Brief regering; Uitstel toezending reactie op de motie Van der Molen/Van Raak over een brede evaluatie van de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 110 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 VII - Vaststelling begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020; Brief regering; Uitstel toezending reactie op de motie van de leden Van der Molen en Van Raak over een brede evaluatie van de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur |
---|---|
Documentdatum | 17-03-2020 |
Publicatiedatum | 18-03-2020 |
Nummer | KST35300VII110 |
Kenmerk | 35300 VII, nr. 110 |
Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 maart 2020
Uw Kamer heeft bij de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken voor 2020 een motie van de leden Van der Molen en Van Raak aangenomen waarin de regering wordt verzocht voorstellen te doen voor een brede evaluatie van de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur, en de Kamer daarover vóór 1 maart 2020 te informeren (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 19).
Hierbij meld ik u dat het niet mogelijk is gebleken binnen de gestelde termijn te reageren, gelet op de benodigde afstemming met medeoverheden. Ik zal uw Kamer voor het meireces mijn reactie op de motie doen toekomen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
kst-35300-VII-110 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 VII, nr. 110