Motie Amhaouch c.s. over een evaluatie van het functioneren van ICS in CETA - Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, 13) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 19 toegevoegd aan wetsvoorstel 35155 - Goedkeuring van de Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada i en wetsvoorstel 35154 - Goedkeuring van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada en de Europese Unie i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, 13); Motie; Motie van het lid Amhaouch c.s. over een evaluatie van het functioneren van ICS in CETA |
---|---|
Documentdatum | 13-02-2020 |
Publicatiedatum | 13-02-2020 |
Nummer | KST3515419 |
Kenmerk | 35154; 35155, nr. 19 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
35 154 |
Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, 13) |
35 155 |
Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Canada, anderzijds (Trb. 2016, 190) |
Nr. 19 |
MOTIE VAN HET LID AMHAOUCH C.S. Voorgesteld 13 februari 2020 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het Investment Court System (ICS) verbeteringen bevat ten opzichte van het verouderde Investor to State Dispute Settlement (ISDS); constaterende dat het CETA-verdrag het eerste handelsverdrag is dat het ICS-systeem hanteert; constaterende dat de interpretatieve verklaring voorziet in verdere ontwikkeling van geschillenbeslechting; overwegende dat het Joint Committee bevoegd is om oneffenheden in het geschillenbeslechtingsmechanisme en misstanden bij de uitvoering van het CETA-verdrag te adresseren met instemming van alle verdragspartijen; verzoekt de regering, om een evaluatie van het functioneren van het ICS in het CETA-verdrag uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van het CETA-verdrag; verzoekt de regering voorts, de bevindingen van deze evaluatie met de Kamer te delen en eventuele aanbevelingen bij de Europese Commissie te agenderen, |
kst-35154-19 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 154, nr. 19 1 |
en gaat over tot de orde van de dag.
Amhaouch
Voordewind
Jetten
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 154, nr. 19