vangen. Dat levert

allerlei ad hoc-maatregelen op, waarvan het einde niet in zicht is. Op een gedragen Noodplan te ontwikkelen, zijn er verschillende bijeenkomsten georganiseerd met schoolbesturen, schoolleiders, leerkrachten en GMR-

flink aantal scholen is het breekpunt bereikt, de gevolgen voor de

leerlingen en zittende leerkrachten, alsook de schoolleiding, worden en. De resultaten van deze bijeenkomsten zijn verwerkt in het Noodplan en vindt u in bijlage B1.

scherp voelbaar.

De verwachting is dat het tekort blijft oplopen. Daarnaast is het tussentijds meerdere malen afgestemd met verschillende gremia, zoals de Taskforce Lerarentekort en het BBO

Daarom is dit Noodplan opgesteld. Eind december is daartoe een (Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam). Ook is er nauw contact geweest kernteam opgericht bestaande uit Amsterdamse schoolbesturen en met de opstellers van de plannen in andere grote steden en heeft er schoolleiders, de gemeente Amsterdam, OCW en de onderwijsinspectie. overleg plaatsgevonden met AOB en CNV, etc. Ook zijn er veel

De po-raad ondersteunde in de totstandkoming van dit plan. gesprekken gevoerd met belanghebbenden rondom het Amsterdamse

onderwijs.

Samenvatting (2/2)

Dit Noodplan is het resultaat van al deze gesprekken, ze zijn een horen dus ook andere eisen bij. Hetzelfde verwachten van minder weerslag van wat onze scholen, leerkrachten, schoolleiders en mensen, kan niet. Met meer ruimte kunnen zij scholen het onderwijs bestuurders nodig zeggen te hebben. Consensus bestaat daarbij niet. Zo organiseren op een manier die zo goed mogelijkheid de kwaliteit van het is ons onderwijs ook niet georganiseerd, met meer dan 40 besturen, gegeven onderwijs overeind houdt, en de school een prettige organisatie meer dan 200 scholen, evenzovele schoolleiders en een veelvoud aan blijft om in te werken. Omdat scholen van elkaar verschillen, willen we leerkrachten en ouders. Toch was er een duidelijke rode draad in al de hier verschillende oplossingen mogelijk maken. Deze oplossingen vragen gesprekken. verschillende randvoorwaarden, waarvoor besturen, gemeenten en het

Rijk aan de lat staan dit mogelijk te maken.

De hoofdlijn De samenhang tussen deze lijnen is essentieel. Van leerkrachten en schoolleiders kan niet worden verwacht dat ze oplossingen vinden voor

De inhoud van dit noodplan loopt langs drie lijnen. Allereerst moet er tekorten, als ze niet tegelijk zien dat er harder aan behoud en werving meer actie ondernomen worden voor het behoud van leerkrachten en de wordt gewerkt. Alleen werken aan behoud en werving, miskent de werving van nieuwe leerkrachten voor onze scholen. Daar zien we ook realiteit van scholen waarin een oplossing voor tekorten moet worden veel mogelijkheden voor. De maatregelen zullen niet allemaal op korte gevonden die verder gaat dan de ad hoc-maatregelen zoals die nu termijn effect hebben, maar wel op korte termijn vertrouwen geven in worden genomen met alle gevolgen van dien voor leerlingen, een verbetering voor de toekomst. leerkrachten en schoolleiders.

Ten tweede moeten er maatregelen worden genomen om de Vervolg

ongelijkheid in de tekorten tussen scholen aan te pakken. Niemand in de

stad accepteert groeiende ongelijkheid, juist niet in het onderwijs waar Bij de verschillende pijlers zijn concrete maatregelen geformuleerd die

emancipatie een kernwaarde moet zijn en blijven. op korte termijn moeten worden uitgevoerd. Per maatregel is in dit plan aangegeven wie hiervoor verantwoordelijk is. Het is bij elkaar een fors

Ten derde hebben scholen meer regelruimte nodig om. We weten dat de pakket, maar wel een die past bij de situatie. Een noodplan moet tijdelijk tekorten, ook als het werven en behouden van leerkracht verbeteren, zijn, de geschetste situatie accepteert geen van de betrokkenen als zullen aanhouden. Dat betekent dat scholen hun onderwijs zullen ‘normaal’. De maatregelen in dit plan, moeten het noodplan zo tijdelijk moeten organiseren, uitgaande van minder bevoegde leerkrachten. Daar mogelijk maken.

Opbouw van het rapport

Maatregel 3: Meer actie op school- en bestuursniveau in behoud/flexibilisering ................................................................. 28

Maatregel 4: Woningen & Reiskosten .......................................... 28

Maatregel 5: Grote stedentoeslag (rijk) ........................................ 28

Maatregel 6: Betere PR voor het onderwijs .................................. 28

Inhoudsopgave Pijler 2: Gelijke verdeling van tekorten ....................................... 29

  • 1. 
    Het lerarentekort in Amsterdam ................................................. 7 Maatregel 1: Bestuurlijk commitment: iedereen draagt bij ........... 29
  • 2. 
    Huidige maatregelen ............................................................... 13 Maatregel 2: Grote stedentoeslag met schoolgewichtcomponent 30

Maatregelen en inzet Schoolbesturen .......................................... 13 Pijler 3: Scholen ondersteunen in omgaan met langdurig tekort ... 32

Maatregelen en inzet Gemeente ................................................. 13 5. Implementatie noodplan .......................................................... 39

Maatregelen en inzet Rijk ............................................................ 13 B1: Uitwerkingen bijeenkomsten .................................................. 41

  • 3. 
    Mogelijke nieuwe structurele maatregelen................................. 17 B2: Samenstelling kerngroep ....................................................... 52
  • B. 
    Behoud van bestaande leerkrachten ........................................ 19 B3: Additionele analyses .............................................................. 53
  • C. 
    Verhogen werkdagen per leerkracht ........................................ 19 B4: ‘Leren van Den Haag’ ............................................................. 55
  • D. 
    Verminderen vraag naar leerkrachten ...................................... 20 B5: Wetenschappelijke begeleiding bij implementatie .................... 58
  • 4. 
    Noodplan Amsterdam.............................................................. 24 B6: Convenant Noodplan Lerantekort ........................................... 59

    Benodigde acties van besturen, gemeente en Rijk ........................ 25

Pijler 1: Maximaal inzetten op behoud en werving van leerkrachten

Maatregel 1a: impuls in kwaliteit zij-instroom .............................. 26

Maatregel 1b: impuls doorstroom onderwijsassistenten naar leraarschap ................................................................................. 27

Maatregel 2: Versterken service voor leerkrachten bij praktische problemen .................................................................................. 27

1.

Het lerarentekort

in Amsterdam

  • 1. 
    Het lerarentekort in Amsterdam Tekort in Amsterdam ligt significant boven landelijk gemiddelde

Het lerarentekort in Nederland neemt steeds verder toe. Deze toename is Ramingen van CentERdata 2 laten een landelijk tekort zien van 2,0% in 2019 echter niet overal gelijk. De toename in de grote steden ligt hoger dan de ( Figuur 1 ). Dit tekort is in de meeste andere G5 gemeenten hoger, maar in toename op landelijk niveau, en de toename van het tekort in Amsterdam Amsterdam is dit tekort zelfs twee keer zo groot met 3,9%. Ook is het tekort ligt zelfs nog significant hoger dan de toename in andere grote steden. in Amsterdam groter dan in omringende regio’s zoals Groot Amsterdam.

In dit hoofdstuk wordt eerst aan de hand van landelijke studies gekeken naar de voorspellingen over de toename van het lerarentekort op landelijk niveau en in Amsterdam. Hierna worden de conclusies uit het eigen onderzoek van de BBO uiteengezet, waaruit blijkt dat het werkelijke lerarentekort in

Gegevens (po+SBAO+SO) Totaal aantal leerlingen 61.340 Totaal aantal leerkrachten nodig 3.408 Vacatures totaal: 389 FTE

  • • 
    Waarvan po 367 FTE • Waarvan SBAO 17 FTE • Waarvan SO 6 FTE

Totaal aantal onbevoegden: 277 FTE

  • • 
    Waarvan po 256 FTE • Waarvan SBAO 16 FTE • Waarvan SO 5 FTE

Percentage (%) tekort: 12,3%

  • • 
    % tekort in po 12,5% • % tekort in SBAO 11,9%
  • • 
    Figuur 1 Landelijke studie laat zien dat tekort in Amsterdam significant boven het % tekort in SO 6,1 %

Bron: Open DUO, Inventarisatie BBO – Peildatum december 2019 gemiddelde ligt

Amsterdam groter is dan door landelijke studies is voorspeld. De BBO-studie laat daarnaast zien dat het tekort vooral op scholen met veel gewichtleerlingen 1 groot is.

1 Scholen en gemeenten krijgen geld om achterstanden van kinderen te voorkomen en te bestrijden. 2 CentERdata is een onderzoeksinstituut dat jaarlijks in opdracht van het ministerie van OCW

De hoeveelheid geld wordt bepaald met behulp van een indicator ontwikkeld door het CBS. Het CBS arbeidsmarktramingen voor het onderwijs in Nederland maakt. Het meest recente rapport is van 16 kijkt eerst per kind naar een aantal kenmerken, zoals bijvoorbeeld het opleidingsniveau van de december 2019. Hierin wordt uitgegaan van de wet- en regelgeving per 1 januari 2019. ouders en de schuldsanering van het gezin, die voorspellend zijn voor het oplopen van een In dit rapport wordt geen voorspelling voor 2019 gedaan. Daarom is voor de informatie over de onderwijsachterstand. Op basis van de scores van alle kinderen berekent het CBS de score per landelijke tekorten in 2019 bij uitzondering het rapport van 2018 als bron gebruikt.

school. Scholen met een hoger risico krijgen meer geld. Bron: tweedekamer.nl

Tekort in Amsterdam neemt sneller toe dan elders

Bovendien voorspelt CentERdata dat het tekort tussen 2019-2024 op zowel landelijk niveau als in Amsterdam zal blijven toenemen ( Figuur 2 ). Deze toename kan twee verschillende oorzaken hebben.

Allereerst kan er een tekort ontstaan doordat het aanbod aan beschikbare leerkrachten afneemt. Er wordt voorspeld dat dit zowel op landelijk niveau als in de G5 in de komende jaren het geval zal zijn.

Daarnaast kan er ook een tekort ontstaan door een toename van het aantal leerkrachten dat er nodig is. Dit kan worden veroorzaakt door een groeiend aantal leerlingen of groei van het aantal gewichtleerlingen. De vraag naar leerkrachten zal in alle steden, met uitzondering van Den Haag, blijven toenemen. Op landelijk niveau neemt de vraag af.

Deze afname van de vraag naar leerkrachten is echter onvoldoende om de Figuur 2 Toename tekort significant hoger in Amsterdam dan in overige steden

afname van het aanbod aan leerkrachten te compenseren, waardoor het

tekort in Den Haag en op landelijk niveau toch blijft toenemen. Het lerarentekort neemt de komende jaren naar verwachting ook in alle regio’s rondom Amsterdam toe, maar ook nu ligt het te verwachten tekort

In de andere steden wordt de toename van het tekort door een combinatie als percentage van het benodigd aantal leerkrachten in Amsterdam een stuk van beide effecten veroorzaakt: het aantal beschikbare leerkrachten neemt hoger ( Figuur 3 ). Zo neemt het tekort in Groot Amsterdam bijvoorbeeld af terwijl het aantal benodigde leerkrachten toeneemt. In Amsterdam loopt maar toe met 2,5% pt (43 FTE), terwijl het tekort in Amsterdam met 7,8% pt het tekort de komende jaren sneller op dan in de andere G5-steden of de rest (346 FTE) toeneemt. 3 van Nederland.

3 Het voorspelde totaalaantal benodigde leraren in 2024 is 4.434. Dit betekent dat de is. Van deze 7,8% tekort wordt 4,0% veroorzaakt door het verminderde aantal toename van 346 FTE tekort als percentage van het totaal aantal benodigde leraren 7,8% beschikbare leraren, en 3,8% door de verhoogde vraag naar leraren.

basisonderwijs (sbao) is het tekort 13,4% en in het speciaal onderwijs (so) 5,2%.

Figuur 3 Lerarentekort neemt in regio's rondom Amsterdam ook toe

Figuur 4 Tekort in Amsterdam gemiddeld 11,4% blijkt uit BBO inventarisatie

Tekort in Amsterdam gemiddeld 11,4% blijkt uit inventarisatie

BBO Dit tekort is echter niet op alle scholen hetzelfde ( Figuur 5 ). De meeste

scholen hebben een tekort van 0-5%, maar er zijn ook scholen met een zeer

Om beter inzicht te krijgen in het lerarentekort hebben de Amsterdamse groot tekort. Ca. 65 van de 228 scholen hebben zelfs een tekort van meer schoolbesturen een eigen inventarisatie gemaakt van het tekort 4 . De data dan 15%.

zijn door de verschillende schoolbesturen aangeleverd en centraal geanalyseerd.

Over de dataverzameling door het BBO

Deze inventarisatie laat zien de het tekort op 1 november nog veel groter De hier gepresenteerde inzichten zijn allemaal op basis van de inventarisatie van 1 november 2019. In

was dan landelijk was voorspeld ( Figuur 4 ). In het po is er een tekort van 361 januari 2020 is een nieuwe inventarisatie gedaan van de vacatures. Deze wordt nog in detail geanalyseerd maar geven op hoofdlijnen een overeenkomstig beeld. De inventarasatie wordt in 2020

fte, ofwel 11,6% van het benodigd aantal leerkrachten. In het speciaal periodiek herhaald. In de komende periode zal ook afstemming gezocht worden met de G4 om de

onderlinge consistentie te verhogen.

4 Scholen is gevraagd hoeveel leraren ze nodig zouden hebben en hoeveel bevoegde aantal leraren. Ook leraren die nu voor de klas staan maar onbevoegd zijn worden niet leraren ze nu hebben. Het verschil daartussen wordt gezien als tekort. Zij-instromers (die meegeteld. Het tekort is dus het aantal benodigde leraren min het aantal bevoegde wel al gedeeltelijk zelfstandig voor de klas staan) worden hier nog niet meegeteld in het leraren dat nu voor de klas staat.

Factoren zoals de schoolgrootte, het oprichtingsjaar, het stadsdeel en de

leerlinggroei hebben geen of zeer beperkte invloed op het tekort.

Figuur 5 Het lerarentekort verschilt sterk per school

Tekort met name groot op scholen met veel gewichtleerlingen

Figuur 6 Met name op scholen met veel gewichtleerlingen is tekort hoog

Om te verklaren waarom de ene school een groot lerarentekort heeft en de andere school helemaal geen tekort heeft is er naar verschillende factoren gekeken.

De factor die duidelijk een rol speelt is het schoolgewicht. Hoe hoger het schoolgewicht, des te groter (gemiddeld) het lerarentekort. Een belangrijke opmerking hierbij is dat dit gemiddelden zijn, en dat dus niet alle scholen met een hoog schoolgewicht ook een groot lerarentekort hebben.

Scholen met veel leerlingen met een risico op een onderwijsachterstand, hebben dus veel vaker te maken met tekorten. Hierdoor wordt de kansenongelijkheid in de stad vergroot. Dit is onacceptabel.

De dagelijkse praktijk op scholen, voor leraren en leerlingen

De praktijk op een Amsterdamse school (december 2019)

“We heffen twee groepen op. Ouders en kinderen zijn afgelopen week op de hoogte gebracht. De middenbouwgroep is al vanaf december verdeeld, de bovenbouwgroep verdelen we na de Kerstvakantie. De middenbouwgroepen bestaan nu uit 26 - 28 leerlingen. De bovenbouwgroepen groeien na de Kerstvakantie uit tot 30-31 leerlingen. De leerkrachten hebben er maandag alles aan gedaan om de kinderen thuis te laten voelen in hun nieuwe klas”. - Schoolleider

“Samen staan we sterk, met u als betrokken ouders en ik met

Klik hier

voor het een fantastisch team”! - Schoolleider

artikel

online “Treurig nieuws. Wij schrokken van jouw mail, de ernst van

de situatie komt hard binnen voor ons als ouders. Volgens mij

hebben jullie het lerarentekort lang buiten de deur kunnen

houden, maar helaas moet ook 'onze' school eraan geloven

nu”. - Ouder

“Met enige schaamte ben ik nu pas echt goed wakker geschud. Nu in ‘t in je eigen achtertuin plaatsvindt, is het geen optie meer om niets te doen”. - Ouder

Bron: verstuurde brieven naar ouders en betrokkenen van de

Klik hier school en hun reacties

voor het artikel online

2.

Huidige

maatregelen

  • 2. 
    Huidige maatregelen ▪ Meer nieuwe leerkrachten opleiden ▪

    Meer leerkrachten aantrekken en behouden: aantrekkelijk Amsterdam

Op dit moment worden door scholen, schoolbesturen, gemeente en het Rijk ▪ Professionalisering al veel maatregelen genomen om het aanbod van leerkrachten te vergroten, ▪ Modern werkgeverschap & sterk leiderschap

en de leerkrachten op scholen te behouden.

Maatregelen en inzet Schoolbesturen Bovenstaande pijlers hebben geleid tot vijf actielijnen, allen gericht op

Schoolbesturen zijn dagelijks bezig met het terugdringen van het het werven en behouden van leerkrachten voor de Amsterdamse lerarentekort. Er wordt ingezet op vakleerkrachten en er wordt een leerlingen:

andere invulling gegeven aan schoolorganisaties. Er wordt aandacht Actielijn 1 en 2: Imago en instroom gegeven aan bovenschoolse ondersteuning, inzet op ondersteunend Verbeteren imago lerarenberoep, informatie voor potentiele leraren en inzet personeel en zij-instromers. om kansrijke groepen te begeleiden naar een baan in het onderwijs

Schoolbesturen zijn in gesprek om leerkrachten te behouden Actielijn 3: Versterken lerarenberoep

(bijvoorbeeld door extra secundaire arbeidsvoorwaarden) en zijn actief Loopbaanpaden en professionalisering voor leraren, sterk HRM-beleid en bezig met het terugdringen van het ziekteverzuim. Daarnaast zoeken koppeling van lesgeven met onderzoek schoolbesturen zoeken naar mogelijkheden voor flexibel

werkgeverschap. Actielijn 4: Aansluiting lerarenopleiding op mbo Toeleiding en voorbereiding van leraren in opleiding naar een baan in het

mbo

Maatregelen en inzet Gemeente Actielijn 5: Randvoorwaarden

De urgentie is hoog, want een tekort aan leerkrachten is een directe Reiskosten, parkeren en wonen, zodat de stad een aantrekkelijker en beter bedreiging voor de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs. Daarom bereikbare werkplek is

werken in Amsterdam de schoolbesturen, de lerarenopleidingen en de

gemeente samen aan het terugdringen van het lerarentekort, in een De Taskforce Lerarentekort werkt momenteel aan een actieplan, waarin

Taskforce Lerarentekort Amsterdam. De gezamenlijke maatregelen zijn sprake is van een intensivering van de huidige lerarenagenda en de ingezette opgenomen in de Amsterdamse Lerarenagenda 2019-2023 ‘Liever voor maatregelen. Enkele maatregelen die genoemd worden in dit noodplan de klas’. Er wordt gewerkt aan twee ambities: het wegwerken van het zullen ook nader uitgewerkt worden door de Taskforce Lerarentekort en huidige en toekomstige lerarentekort en sterke Amsterdamse opgenomen worden in het actieplan.

professionals. Dit doet de gemeente aan de hand van vier pijlers: Maatregelen en inzet Rijk

Het Rijk werkt via zes hoofdlijnen aan het lerarentekort: Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap investeert in 2018, 2019 en 2020 € 270 miljoen in de salarissen van leerkrachten in het

primair onderwijs. Daarnaast is er incidenteel in 2019-2020 333,5 miljoen

  • 1. 
    In-, door- en uitstroom van de lerarenopleidingen beschikbaar om de werkdruk tegen te gaan, oplopend tot 430 miljoen

Halvering van het collegegeld in de eerste 2 jaar van de euro per jaar.

lerarenopleidingen, waaronder de pabo. 6. Anders organiseren en innovatieve ideeën

  • 2. 
    Zij-instroom bevorderen ▪ Scholen kunnen hun onderwijs anders organiseren. Dat kan op

De zij-instroomregeling is per 1 september 2017 uitgebreid. Ook worden een manier waarbij met minder leerkrachten aan hetzelfde de mogelijkheden verruimd voor zij-instroom voor studenten met een aantal leerlingen wordt lesgegeven (bijvoorbeeld in units). Het achtergrond in het hoger onderwijs aan een (verkorte) deeltijd pabo. Zij Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) mogen na het behalen van een aantal mijlpalen tijdens hun studie al voor verzamelt goede voorbeelden voor het anders organiseren van de klas. onderwijs.

Verder 3. Behoud van leerkrachten

▪ Subsidie voor onderwijsassistenten die de lerarenopleiding gaan

Door strategischer personeelsbeleid te voeren kunnen werkgevers volgen. bijdragen aan een aantrekkelijk beroep, nieuwe leerkrachten aantrekken ▪ Er is sinds 2019 een subsidieregeling voor onderwijsassistenten in en leerkrachten die al voor de klas staan vasthouden. Het ministerie van het primair onderwijs die starten met de lerarenopleiding Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ondersteunt de werkgevers. Om de basisonderwijs (pabo). werkdruk te verminderen, stelt het kabinet structureel € 430 miljoen ▪ Ondersteuning regionale plannen van aanpak: de beschikbaar. onderwijsarbeidsmarkt wordt sterk regionaal bepaald. Met de

  • 4. 
    Stille reserve subsidieregeling Regionale aanpak personeelstekort stimuleert

    het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Subsidieregeling voor herintreders. Nieuwe aanpak van het schoolbesturen, scholen en lerarenopleidingen het lerarentekort Participatiefonds voor mensen met een uitkering in het primair gezamenlijk aan te pakken.

onderwijs. Het doel van deze aanpak die in september 2018 start, is om binnen 2 jaar tijd 1.000 uitkeringsgerechtigden duurzaam aan de slag te krijgen.

  • 5. 
    Beloning en carrièreperspectief

Figuur 8: Overzicht reeds genomen maatregelen

3.

Mogelijke nieuwe

structurele

maatregelen

  • 3. 
    Mogelijke nieuwe structurele maatregelen

Om het lerarentekort terug te dringen moet een breed scala aan maatregelen worden genomen. De maatregelen kunnen op vier manieren bijdragen aan het terugdringen van het lerarentekort. Per maatregel beschrijven we het mogelijke resultaat op korte en op middellange termijn en via welke weg het tekort verkleind wordt. De hier genoemde maatregelen zijn allemaal structurele maatregelen.

Per maatregel is een indicatieve berekening gemaakt van het potentieel op korte en middenlangetermijn. De hieronder geinventariseerde maatregelen resulteren in totaal in circa 85FTE additionele leerkrachten op korte termijn (<2jr) en 180FTE additionele leerkrachten op middellange termijn (<5jr). Hiervoor dient wel geinvesteerd te worden

(zie hoofdstuk 4). Dit is circa 1/3 van het voorspelde tekort voor 2024.

Figuur 7 Vier wegen om lerarentekort terug te dringen

  • A. 
    Verhogen instroom leerkrachten A2. Verhogen instroom uit zij-instroom en opstroom

A1. Verhogen instroom uit reguliere opleidingen opleidingen

Potentieel <2jr 0 FTEs Potentieel <2jr ~25 FTEs Potentieel 2-5 jr ~20 FTEs Potentieel 2-5 jr ~50 FTEs

Een PABO opleiding duurt 4 (voltijd) of 2 jaar (deeltijd). De uitstroom van de Op zij-instroom is de afgelopen jaar fors geïnvesteerd door de Gemeente

Amsterdamse opleidingen (HvA en iPabo) is hierdoor voor de korte termijn Amsterdam (in de vorm van subsidies) , door schoolbesturen (in de vorm van goed te voorspellen ( Tabel 1 ). Wel is het belangrijk om er rekening mee te tijd en geld) en het Rijk. De toename in het aantal zij-instromers is positief houden dat niet alle gediplomeerden in Amsterdam zullen gaan werken en en hoopgevend, echter stroomt een deel van de zij-instromers ook snel weer dat ze ook niet allemaal fulltime gaan werken. Het werkelijke aantal FTEs uit. De duurzame bijdrage aan het terugdringen van het tekort moet nog dat uit reguliere opleidingen zal komen is daarom waarschijnlijk lager. blijken.

Uitstroom Instroom Aantal Slagings Verwacht aantal

Uitstroom jaar Aantal instromers Verwacht aantal gediplomeerden jaar jaar instromers percentage gediplomeerden 2020 337 126 2019

2021 385 140 2017

22 onbekend <22

2022 422 156 2020 2018 45 onbekend <45 2023 432 162 2021 2019 75 onbekend <75

Tabel 1 Verwachte uitstroom uit reguliere PABO opleidingen in Amsterdam 5

De instroom vanuit de reguliere opleidingen is lastig te beïnvloeden. De

gemeente probeert het percentage afstudeerders te bevorderen door het We zien echter nog wel mogelijkheden om de duurzame effectiviteit van zijaanbieden

van een gemeentelijke subsidie op het afronden van de opleiding. instromers te verhogen door in te zetten op intensievere begeleiding en ondersteuning gedurende het zij-instroom traject. Ook moet voorkomen

Daarnaast is het slagingspercentage in Amsterdam maar iets lager dan het

landelijk gemiddelde van 52,7%. Het verhogen van de instroom hangt nauw worden dat zij-instromers direct zelfstandig voor de klas staan. Hierdoor samen met landelijke trends rondom de populariteit en aantrekkelijkheid hebben zij onvoldoende tijd om in te werken en neemt de kans op (tijdige) van het beroep van leerkracht. Op korte termijn zijn hier geen aanvullende uitstroom sterk toe.

en extra maatregelen voorhanden om het aantal nieuwe leerkrachten A3. Aantrekken van leerkrachten uit andere regio’s

afkomstig van de opleidingen te vergroten. Op lange termijn is hier

natuurlijk veel mogelijk, echter wel sterk afhankelijk van landelijk beleid. Potentieel <2jr ~10 FTEs

Potentieel 2-5 jr ~20 FTEs

5 Bron: Uitvraag bij instellingen

Verdere uitbouw van de regelingen (met name rondom parkeren,

Ook in de omgeving van Amsterdam is het lerarentekort aanwezig, hoewel reiskosten en woningen) kan ervoor zorgen dat een groter deel van de

op een lager niveau. Het aantrekken van leerkrachten uit de omgeving wordt leerkrachten voor de stad behouden blijft.

bemoeilijkt door de reisafstand en -kosten en door de Daarnaast is het part-time blijven inzetten (B3) van leerkrachten met huisvestingsproblematiek. Wel lukt het schoolbesturen om in sommige pensioengerechtigde leeftijd een aantrekkelijk optie om leerkrachten gevallen leerkrachten en schoolleiders uit naburige gemeenten aan te voor het vak te behouden.

trekken door te starten met innovatieve schoolconcepten. Echter de

huisvestings en/of reisproblematiek in Amsterdam zorgt ervoor dat vrijwel C. Verhogen werkdagen per leerkracht

alle leerkrachten die reeds buiten Amsterdam werken beperkt gestimuleerd kunnen worden om zich richting Amsterdam te bewegen (zie ter illustratie

de zoom-in hoofdstuk 3 over de huizenmarkt in Amsterdam). C1. Verhogen part-time factor

Buiten de regio groot Amsterdam zijn er nog wel gebieden met een Potentieel <2jr ~5 FTEs overschot aan leerkrachten, hoewel ook in deze gebieden oploopt. Het Potentieel 2-5 jr ~10 FTEs

aantrekken van leerkrachten over grote afstand blijkt echter lastig. Er is weinig bereidheid tot verhuizen en/of het forensen over grote afstand.

Daarnaast is – met de huidige arbeidsmarkt – het voor deze leerkrachten Door het verhogen van het aantal werkuren per leerkracht wordt het eenvoudig om andersoortig werk te vinden in de eigen regio. Dit wordt in de aantal beschikbare (bevoegde) lesuren groter. In Amsterdam werkt de

meeste gevallen geprefereerd. gemiddelde leerkracht echter al veel meer uren dan het landelijk

gemiddelde. De ruimte om deze factor verder te verhogen lijkt daarmee

  • B. 
    Behoud van bestaande leerkrachten beperkt. Inmiddels is de gemiddelde werktijdfactor voor leerkrachten in Potentieel <2jr 30 FTEs Amsterdam vergelijkbaar met wat er maximaal in de publieke sector

Potentieel 2-5 jr 50 FTEs wordt bereikt.

<0.5 FTE 0.5-0.8 FTE >0.8 FTE Het lerarentekort in de omgeving van Amsterdam, alsmede de goede Amsterdam 15.6% 28.1% 56.3% omstandigheden op de arbeidsmarkt in het algemeen zorgen er voor dat Landelijk 20.6% 39.4% 40.1%

Amsterdamse leerkrachten veel mogelijkheden hebben om uit te Bron: openduo stromen (B1 & B2). Met een breed scala aan maatregelen door zowel de

schoolbesturen als de gemeente wordt geprobeerd leerkrachten voor het Bovendien is het verzoek aan huidige leerkrachten om extra uren bij te

vak en Amsterdam te behouden. springen een van de eerste oplossingen die door scholen wordt gebruikt wanneer zij een tekort hebben. Het is dus onwaarschijnlijk dat het

verhogen van de parttime factor in Amsterdam nog significant bijdraagt D. Verminderen vraag naar leerkrachten aan het verkleinen van het tekort.

C2. Verlagen van verzuim D1. Verminderen van aantal kleine scholen en klassen

Potentieel <2jr ~5 FTEs Potentieel 2-5 jr ~10 FTEs

Het verzuim in Amsterdam is de laatste jaren teruggedrongen. In het po van

7,5% in 2016 naar 6,8% in 2018 en in het sbao zelfs van 9,0% in 2016 naar

6,9% in 2018. Daarmee komt Amsterdam steeds dichter in de buurt van het landelijk gemiddelde van 5,9%. Verschillende scholen en besturen laten zien dat er nog meer winst te behalen is en het ingezette beleid zal dan ook verder worden doorgezet. (Bron: DUO verzuimonderzoek personeel po en vo 2018 - 6 sept 2019)

Figuur 8: Aantal scholen naar schoolomvang in Amsterdam

Van besturen mag worden verwacht dat ze extra kritisch kijken naar de duurzame levensvatbaarheid van kleine scholen in Amsterdam in de context van het lerarentekort. Veel van de kleine scholen staan in groeiende wijken en daar is het perspectief helder. Dat geldt echter niet voor alle scholen. Met elkaar moeten we ervoor zorgen dat we alle energie steken in sterke scholen met een gezonde omvang.

Potentieel <2jr ~10 FTEs Potentieel 2-5 jr ~30 FTEs

D2. Noodmaatregelen – vervangen leerkrachten geschapen. In noodsituaties handelen scholen echter naar hun

mogelijkheden, liefst in lijn met wetgeving. Omdat structurele tekorten nu op veel Amsterdamse scholen al orde van de dag zijn, zijn er in Amsterdam al een grote variëteit aan maatregelen ingezet als ‘oplossing’. Deze maatregelen variëren in impact op onderwijskwaliteit, belasting voor het team, en het schuren tegen wet- en regelgeving.

De meest ingezette maatregelen zijn:

Langdurige vervanging Toelichting

  • 1. 
    Benoembaar Dit zijn nog niet bevoegden zoals zij(studerend voor instromers, 3 e en 4 e jaar pabostudenten en bevoegdheid) deeltijd-pabostudenten
  • 2. 
    Bekwaam Dit zijn lerarenondersteuners en (onbevoegd) onderwijsassistenten.
  • 3. 
    Verminderen IB’ers en Directeuren die zelf voor de klas ambulante tijd staan
  • 4. 
    Verminderen Vakdocenten die aanvullende groepsverantwoordelijkheid nemen, onderwijsvormen afschaffen van plusgroepje, etc.

Bij tijdelijke problemen komen hier dan nog andere ad hoc ‘oplossingen’ zoals het naar huis sturen van groepen, het verdelen van groepen en de inzet van (groot)ouders. Dit zijn maatregelen met impact op de kwaliteit van het onderwijs, en voldoen met regelmaat niet aan wet- en regelgeving omtrent bevoegdheid of onderwijstijd.

De handreiking van het ministerie heeft de maatregelen verhelderd die binnen wet- en regelgeving uitgevoerd kunnen worden. 6 Met name de interpretatie van het begrip bevoegdheid heeft hierin duidelijkheid

6 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2018/11/08/handreikinglerarentekort-primair-onderwijs-po

Zoom-in: De beperkte mogelijkheden voor leerkrachten op de Als een van hen gaat werken op De Indische Buurt School, is het

Amsterdamse woningmarkt dichtstbijzijnde huis dat ze zich kunnen veroorloven buiten Amsterdam,

Een lerarengezin waarin beide ouders vijf jaar werkervaring hebben in Diemen. Dit is op twintig minuten fietsafstand van de school. Hier overweegt om van Apeldoorn naar Amsterdam te verhuizen omdat staat een huis te koop van 103 m 2 waar nog veel aan moet gebeuren voor leerkrachten daar hard nodig zijn. Ze hebben één kind en verwachten €375.000 k.k. Andere mogelijkheden binnen Amsterdam liggen op een tweede. Ze willen dus graag een huis van minimaal 100m minimaal 25 minuten fietsafstand van de school. 2 met een

tuin. Ze werken beiden fulltime en verdienen allebei ongeveer €37.402 Als ze toch besluiten in Apeldoorn te blijven, hebben ze een hele ruime per jaar. Ervan uitgaande dat ze geen studieschuld hebben kunnen ze keuze uit woningen op fietsafstand van de binnenstad en scholen. Zo een hypotheek van ongeveer € 404.000 krijgen. staat er een eengezinswoning te koop van 115 m 2 in goede staat voor

€269.000 k.k. en een vrijstaande woning van 123 m 2 op loopafstand van

het centrum voor €299.950 k.k. 4.

Noodplan

Amsterdam

  • 4. 
    Noodplan Amsterdam Pijler 1: Maximaal inzetten op behoud en werving van leerkrachten

    Maximaal inzetten op het behouden en verhogen van de instroom is Scholen lossen al lange tijd de problemen van het tekort op. Er wordt tot nu toe vooral nodig om te zorgen dat het tekort niet verder oploopt. Onder deze pijler achter de schermen gewerkt aan oplossingen. Voor leerlingen kan het betekenen dat vallen de volgende maatregelen:

schooldagen uitvallen, de leerkracht soms niet de vereiste opleidingen heeft, of er veel

verschillende gezichten voor de klas staan. Dit alles om maar geen leerlingen naar huis te 1. Meer actie op school- en bestuursniveau op behoud van

hoeven sturen. Door het oplopende tekort is dit geen houdbare situatie meer. Het is personeel en versterking van goed werkgeverschap (besturen)

belangrijk dat het tekort aan leerkrachten zichtbaar wordt en blijft, zodat de urgentie van

het vraagstuk voor de hele samenleving duidelijk wordt. 2. Impuls in kwaliteit en omvang zij-instroom & verleggen

financiering (besturen, opleiding, rijk).

De geschetste context en de ramingen van de tekorten maken dit 3. Versterken service voor leerkrachten bij praktische problemen, noodplan noodzakelijk. Omdat het een veelomvattend vraagstuk is, denk aan reiskostenvergoeding, parkeren en wonen (Gemeente) vraagt het een meersporen-aanpak. Deze aanpak wordt in dit hoofdstuk 4. Woningen & reiskosten (gemeente) beschreven langs een aantal pijlers. 5. Grote stedentoeslag (rijk)

Drie pijlers in samenhang Pijler 2: Gelijke verdeling van tekorten

Het noodplan is opgebouwd rondom drie pijlers. De pijlers gezamenlijk Om de negatieve impact van de bestaande en verwachte tekorten zo bieden een antwoord op de noodsituatie. Zowel de schoolbesturen als de klein mogelijk te houden is het van belang dat alle schoolbesturen gemeente en het Rijk moeten zich inzetten om de maatregelen binnen bijdragen aan het oplossen van het probleem. Twee maatregelen vormen de drie pijlers mogelijk te maken. de kern van deze pijler:

▪ Pijler 1: Maximaal inzetten op behoud en werving van 1. Bestuurlijk commitment: iedereen draagt bij

leerkrachten 2. Schoolgewicht toeslag (component van grote stedentoeslag)

▪ Pijler 2: Gelijke verdeling van de tekorten

▪ Pijler 3: Scholen ondersteunen in omgaan met langdurig tekort

Pijler 3: Scholen ondersteunen in omgaan met langdurig tekort Scholen zullen hun onderwijs gaan organiseren vanuit de werkelijkheid

Met pijler 1 en 3 wordt het lerarentekort aangepakt zonder in te boeten dat er de komende jaren een leerkrachtentekort is. Dit betekent dat er op op onderwijskwaliteit. Door terugdringen van het tekort gaat de een andere manier naar het onderwijs gekeken wordt.

onderwijskwaliteit op scholen met een groot tekort omhoog. Door pijler

2 toe te voegen aan het plan zorgen we ervoor dat de kansenongelijkheid De volgende opties worden mogelijk gemaakt:

niet vergroot en hopelijk zelfs afneemt. ▪ Groepen vergroten

▪ Een deel van het curriculum laten verzorgen door onbevoegden

▪ Minder onderwijstijd programmeren, en voor de leerling in de

overgebleven tijd een aanvullend programma organiseren Scholen zullen zelf keuzes maken welke aanpak het beste past bij de doelgroep van de school, de grootte van de school, de praktische omstandigheden en de onderwijsvisie. Scholen kunnen er ook voor kiezen om verschillende opties te combineren.

Benodigde acties van besturen, gemeente en Rijk

De benodigde en gevraagde acties van besturen, gemeente en Rijk zijn separaat verwoord in het Convenant Noodplan Lerarentekort. Deze is los beschikbaar en toegevoegd als bijlage 6.

Pijler 1: Maximaal inzetten op behoud en werving van ▪ Minder uitval, hogere kwaliteit, door minder roofbouw op zijleerkrachten

instromers en de school ▪ Op dit moment 120 fte in Amsterdam, dat aantal kan met goede

begeleiding en financiering omhoog. Maatregel 1a: impuls in kwaliteit zij-instroom

Op dit moment kent Amsterdam een grote diversiteit in aanpak en Kernelementen: organisatie van de zij-instroom. Dit leidt tot wisselende kwaliteit van de

trajecten en een omvang die niet ambitieus genoeg is. Daarin is ▪ Gezamenlijke intake, organisatie werkervaringstraject en

verbetering urgent. geschiktheidsonderzoek ▪ Gezamenlijke voorlichting

Het aantal belangstellenden voor het traject is groot. Tegelijk lopen ▪ Verzamelpunt vacatures (werkervaringstraject, en zij-instroom scholen, schoolbesturen en de pabo’s tegen de grenzen van het plekken) absorptievermogen aan. De kwaliteit van de begeleiding verschilt per ▪ Plekken die gematched worden krijgen financiering vanuit

school en bestuur. Voor besturen is het investeren in zij-instromers centrale punt.

belangrijk, maar ook kostbaar. De huidige bekostiging van het ZiB- ▪ Co-financiering vanuit besturen (50% van het 2e jaar). traject (zij-instroom in beroep) is ontoereikend. ▪ Verhoogde kwaliteit van begeleiding. Door besturen zelf

Voor potentiele zij-instromers is de combinatie van werken als leraar en (voldoende aan kwaliteitscriteria, of georganiseerd gezamenlijk)

een opleiding volgen een zwaar traject. Een derde van de zij-instromers heeft wel eens overwogen om te stoppen. Het maatwerk van de Impact op zij-instromer opleiding wordt over het algemeen als matig ervaren, zowel inhoudelijk

als organisatorisch. Verder is een voortraject met werkervaringstraject ▪ Een vergoeding voor het werkervaringstraject (4 maanden) belangrijk en doeltreffend om kandidaten te selecteren die kansrijk zijn ▪ Minder snel te grote verantwoordelijkheid voor een groep

voor het ZiB-traject. Essentieel is het om meer en betere begeleiding en (zachte landing)

meer maatwerk tijdens het traject te organiseren. ▪ Doorbetaalde studiedag (varieert nu per bestuur) ▪ Betere begeleiding

Hoofdlijn van de kwaliteitsimpuls:

Partners Impact op school/bestuur

▪ Opleidingen, besturen, rijk ▪ Geld geen doorslag om minder zij-instromers een plek te bieden.

Pas co-financiering op het moment 2e jaar dat zelfstandige Doelstelling bijdrage in onderwijs verwacht mag worden.

▪ Vertrouwen in kwaliteit van begeleiding

▪ Minder zorgen over kwaliteit van onderwijs

Kernelementen:

Doorrekening Aanhakend bij de geschetste structuur voor kwaliteitsimpuls zij

instromers:

▪ ‘gezamenlijk maatwerkprogramma’ op basis van EVC traject 7 ▪ Rijk maakt zij-instroomtrajecten voor geschikte mbo’ers

mogelijk Voorwaarden en impact op schoolbesturen: zie kwaliteitsimpuls zijinstromers

Doorrekening: nu subsidieregeling voor ‘19/’20: max 5000 voor 4 jaar subsidie, per bevoegd gezag max 3. Wat is nodig: meer financiële ruimte en flex pabo (oa hoeven er geen 4 jaar over te doen op basis van EVC moet maatwerk geleverd worden: geldt overigens ook voor andere zijinstromers)

Maatregel 2: Versterken service voor leerkrachten bij praktische

Maatregel 1b: impuls doorstroom onderwijsassistenten naar problemen

leraarschap De gemeente Amsterdam stelt al aan iedere schoollocatie

Partners parkeervergunningen beschikbaar. Scholen hebben hiermee recht op twee keer zoveel parkeervergunningen (maatschappelijke vergunningen)

▪ Opleidingen, besturen, Rijk als bedrijven. Het aantal parkeervergunningen is afhankelijk van de

ligging van de school en het aantal medewerkers. Sinds 2019 stelt de gemeente nog eens twee extra parkeervergunningen per schoollocatie

Doelstelling beschikbaar, met uitzondering van stadsdeelcentrum waar het om een

▪ Vergroten carrièreperspectieven voor veelbelovende extra vergunning gaat.

onderwijsassistenten

7 EVC staat voor Erkenning van eerder Verworven Competenties. Dit betekent dat wat je geleerd hebt op school, in je werk of privé wordt beoordeeld en erkend. EVC maakt zichtbaar welke kennis, inzichten en ervaringen je hebt opgedaan.

Schoolbesturen en schoolleiders ondervinden echter nog te veel In de Amsterdamse lerarenagenda ‘liever voor de klas’ is al opgenomen (administratieve) hinder bij het aanvragen van parkeervergunningen. Er dat een passend woningaanbod (voor starten en jonge gezinnen) de stad is grote behoefte aan een (service)loket waar scholen en (toekomstige) aantrekkelijk maakt om in te werken. De gemeente Amsterdam kan in leerkrachten terecht kunnen met vragen over parkeren, maar ook met tegenstelling tot de sociale huur geen voorrangsregeling opstellen voor vragen over bijvoorbeeld wonen. Ontzorg daarmee de scholen en middeldure huurwoningen en koopwoningen. De gemeente stimuleert leerkrachten bij de praktische problemen waar ze tegenaan lopen. woningsbemiddelaars, woningcorporaties en ontwikkelaar om woningen

Maatregel 3: Meer actie op school- en bestuursniveau in met voorrang beschikbaar te stellen voor professionals in de publieke tekortsector. Echter, het blijkt dat dit nog niet voldoende is.

behoud/flexibilisering

De vraag ‘Wat kunnen wij doen om jou op deze school te houden’, wordt Ook de reiskosten (en parkeervergunningen) blijven een heikel knelpunt op veel scholen, maar niet op alle scholen in dezelfde intensiteit gevoerd. ondanks eerder ingevoerde maatregelen van de gemeente. Ook hier Waar dat wel gebeurt, levert dit vaak waardevolle inzichten op. Veel vragen we de gemeente om zich maximaal in te spannen om bestaande gehoorde vraagstukken spelen zich af op het terrein van het beter regelingen verder uit te breiden en de administratieve lasten van de combineren van werk- en privé (flexibelere werktijden, kinderopvangregelingen zoveel mogelijk te beperken. Veel leerkrachten die van ver kosten, meer vrije dagen buiten de schoolvakanties, etc.). Maar het gaat reizen leggen nog steeds toe op hun reiskosten, dit moet voorkomen ook om meer diverse carrièrepaden (expert-leerkrachten, meer ruimte worden.

voor onderzoekstaken bij academische leerkrachten,

combinatiefuncties). In het onderwijs is niet alles mogelijk, maar wel Maatregel 5: Grote stedentoeslag (rijk)

meer dan nu wordt gedaan. Scholen en besturen intensiveren het Zie voor uitwerking Pijler 2.

gesprek hierover, en ontwikkelen modern werkgeverschap verder door. Maatregel 6: Betere PR voor het onderwijs

Maatregel 4: Woningen & Reiskosten Door te werken in het basisonderwijs in Amsterdam kun je voor

Een van de grootste knelpunten is de beschikbaarheid van betaalbare kinderen echt het verschil maken. In de lopende en nieuwe

woningen in de stad. Niet alleen voor starters, maar zeker ook voor jonge imagocampagnes kan de nadruk nog meer worden gelegd op de gezinnen. Het is een van de hoofdredenen waardoor leerkrachten onze aspecten die het werken als leerkracht in Amsterdam uniek en

scholen verlaten. Daar ligt een grote opdracht voor de gemeente. In het aantrekkelijk maken:

volle besef dat hier een vraagstuk ligt dat breder is dan alleen het

onderwijs (ook politie, jeugdzorg, de zorgsector en de kinderopvang - Een topbaan en afwisselend werk

hebben hiermee te kampen), vragen we de gemeente – beseffende dat - De grote diversiteit aan scholen en leerlingpopulaties

er reeds diverse initiatieven lopen - zich nog verder in te spannen om - Carrièreperspectieven en arbeidsvoorwaarden

meer huisvesting voor het onderwijzend personeel (verder) te realiseren. - Wonen en werken in Amsterdam

Pijler 2: Gelijke verdeling van tekorten Veel genoemde maatregelen om tekort beter te verdelen

Maatregel 1: Bestuurlijk commitment: iedereen draagt bij Tijdens de bijeenkomsten met het veld (zie bijlage 1) is er ook gesproken over de Niet alle scholen hebben een (even groot) tekort, en ook niet alle manieren waarop gezorgd zou kunnen worden voor een gelijkere verdeling van besturen hebben dat in dezelfde mate. Tegelijkertijd begrijpt iedere het lerarentekort over de Amsterdamse scholen.

school en bestuur dat tekorten eerlijker verdeeld zouden moeten De volgende ideeën kwamen vaak naar voren: worden. De huidige situatie veroorzaakt kansenongelijkheid en dat

accepteert niemand. ▪ Financieel

o Extra toeslagen voor leerkrachten die werken op scholen met veel Daarom spreken alle Amsterdamse schoolbesturen uit dat iedere school, tekort (valt vaak samen met veel gewichtleerlingen) en ieder bestuur moet bijdragen aan het tekort- en verdeelvraagstuk. De o Meer financiële middelen beschikbaar maken voor scholen met manier waarop kan verschillen. Bijvoorbeeld door te kiezen voor een van meer gewichtleerlingen de maatregelen die uitgaan van minder bevoegde leerkrachten, zodat o Ook optie om omgekeerd juist subsidies in te trekken wanneer er vacatures op scholen met grote tekorten makkelijker vervuld kunnen geen bijdrage wordt geleverd

worden. We formuleren hiervoor streefcijfers. Het is goed denkbaar dat ▪ Bestuurlijke samenwerking en uitwisseling tussen scholen

specifieke scholen deze bijdrage invullen door te fungeren als intensieve o Systeem waar scholen met laag gewicht en hoog gewicht opleidingsschool waardoor meer leerkrachten voor de stad beschikbaar samenwerken komen. o Leraren kunnen op vrijwillige basis in kleine teams (parttime)

Het uitgangspunt, en het bestuurlijk commitment, is dat iedereen gedetacheerd worden naar scholen waar het tekort het grootst is ▪ bijdraagt. Samenwerking scholen met andere instanties o Zorgen dat er een uitgebreid ondersteuningsteam binnen hoog

gewicht scholen is (orthopedagoog, logopedist, jeugdzorg etc.) om te zorgen dat leerkracht ontlast wordt

▪ Imago scholen met veel gewichtleerlingen verbeteren

o PABO studenten of andere leerkrachten de kans geven om kennis te maken op scholen met hoog lerarentekort

▪ Vindbaarheid vacatures vergroten

o Centrale vacaturebank zodat scholen en leerkrachten elkaar kunnen vinden

Maatregel 2: Grote stedentoeslag met ▪ Exacte hoogte nader te bepalen maar het dient een merkbaar schoolgewichtcomponent bedrag te zijn, richtlijn 5-10% extra beloning afhankelijk van het

Een belangrijke maatregel om meer leerkrachten voor de stad te kunnen gewicht

behouden is een grote steden toeslag omdat de tekorten in de steden

significant hoger zijn dan in de naburige gemeenten en middelgrote Impact op leerkrachten

steden. Het bedrijfsleven speelt hier reeds op in door extra te belonen in

de grote stad. Ook in het buitenland is dit niet ongebruikelijk. ▪ Leerkrachten op scholen met hoog gewicht krijgen een hogere

Dit is in het onderwijs in deze vorm nog geen gebruikelijk instrument. vergoeding omdat hier het tekort significant hoger is dan op

Daarom is het belangrijk dit tijdelijk, en op experimenteerbasis, te doen scholen met weinig gewichtleerlingen ▪ zodat om het effect van de maatregel te kunnen beoordelen. In Bijlage Bestaande leerkrachten voelen zich extra gewaardeerd en blijven behouden voor de stad

B5 verwijzen we naar deze uit te voeren evaluatie. ▪ Nieuwe leerkrachten overwegen eerder om voor een school te

In het kader van kansengelijkheid, is het belangrijk om dit niet een gelijk kiezen met hoog gewicht

bedrag per leerkracht te laten zijn, maar dit te variëren met het

schoolgewicht. Impact op schoolbesturen

Partners ▪ Besturen met veel scholen met hoog gewicht hebben minder

▪ moeite om leerkrachten aan te trekken Besturen, rijk ▪ Additionele beloning zorgt ook bij schoolbesturen voor een

gevoel van waardering Doelstelling

▪ Tegengaan van ongelijke spreiding van het lerarentekort in het Impact op leerlingen

onderwijs door het aantrekkelijker maken van het beroep op

scholen met gemiddeld hoog schoolgewicht ▪ Leerlingen op scholen met een hoog schoolgewicht worden in

mindere mate geconfronteerd met het lerarentekort

Kernelementen: ▪ Kwaliteit van onderwijs stijgt voor de leerlingen op scholen met

een hoog schoolgewicht

▪ Een additionele vergoeding/salaris voor leerkrachten die

lesgeven op een school met een hoog gewicht.

▪ De omvang van de bonus neemt toe naarmate het schoolgewicht

hoger is.

Financiële impact

▪ Verwachting is dat de totale kosten in de regio Amsterdam ca. 16 De markt differentieert al in beloning

miljoen per jaar bedragen Uit onderstaande LinkedIn berichtjen, ontvangen door huidige

PABO studenten, blijkt dat er op de markt al gedifferentieerd wordt tussen regio’s met een groot lerarentekort en regio’s waar dit niet zo is. Bij de keuze voor een regio met groot lerarentekort, of in een van de gevallen zelfs voor Amsterdam specifiek, wordt er aan de studenten een pakket aanvullende en aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden geboden. Ze kunnen o.a. aanspraak maken op een huurregeling of een ‘unieke studiereis’. Op deze manier proberen marktpartijen extra afgestudeerden aan te trekken.

Figuur 9: Visualisatie en berekening van additionele vergoeding op scholen met

hoog gewicht. Let op: bevat een eerste indicatieve berekening op basis van

deelnemende scholen aan de BBO inventarisatie. Totaalbedrag waarschijnlijk

hoger.

Pijler 3: Scholen ondersteunen in omgaan met langdurig tekort

Ook bij succes op (pijler 1) behoud en werving van leerkrachten en (pijler

  • 2) 
    de aanpak van ongelijkheid in de tekorten tussen scholen, weten we dat de tekorten zullen aanhouden. Scholen hebben meer regelruimte

nodig om het onderwijs opnieuw te organiseren op een manier die zo Figuur 10: Schematische weergave huidige situatie

goed mogelijk de kwaliteit van het gegeven onderwijs overeind houdt, en

ervoor zorgt dat scholen prettige organisaties blijven om in te werken. Verschillende scholen, verschillende oplossingen

Omdat scholen van elkaar verschillen, willen we verschillende Omdat de huidige organisatievorm op zowel de korte als middellange oplossingen mogelijk maken. Deze oplossingen kennen verschillende termijn niet houdbaar is, zijn er verschillende varianten doorgedacht randvoorwaarden, besturen, gemeenten en het Rijk moeten deze waar scholen uit kunnen kiezen. Welk model het beste past is sterk randvoorwaarden mogelijk maken. afhankelijk van onderwijsvisie, praktische omstandigheden,

De huidige situatie schoolgrootte en de doelgroep. Alle varianten zijn mogelijk, ook combinaties ervan. Geen van de varianten is in zichzelf schaalbaar

Iedere school probeert zo goed mogelijk het reguliere genoeg om een oplossing te bieden voor de hele stad.

onderwijsprogramma te geven. Dat levert verschillende ad hoc Het anders organiseren heeft impact op leerlingen, ouders en

maatregelen op, waarvan het einde in zicht is. Deze ad hoc leerkrachten. De reacties zullen naar verwachting wisselend zijn. Het is maatregelen zijn bijvoorbeeld het verdelen of samenvoegen van moeilijk te voorspellen hoe leerkrachten en ouders gaan reageren op de

groepen, of zelfs het naar huis sturen van leerlingen. Op een flink diversiteit van oplossingen in de stad.

aantal scholen is het breekpunt bereikt en worden de gevolgen voor de leerlingen, zittende leerkrachten en de schoolleiding, maar ook ouders, scherp voelbaar [website toevoegen waar mensen reacties plaatsen over tekort]. De verwachting is dat de tekorten

blijven oplopen.

Variant 1: Groepen vergroten het onderwijs en kwaliteit van werk onhaalbaar en onwenselijk. Bij meer

Bij de eerste variant worden er grotere klassen gecreëerd en wordt de kwetsbare doelgroepen lijkt het vergroten ook minder geschikt, het verhoogt de druk bij leerkrachten en komt het leren niet ten goede.

Groepsvergroting kan ook op praktische bezwaren stuiten. Denk aan de grootte van lokalen. Dat kan betekenen dat er, door onderwijshuisvesting van de gemeente, een aantal aanpassingen met voorrang zal moeten worden verricht.

Van besturen mag worden verwacht dat ze extra kritisch kijken naar de

Figuur 11: Schematische weergave grotere groepen (variant 1) duurzame levensvatbaarheid van kleine scholen in Amsterdam in de

bevoegde docent die voor een grotere groep staat standaard context van het lerarentekort. Hierop worden reeds maatregelen ondersteund door een klasse assistent. Deze grotere klassen kunnen genomen (zie Hoofdstuk 3 – D1).

gecreëerd worden door klassen binnen één school samen te voegen, of

door kleinere scholen te sluiten en deze klassen over naburige scholen te Variant 2: Een deel van het curriculum te laten verzorgen door verdelen. Hierdoor zijn er minder klassen en zijn er dus ook minder onbevoegden

leerkrachten nodig. Bij de tweede optie wordt een deel van de lessen ingevuld door

Eerste reacties onbevoegde leerkrachten. Dit kunnen klassenassistenten van binnen de

Het vergroten van groepen is vooral geschikt voor Jenaplan- of school zijn, maar dit kunnen bijvoorbeeld ook gastdocenten uit de Montessori-onderwijsconcepten; leerlingen zijn gewend aan plenaire culturele sector zijn. Doordat een deel van het curriculum wordt gegeven instructie en zelfstandig werken. De vorm van organiseren past bij de door onbevoegde docenten, neemt de vraag naar leerkrachten af. Deze

visie van unit-onderwijs. optie kan gezien worden als een meer verregaande versie van het inhuren van vakdocenten ter verlichting van de werkdruk en van

Deze optie kent twee randvoorwaarden. De eerste voorwaarde is dat het behoefte aan reguliere docenten.

fysiek mogelijk is om grotere klassen te creëren. De tweede voorwaarde is dat er klassenassistenten beschikbaar zijn om de bevoegde leerkrachten die voor grotere groepen staan te ondersteunen.

Naast deze randvoorwaarden is het ook een feit dat veel scholen hun groepen niet kunnen vergroten, zonder op hele onlogische of onwerkbare combinatiegroepen uit te komen. Dit is vanuit kwaliteit van Voorbeeldtoepassing (combinatie variant 1&2) Deze variant biedt flexibiliteit in werktijden voor leerkrachten en leerkrachten kunnen zich per schooljaar inschrijven op hun expertise of

Voorbeeld van een mogelijke invulling: er wordt een klassenteam interesse. De schoolorganisatie is robuuster bij ziekten.

opgericht met verschillende expertises, zoals een leerkracht,

klasseassistent, intern begeleider, vakdocent en externe professionals. Tegelijkertijd is dit model een uitdaging qua schoolorganisatie. Dit

Samen bedien je een grotere groep leerlingen. Vanuit leerdoelen zoek je betekent een verzwaring in verantwoordelijkheid bij de schoolleider. Een naar passend aanbod. Als leerkracht ben je verantwoordelijk voor 50 optie is om een aparte functie in te richten die verantwoordelijk is voor leerlingen (twee groepen), dit kan omdat er in verschillende blokken de organisatie en afstemming met alle (in -en externe) professionals. Er is gedurende de dag wordt gewerkt. Dus als leerkracht geef je twee in dit model wel ruimte om externe professionals te binden aan de school verschillende groepen les op één dag. voor langere tijd.

Eerste reacties

Dit model past bij scholen die werken met een kunst- of cultuurprofiel.

De leerdoelen van kinderen staan centraal, daarbij zoek je aanbod dat past bij het doel dat je wilt bereiken. Je moet als school wel ruimte

hebben om het eigen curriculum te kunnen ontwikkelen. Figuur 12: Schematische weergave alternatieve invulling deel lessen (variant 2)

Voor leerlingen ontstaat er meer ruimte voor het krijgen van creatieve vakken. Leerlingen hebben les van meer verschillende personen, maar er is ook minder onrust voor de leerlingen doordat de klassen niet meer verdeeld of samengevoegd hoeven te worden. De effecten voor zorgleerlingen kunnen nadelig zijn.

Als leerkracht ben je verantwoordelijk voor meer leerlingen, dit betekent ook meer afstemming met collega’s (intern en extern). Er moet kritisch worden gekeken naar welke taken er binnen het vak van de leerkracht vallen en welke taken ook bij andere mensen kunnen worden belegd.

Ondersteuning in taken en administratie is nodig bij deze variant.

Schoolteams moeten op een andere manier met elkaar leren samenwerken.

Variant 3: Minder onderwijstijd te programmeren, en voor de leerling Eerste reacties aanvullend opvang te organiseren.

Dit model werkt goed bij scholen die vrijheid hebben in het ontwikkelen

Bij de derde optie wordt één dag(deel) in de week niet meer door de van hun curriculum of scholen die thematisch werken.

school ingevuld. Dit kan voor alle klassen hetzelfde dagdeel zijn, of voor

bijvoorbeeld de onder- en bovenbouw verschillende dagdelen. De Door minder lesuren te programmeren zal de werkdruk van leerkrachten leerlingen volgen op dit dagdeel een alternatief programma dat op verminderen en de kwaliteit van de gegeven uren kan verbeteren. Dat is verschillende manieren kan worden ingevuld. Wel zal een deel van het alleen het geval als 20% minder lesuren, niet 20% minder leerkrachten reguliere curriculum moeten vervallen, waardoor scholen verplicht betekent. Dat verhoogt de werkdruk alleen maar, alleen al omdat veel worden kritische keuzes te maken over de invulling van het curriculum. tijd van leerkrachten gerelateerd is aan het aantal leerlingen waarvoor ze Hierdoor is er weer een regelmatige week voor zowel de leerlingen en verantwoordelijk zijn, en niet aan het aantal gegeven onderwijstijd. In dit leerkrachten en neemt de werkdruk af. Tijdens het dagdeel dat anders model wordt er daarom uitgegaan van 20% minder lesuren, gegeven wordt ingevuld kunnen de leerlingen alternatieve activiteiten doen in door 10% minder leerkrachten (zie implementatie 5 de dag voor meer plaats van bijvoorbeeld naar huis te gaan. informatie).

De helft van die lesuren wordt dus ingezet om het tekort aan leerkrachten op te vangen, de andere helft van die uren wordt ingezet voor professionalisering en de doorgaande taak. Op deze manier draagt dit model bij aan zowel het tekort als professionalisering van leerkrachten.

Leerkrachten kunnen die vijfde dag besteden aan lesvoorbereiding waardoor de werkdruk wordt verlaagd of aan onderzoek en

Figuur 13: Schematische weergave vast dag(deel) alternatieve invulling (vairant 3) ontwikkelingsmogelijkheden waardoor de uitstroom wordt beperkt.

Er wordt één vast dag(deel) in de week alternatief ingevuld. Op dit Denk ook aan tijd voor: administratie, overleg, oudergesprekken, analyse dagdeel of op deze dag krijgen leerlingen geen les van leerkrachten maar van de toetsen en al dat andere werk dat nu gebeurt aan de randen van wordt er een programma georganiseerd door externe professionals. Dit de dag. Het werken van vijf dagen in het onderwijs wordt aantrekkelijker kan voor alle klassen hetzelfde dagdeel zijn, of voor bijvoorbeeld de en je verhoogt de kwaliteit van het aantal lesuren dat je geeft.

onder- en bovenbouw verschillende dagdelen. De leerlingen volgen op

dit dagdeel een alternatief programma dat op verschillende manieren Verantwoordelijkheden

kan worden ingevuld. Het programma wordt bovenschools ontwikkeld en uitgevoerd. De

verantwoordelijkheid voor coördinatie, invulling en kwaliteit van de vijfde dag voor leerlingen moet buiten de school liggen, bijvoorbeeld bij leerkrachten en schoolleiders. Er is sprake van een grote bereidwilligheid de kinderopvang of een coördinerende partij. Deze voorwaarde wordt aan organisaties in Amsterdam die een bijdrage willen leveren aan gesteld door schoolleiders en leerkrachten. De coördinerende partij alternatieve invulling van de vijfde dag. matcht de vraag van scholen met de invulling van aanbod op brede

ontwikkeling voor kinderen. Er bestaan al soortgelijke partijen in andere Implementatie vijfde dag

grote steden, bijvoorbeeld bij de coördinatie en invulling van de Het opdrachtgeverschap voor het opzetten en vormgeven van de

Verlengde Schooldag. Dit zie je o.a. in Rotterdam en in Zaandam. In coördinerende partij ligt bij het BBO. De gemeente kan hier eventueel bij Amsterdam is er een een soortgelijke organisatie in Zuidoost: het ondersteunen. Uit gesprekken met partijen die hiermee ervaring hebben, Projectenbureau Zuidoost. bleek dat deze organisatie met bijbehorende infrastructuur stapsgewijs

Structuur in de week

Doordat je een vast dag(deel) een andere invulling geeft, zorg je voor structuur in de werkweek; een regelmatige week voor zowel leerlingen als leerkrachten. Er is een duidelijke organisatie en er is ruimte voor klassenmanagement. Iedereen blijft bij zijn eigen expertise. Er bestaan binnen dit model verschillende organisatievormen: er kan structuur worden gebracht in dagdelen of in hele dagen. Er bestaat ook een variant waarbij het aantal onderwijsuren over vier dagen wordt verlengd en de vijfde dag wordt vrijgespeeld voor zowel leerkrachten als leerlingen. Dan wordt er dus geen invulling gegeven aan de vijfde dag. Op schoolniveau wordt bepaald welke organisatievariant van dit model het beste past bij de visie van de school, de context en de populatie.

Invulling voor leerlingen

Op de vier schooldagen voor leerlingen wordt kritisch gekeken naar wat Figuur 14: Indicatieve berekening 5de dag geen lesgeven kinderen nodig hebben uit het curriculum om aan de kerndoelen te zal moeten worden opgebouwd. voldoen. Kinderen krijgen op de vijfde dag ruimte voor brede

ontwikkeling. De activiteiten voor de vijfde dag vallen binnen de We geven in de opbouw hiervan prioriteit aan de scholen die hiervoor domeinen Sport en Beweging, Natuur en Wetenschap, Kunst en Cultuur, willen kiezen met het hoogste schoolgewicht. Dit zijn immers doorgaans Burgerschapsvorming en Talentontwikkeling. Dit betekent overigens scholen zonder bestaande relaties met BSO-organisaties die als niet dat leerlingen en leerkrachten op de vier schooldagen niks meer alternatief zouden kunnen dienen, en wiens leerlingen op een zo doen aan creatieve vakken. Dat is ook een duidelijke wens van compleet mogelijk programma moeten kunnen rekenen.

Bij verdere opbouw komen alle scholen vanzelfsprekend in aanmerking. ▪ Gekozen model wordt ontworpen met het team

▪ Gekozen model wordt voor instemming aan MR voorgelegd

Welke huidige wettelijke eisen laten we dan los?

▪ Alle uren onder verantwoordelijkheid van bevoegde leerkracht ▪ Eisen over de precieze verdeling van uren over het schooljaar

Dit kader stelt de onderwijsinspectie in staat te toetsen of de schoolpraktijk overeenkomt met de geformuleerde uitgangspunten. Het borgt ook de positie van het team, en de ouders. Het geeft ook de noodzakelijke ruimte die past bij de tekorten die de stad heeft.

Alle geschetste modellen hebben belangrijke nadelen en praktische bezwaren. Tegelijkertijd is de huidige praktijk op heel veel van onze scholen op dit moment ook niet in lijn met wetgeving, de ambities van het team of bevorderlijk voor een goed werkklimaat. Het is de ambitie in

Figuur 15: Indicatieve berekening impact 5de dag op lerarentekort dit noodplan om meer lijn te brengen in de gemaakte keuzes, vanuit een

zo goed mogelijke zorg voor onderwijskwaliteit en met oog voor het

Randvoorwaarden gezond houden van het werk voor leerkrachten en schoolleiders.

Welk model ook gekozen wordt, de school en het bestuur moet erop Dat maakt het ook van belang dit plan tijdelijk te houden, en kunnen rekenen vervolgens niet door het ministerie en de ondertussen te werken aan een duurzaam perspectief.

onderwijsinspectie te worden aangesproken. Daarom is van tevoren een helder kader nodig. Dit is het kader dat wordt voorgesteld.

Aan welke randvoorwaarden committeren scholen & besturen zich?

▪ 940 uur per jaar aanbod (huidige norm)

▪ Geen meerkosten voor ouders in deze uren

▪ Maximaal 20% ingevuld door onbevoegden

▪ Ten minste kerncurriculum door bevoegde leerkrachten gegeven

5.

Implementatie

noodplan

  • 5. 
    Implementatie noodplan getrokken door het BBO met ondersteuning vanuit de gemeente. Voor

Het implementatieplan wordt komende periode door de gezamenlijke dit projectteam wordt een separate voltijds projectleider aangesteld die schoolbesturen in detail uitgewerkt in overleg met de gemeente met een gedeeld team vanuit de scholen, gemeente en het bredere

Amsterdam, het Rijk en de inspectie. Vanuit het BBO zelf zal er in drie middenveld aan de slag gaat om de benodigde ondersteuning voor de scholen in te richten. De eerste scholen kunnen volgend jaar gebruik

teams invulling gegeven worden aan het noodplan. maken van ondersteuning bij het invoeren van (een van) de varianten.

  • 1. 
    Projectteam implementatie onderlinge afspraken Gedurende het jaar zal het aantal deelnemende scholen uitbreiden.

Het BBO gaat met een projectteam aan de slag om de onderlinge Voor de bredere maatregelen die mogelijk gemaakt moeten worden afspraken te implementeren en monitoren. Het projectteam zal bestaan door het Rijk stelt het BBO voor dat OCW een projectteam vormt waarin uit leden van het projectteam Noodplan aangevuld met nieuwe behalve een afvaardiging uit Amsterdam ook besturen uit de overige G5 afvaardigingen vanuit de besturen. De concrete uitwerking van de vertegenwoordigd zijn. afspraken zal uiterlijk eind maart gereed zijn om implementatie in het Stakingsdagen 30 en 31 januari 2020

nieuwe schooljaar mogelijk te maken. Dit projectteam is ook

verantwoordelijk voor overleg met de gemeente Amsterdam, het Rijk en 30 en 31 januari, de twee stakingsdagen, gebruiken Amsterdamse besturen om op

de overige G5 gemeenten om zorg te dragen voor voortgang op alle scholen te bespreken wat de noodmaatregelen per specifieke school zullen gaan betekenen voor het volgende schooljaar. Er wordt o.a. input opgehaald voor het

maatregelen. Zij zullen daarmee ook de verdere detaillering en implementatieplan. coördinatie van het implementatieplan verzorgen.

  • 2. 
    Projectteam werving en behoud leerkrachten

Daarnaast wordt de huidige taskforce lerarentekort waarin het BBO, de gemeente Amsterdam en de lerarenopleidingen zitting hebben gebruikt om de aanvullende maatregelen vanuit de gemeente uit te werken en te implementeren. De aanpassingen/intensivering van de subsidies zal op zo kort mogelijke termijn gerealiseerd worden. De taskforce lerarentekort is ook de plek waar de nieuwe opzet zij-instroom zal worden uitgewerkt en geïmplementeerd.

  • 3. 
    Projectteam mogelijke maken ondersteuning ‘5 de ’ dag

Tot slot wordt een projectteam gestart om de ondersteuning ten behoeve van de varianten in pilaar 3 te realiseren. Dit projectteam wordt

B.

Bijlagen

  • 1. 
    Uitwerkingen bijeenkomsten met besturen, leraren en GMR 2. Samenstelling kernteam 3. ‘Leren van Den Haag’
  • 4. 
    Additionele analyses (financieel en onderwijsinspectie) 5. Wetenschappelijke begeleiding bij implementatie
  • 6. 
    Convenant Noodplan Lerarentekort B1: Uitwerkingen bijeenkomsten

Om de juiste informatie op te halen zijn er vijf inspraakessies gehouden met betrokkenen uit het veld:

Besturen 7 januari 2020

o 7 bestuurders aanwezig o ORION, AMOS, ABSA, ASKO, OOADA, AWBR, STAIJ

Leerkrachten 7 januari 2020

o 50 leerkrachten aanwezig vanuit 11 besturen o ASKO, OOADA, INNOORD, AMOS, STAIJ, STWT, AWBR, ABSA, INNOORD, JBO, St. KBA-NW…. (xx januari)

GMR 9 januari 2020

o 22 GMR-leden aanwezig vanuit 12 besturen o OOADA, Stichting Openluchtscholen, ABSA, St. KBA- NW, Besturen Zuid-Centrum, INNOORD, AWBR, ORION, VRIJE SCHOLEN, ASKO, STAIJ, AMOS

Schoolleiders 16 januari 2020

o 68 schoolleiders aanwezig vanuit 13 besturen o ASKO, AMOS, AWBR, INNOORD, Schoolvereniging, OOADA, ZONOVA, STAIJ, ABSA, KOLOM, St. KBA-NW, LEV-WN, Stichting Openluchtscholen

Schoolbesturen (7 januari) Suggesties •

Maak onderscheidt tussen landelijk en lokaal beleid (ook om aan te geven waar investeringen vandaan moeten komen).

  • • 
    Maak onderscheidt tussen secundaire arbeidsvoorwaarden en primaire

Aanwezigen vanuit BBO: Annette van der Poel (ORION), Lex Polman (AMOS), Geert-Jan arbeidsvoorwaarden.

Nelson (ABSA), Eva Naaijkens (ASKO; vervangt Dorien Nelisse), Marilene Streefland

(OOADA), Theo Hooghiemstra (AWBR), Arnold Jonk (STAIJ), Lieke Thesingh (voorzitter Oplossingsrichtingen

BBO). • Eén loket bij de gemeente Amsterdam voor wonen en parkeren, waar leerkrachten Aanwezigen vanuit organisatie Noodplan: Kees van er Meeren (it’s Public), Ike Overdiep in Amsterdam terecht kunnen en waar de vraag ook wordt opgelost.

(po-Raad), Sofieke Dirksen (gemeente Amsterdam), Sophie Hertzberger (Staij). • Een toeslag voor werken in Amsterdam/grote stedentoeslag. We denken aan 20%

Vooraf van het salaris, dat neerkomt op 80 à 100 mln. structureel. Met die investering

De opkomst van de bijeenkomst is helaas vrij laag. We besluiten toch de agenda te kunnen dan alle secundaire arbeidsvoorwaarden worden gedekt. Vraag is of dit volgen. We spreken af dat we bij de collega’s gaan onderzoeken waarom de opkomst laag alleen het ministerie van OCW aangaat of misschien wel meerdere ministeries.

is en we gebruiken het BBO op 22 januari voor bespreking van het concept Noodplan

Lerarentekort. Gelijke kansen/herverdeling lerarentekort Suggesties:

Arnold start de bijeenkomst met een presentatie over data rondom de tekorten. • Kleine scholen sluiten. Dat leidt niet meteen tot meer gelijke kansen, grotere

Vervolgens worden er drie vraagstukken besproken. De presentatie en de opzet van de scholen zijn wel bijeenkomst, worden ook gebruikt bij de bijeenkomsten met leerkrachten, GMR’en en robuuster om beleid te kunnen voeren en te kunnen differentiëren binnen teams. Dis schoolleiders. is o.a. vanuit bedrijfsvoering bedacht en deze oplossing hoort daardoor dus eerder

bij vraagstuk 3.

Aanvullende maatregelen aanbodzijde • Scholen aanwijzen als opleidingsscholen voor leerkrachten die specifiek interesse

Er worden tal van maatregelen in de sfeer van de (secundaire) arbeidsvoorwaarden hebben in leerlingen met complexe problematiek. Dit veronderstelt meer genoemd. Er wordt opgemerkt dat veel van de maatregelen die bij de gemeente of het coördinatie op ‘opleidingsscholen’ en een hogere subsidie voor zij-instromers. In ruil Rijk staan in het overzicht, nog niet altijd in de praktijk merkbaar zijn. Aantal daarvoor kunnen er dan kwaliteitseisen worden gesteld op hoger niveau en aan het voorbeelden: ontvangen van deze subsidie op het gebeid van begeleiding, co-

Volledige reiskostenvergoeding teachingsmogelijkheden en inductie.

  • Kinderopvang voor leerkrachten • Aandacht voor kwaliteit van de schoolleiders in deze scholen.
  • Meer parkeerplaatsen bij scholen
  • Evt. huisvesting voor leerkrachten Geconcludeerd wordt dat deze ‘oplossingen’ niet het structurele patroon zullen
  • Belastingvoordeel bij meer werken doorbreken van hogere lerarentekorten bij scholen met veel gewichtenleerlingen.
  • Vervoer: (elektrische) fiets/gratis OV Bestuurlijk sluitende afspraken maken ligt ingewikkeld vanwege de grote verschillen

Daarbij gaat het niet alleen om een vergoeding, maar ook om het royale gebaar; nu zijn tussen scholen. Mogelijk bieden extra toeslagen om te werken op scholen met veel schoolleiders en bestuurders vaak uren bezig om bijvoorbeeld één parkeervergunning gewichtenleerlingen een oplossing. Op het sbo krijgen alle leerkrachten een hogere geregeld te krijgen. Er wordt opgemerkt dat we proberen het vraagstuk op microniveau schaal (vanwege het complexe werk), dit heeft nooit iemand erg gevonden.

op te lossen. Dit heeft als effect dat je aangetast wordt in je autoriteit en gezag.

Waardoor je uiteindelijk niet in staat bent om je taak uit te voeren. Het is in ieder geval belangrijk dat we bedenken waar we voor staan als besturen in

Amsterdam: juist voor de kinderen die het het meest nodig hebben, wil je kwaliteit kunnen beiden. Om dit te bereiken zal je het gelijkheidsdenken moeten doorbreken en modellen kiezen. Anders verminder je de vraag naar leerkrachten niet. het feit van tekort moeten oplossen. Wat zie je gebeuren en wat accepteer je? Negeer je het patroon of vererger je het patroon?

We gaan deze suggestie toetsen bij de leerkrachten.

Maatregelen vraagzijde

Geconcludeerd wordt dat de ‘modellen’ moeten passen bij de visie op leren van de school/ het team. Die is ook veelal afhankelijk van de populatie van de school. Daarom bieden we drie routes aan.

Optie 1

We kunnen ons voorstellen dat voor een montessoriconcept, optie 1: grotere klassen, het meest aantrekkelijk is.

Erkennen we voldoende de mogelijkheden van digitalisering, robots, afstandsleren? Is tijd en plaats alleen de school?

Optie 2

Optie 2 doen we eigenlijk al vaak in de huidige praktijk. Alleen willen we dit meer planmatig aanvliegen en vanuit een visie ontwikkelen.

Optie 3

Het omlaag brengen van de urennorm kan soelaas bieden. Dan is optie 3: een 4-daagse lesweek en een vijfde ‘schooldag’ die wordt ingevuld met expertise van buiten interessant onder een aantal randvoorwaarden:

  • Professionele organisatie die organisatie en inhoud van deze dag op zich neemt
  • Kosten kunnen niet (alleen) gedragen worden door de school
  • Deze vijfde dag wordt, ook in het kader van gelijke kansen, interessanter als kinderen van verschillende scholen in de wijk elkaar op die dag kunnen ontmoeten.

Keuzevrijheid in modellen

De inhoud van een noodplan moet onaantrekkelijk zijn want het is niet voor niks ‘tijdelijk’.

Het omlaag brengen van de urennorm is eerder ‘normaal’. We moeten ophouden met de huidige situatie verbergen. De gezamenlijkheid van alle besturen/scholen in Amsterdam moet echt naar voren komen in het Noodplan.

De keuzevrijheid van scholen voor verschillende modellen is enerzijds passend bij de diversiteit aan scholen in de regio. Anderzijds bestaat zo het risico dat het niet meer een

‘samenhangend noodpakket’ is waarmee we ook naar buiten zichtbaar maken wat er nodig is en hoe hoog de nood is. Het werkt alleen als álle scholen tenminste één van de

Leerkrachtenbijeenkomst • Kinderopvang gratis regelen voor onderwijspersoneel •

Zorg voor meer betaalbare woningen Op 9 januari waren er ruim 50 leerkrachten bij elkaar op te praten over de aanpak van het

lerarentekort in Amsterdam. In een levendig en constructief gesprek leverden zij veel Een aantal waarbij de gemeente en de Amsterdamse schoolbesturen samen moeten ideeën. De belangrijksten zijn: optrekken:

  • • 
    Extra inzet door een pensioenpool Amsterdam gemeente Méér leerkrachten en behoud van leerkrachten • Een ‘blijf’ bonus

Besturen werker meer samen

Leerkrachten in Amsterdam willen dat scholen en schoolbesturen solidair zijn naar elkaar En een aantal ideeën waarvoor ook het Rijk nodig is:

en meer samenwerken. Het meest genoemd zijn: • Grote steden bonus omdat het leven in een grote stad duurder is en het werk in veel • Eén centrale plek voor vacatures gevallen complexer. Evenals het extra belonen van leerkrachten die werken op • Gezamenlijke regie op aannemen en beter begeleiden van nieuwkomers en zijscholen met meer gewichtenleerlingen.

instromers. Er zijn nu te veel uitvallers. • Geen nieuw curriculum maar compacter curriculum met kern- en basisvaardigheden, • Gezamenlijk vakdocenten pedagogisch opleiden zodat één dag anderen het onderwijs/de opvang/uitgebreider curriculum kunnen

verzorgen.

Opleiden in Amsterdam anders • Urennorm voor leerkrachten terugdraaien, meer tijd voor voorbereiding.

  • • 
    Afstemming Pabo: opleiden in de school als uitgangspunt voor opleiden. De pabo • Onderwijstijd voor leerlingen naar beneden.

    kan anders, beter aansluiten, flexibeler, maatwerk, specifiek, etc.

  • • 
    Toevoegen van een minor voor grote steden De tekorten beter verdelen
  • • 
    Een meer praktische variant van de zij-instroom te ontwikkelen (EVC) Er zijn nu onevenredig grote tekorten op scholen met veel gewichtenleerlingen. Wat kan

    het werken op zo’n school aantrekkelijk maken?

Besturen worden moderne werkgevers • Team dat elkaar steunt en opvangt

  • • 
    • Maak andere type carrièrestappen mogelijk en bied meerdere specialismen Hoog verwachtingspatroon aan leerlingen (geen acceptatie, je er niet bij neerleggen) •

(creatieven, pedagogen). En opleidingen naast je werk, die het echt leuk maken! Nu Bonus: zorgen dat de beste leerkrachten in gezamenlijkheid/team toestromen •

is de situatie: ‘doorgroeien in het onderwijs is de klas uit’. Goed bestuur

  • • 
    • Maak werk aantrekkelijk: als je kijkt naar de uitstroom is een kwart daarvan master. Uitgebreid team binnen de school (orthopedagoog, logopedist, etc.) en directe
  • • 
    toegang tot de jeugdzorg Je moet ook extra beloond worden als je een hele goede leerkracht bent (i.p.v.

    beleidsmatig werk gaat doen).

  • • 
    Maatregelen om zover te komen Plattere organisaties • Bonus voor het werken op deze scholen: het werk is complexer
  • • 
    Verminder administratieve last voor leerkrachten. (Meer) klassenassistenten die • Echt ‘structureel slechte scholen’ sluiten

    ingezet worden voor andere (administratieve, ondersteunende) taken. • Maak inzichtelijk wat er gebeurt bij deze segregatie, vertel het ‘eerlijke verhaal’

  • • 
    Biedt betere secundaire arbeidsvoorwaarden: bijvoorbeeld op het gebied van hierover: we schieten met elkaar tekort pauzeregelingen, bonus bij invallen, etc. • Koersen op gemengd blijven, maximumaantal gewichtenleerlingen per school
  • • 
    Meer ruimte voor flexibele werktijden; zowel in de week als m.b.t. vakanties • Verander de beeldvorming van deze scholen. Bij andere landen is het imago van het

    beroep heel anders, net zoals het werken voor gewichtleerlingen; wat doen ze daar? Amsterdam als aantrekkelijke werkplek Kunnen we daarvan leren?

Er zijn veel zaken genoemd waarin de gemeente Amsterdam een rol moet of kan spelen: • Investeer in de schoolgebouwen en teambuilding

  • • 
    Meer en gemakkelijker parkeervergunning per school
  • • 
    Gratis ov Noodmaatregelen: handelen in tekortsituaties

Optie 1: klassen samenvoegen, alternatieve begeleiding deel van de lessen • Geen achterwacht als het fout gaat

Voordelen • Niet elk type school geschikt

  • • 
    Vergroot mogelijkheden om groepdoorbrekend te werken • Niet voor elk leerklimaat geschikt, je moet flexibel zijn
  • • 
    Stabiliteit, het zorgt voor eenduidigheid voor de leerlingen
  • • 
    School/het rooster is robuuster, bijvoorbeeld bij opvangen zieken Voorwaarden
  • • 
    Mogelijkheden flexibeler werktijden • Er is een planner/eventmanager nodig
  • • 
    Minder voorbereiding (2x hetzelfde) • Je moet de andere professionals vinden

Nadelen Effect op leerlingen

  • • 
    Verantwoordelijk voor veel leerlingen •
  • • 
    Krijgen aantrekkelijker, breder curriculum Risico dat je veel moet afstemmen • Zonder pedagogische achtergrond kunnen de ‘andere professionals’ het heel
  • • 
    Leren samenwerken moeilijk krijgen
  • • 
    Wat zijn de effecten voor zorgleerlingen?

    Optie 3: vast (dag)deel alternatieve invulling

Randvoorwaarden • 4 dagen school, één dag (deel) bso-achtig. Is opgezet op IJburg, daar afgeketst

  • • 
    Voldoende klassenassistenten met juiste kwaliteiten: motiverend, slim, initiatief omdat het te duur is: ook anderen (gemeente, ouders) moeten meebetalen. nemen, kunnen sparren en salaris klassenassistenten omhoog • Werkt alleen als de leerkrachten op de ‘vrije’ dag naar een andere school gaan,
  • • 
    Intensivering van de zorg (op school) beloon deze mobiliteit.
  • • 
    Vakleerkrachten voor bewegingsonderwijs, muziek en eventueel techniek of andere • Alle scholen moeten dit invoeren en de randgemeenten ook, anders gaat het niet

    vakken werken.

  • • 
    Voldoende ruimte in de school • Zorg dat leerlingen, als het even kan, niet op school blijven de vijfde dag, dan heeft

    school ook niet de verantwoordelijkheid.

Optie 2: alternatieve invulling/begeleiding deel van de lessen • In combinatie met gecomprimeerd curriculum is er geen kwaliteitsverlies.

Voordelen • 5 e dag kun je ook invullen met onderwijs voor leerlingen die dit nodig hebben.

  • • 
    School kan openblijven, iedere leerling heeft les/aanbod (niet elke school heeft • School moet niet verantwoordelijk zijn voor (invulling van) 5 e dag, dan helpt het niet.

    hetzelfde •

  • • 
    Is pas echt aantrekkelijk voor leerkrachten als urennorm om voor de klas te staan aanbod) ook naar beneden gaat: dan werkdrukverlagend.
  • • 
    Klas blijft bij elkaar, belangrijk voor een goed leerklimaat, versterking met buurt/wijk • Te bespreken of het programma verplicht is. Overigens is bij facultatief de

    neemt verwachting dat vrijwel alle leerlingen komen, dat gebeurt nu ook op trainingsdagen

  • • 
    toe etc.
  • • 
    Kan aantrekkelijk zijn om stille reserves te activeren
  • • 
    Teachplicht/maatschappelijke stage inzetten. Kan ook bijdragen aan meer Voordelen diversiteit voor de groep • Grootste voordeel dat het het duidelijkste signaal is dat het zo echt niet langer kan
  • • 
    Kan leiden tot leuke scholen, meer betrekken van de wijk is essentieel • Minder onrust dan andere opties
    • • 
      Dwingt tot het kritisch bekijken van het curriculum en keuzes maken

Nadelen

  • • 
    • Je moet de professionals wel vinden Aantrekkende werking leerkrachten buiten de stad
  • • 
    Heel arbeidsintensief GMR bijeenkomst
  • • 
    Kan tot onrust in groepen leiden. Zet bijv. Pabo studenten niet te vroeg voor de

    groep.

Er waren GMR’en van twaalf verschillende Amsterdamse besturen aanwezig tijdens de Mogelijke risico’s zijn het borgen van kwaliteit en behoud van missie en visie van de bijeenkomst op 9 januari 2020. Er is input opgehaald in drie gespreksrondes. school, als er veel mensen van buitenaf in de school komen werken gedurende de week.

Uitdaging bij deze optie is de organiseerbaarheid in roosters met internen en externen. Investeer op bevlogen mensen

Alternatieve invulling op één dag(deel) Zorg dat mensen met ambitie binnen de klas worden behouden. Erken en beloon personeel in de vorm van secundaire arbeidsvoorwaarden (denk aan: parkeren, Dat leerkrachten écht worden vrijgespeeld, in plaats van het creëren van gaten huisvesting, reiskosten, etc.). Zorg voor goede ondersteuning van leerkrachten zodat zij gedurende de week, wordt gezien als een groot pluspunt. De brede ontwikkeling van zich echt met hun vak bezig kunnen houden. Investeer in ontwikkeling en kinderen wordt gestimuleerd en er blijft regelmaat in dagen. Voorwaarde is dat de professionalisering van mensen. organisatie van die vijfde dag niet wordt opgepakt door de school. Een mogelijk effect is Zet in op betere coördinatie op het zij-instroomtraject en betere begeleiding binnen de het creëren van concurrentiegedrag bij leerkrachten en ouders. Uitdaging is het scholen op zij-instromers. coördineren van de organisatie rondom deze vijfde dag.

Investeer op het werken op zwaardere scholen (scholen met meer gewichtleerlingen) De aanwezigen geven aan dat zij de garantie willen op toezegging van duurzame maatregelen, anders gaan zij ook niet akkoord met het maken van een Noodplan.

Zet in op de gehele structuur rondom de school: onderwijs, opvang, zorg, ondersteuning, wijk, veelvoorkomende problematieken bij de populatie, etc. Zodat zowel kinderen als Quote: Is dit wel het probleem van het onderwijs? Of is dit het probleem van iedereen in deze ouders als leerkrachten gezien en gehoord worden en de kwaliteit gestimuleerd wordt. stad?

Zorg voor meer samenwerking tussen scholen. Denk aan het uitwisselen van Quote: We willen echt niet een nieuwe definitie van normaal ontwikkelen met dit Noodplan. leerkrachten, directeuren of kinderen binnen scholen of het adopteren van een school.

Werk aan het imago van de scholen, geef pabostudenten of andere leerkrachten de kans om een kijkje in de keuken te kunnen nemen. Maak meer financiële middelen beschikbaar voor scholen met meer gewichtleerlingen.

Hoe wordt er gekeken naar het maken van grotere groepen door de GMR?

Afhankelijk van het schoolconcept is dit een passende oplossing, bijvoorbeeld bij

Montessorionderwijs. Randvoorwaarden voor deze optie zijn de fysieke ruimte en onderwijsassistenten. Het groter maken van groepen zorgt voor continuïteit in de week en in de mensen. Uitdaging bij deze optie is differentiëren in lesgeven. Nog moeilijk te voorspellen is het effect van grotere groepen op kinderen met een hoger gewicht. Het samenvoegen van kleine scholen past ook bij deze optie.

Deels alternatieve invulling door de week heen

De manier van organiseren zorgt voor meer flexibiliteit voor zowel leerkrachten als kinderen. Er ontstaan meer mogelijkheden voor verrijking van kinderen door het kunnen bieden van creatieve vakken door andere professionals.

SchoolleidersZet meer vakleerkrachten in en maak hen structureel

onderdeel van het team: teams geven expliciet als pluspunt aan,

Algemeen dat zij hierdoor regelmatig met halve groepen kunnen werken of

  • • 
    Het gaat om een Noodplan, niet om oplossingen, daarom moet de handen vrij hebben voor ander werk

    het moet onaantrekkelijk zijn • Flexibeler werktijden (bijvoorbeeld via blokkenschema waarop

  • • 
    Alle scholen doen mee: om meer samenhang te creëren in het leerkrachten kunnen intekenen)

    Noodplan en kansengelijkheid te stimuleren, moeten alle scholen • Team moet afspiegeling van de samenleving zijn. Maak oa

    meedoen. Alle scholen kiezen ook een model om de vraag te gebruik van mensen uit Suriname, Bonaire, Zuid-Afrika die in verminderen, als je dat niet doet als school heb je ook geen recht land van ‘herkomst” en onderwijsachtergrond hebben en die hier op bonussen voor de grote stad/gewichtscholen. als assistent ingezet kan worden en tegelijk de pabo kunnen

  • We moeten de gevolgen van het tekort breder voor het doen

    voetlicht brengen. Bijvoorbeeld door in plaats van één dag te • Maak gebruik van de stad: Zowel het cultureel aanbod van de

staken een maand dichtgaan met alle scholen? stad als de diversiteit in de stad zijn redenen om in Amsterdam te

  • Laat zien dat het een topbaan is , leraar en ook waarom; laat ook werken, zet dit meer in het daglicht en richt hier campagne op.

zien wat er goed gaat: de PR van het onderwijs moet beter Wat biedt Amsterdam meer dan in een dorpje in Friesland? Het is een pracht stad! Idee: stadspas voor leerkrachten; gratis naar

musea, museumjaarkaart etc.

Inventarisatie van te nemen maatregelen om meer leerkrachten teAllianties met kinderopvang Een directeur geeft aan dat zij

krijgen goede banden heeft met kdv, ze roemt de professionaliteit, en

Maak het aantrekkelijker om te werken in Amsterdam zou graag de mogelijkheid hebben hen op structurele basis een dag per week op school in te zetten

  • • 
    Huisvesting, waaronder bemiddeling hypotheek / renteloze • Acties gericht op behoud van leerkrachten:

    hypotheek en meer sociale woningen beschikbaar, ook voor zijo Carrièreperspectieven

    instromers en opstromers (van onderwijsassistent naar leerkracht) o Beloning bij extra inspanning

  • • 
    Kinderopvang; kosten --> kosten zijn hoger dan wat verdiend wordt o Vermindering werkdruk en vergroten werkplezier

    met extra werken. Ook zijn er niet overal voldoende plekken: maak o Budget voor studie, loopbaancoa

het gratis voor leerkrachten o Een ‘blijfbonus’ en een ‘waarderingsbonus’ voor mensen

  • • 
    Parkeervergunningen: meer per school en minder kostbaar die regelmatig werk overnemen en invallen
  • • 
    Grote steden toeslag: het leven is duurder en op veel scholen is het • Extra onderwijsassistenten en IB-ers, LIO-ers, bijvoorbeeld

werk complex, ook salarisdifferentiatie naar gewichtspercentage LIO’s die samen een klas les geven met een goede begeleider • Inzet anderen: gepensioneerden, internationale leerkrachten,

samenwerking met het VO

Besturen: zorg voor modern werkgeverschap

  • • 
    Besturen moeten beter anticiperen op de toekomst, nu niet

    iemand aanstellen omdat er geen financiële ruimte is maar

    boven begroting formeren Kansengelijkheid

  • • 
    Noodmaatregelen: vierjarigengroep opheffen, geen gebruik • Extra toelage/ geld

maken van uitzendbureaus o voor leerkrachten op scholen met hoog gewicht

o Meer subsidie voor vakleerkrachten op deze scholen

Opleiden en toeleiding naar beroep (schoolbesturen, opleidingen, o Gebruik van invalpool (bijv met cultuurprofessionals voor

gemeenten) deze scholen gratis o Geoormerkte werkdrukmiddelen en ondersteuning bij

  • • 
    Pabo’s kunnen studenten actiever benaderen, ook buiten ‘regelzaken’

Amsterdam, om te zorgen dat de instroom in Amsterdam groter • Imago versterken en vindbaarheid vacatures vergroten

wordt. o Er zijn genoeg mensen die het juist leuk vinden om op

  • • 
    Betere begeleiding nieuwe leerkrachten en zij-instromers deze scholen les te geven, maar deze mensen weten niet

o Verbeteren aanmeldpunt zij-instromers waar ze die scholen kunnen vinden en andersom weten

o Volledige begeleiding van zij-instromers eerste jaar, de scholen niet waar ze die mensen kunnen vinden.

meer geld hiervoor • Spreiding

o Startende leerkrachten meer ondersteuning bieden o Kinderen van hoog gewicht scholen met lerarentekort

bovenschools, mogelijkheden om bij elkaar te kijken per bus brengen naar scholen die nog wat plekken over

  • • 
    Meer flexibiliteit (voor zij-instromers) Pabo: hebben in de klas

o Kleuteropleiding voor pedagogisch medewerkers • Specifieke opleiding en stages voor scholen met hoog

(makkelijker toelaatbaar maken) leerlinggewicht(BBL voor de pabo), z org dat pabo studenten

o Gratis pabo-opleiding voor onderwijs assistenten kennis maken met deze scholen en populatie.

o Meer maatwerk binnen de opleiding. De pabo moet op de • Meer samenwerking:

schop, er moet meer modulair worden aangeboden. Moet ik o Maatjessysteem; school met hoog gewicht en school met

als leerkracht bevoegd zijn om iedereen les te geven van laar gewicht; ook voor de mobiliteit

kleuter tot groep 8? En denk aan stage bij speciaal onderwijs? o Het is niet alleen een schoolpopulatie probleem, maar

Dat mag nu alleen als je een specifieke minor volgt. Dit een gebiedsprobleem. Je hebt andere partners in

stimuleert niet omgeving nodig (PIT, sociaalwerkers, OKT). Hulpverlening blijft achter.

o Zij-instroomtraject mogelijk maken voor

onderwijsassistenten o Cyclus/rouleren om de vier jaar voor schooldirecteuren

  • • 
    Andere opleiding binnen hogescholen meer inzetten, bijvoorbeeld en leerkrachten (wel op een onderwijsconcept komen waar je in geloofd)

    pedagogiek studenten, maar ook directie ondersteuning

    o Detachering tussen scholen mogelijk maken voor • Is sneller werkdrukverlagend dan dat het bijdraagt aan het tekort. leerkrachten (wel gelijkgestemden nodig Door werkdrukverlaging wordt het beroep aantrekkelijker en behoud

    • • 
      Minder schoolbesturen: je sneller leerkrachten

      o Minder concurrentie in wijken • Flexibele werktijden kunnen in dit model ontstaan en zorgt voor

      o Denominaties afschaffen

    • • 
      Stoppen met kleine scholen minder uitval • Wel kans op een grote onrust voor leerlingen en leerkrachten
      • • 
        Dit model biedt kansen om experts / professionals (onbevoegden)

Omgaan met de tekorten : ronde 3 voor een langere tijd (structureel en met visie) te binden aan je school waardoor er ook een relatie ontstaat met de leerlingen en de school

Optie 1: Grotere klassen (het team)

++ --

  • • 
    Ervoor zorgen dat leerkrachten geen “lesboer” worden
  • • 
    Op kleinere school is dit model organisatorisch het makkelijkst te •

    implementeren Geschikt voor een school als:

  • • 
    Als de extra inzet uit vakkrachten bestaat, komt het model nog • Het past bij visie en pedagogisch model van school • Rekening wordt gehouden met het vergroten autonomie van de

    beter uit de verf

    • • 
      Leerkrachten hebben bij bepaalde onderdelen de handen vrij om leerkracht

      aan andere dingen te werken

    • • 
      Voor leerlingen meer variatie in aanbod en verschillende Optie 3: Minder onderwijstijd programmeren, voor leerlingen

      gezichten voor de klas, dit is daardoor alleen werkbaar voor aanvullend programma

      leerlingen die zelfstandig kunnen werken, leerlingen die meer begeleiding nodig hebben ondervinden nadeel ++

-- • Geeft stabiliteit en rust, want een vaste leerkracht en is meest

  • • 
    Dit model is organisatorisch extra zwaar voor schoolleiders regelmatig
  • • 
    Vooral geschikt voor Jenaplan – leerlingen zijn gewend aan

    plenaire instructies en zelfstandig werken • Grootste voordeel is dat je minder leerkrachten nodig hebt.

    • • 
      Maar dit model biedt ook mogelijkheid om fulltimers volledig in

Optie 2: deel van curriculum invullen door andere professionals dienst te houden en ze een extra taak geven. Amsterdam wordt

(onbevoegden) aantrekkelijker, als je hier de tijd krijgt om je vak te doen en mooier te maken. Belangrijk dat je niet wordt gekort op je

++ budget.

  • • 
    Voor kansarme kinderen moet er aanbod zijn op dag vijf
  • • 
    Creatieve vakken geef je door de hele week (niet alles naar die 5e

    dag verplaatsen dat maakt het vak van de leerkracht onaantrekkelijk)

  • • 
    Kerndoelen in vier dagen geven

--

  • • 
    onduidelijk wie eindverantwoordelijk is op dag vijf
  • • 
    Invullen van programma voor alle kinderen kost ontzettend veel

    geld.

  • • 
    Veel verschillen tussen dagen en scholen wordt een ramp voor

    ouders.

  • • 
    Voor welk type school geschikt

    o Als je dit invoert moet je het voor alle scholen doen. Anders krijg je scheve concurrentie

    o Veiligheid is belangrijk, en creëren van veilige setting. Dus houd het dichtbij (liefst in de school).

  • • 
    Implementatie
  • • 
    Start bij de scholen die het het hardst nodig hebben (grootste

    tekort, grootste gewicht)

  • • 
    Op korte termijn invoeren
  • • 
    Iedereen kiest een model, alle scholen in Amsterdam. Samen sterk

    staan.

Andere modellen

  • • 
    Is minder vakanties of langere schooldag

Kinderen op latere leeftijd naar school? Of groep 1-2 vier dagen les?

Sfeerimpressie bijeenkomsten

B2: Samenstelling kerngroep Samenstelling kernteam

Er is een kerngroep opgericht (14 personen) die bestaat uit 4 bestuurders, Naam Organisatie

4 schoolleiders, OCW, po-raad, Inspectie en Gemeente Amsterdam. Het Arnold Jonk (vz.) STAIJ kernteam staat onder voorzitterschap van Arnold Jonk (bestuurder Lex Polman AMOS

STAIJ). Pascal Riet AMOS

De kerngroep wordt voor de dagelijkse gang van zaken ondersteund Dorien Nelisse ASKO door een projectgroep, bestaande uit Kees vd Meeren (it’s public), Ellen Scheermeijer ASKO

Sofieke Dirksen (gemeente Amsterdam), Sophie Hertzberger (Staij), Ike Marilene Streefland OOADA

Overdiep (po-Raad). Arie-Wim Kars INNOORD Ella Duijnker STAIJ

Maarten Lamé po RAAD Sjoerd Arlman GEMEENTE AMSTERDAM Mark Oortwijn INSPECTIE Kees Lintermans INSPECTIE Ria Westendorp OCW

Samenstelling projectteam

Namen Organisatie Kees van der Meeren it’s public Ike Overdiep po RAAD Sophie Hertzberger STAIJ Sofieke Dirksen GEMEENTE

B3: Additionele analyses B4: ‘Leren van Den Haag’ Het afwegingskader van Den Haag kan ook schooldirecties in

Amsterdam helpen een beredeneerde keuze te maken. Daarbij zijn de drie gepresenteerde modellen over hoe te handelen bij een structureel

Leren van andere steden: het afwegingskader van Den Haag tekort uit de Noodmaatregelen Amsterdam te beschouwen als nadere

concretisering van opties bij langdurige vervanging cq bij een structureel

Een kernelement van de noodmaatregelen in Den Haag is een tekort. Ter borging is voor deze modellen is een beperkt kader gezamenlijk afwegingskader op basis waarvan schooldirecties een voorgesteld

beredeneerde combinatie van oplossingen kunnen kiezen die het best passend is op hun school voor hun leerlingen, ouders en personeel.

Relatie met noodplan Amsterdam

Kortdurende vervanging Toelichting Afwegingen

(maximaal twee weken), voorzien en onvoorzien

  • 1. 
    Bevoegd Dit is de voorkeursoplossing: Bij eigen personeel: wel of niet inzetbaar?
    • • 
      bevoegde leerkrachten in de klas (extra inzet van eigen Indien ja: afspraken maken over maximale inzet

      parttimers, uit eigen bestuur, vervangingspool, uitzendorganisaties, ZZP-ers, of eigen netwerk)

    • • 
      duurzame continuering van leerlingenzorg en schooldirectie • vijfdaagse schoolweek • maximaal zeven schoolweken van vier dagen per schooljaar
  • 2. 
    Benoembaar Dit zijn nog niet bevoegden zoals zij-instromers, 3 e en 4 e jaar Is begeleiding beschikbaar?

    (studerend voor bevoegdheid) pabostudenten en deeltijd-pabostudenten Indien ja: afspraken maken over maximale inzet 3. Bekwaam (onbevoegd) Dit zijn leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten Is begeleiding beschikbaar?

    Indien ja: afspraken maken over maximale inzet 4. Anders bevoegd Dit zijn vakspecialisten die als gastdocent ingezet kunnen Kan er een dagprogramma worden gedraaid of zijn het

worden voor vakken buiten kerncurriculum zoals sporttrainers, korte lesprogramma’s waardoor overig personeel moet muzikanten, kunstenaars, e.d. rouleren? Dit verhoogt de werkdruk bij eigen personeel.

  • 5. 
    Herverdelen van leerlingen of Als het een voorziene vervanging betreft, is herverdelen beter te Herverdelen:

    leerlingen naar huis organiseren. Bij meer dan zeven schoolweken van vier dagen is • Maximaal aantal groepen per dag herverdelen

    toestemming van schoolbestuur nodig. • Let op kwaliteit onderwijs, veiligheid, werkdruk

    personeel Naar huis:

  • • 
    Kunnen kinderen naar huis of moet opvang worden

    georganiseerd?

    • • 
      Indien mogelijk naar huis sturen rouleren over de

      groepen

    • • 
      Registratie op orde; melding bij bestuur
  • 6. 
    Toezichthoudend Alleen opvang van leerlingen Is per school afhankelijk van de opvangmogelijkheden van (groot)ouders en kinderopvang

Langdurige vervanging Toelichting Afwegingen

  • 1. 
    Bevoegd Dit is de voorkeursoplossing: Bij eigen personeel: wel of niet inzetbaar?

    Indien ja: afspraken maken over maximale inzet Let op financiële consequenties bij inhuur!

    • • 
      bevoegde leerkrachten in de klas (extra inzet van eigen

      parttimers, uit eigen bestuur, vervangingspool, uitzendorganisaties, ZZP-ers, of eigen netwerk)

    • • 
      duurzame continuering van leerlingenzorg en schooldirectie • vijfdaagse schoolweek • maximaal zeven schoolweken van vier dagen per schooljaar
  • 2. 
    Benoembaar Dit zijn nog niet bevoegden zoals zij-instromers, 3 e en 4 e jaar Begeleiding moet beschikbaar zijn

    (studerend voor pabostudenten en deeltijd-pabostudenten Aandachtspunten: pedagogische veiligheid, bevoegdheid) continuïteit, uitbreiden van de handelingsbevoegdheden van de betrokken medewerker

  • 3. 
    Bekwaam (onbevoegd) Dit zijn lleerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten. Begeleiding moet beschikbaar zijn

    Aandachtspunten: pedagogische veiligheid, continuïteit, uitbreiden van de handelingsbevoegdheden van de betrokken medewerker

  • 4. 
    Beperken tot De vakken buiten het kerncurriculum worden gegeven door anders Is het eigen personeel in staat om dit op te vangen? kerncurriculum met bevoegde vakspecialisten die als gastdocent ingezet kunnen Is het verantwoord met betrekking tot werkdruk,

    bevoegden, overige uren worden zoals sporttrainers, muzikanten, kunstenaars, e.d. kwaliteit, huisvesting/ruimte in de school? anders organiseren (bijv. Alle educatieve activiteiten die in en om de school plaatsvinden met anders bevoegden). vallen onder de definitie van onderwijstijd.

  • 5. 
    Vierdaagse schoolweek Bij meer dan zeven gebroken schoolweken van vier dagen per schooljaar is toestemming van schoolbestuur nodig.

B5: Wetenschappelijke begeleiding bij implementatie Prof. dr. Sietske Waslander is als hoogleraar Sociologie verbonden aan

Van een aantal van de maatregelen in dit noodplan is het volgen op TIAS School for Business and Society. Binnen het GovernanceLAB effect zowel wetenschappelijk als beleidsmaatregel relevant en verricht zij onderzoek naar sturing en governance in het onderwijs, en

interessant. Van veel van de maatregelen is het effect voorspelbaarder, participeert ze in de longitudinale landelijke evaluatie van Passend onderwijs. Ze geeft onderwijs in verschillende TIAS opleidingen.

en is wetenschappelijk begeleidde evaluatie minder urgent. Waslander is kroonlid van de Onderwijsraad.

Allereerst de gedifferentieerde grote stadsbonus. In andere sectoren en landen is hier natuurlijk ervaring mee opgebouwd, maar voor deze context is het belangrijk de effecten te onderzoeken. Prof Frank Cörvers

(Universiteit van Maastricht), is bereid deze maatregel op effectiviteit te onderzoeken.

Frank Cörvers combineert de leerstoel Demografische transitie, menselijk kapitaal en werkgelegenheid aan Maastricht University met het onderzoeksprogramma Menselijk kapitaal in de regio bij het

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Voorts is hij lid van het managementteam van het ROA en wetenschappelijk directeur bij de Maastricht University Graduate School of Business and Economics

(GSBE). Tevens is hij aan Tilburg University voor een dag per week werkzaam op de leerstoel voor de Onderwijsarbeidsmarkt (i.e. de arbeidsmarkt voor leerkrachten).

De impact van het organiseren van het onderwijs vanuit een lerarentekort is ook relevant. We willen de impact weten op leerlingen, ouders en leerkrachten.

Mw. prof.dr. Sietske Waslander (Tias), is bereid nog dit schooljaar een evaluatieplan op te stellen om waarmee de implementatie van de noodplannen kan worden gevolgd.

B6: Convenant Noodplan Lerantekort

Het Convenant is op 24 januari 2020 ondertekend door de volgende schoolbesturen:

Stichting Amsterdam West Binnen de Ring (Theo Hooghiemstra)

Stichting El Amal (Mohamed Bhoelan)

Stichting Openbaar Onderwijs Aan de Amstel (Marilene Streefland en Herbert de Bruijne)

Stichting Westelijke Tuinsteden (Joke Middelbeek)

AMsterdamse Oecumenische Scholengroep (Lex Polman)

Stichting Innoord (Mirjam Leinders)

Stichting Orion: Openbaar Speciaal Onderwijs Amsterdam (Annette van der Poel)

Amsterdamse Stichting voor Katholiek, Protestants-Christelijk en Interconfessioneel Onderwijs (Dorien Nelisse)

Stichting Samen Tussen Amstel en IJ (Arnold Jonk)

Stichting Nederlandse Islamitische Scholen (Jounes Hanin)

Stichting Islamitische School Amsterdam (R. Boudil)

Stichting KBA Nw West (Jeroen Knigge)

KOLOM (Sylvia Spierenburg)

Stichting Zonova (Harry Dobbelaar)

Stichting Algemeen Bijzondere Scholengroep Amsterdam (Geert Jan Nelson)

ESPRIT Scholen (Ruth Kervezee en Percy Henry)

Evangelische Broedergemeente (Glenn Lashley)

Stichting Hindoe Onderwijs (R.K. Romnewash)

Er volgt nog ondertekening namens Stichting Geert Groote Scholen.


3.

Hoofddocument

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.