Resultaten en bevindingen van de consultatie bij Wetsvoorstel doorlopende leerroutes vmbo-mbo (sterk beroepsonderwijs)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Consultatie rapport gepubliceerd bij Wetsvoorstel doorlopende leerroutes vmbo-mbo (sterk beroepsonderwijs)
Document­datum 03-06-2019
Publicatie­datum 06-09-2019
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Samenvatting internetconsultatie

Voorliggend wetsvoorstel is opengesteld voor internetconsultatie. Er zijn 50 reacties binnengekomen (waarvan 30 openbaar). De respons is vooral vanuit mbo-instellingen en scholen uit het voortgezet onderwijs, maar ook partijen zoals sectororganisaties en samenwerkingsinitiatieven hebben gereageerd. De internetconsultatie heeft geleid tot gerichte aanscherping van enkele passages in het wetsvoorstel, alsmede tot aanpassingen in de memorie van toelichting.

Hieronder wordt nader ingegaan op de reacties op de drie gestelde vragen.

Vraag 1: Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om doorlopende leerroutes in te richten waarbij het onderwijs verrijkt, verdiept en soms ook verkort kan worden. Verkorting is geen doel op zich, maar is wel een mogelijkheid.

Dit wetsvoorstel biedt scholen de mogelijkheid om een verkorte doorlopende leerroute vmbo-basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) aan te bieden binnen een studieduur van 2 jaar (vanaf de bovenbouw van het vmbo t/m een diploma basisberoepsopleiding).

Denkt u dat het mogelijk is om jongeren vanaf de bovenbouw vmbo naar een diploma basisberoepsopleiding te begeleiden in 2 studiejaren? Of is deze verkorting niet haalbaar?

Respondenten reageren over het algemeen positief op dit onderdeel uit het wetsvoorstel. Het wordt gezien als een mogelijkheid als sprake is van inhoudelijke afstemming van het onderwijsprogramma en een goede begeleidingslijn. Acht respondenten hadden vragen of bedenkingen bij de voorgestelde verkorting. Zij merkten op dat verkorting niet voor elke jongere geschikt is, met name niet voor jongeren die nog jong zijn of extra begeleiding behoeven. We zijn het eens met de kanttekeningen van respondenten. Verkorting van een route moet geen doel op zich zijn, maar een mogelijkheid. Daarom is in de toelichting aangegeven dat de ruimte die ontstaat in het onderwijsprogramma ook voor verdieping of verbreding kan worden ingezet.

Verder komt in de reacties op deze vraag naar voren dat respondenten zich afvragen hoe een doorlopende leerroute van twee jaren zich verhoudt tot de leerplicht. In het geval van het succesvol afronden van een doorlopende leerroute van twee jaren is de jongere niet meer leerplichtig, ook als hij nog niet de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Een jongere is namelijk ook niet meer leerplichtig als hij meer dan twaalf volledige schooljaren onderwijs gevolgd. Daar is bij een doorlopende leerroute sprake van, namelijk acht jaar basisschool, twee jaar onderbouw vmbo en ten minste twee jaar doorlopende leerroute vmbo-mbo.

Vraag 2: De eerste twee jaren van de doorlopende leerroute is de jongere ingeschreven op de vmbo-school. De vmbo-school is in die periode ook verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving. Enige uitzondering hierop is dat de mbo-instelling te allen tijde verantwoordelijk blijft voor het mbo-onderwijs, -examinering en -diplomering.

Na twee jaren wordt de jongere overgeschreven naar de mbo-instelling. Vanaf dat moment wordt de mbo-instelling verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving in de doorlopende leerroute. Ook hier geldt weer dat de enige uitzondering is dat de vo-school te allen tijde verantwoordelijk blijft voor het vo-onderwijs, -examinering en -diplomering.

In de samenwerkingsovereenkomst maken de vmbo-school en mbo-instelling afspraken over wat zij van elkaar nodig hebben om de wet- en regelgeving na te leven.

Is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de vo-school en de mbo-instelling voldoende duidelijk?

Veel respondenten vinden het een duidelijk voorstel. Een aantal respondenten had verhelderende vragen of opmerkingen. Die onderwerpen komen in de toelichting aan bod. Zeven respondenten hadden vragen of bedenkingen bij de verantwoordelijkheidsverdeling. Enkele respondenten stelden voor om de vmbo-school en mbo-instelling gezamenlijk verantwoordelijk te maken voor de gehele route. Voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid is niet gekozen. Ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs is het namelijk van groot belang is dat de school of instelling die de expertise heeft ook de verantwoordelijkheid draagt voor de kwaliteit van dat deel van het onderwijsprogramma en van de examinering en het diploma. Daarnaast opperden twee respondenten om de vmbo-school verantwoordelijk te laten zijn voor de gehele doorlopende leerroute tot en met een mbo 2-diploma. Ook hiervoor geldt dat we ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs ervoor hebben gekozen om de mbo-instelling verantwoordelijk te laten zijn voor het mbo-onderwijs, -examinering en -diplomering.

In antwoord op deze vraag is een aantal keren opgemerkt dat duidelijk gemaakt moet worden wat de mogelijkheden zijn als een jongere na het derde leerjaar zijn VMBO-examen nog steeds niet heeft gehaald terwijl hij of zij wel al met goed gevolg het MBO traject volgt. De vmbo-school en de mbo-instelling stellen van tevoren vast welke opties een jongere heeft die zijn vmbo- of mbo-diploma niet behaalt. Indien de jongere niet is bevorderd tot het volgende leerjaar maakt de jongere gebruik van de overstapoptie, waarbij een van de opties kan zijn dat de jongere de doorlopende leerroute vmbo-mbo vervolgt zonder een vmbo-diploma behaald te hebben. Dit zorgt ervoor dat de jongere, ondanks dat hij of zij geen vmbo-diploma heeft behaald, wel verzekerd is van een overstapoptie, passend bij de mogelijkheden van de jongere.

Vraag 3: Biedt de mogelijkheid dat vmbo-examens tot en met het derde jaar van de doorlopende leerroute kunnen worden afgesloten voldoende ruimte om een geïntegreerd onderwijsprogramma vmbo-mbo aan te bieden?

Het overgrote deel van alle respondenten reageert positief op de ruimte die ontstaat voor het aanbieden van een geïntegreerd onderwijsprogramma doordat vmbo-examens tot en met het derde jaar van de doorlopende leerroute kunnen worden afgesloten. Diverse respondenten vinden echter dat scholen en instellingen meer ruimte zouden moeten krijgen om de doorlopende leerroute vorm te geven, variërend van spreiding van vmbo-examinering over de gehele route tot gezamenlijke examinering. Ook roept een aantal respondenten op om de vmbo-examens geheel te laten vervallen dan wel om geen onderscheid te maken tussen vmbo- en mbo-examens in een doorlopende leerroute.

Het uitgangspunt van dit wetsvoorstel is het mogelijk te maken dat in een doorlopende leerroute het onderwijsprogramma en, indien mogelijk, de examinering van het vmbo en het mbo worden geïntegreerd, zonder daarmee een nieuwe onderwijssoort te creëren. De keuze om vmbo-examens tot en met het derde jaar van de doorlopende leerroute mogelijk te maken is gebaseerd op een logische opbouw en afsluiting van de onderwijsprogramma's. Het vmbo is voorbereidend op het mbo. Redelijkerwijs zal afsluiting van vmbo-onderdelen niet in het laatste jaar van een vier- of vijfjarige doorlopende leerroute plaatsvinden.

In de consultatie is door enkele respondenten ook gevraagd om leerlingen uit de kaderberoepsgerichte leerweg toegang te geven tot de geïntegreerde route dan wel de doorlopende leerroute naar mbo 2 met behoud van vmbo-diplomering. Hiervoor is niet gekozen omdat dit niet past bij de doorstroomperspectieven van deze jongeren. Met een kaderdiploma kunnen jongeren namelijk doorstromen naar opleidingen op mbo 3 en mbo 4. Wanneer een jongere in staat is een onderwijsprogramma te volgen op kaderniveau is dat ook het niveau dat de jongere geboden moet worden.

Vragen of aanvullende opmerkingen van respondenten op andere thema's

Een aantal respondenten verzocht om een gecombineerde PTA/OER. Aan dit verzoek is tegemoet gekomen door in dit wetsvoorstel die verplichting op te nemen.

In de consultatie is gevraagd hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot de zorgplichten arbeidsmarktperspectief en doelmatigheid. Deze zorgplichten gelden ook voor deze routes. De mbo-instelling dient aan potentiële studenten informatie te geven voor een goede studiekeuze en een voornemen tot het starten of stoppen van (het aanbieden van) een doorlopende leerroute tijdig bij DUO te melden.

Uit de consultatie kwam verder de wens naar voren om doorlopende leerroutes aan te mogen bieden als niet-bekostigde school of instelling. Die mogelijkheid wordt uitsluitend binnen het niet-bekostigd onderwijs geboden. Het is niet mogelijk om doorlopende leerroutes aan te bieden in allianties tussen bekostigd en niet-bekostigd onderwijs.

Voor het funderend onderwijs is het van belang dat het onderwijs toegankelijk is voor alle leerplichtige jongeren, zonder aanvullende kosten. Indien (een deel van) de doorlopende leerroute wordt aangeboden door een niet-bekostigde school of instelling, zullen de kosten voor het volgen van het onderwijs in rekening worden gebracht. Deze kosten kunnen niet van de lumpsum-gelden van een bekostigde school of instelling aan de niet-bekostigde school of instelling worden betaald, maar zullen in rekening worden gebracht bij de jongere of de wettelijke vertegenwoordigers van de jongere. Dit vinden we onwenselijk. Doorlopende leerroutes dienen toegankelijk te zijn voor alle jongeren en niet gaandeweg extra inschrijvingskosten met zich mee te brengen. Daarom is besloten om het niet mogelijk te maken dat een niet-bekostigde school met een bekostigde instelling en vice versa een doorlopende leerroute vorm geeft. Wel wordt, zoals eerder opgemerkt, mogelijk gemaakt dat een niet-bekostigde school met een niet-bekostigde mbo-instelling een doorlopende leerroute aanbiedt. Deze route bestaat dan immers naast het reguliere bekostigde aanbod, zodat er voor iedere leerplichtige jongeren een alternatief in het bekostigd onderwijs is.

Wat tenslotte opvalt, zijn de suggesties voor vergaande wijzigingen binnen het beroepsonderwijs die worden gedaan. Respondenten uitten de wens om routes tot en met een startkwalificatie in te richten op het vmbo. Zowel respondenten in de consultatie, als de Onderwijsraad en (in navolging daarvan) het Adviescollege toetsing regeldruk vragen zich af of dergelijke alternatieven zijn overwogen. Tijdens de verkenning naar de toekomstbestendigheid van het vmbo in 2016 zijn diverse alternatieven gewogen, waaronder de mogelijkheid om in vijf jaar vmbo een startkwalificatie te behalen en de mogelijkheid om geen aanvullende maatregelen te nemen. Hier is uiteindelijk niet voor gekozen omdat het huidige voorstel het beste aansluit bij het verbinden van beide onderwijssectoren op een manier die niet leidt tot grootschalige lasten voor beide sectoren.

3


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.