Brief regering; Controlerapport ADR bij 42e Voortgangsrapportage HSL-Zuid - Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 510 toegevoegd aan dossier 22026 - Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens; Brief regering; Controlerapport ADR bij 42e Voortgangsrapportage HSL-Zuid |
---|---|
Documentdatum | 24-10-2019 |
Publicatiedatum | 28-10-2019 |
Nummer | KST22026510 |
Kenmerk | 22026, nr. 510 |
Commissie(s) | Infrastructuur en Waterstaat (IW) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 24 oktober 2019
Op 10 oktober 2019 heeft u de 42e Voortgangsrapportage HSL-Zuid (VGR42) ontvangen1. Zoals gebruikelijk heeft de Auditdienst Rijk (ADR) de VGR gecontroleerd. Ik bied u hierbij de ADR-rapportage aan2.
De ADR rapporteert over de volledigheid van de in de VGR42 opgenomen financiële en niet-financiële informatie en over het proces van de totstandkoming hiervan. Zoals reeds bij u bekend3 zijn (net als bij VGR 41 (Kamerstuk 22 026, nr. 505)) de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, mede gezien het zeer gering financieel belang in relatie tot het totale projectbudget, in de verslagperiode niet door de ADR gecontroleerd.
De ADR heeft in haar controlerapport nagenoeg geen kritische opmerkingen opgenomen over inhoud en totstandkoming van de VGR. Wel wijst de ADR in haar controlerapport op het ontbreken van een actualisatie van de bij VGR41 uitgevoerde kwantitatieve risicoanalyse over dreigende kostenoverschrijdingen met betrekking tot zettingen bij Schuilingervliet en Rijpwetering (inclusief voorstellen voor maatregelen om budgettaire effecten te beperken). De ADR voegt daaraan toe dat ik in VGR42 heb uitgelegd waarom deze actualisatie niet heeft plaatsgevonden. ProRail laat nu namelijk onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om de ontwikkeling van de problematiek aan te pakken: het aantal zettingen is verder toegenomen, ondanks eerder getroffen maatregelen. De veilige berijd-baarheid komt hierdoor niet in gevaar.
In VGR42 heb ik aangegeven de bij VGR41 uitgevoerde risicoanalyse te actualiseren als deze onderzoeken medio 2020 zijn afgerond. Dan zal
1 Kamerstuk 22 026, nr. 509.
2 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
3 Kamerstuk 22 026, nr. 507
kst-22026-510 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
blijken of sprake is van eventuele kostenoverschrijdingen en maatregelen om deze, waar nodig, te beperken. Ik informeer u volgend jaar over de uitkomsten van de risicoanalyse.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
-
S.van Veldhoven - Van der Meer
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 22 026, nr. 510 2