Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2018 (bijlage bij 28684,nr.567)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2018 (bijlage bij 28684,nr.567)
Document­datum 27-06-2019
Publicatie­datum 01-07-2019
Nummer 2019D28039
Kenmerk 28684, nr. 567
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Voortgangsrapportage Outlaw Motorcycle Gangs 2018

Landelijk Strategisch Overleg integrale aanpak OMG’s

Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 2

Samenvatting 3

1 Algemeen beeld 5

2 Aanpak ondermijnende criminele structuren 7

2.1 Strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband 7 2.2 Strafbare feiten gepleegd door individuele leden 9 2.3 Het verbieden van criminele clubs 11 2.3.1 Ontwikkelingen procedures civielrechtelijke verboden 11 2.3.2 Handhaving en effect van de civielrechtelijke verboden 15 2.3.3 Initiatiefwetsvoorstel bestuursrechtelijk verbod 16

3 Integraal afpakken 17

3.1 Fiscaalrechtelijke maatregelen 17

3.2 Administratieplicht 18

4 Integere publieke ruimte 20

4.1 Handhaven op clublocaties 20 4.2 Handhaven op evenementen en ride outs 20 4.3 Overige bestuurlijke acties 21 4.4 Particuliere beveiligingsorganisaties 21

5 Weerbare overheid 23

5.1 Ondersteuning lokaal bestuur 23 5.2 Ondersteuning integrale aanpak 23 5.3 Bedreiging en intimidatie 24 5.4 Leden van OMG’s in overheidsdienst 24

6 Internationale aanpak 26

6.1 Benelux samenwerking 26 6.2 Bilaterale samenwerking 26 6.3 Kennisdeling 27

Bijlage: OMG’s en de integrale aanpak 28

Samenvatting

Deze Voortgangsrapportage doet verslag van de gezamenlijke inspanningen in 2018 ten behoeve van de integrale aanpak van Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s). Gemeenten, politie, Openbaar

Ministerie (OM), Belastingdienst (waaronder FIOD) en Koninklijke Marechaussee dragen bij aan deze aanpak die in 2012 is gestart. Deze rapportage gaat in op de trends, ontwikkelingen en resultaten van 2018.

  • 1. 
    Stevige integrale aanpak met resultaat

De betrokken overheidsdiensten hebben een stevige inzet geleverd ten behoeve van de integrale aanpak.

Het OM diende in 2018 twee verzoekschriften tot verbodenverklaring in. Het betreft de Hells Angels MC en No Surrender MC. De rechter heeft, naar aanleiding van een eerder verzoekschrift van het

OM, in 2018 Satudarah MC civielrechtelijk verboden verklaard. Tevens deed het Gerechtshof Arnhem uitspraak in het hoger beroep dat door Bandidos MC tegen het verbod van december 2017 was ingesteld. Het Gerechtshof oordeelde eveneens dat Bandidos MC Holland moet worden verboden en ontbonden.

De uitspraken bevestigen de criminele aard van OMG’s. Het zijn geen gewone motorclubs waar motorrijden voorop staat, maar organisaties die zich bezighouden met ondermijnende en ernstige criminele activiteiten.

De doorlooptijd van de civiele procedures is, net als strafrechtelijke onderzoeken, lang en vraagt veel tijd en inspanning van de partners uit de integrale aanpak. Daar komt bij dat een civiel verbod niet direct strafrechtelijk is te handhaven. Dat laatste geldt niet voor een bestuurlijk verbod, daarbij is strafrechtelijke handhaving direct mogelijk. De partners uit de integrale aanpak zijn verheugd dat inmiddels een initiatiefwetsvoorstel is opgesteld.

Van een aantal grotere criminele, of zeer gewelddadige motorbendes zijn in 2018 leiders en sleutelfiguren aangehouden. Een aantal van de in voorgaande jaren aangehouden leiders is in 2018 in eerste aanleg vervolgd en/of veroordeeld. Deze (strafrechtelijke) aanpak heeft effect: het leiderschap en organiserend vermogen van de bendes wordt verstoord.

De bestuurlijke aanpak resulteerde in het (al dan niet tijdelijk) sluiten van zestien clublocaties. Daarnaast is de vestiging van zes clublocaties geweerd. Stopgesprekken blijken daarbij een effectief middel, maar er is ook 35 keer een ander bestuurlijk instrument ingezet. Voorbeelden zijn het opleggen van boetes of een last onder dwangsom.

Strafrechtelijk is een bedrag van € 503.014 in beslag genomen. Fiscaalrechtelijk is er € 63.000 geïnd en/of verrekend en voor € 2.182.000 beslag gelegd.

De integrale aanpak heeft effect. De verboden clubs zijn aanzienlijk minder nadrukkelijk aanwezig in de openbare ruimte. Het aantal incidenten waar deze clubs bij betrokken zijn, is eveneens afgenomen. Dat is een succes van de aanpak.

  • 2. 
    Ontwikkelingen

De successen van de integrale aanpak lossen de OMG-problematiek (vanzelfsprekend) nog niet volledig op. OMG’s zijn vehikels voor ondermijning en georganiseerde criminaliteit en met het opwerpen van barrières daarvoor worden die activiteiten wel veel moeilijker gemaakt maar niet onmogelijk.

Het aantal leden dat de politie in beeld heeft laat een kleine stijging zien ten opzichte van het jaar ervoor. In 2018 waren 2.100 OMG-leden in beeld, terwijl dat er in 2017 nog 1.980 waren. Deze stijging is voornamelijk te verklaren door registratie van Caloh Wagoh Main Triad MC; een relatief nieuwe club.

Er zijn wel veel mutaties ten aanzien van de leden die in beeld zijn. Dit is voornamelijk aan de orde bij clubs die verboden zijn of waar tegen een verbodsprocedure loopt.

Ook zijn clubs steeds meer fluïde. Het aantal brotherhoods en supportclubs blijft groeien. Daarnaast worden nieuwe clubs opgericht die minder onder de radar blijven. Deze trend, die ook in voorgaande rapportages werd geconstateerd, blijft doorzetten.

Samenvatting

-3-

Deze ontwikkelingen vragen aandacht en een passende en effectieve OMG-strategie. Waar nodig wordt de integrale strategie aangepast.

  • 3. 
    Integrale aanpak blijft nodig

De integrale aanpak werpt vruchten af en er worden successen geboekt. Dat blijkt ook uit deze voortgangsrapportage. Enkele OMG’s zijn civielrechtelijk verboden en vertonen zich minder in de openbare ruimte. Het aantal incidenten met deze clubs is afgenomen. Ook de strafrechtelijke aanpak heeft effect. Daar staat tegenover dat nieuwe ontwikkelingen zorgen voor een steeds meer fluïde OMG-landschap. En het blijft lastig om zicht te krijgen op de financiële wereld rondom OMG’s en OMG-leden. Dat heeft met name te maken met de specifieke kenmerken van de doelgroep.

De partners uit de integrale aanpak achten het van groot belang om de aanpak voort te zetten en waar nodig te vernieuwen. Alleen op die manier kunnen de OMG’s in de publieke ruimte verder worden teruggedrongen.

Samenvatting

-4-

1 Algemeen beeld

Het algemene beeld laat de volgende trends zien:

  • I. 
    Het aantal leden stijgt licht

Het aantal leden dat de politie in beeld 1 heeft is met 150 gestegen naar ruim 2.100.

2016 2017 2018

1.940 1.980 2.130

Een groot deel van deze stijging wordt veroorzaakt door registratie van Caloh Wagoh Main Triad

MC. Deze relatief nieuwe OMG heeft meer dan 100 nieuwe leden 2 .

Motorclub Caloh Wagoh is nieuw, maar al snel berucht

21 november 2018

Caloh Wagoh is pas twee jaar geleden opgericht, maar leden van de motorclub komen nu al in meerdere zware strafrechtelijke onderzoeken voor. Justitie ziet de groep als een criminele organisatie en doorzocht meer dan veertig panden na de aanhouding van twee kopstukken. Wat weten we over de club?

Begin 2016 werd voor het eerst gesproken over het oprichten van de motorclub. In de geschiedenis, die op de website van Caloh Wagoh staat beschreven, staat dat er "in rap tempo" conflicten ontstonden, waarna twee van de drie oprichters samen verder zijn gegaan.

Het gaat hier om Keylow en Leen. Eerstgenoemde is een van de twee kopstukken die woensdag zijn opgepakt bij de grote politieactie. Het tweede kopstuk is Greg R., een bekende crimineel die veroordeeld is voor drugshandel. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de liquidatie van

Jair Wessels in Breukelen.

(…)

Leden in meerdere strafrechtelijke onderzoeken genoemd

Niet lang na de oprichting verschijnt Caloh Wagoh in strafrechtelijke onderzoeken. Greg R. wordt in december 2017 opgepakt op verdenking van de liquidatie van Wessels in de zomer van 2017 in

Breukelen. Wegens gebrek aan bewijs wordt hij snel weer vrijgelaten. Nadat een kroongetuige in deze zaak verklaringen heeft afgelegd, is R. opnieuw opgepakt.

Een paar maanden na de liquidatie van Wessels, in september 2017, wordt de Belgische zakenman Stefaan Bogaerts doodgeschoten in zijn auto in Spijkenisse. Vorige maand is een 47-jarig lid, dat al vastzat voor een ander vergrijp, aangehouden op verdenking van betrokkenheid. De schietpartij vond plaats in de buurt van een kroeg waar veel leden van Caloh Wagoh kwamen.

Een tweede lid van de motorbende, een 31-jarige man uit Den Haag, werd op dinsdag 27 november ook ingerekend op verdenking van betrokkenheid bij de dood van Bogaerts.

Drie leden van de club zijn daarnaast opgepakt voor betrokkenheid bij de beschieting van de redactie van Panorama met een antitankwapen. Zij zitten nog altijd in voorarrest. (…) 3

1 De politie stelt de ledenaantallen vast op basis van waarnemingen. Het echte aantal leden wijkt dus altijd af van de geschetste cijfers.

2 De explosieve groei, het grote aantal incidenten en strafrechtelijke onderzoeken zorgen ervoor dat deze motorgang in deze rapportage is opgenomen. De ontwikkelingen in de bendewereld vragen verdere aanpassing van de strategie, registratie en aandacht voor nieuwe bendes. Deze heroriëntatie en registratie heeft invloed op de gerapporteerde cijfers.

Algemeen beeld

-5-

De overige OMG’s 4 laten geen grote wijziging in ledenaantallen zien. We zien wel de nodige mutaties in de ledenbestanden. Tegenover het vertrek van ruim 250 leden staat een aanwas van ruim 400 leden. De clubs die verboden zijn (of waartegen een verbodsprocedure loopt) laten de meeste mutaties zien. Het aantal nieuwe leden is vergelijkbaar met voorgaande jaren en blijft een zorgwekkende trend. Het totale aantal leden bij deze verboden clubs blijft door de vertrekkende leden vrijwel gelijk.

Outlaw Motorcycle Gangs

Overig 14%

Red Devils Satudarah 5% 36%

Trailer Trash 5%

Caloh Wagoh Main Triad 6%

Hells Angels 15%

No Surrender 19%

Satudarah No Surrender Hells Angels Caloh Wagoh

Trailer Trash Red Devils Overig

Satudarah MC blijft met ruim 750 leden de grootste motorbende in Nederland. Daarna volgen de Hells Angels MC en No Surrender MC met respectievelijk 400 en ruim 300 leden.

II. Clubs bewegen en zijn fluïde

In de voorgangsrapportages van 2016 en 2017 is de versplintering en de dynamiek van de bendes beschreven. Deze trend wordt in 2018 onverminderd voortgezet. Brotherhoods en supportclubs blijven groeien in aantal en omvang. Daarnaast zijn nieuwe clubs opgericht die minder vaak onder de radar blijven. De nieuwe bendes werken vaak in netwerkstructuren. Een kenmerkend onderscheid vormt het minder strenge toelatingsbeleid van nieuwe bendes. Beide factoren zorgen ervoor dat deze bendes in korte tijd sterk kunnen groeien en ook gegroeid zijn. Caloh Wagoh Main

Triad MC is hiervan het meest uitgesproken voorbeeld, maar ook Kings Syndicate en de kleinere clubs Crypto en Barowette passen in de trend.

III. Verboden clubs zijn minder zichtbaar in het publieke domein

De verboden clubs zijn door de integrale aanpak minder zichtbaar aanwezig in de publieke ruimte. Het aantal incidenten in het publieke domein waarbij deze clubs betrokken zijn, is als gevolg hiervan afgenomen. De clubs laten echter ook tegenreacties zien. Zo heeft Satudarah MC een nieuwe club opgericht met een vergelijkbare naam en clubkleuren en paste Bandidos MC (een onderdeel van) de clubkleuren aan. Beide vormen van voortzetting worden of zijn aangepakt.

Daarnaast zien we een verplaatsing van activiteiten naar België 5 vanwege het gebrek aan

instrumentarium en een integrale aanpak zoals Nederland die kent; het zogeheten waterbedeffect.

De integrale aanpak van No Surrender MC lijkt het leiderschap en het organiserend vermogen van de bende te verstoren. Een zoektocht naar nieuwe machtsstructuren, verdeeldheid en afsplitsingen zijn duidelijk zichtbaar. Ook No Surrender-leden zijn minder zichtbaar aanwezig in het publieke domein.

4 Onder de categorie ‘Overig’ vallen leden van onder andere Animals MC, Black Sheep MC, Demons MC, Gringos MC, Rebelcrew MC, Veterans MC en Trailer Trash Maro Djipen die zijn waargenomen. Black Sheep MC is met ruim 70 leden de grootste club in de categorie ‘Overig’.

5 In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de internationale samenwerking; onder andere met België.

Algemeen beeld

-6-

2 Aanpak ondermijnende criminele structuren

Om het organiserend vermogen van OMG’s te verstoren wordt fors ingezet op de aanpak van criminele structuren. Dat lukt het beste door de aandacht te richten op de ’leidende’ afdelingen en/of de sleutelfiguren van OMG’s. Daarnaast steken de partners in de integrale aanpak veel energie in het verbieden van de criminele motorbendes. Voor deze aanpak is – ook nu een aantal bendes verboden is - een goede informatiepositie onmisbaar.

De verantwoording in dit hoofdstuk is gebaseerd op cijfers vanuit de systemen van het OM. Bij het OM zijn de cijfers bekend tot en met het einde van het proces in de opsporing en vervolging. Deze cijfers geven derhalve inzicht in de uiteindelijke afdoening van de verdenking en vervolging van de strafbare feiten. Of een zaak eindigt in een veroordeling, vrijspraak of sepot geeft uiteindelijk het meest zuivere beeld over de betrokkenheid van OMG-leden bij strafbare feiten.

Bij de strafrechtelijke onderzoeken wordt onderscheid gemaakt tussen onderzoeken naar strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband en strafbare feiten gepleegd door individuele leden.

2.1 Strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband

Een van de pijlers in de integrale strategie betreft de focus op leidende afdelingen en/of sleutelfiguren van OMG’s. Ook op deze pijler is in 2018 fors geïnvesteerd. Een complicerende factor hierbij is en blijft – ondanks de versplintering en dynamiek binnen de OMG’s – een aantal van de overeenkomende kenmerken van de clubs. Dit betreft onder andere de gesloten clubcultuur, de sterk heersende zwijgplicht, angst voor vergeldingsmaatregelen van de club en de afscherming van activiteiten van de club. Door middel van het gebruik van PGP (Pretty Good Privacy)-technieken en versleuteling wordt de communicatie afgeschermd. Hierdoor kennen veel van de strafrechtelijke onderzoeken een lange doorlooptijd. Dat geldt zelfs ook bij de nieuwe clubs die minder onder de radar blijven. Een deel van de strafbare feiten van deze clubs springt weliswaar meer in het oog, maar ook deze verdachten en/of getuigen leggen vrijwel geen bekennende en/of belastende verklaringen af. Het vergaren van het bewijs rond de netwerkstructuren achter deze criminaliteit vraagt net zo goed intensief onderzoek.

In 2018 zijn wederom leiders en sleutelfiguren van een aantal grotere criminele, en vaak ook zeer gewelddadige motorclubs aangehouden, zoals van Satudarah MC en Caloh Wagoh MC. Ook is een aantal van de in voorgaande jaren aangehouden leiders in 2018 in eerste aanleg vervolgd en/of veroordeeld.

In de Voortgangsrapportage 2017 is onder andere gerapporteerd over de kopstukken van de Hells Angels MC afdeling Haarlem. Zij zijn in dat jaar aangehouden. In 2018 heeft de behandeling van de verdenking tegen deze kopstukken op zitting plaatsgevonden en zijn zij allen in eerste aanleg veroordeeld. Deelname aan een criminele organisatie stond in deze strafzaak centraal. De rechtbank heeft aan de hand van het strafonderzoek geconcludeerd dat er tussen de verdachten sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband, dat het plegen van misdrijven beoogde. De leider van de Haarlemse Hells Angels MC is tot negen jaar gevangenisstraf veroordeeld voor het leiding geven aan een criminele organisatie en het plegen van een aantal misdrijven. De negen andere verdachten zijn ook tot gevangenisstraffen veroordeeld, onder andere voor deelname aan een criminele organisatie.

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-7-

rechtspraak.nl, 18 juli 2018

“Hells Angels Haarlem hebben een bedreigende en gewelddadige reputatie. Die reputatie wordt in het dagelijks leven ingezet tegen willekeurige personen, die vervolgens geen verklaring durven af te leggen in verband met hun veiligheid. Het gebruik van geweld door de leden wordt beloond, met onder andere een patch (insigne). Zo verwijst de patch ‘Dequiallo’ naar geweld tegen overheidspersoneel. Lysander de R, Sebastiaan V en Richard vd H dragen zo’n patch. Uit de verschillende zaaksdossiers blijkt dat de leden van Hells Angels Haarlem zich schuldig hebben gemaakt aan een aantal misdrijven die rechtstreeks verband houden met de club. Dit betrof onder meer bedreigingen, afpersingen, brandstichtingen aan een sporthal om de eigenaar zo te dwingen zijn hal niet beschikbaar te stellen voor de choppershow van motorclub Rogues MC uit Opmeer, mishandelingen, intimidatie, en openlijke geweldplegingen om bijvoorbeeld andere motorclubs uit

Haarlem te weren of autoschades sneller af te wikkelen.” 6

Eind 2018 en begin 2019 stonden ook tien leden van de Satudarah MC afdeling uit Geleen op zitting. De leider van de afdeling in Geleen is veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf voor het leiding geven aan een criminele organisatie en onder meer een aantal afpersingen. Volgens de rechtbank vormde hij samen met vijf anderen binnen de afdeling Geleen een samenwerkingsverband gericht op het plegen van misdrijven, zoals mishandelingen, afpersingen, vrijheidsberoving en drugscriminaliteit. Deze vijf verdachten zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van tweeënhalf tot zeven jaar. Tot slot zijn aan vier andere verdachten celstraffen van twintig maanden opgelegd voor hun aandeel in een afpersing met wederrechtelijke vrijheidsberoving.

De aanpak van de afgelopen jaren op de leidende afdelingen en kopstukken van No Surrender MC lijkt er mede toe te leiden dat er verdeeldheid is ontstaan binnen de club, gezocht wordt naar nieuwe machtsverhoudingen en sommige afdelingen zich opsplitsen, zich opheffen of zich van de club distantiëren. Daarmee komt niet direct een einde aan de criminele activiteiten, maar het georganiseerde verband dat voor het plegen van deze activiteiten een belangrijke factor is staat wel onder druk. Bovendien heeft dit er vermoedelijk ook toe geleid dat leden van deze motorbende zich minder actief en provocerend in de openbare ruimte hebben laten zien.

De nieuwe criminele motorbende Caloh Wagoh Main Triad MC heeft in 2018 vaak het nieuws gehaald met zijn criminele activiteiten. Naar deze activiteiten wordt onderzoek gedaan.

6 https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Noord

Holland/Nieuws/Paginas/Gevangenisstraffen-voor-leden-Hells-Angels-Haarlem.aspx

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-8-

In 2018 waren er in de categorie strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband in totaal 185 lopende onderzoeken die een link hadden met een OMG of enkele OMG-leden. Van dit totaal betrof het in 120 gevallen een onderzoek naar een OMG. Satudarah MC, No Surrender MC, Caloh Wagoh

Main Triad MC, Hells Angels MC en Trailer Trash MC kwamen het meest in deze onderzoeken voor. Daarnaast was er 65 keer sprake van een onderzoek naar een ander georganiseerd verband. Dit betrof een onderzoek naar een criminele organisatie waarbij één of meerdere OMG-leden betrokken waren.

200

180

160

140

120

100 2017

80 2018

60

40

20

0 Onderzoeken OMG OMG relatie totaal

Ten opzichte van 2017 is het totale aantal onderzoeken min of meer gelijk, maar er is een lichte verschuiving naar onderzoeken waarbij leden van een OMG betrokken zijn in plaats van onderzoeken die specifiek gericht zijn op de OMG.

Er zijn in 2018 in totaal 44 onderzoeken gestart en 42 onderzoeken afgedaan ten aanzien van strafbare feiten gepleegd in georganiseerd verband. In die 42 afgeronde onderzoeken is bij 33 verdachten een vrijheidsstraf opgelegd variërend van één maand tot 25 jaar. Er is zeven keer een taakstraf opgelegd, van 40 tot 180 uur en vier keer een geldboete/transactie voor bedragen van

€ 200 tot € 45.000. Daarnaast is er nog een ontnemingsvordering toegewezen voor een bedrag van € 2.380. In totaal is een geldbedrag van € 503.014 in beslag genomen.

2.2 Strafbare feiten gepleegd door individuele leden

Het OM en de politie houden zich ook bezig met het opsporen van strafbare feiten gepleegd door individuele leden van OMG’s. In 2018 zijn voor de vervolging van deze verdachte leden 352 rechtbankzaken en 159 kantonzaken ingeschreven door het OM. Respectievelijk was daarbij sprake van 263 en 133 unieke verdachten. In totaal was er sprake van 361 unieke verdachten, aangezien een aantal verdachten zowel in rechtbank- als in kantonzaken voorkomt. Deze subjecten houden zich bezig met meerdere vormen van criminaliteit en komen dan ook meerdere keren in aanraking met justitie.

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-9-

In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van de strafbare feiten gepleegd door individuele leden. Een zaak kan in meerdere delictsoorten voorkomen. Hierdoor komt het totaal uit de tabel niet overeen met de hiervoor genoemde cijfers (352 rechtbankzaken en 159 kantonzaken).

Delictsoort rechtbank kanton Totaal zaken zaken

VERKEER 58 131 189

MISHANDELING 69 69

WAPENS 50 3 53

VERMOGEN 52 52

BEDREIGING 44 44

SOFTDRUGS 29 29

BELEDIGING 28 28

HARDDRUGS 27 27

VERNIELING BRANDSTICHTING 25 25

OPENLIJK GEWELD 17 17

AFPERSING 12 12

WEDERSPANNIGHEID 7 3 10

GEWELD 9 9

WITWASSEN 8 8

CRIMINELE ORGANISATIE 3 3

MENSENHANDEL 3 3

OVERIGE 7 15 32 47

De meest voorkomende delictsoorten onder individuele leden betreffen verkeersmisdrijven/verkeersovertredingen (189), geweld (incl. mishandeling en bedreiging) (122), vermogensdelicten en witwassen (60), drugs (56), wapens en munitie (53), openlijk geweld / vernieling / brandstichting (42) en belediging/wederspannigheid (38).

Samenvattend laten de cijfers ten opzichte van 2017 een duidelijke stijging van het aantal verkeersdelicten zien (in 2017: 147). Daarnaast is sprake van een stijging in de categorieën wapens (42), drugs (48), bedreiging (30) en belediging (21). Er is een daling in de categorie vernieling en brandstichting (28) en afpersing (14).

Afgezet tegen de lichte stijging van het aantal leden levert dit geen trendbreuk op. De daling van de lichtere categorie ten opzichte van de stijging van de categorieën geweld en drugs komt voorts overeen met het beeld dat de criminaliteit – mede door de komst van nieuwe clubs – verhard en nog zwaarder wordt.

Van de 361 verdachten zijn er 135 van Satudarah MC, 116 van No Surrender MC, 42 van Caloh

Wagoh Main Triad MC, 22 van Trailer Trash MC, 19 van Hells Angels MC, 7 van Black Sheep, 7 van

Bandidos MC en 5 van Red Devils.

7 De 32 kantonzaken gaan onder andere over plaatselijke verordeningen (10), zwartrijden (5), verboden toegang (2), valse naam (1) en openbare dronkenschap (1).

De 18 rechtbankzaken gaan over een veelheid aan delicten die niet onder een andere categorie zijn onder te brengen.

Voorbeelden zijn milieu/vuurwerk (3), Telecommunicatiewet (2), Geneesmiddelenwet (1), Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (1), huisvredebreuk (1), computervredebreuk (1), meineed (1), valsheid in geschrifte (2), vals reisdocument (1) en onttrekking minderjarige aan gezag (1).

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-10-

In 2018 zijn in de categorie strafbare feiten gepleegd door individuele leden 464 zaken in eerste aanleg afgedaan, waarvan in 310 gevallen met een sanctie. Een score van 67 procent.

De opbouw van de sancties en waarom in bepaalde gevallen geen sanctie is opgelegd, is terug te zien in onderstaand overzicht:

Sanctie 310 67%

Strafoplegging en/of - 240 maatregel OM-strafbeschikking 57

Transactie 2

Voorwaardelijk sepot 7

Schuldigverklaring zonder 4 straf Geen sanctie 154 33%

Onvoorwaardelijk sepot 119

Vrijspraak 25

Ontslag van rechtsvervolging 0

O.M. niet ontvankelijk 1

Overige afdoeningen 9

TOTAAL 464

Sanctie Aantal Totaal Onvoorwaardelijk Vrijheidsstraffen 109 36 jaar 23 jaar Taakstraffen 96 7601 uren - Geldsom (boetes en 103 € 64.305 € 58.810 transacties)

Van de sancties die zijn opgelegd betreffen het in 109 gevallen vrijheidsstraffen (totaal 36 jaar, waarvan 23 onvoorwaardelijk), 96 taakstraffen (totaal 7601 uren) en 103 geldboetes of transacties

(totaal 64.305 euro, waarvan 58.810 euro onvoorwaardelijk).

Bij de zaken waarin geen sanctie is opgelegd, is sprake van een relatief hoog aantal sepots. Er wordt dan niet overgegaan tot vervolging omdat er onvoldoende bewijs is om tot een vervolging over te gaan. Eén van de voornaamste redenen hiervoor is het reeds eerder genoemde kenmerk van de gesloten cultuur binnen de OMG’s (zwijgplicht, angst om te verklaren, risico om uit de club gezet te worden, afscherming, et cetera). Dit is een complicerende factor bij het vergaren van het bewijs in een strafzaak.

Naast bovenstaande cijfers zijn in 2018 meer strafzaken tegen individuele leden afgedaan. Dat betreffen zaken die al vóór 2018 zijn ingezonden (en dus in de rapportage van 2017 zijn opgenomen als ingestroomde zaken, maar waarvan nog geen afdoening bekend was). Daarnaast is een deel van de zaken die eind 2018 zijn ingestroomd, nog in behandeling en niet afgedaan. Deze komen terug in de verantwoording over 2019.

2.3 Het verbieden van criminele clubs

2.3.1 Ontwikkelingen procedures civielrechtelijke verboden

Het OM is in het algemeen terughoudend in het gebruik van zijn bevoegdheid om een verbod van rechtspersonen te vragen. Het recht van vereniging is een belangrijk grondrecht dat alleen in uiterste gevallen beperkt mag worden. Soms is een verbod echter noodzakelijk. Het bestaan van criminele verenigingen of verenigingen die als (vrijwel) enig doel hebben het plegen of ondersteunen van criminele activiteiten, of activiteiten die strijdig zijn met de openbare orde, is onverenigbaar met de inrichting van de Nederlandse rechtstaat.

Het strafrecht biedt veelal afdoende middelen om een aanpak effectief te maken, maar bij dit soort verenigingen is een strafrechtelijke interventie alleen onvoldoende. Het tast het bestaansrecht van de vereniging in civielrechtelijke zin niet aan en de verenigingen kunnen dus voortbestaan en doorgaan met de maatschappelijk ongewenste activiteiten.

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-11-

Ook de bestuurlijke aanpak tast het bestaansrecht van die verenigingen niet aan. Daarom is het noodzakelijk dat binnen de integrale aanpak ook de weg van het civiele recht wordt bewandeld, zodat de juridische bodem onder deze verenigingen wordt weggeslagen.

Sinds het OM in november 2016 het eerste verzoekschrift tot verboden verklaren van een OMG indiende, zijn er ten aanzien van deze doelgroep veel vervolgstappen gezet. Na de verbodenverklaring van Bandidos MC (eind 2017) en Catervarius Brotherhood (begin 2018) is op

18 juni 2018 ook Satudarah MC verboden.

Motorclub Satudarah verboden en ontbonden

Den Haag, 18 juni 2018

De rechtbank Den Haag heeft vandaag beslist dat motorclub Satudarah met onmiddellijke ingang wordt verboden en ontbonden. Dit gebeurt op verzoek van het Openbaar Ministerie (OM). Onder het verbod vallen de chapters van Satudarah, de support club Saudarah en Supportcrew 999.

Support club Yellow Snakes wordt niet getroffen door het verbod. De rechtbank is er niet van overtuigd dat zij een onderdeel vormt van de informele vereniging Satudarah.

Criminele activiteiten

Naar het oordeel van de rechtbank maakt de combinatie van talrijke strafbare gedragingen met de cultuur van geweld, dat de werkzaamheid van Satudarah in strijd is met de openbare orde. Daarbij zijn deze gedragingen zo ernstig dat ze de samenleving kunnen ontwrichten.

Bestuursleden en leden zijn namelijk al jarenlang betrokken bij veel criminele activiteiten waaronder geweld tegen andere motorclubs, productie van- en handel in verdovende middelen, verboden wapenbezit en afpersing. Daarnaast lieten bestuursleden een cultuur ontstaan die het plegen van strafbare feiten door leden bevorderde en waarin crimineel gedrag van leden werd gewaardeerd en beloond.

Verbodenverklaring nodig en zinvol?

Al vele jaren zijn strafrechtelijke middelen ingezet. Ook zijn tal van bestuursrechtelijke maatregelen getroffen. Dat alles heeft niet tot een afdoende resultaat geleid. Daarom is een verbod en een ontbinding van de vereniging nu op zijn plaats. De club verliest hiermee de beschikking over haar vermogen (waaronder de clubhuizen) en mag zich niet meer als motorclub manifesteren.

Wordt Satudarah toch in een of andere vorm voortgezet dan kunnen de deelnemers daarvoor strafbaar zijn. (…) 8

8 https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den

Haag/Nieuws/Paginas/motorclub-satudarah-verboden-en-ontbonden.aspx

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-12-

Daarnaast zijn verzoekschriften tot verbodenverklaring van Hells Angels MC en No Surrender MC ingediend bij respectievelijk de rechtbank Midden-Nederland en de rechtbank Noord-Nederland.

OM vraagt verbod Hells Angels

30 mei 2018 - Landelijk Parket

Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag 29 mei de civiele rechter in Midden-Nederland gevraagd de Hells Angels in Nederland te verbieden en de vereniging te ontbinden. Het OM richt zich met zijn verzoekschrift voor een civiel verbod op de buitenlandse corporatie de Hells Angels Motorcycle Club, en de Nederlandse onderafdeling Hells Angels MC

Holland.

Volgens het OM behoren de Hells Angels tot de zogenoemde 1% motorcycleclubs waarvan bekend is dat die veelal handelen in strijd met de openbare orde. Ter onderbouwing heeft het OM bij het verzoekschrift een dossier geleverd van vele honderden pagina’s waarin beschrijvingen worden gegeven van de (criminele) activiteiten van de club en zijn leden.

Subcultuur van wetteloosheid en geweldscultuur

Het Openbaar Ministerie ziet dat de outlaw motorclub een gewelddadig imago cultiveert, dat wordt gebruikt voor afpersing en intimidatie en dat de club op andere manieren structureel criminaliteit pleegt en faciliteert. Deze ‘outlaw’-mentaliteit zorgt ervoor dat de leden zich als groep los zien staan van gebruikelijke maatschappelijke regels. De intimiderende en vaak gewelddadige wijze waarop de club Hells Angels zich in de samenleving manifesteert en de agressieve wijze waarop die zich afsluit voor overheidscontrole – en deze zelfs actief tegengaat – creëert een subcultuur van wetteloosheid. Hierin wordt zware criminaliteit, waaronder het plegen van geweld, drugsmisdrijven, wapenmisdrijven en afpersing gestimuleerd en gefaciliteerd.

Zo is er binnen de club een beleid waarbij criminaliteit wordt “beloond”. Leden kunnen tekens, zoals “patches” op hun kleding verdienen, onder andere voor geweld namens de club. Ook tast de motorbende vrijheden van anderen aan door andere (motor)clubs het recht te ontzeggen zich te verenigen zoals zij dit willen, dan wel een territoriumstrijd aan te gaan. Die strijd speelt zich grotendeels af in de openbare ruimte.

De subcultuur van de Hells Angels leidt tot bijzonder ernstige gevallen van – soms grootschalige – geweldsincidenten en tot grote onrust in de samenleving. Zo zijn eerder tegen leden van de

Haarlemse afdeling van de Hells Angels al wegens deelname aan een criminele organisatie celstraffen geëist. Op 13 juni wordt de strafeis uitgesproken tegen de drie hoofdverdachten. De uitspraak volgt op 18 juli.

In veel gevallen van mishandelingen, bedreigingen of afpersingen door leden die in de afgelopen jaren aan de politie zijn gemeld, hebben slachtoffers en getuigen – vaak uit angst voor de club - geweigerd mee te werken aan onderzoek. (…) 9

9 https://www.om.nl/vaste-onderdelen/zoeken/@103239/vraagt-verbod-hells/

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-13-

OM verzoekt verbod No Surrender

7 september 2018 - Landelijk Parket

Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) heeft donderdag 6 september de rechtbank in Noord-Nederland gevraagd No Surrender en daaraan verbonden onderafdelingen (chapters en brotherhoods) te verbieden, en de vereniging officieel te ontbinden. Het verzoek is ingediend bij de civiele rechter in Assen omdat in Emmen een van de weinige officiële afdelingen van No Surrender zit.

Volgens het OM behoort No Surrender tot de zogenoemde outlaw motorcycle gangs (OMG), de clubs die zichzelf ook afficheren als de 1%-clubs. Die term wordt door verschillende motorclubs als geuzennaam gehanteerd en staat historisch voor de motorrijders die zich misdragen. Eerder heeft het OM al een verbod gevraagd voor vergelijkbare clubs: zoals de Bandidos, Satudarah, Hells

Angels en de Broederschap Catervarius. Bandidos (in appèl tegen de beslissing), Satudarah en Catervarius (geen appèl) zijn inmiddels verboden.

Volgens het OM zijn deze clubs een bedreiging voor de openbare orde. Ze cultiveren een gewelddadig imago, en gebruiken dat voor intimidatie en afpersing. Daarnaast zijn bestuursleden

(samen met leden) van No Surrender structureel betrokken bij criminele activiteiten waaronder drugshandel, mishandelingen, intimidaties en afpersingen. De organisatie, structuur, uitstraling en hiërarchie van de club worden gebruikt om de criminele feiten te faciliteren en te vergemakkelijken. Ook binnen de clubs worden leden die zich in de ogen van de leiding misdragen of de club benadelen met geweld bedreigd en mishandeld, en moeten ze betalen als ze eruit gezet worden.

Onderbouwing verzoekschrift: geweld en andere strafbare feiten

Het OM heeft bij de rechtbank ter onderbouwing van het verzoekschrift een dossier van vele honderden pagina’s geleverd waarin beschrijvingen worden gegeven van de criminele activiteiten van de club en zijn (bestuurs)leden.

No Surrender ontstond nadat Brabander Klaas O. de al eerder dit jaar verboden Satudarah de rug toekeerde. Dat was in 2013 (compleet met notulen van de vergadering). Om in één keer het imago goed neer te zetten, zocht hij onder andere drie Amsterdammers, onder wie Willem Holleeder, aan als prominente clubleden. Destijds was al bekend dat de bedoeling van de club niet bepaald gericht was op toeren met een motor. Er is een afgeluisterd gesprek bekend waarin de Amsterdammers elkaar vragen of ze eigenlijk wel kunnen motorrijden. Een van hen zegt daarop: "Ik kan niet eens op een scooter". Met de Brabander verlieten vele tientallen medeleden Satudarah. Ook in Noord

Nederland keerden hele onderafdelingen de van oorsprong Molukse club de rug toe.

Inmiddels zitten alle kopstukken uit 2013 en 2014 vast of worden vervolgd voor al dan niet in clubverband gepleegde geweldshandelingen. In de loop der jaren worden (ex-)leden en de club zelf in verband gebracht met drugs- en wapenhandel, maar ook met liquidaties, schietpartijen, ripdeals, en mishandelingen (al dan niet van mede-leden, overheden en media). Zo wordt een lid door de eigen brothers mishandeld tijdens een begrafenis. In het onderzoek dat volgt wordt bij een van de verdachten – een van de leiders van de club – bijna 30 kilo cocaïne en speed gevonden die hij samen met een vuurwapen bij zijn ex (en kind) had verstopt. Dit is een illustratief voorbeeld van hoe No Surrender de buitenwereld probeert te misleiden om zijn ware clubactiviteiten te verhullen, aldus het LP.

De club heeft verder – net als andere OMG’s - een strakke hiërarchie. Leden die eruit gezet worden, krijgen het zeer zwaar, maar worden ook geacht hun mond te houden over de club. Ook worden zij geacht te luisteren naar "hogere" leden in de vereniging en hun opdrachten zonder tegenspraak uit te voeren. De onderafdelingen, of brotherhoods, hebben soms andere namen, maar zijn blijkens de website wel onderdeel van de inmiddels internationale club. (…) 10

10 https://www.om.nl/vaste-onderdelen/zoeken/@103964/verzoekt-verbod-no/

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-14-

Het Gerechtshof Arnhem heeft uitspraak gedaan in het hoger beroep dat door Bandidos MC tegen het verbod van december 2017 was ingesteld:

Ook het gerechtshof verbiedt Bandidos Motorcycle Club Holland

Arnhem, 18 december 2018

Vandaag heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in het hoger beroep in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de Bandidos Motorcycle Club (BMC Internationaal) en BMC

Holland.

De rechtbank in Utrecht oordeelde eerder dat BMC Internationaal in strijd handelt met de openbare orde en heeft BMC Holland verboden verklaard en ontbonden. Met deze beslissing was de aanwezigheid van de Bandidos in Nederland, in welke verschijningsvorm ook, per direct niet meer toegestaan. BMC Europa en de lokale afdeling BMC Sittard zijn tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. Het hof komt deels tot eenzelfde en deels tot een andere beslissing dan de rechtbank.

Er bestaat geen wereldwijde BMC-organisatie

Het hof oordeelt dat, hoewel over de hele wereld Bandidos-motorclubs bestaan en actief zijn, niet is komen vast te staan dat er sprake is van een wereldwijde Bandidos-organisatie die als een zelfstandige eenheid naar buiten optreedt. Voor zover het verzoek van het OM erop is gebaseerd dat BMC Internationaal wel zo een organisatie is, wijst het hof dat verzoek daarom –anders dan de rechtbank– af.

BMC Holland moet worden verboden

Wel is komen vast te staan dat BMC Holland een zelfstandige (informele) vereniging is. Bij BMC Holland is sprake van rivaliteit met andere motorclubs, waarbij geweld wordt toegepast, ook in de openbare ruimte. Ook krijgen leden die de club willen verlaten te maken met geweld en dreiging van geweld. BMC Holland onderhoudt banden met andere Bandidos-motorclubs die het gebruik van geweld en andere vormen van criminaliteit niet schuwen. De uitingen en gedragingen van BMC

Holland, die plaatsvinden in deze sfeer en cultuur van geweld en dreiging van geweld, maken dat sprake is van een werkzaamheid in strijd met de openbare orde. Net als de rechtbank vindt het hof daarom dat BMC Holland moet worden verboden en ontbonden.

De gevolgen van de beslissing

Deze beslissing betekent dat BMC Holland niet langer mag bestaan en dat het verboden is om lid te zijn van BMC Holland of om de werkzaamheid van BMC Holland voort te zetten. De beslissing heeft geen betrekking op het bestaan van andere zelfstandige Bandidos-motorclubs in Nederland, omdat het verzoek van het OM daarop niet was gericht. 11

Het Openbaar Ministerie is begin 2019 tegen deze laatste uitspraak in cassatieberoep gegaan. Dit beroep richt zich enerzijds tegen de beslissing van het Hof om het verzoek tegen Bandidos MC

Internationaal af te wijzen. En anderzijds tegen het oordeel dat weliswaar Bandidos MC Holland verboden is verklaard en ontbonden, maar dat de lokale afdelingen lijken te kunnen voortbestaan.

Er is overigens geen werkzaamheid van de afdelingen voor te stellen die niet valt onder de werkzaamheid van Bandidos MC Holland, waardoor de uitspraak in de praktijk voor de handhavingsmogelijkheden reeds nu zonder gevolgen moet blijven.

2.3.2 Handhaving en effect van de civielrechtelijke verboden

Tegen de voortzetting van een verboden organisatie kan pas strafrechtelijk worden opgetreden zodra er een onherroepelijke uitspraak is. Dat is het geval bij de brotherhood Catervarius. Deze brotherhood is niet meer gezien na de uitspraak en er is (nog) geen aanleiding geweest om strafrechtelijk op te treden.

Zolang een uitspraak tot verboden verklaring van een organisatie nog niet onherroepelijk is, is de voortzetting van de werkzaamheid van deze organisatie weliswaar nog niet strafbaar op grond van artikel 140 lid 2 Wetboek van Strafrecht, maar kan er wel op andere manieren handhavend worden

11 https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Gerechtshoven/Gerechtshof-Arnhem

Leeuwarden/Nieuws/Paginas/Ook-het-gerechtshof-verbiedt-Bandidos-Motorcycle-Club-Holland.aspx

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-15-

opgetreden. Dit kan in het kader van het handhaven van de openbare orde op grond van de Politiewet, de Gemeentewet of de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van een gemeente.

Er is een aantal effectieve voorbeelden van handhavingsacties. In Zeeland heeft de burgemeester van Middelburg kort na het verbod van Satudarah MC een verbod gelegd op het dragen van

Satudarah MC kenmerken bij de Rit voor de Molukken. De rit mocht wel doorgaan, maar deelnemende Satudarah-leden mochten niet als zodanig herkenbaar zijn. Het verbod op kledingstukken, vlaggen of motoren met logo's van de motorclub gold zowel voor vertrek- en aankomststad Middelburg als ook voor de andere gemeenten waar de rit doorheen ging.

Ook zijn clubhuizen van Satudarah MC in onder andere Geleen en Gouda gesloten. En in aanloop naar de begrafenis van een Bandidos-lid is de leden van de club te kennen gegeven dat het niet was toegestaan uiterlijke kenmerken van de verboden club in de openbare ruimte zichtbaar aanwezig te laten zijn. Dit betrof een samenwerking tussen de gemeenten Amsterdam en Haarlem en de betrokken politie-eenheden en parketten in die regio’s, aangezien de begrafenisstoet van de ene gemeente naar de andere reed.

Nog niet in alle situaties wordt handhavend opgetreden tegen de verboden clubs. Deze handelingsverlegenheid is enerzijds te verklaren door het feit dat de inzet van het handhavingsinstrumentarium met dit doel nog relatief onbekend is en in het verleden nauwelijks is toegepast. Anderzijds bestaat er soms terughoudendheid om te handelen, omdat het ook van belang kan zijn escalatie te voorkomen. Vanuit de integrale aanpak is fors geïnvesteerd in de communicatie rondom de handhavingsmogelijkheden en het creëren van praktijkvoorbeelden voor handelingsperspectief. Deze aanpak wordt in 2019 onverminderd voortgezet.

In de periode van juni 2018 tot december 2018 - na de beschikking tot verbodenverklaring van Satudarah MC – zijn er beduidend minder incidenten met betrokkenheid van Satudarah MC geregistreerd in de politiesystemen dan in de periode voorafgaand aan de beschikking. Met name op het gebied van chantage, afpersing, geweld en bedreiging met geweld (waaronder tegen de politie) is er sprake van een afname. Er zijn in Nederland wel degelijk incidenten geweest in de periode na de beschikking, maar die zijn beperkter in omvang en ernst, zeker in contrast tot de overlast die de club daarvóór veroorzaakte. Hiermee is het belang van een verbod gegeven. Er waren nauwelijks incidenten met leden in Satudarah-clubkleuren of in de openbare ruimte met omstanders als slachtoffer. Geweld tussen Satudarah MC en andere OMG’s in de openbare ruimte lijkt sinds de beschikking überhaupt niet meer te zijn voorgekomen in Nederland. Met een verbod lijken de elementen die de openbare orde aantasten derhalve aangepakt te kunnen worden. Dat kan nog beter als het verbod onherroepelijk wordt, omdat dan ook strafrechtelijk kan worden opgetreden tegen leden die denken hun verboden club te kunnen voortzetten.

2.3.3 Initiatiefwetsvoorstel bestuursrechtelijk verbod

Het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Kuiken, Van Toorenburg, Van Oosten, Van der Graaf en Van der Staaij voor het bestuursrechtelijk verbieden van organisaties die een cultuur van wetteloosheid creëren, bevorderen of in stand houden (Wet bestuurlijk verbod ondermijnende organisaties) is in 2018 in consultatie geweest en naar de Raad van State gezonden. De laatste heeft zijn advies eind februari jl. vastgesteld. De initiatiefnemers werkten daarop aan hun nader rapport.

Met een bestuurlijke verbodsmogelijkheid kunnen criminele motorbendes, anders dan met een civielrechtelijk verbod, met onmiddellijke ingang verboden worden, vanzelfsprekend op basis van een gedegen dossier. Ook bevat het wetsvoorstel op OMG’s toegesneden criteria voor het toerekenen van individuele gedragingen aan de organisatie.

Bij de partners van de integrale aanpak bestaat al enige tijd de wens tot het invoeren van de mogelijkheid van een bestuurlijk verbod. Hoewel de dossieropbouw eenzelfde investering vraagt als bij een civiel verbod, is een bestuurlijk verbod wel direct strafrechtelijk te handhaven.

Aanpak ondermijnende criminele structuren

-16-

3 Integraal afpakken

Misdaad mag ook voor leden van OMG’s financieel niet lonen. Daarom is bestrijding van witwassen, het afpakken van crimineel verkregen inkomen en/of vermogen en een persoonsgerichte aanpak waar fiscale/financiële gelegenheden aan de orde zijn, een belangrijk onderdeel van de integrale aanpak.

Wanneer zichtbaar en met persaandacht (dure) spullen in beslag worden genomen, heeft dat direct een signaalwerking doordat het publiek ziet dat de overheid niet stil zit.

3.1 Fiscaalrechtelijke maatregelen

De Belastingdienst verantwoordt de resultaten van zijn bijdrage aan de integrale samenwerking in het kader van het samenwerkingsverband RIEC/LIEC op basis van de geïnde en/of verrekende bedragen en op basis van de aanslagen waar geheel of gedeeltelijk beslag voor is gelegd. Het beslag dient tot extra zekerheid en kan gezien worden als potentieel inbare bedragen. Op deze wijze wordt een zo zuiver mogelijk beeld gegeven van de resultaten.

In 2018 heeft de Belastingdienst, ten aanzien van OMG’s en OMG-leden, voor een bedrag van € 63.000 (2017: € 10.000) geïnd en/of verrekend.

Verder is er (geheel of gedeeltelijk) beslag gelegd voor een totaalbedrag van € 2.182.000 (2017: € 272.000) aan opgelegde aanslagen.

De stijging heeft te maken met het feit dat er voor meer aanslagen beslag is gelegd op vermogensbestanddelen. Na het onherroepelijk worden van deze aanslagen wordt het beslag uitgewonnen.

Naast de projectmatige aanpak van de OMG’s, bestaat er ook aandacht voor de doelgroep binnen andere administratiefrechtelijke onderzoeken zoals bij onderzoeken naar georganiseerde hennepteelt.

De doelgroep kent voor de Belastingdienst specifieke kenmerken, te weten:

  • • 
    Relatief veel leden ontvangen een uitkering of hebben geen fiscaal verantwoorde bron van inkomen. Een enkeling heeft een eigen onderneming;
  • • 
    Slechts een klein deel heeft een belastingschuld;
  • • 
    Inkomsten uit criminele activiteiten zijn lastig aantoonbaar en te kwantificeren mede omdat de Belastingdienst vanuit zijn eigen bevoegdheden geen zicht heeft op de aard en omvang van de criminele activiteiten;
  • • 
    De verhaalsmogelijkheden zijn over het algemeen gering mede omdat er geen vermogensbestanddelen te relateren zijn aan het betreffende subject. De Belastingdienst is sterk afhankelijk van de informatie van de samenwerkende partners. Informatie van de politie

    kan helpen om zicht te krijgen op de verhaalsmogelijkheden. Om hierin de mogelijkheden te blijven benutten is het van groot belang om de integrale aanpak voort te zetten.

Bovenstaande opsomming heeft betrekking op zuiver fiscale gegevens. Deze specifieke kenmerken maken dat het lastig blijft om zicht te krijgen op de financiële wereld van OMG’s en OMG-leden.

In verschillende regio’s hebben de partners in RIEC-verband een zogenoemde persoonsgerichte aanpak (PGA) ontwikkeld. Door clusters OMG-leden te selecteren en deze te scannen op specifieke aanknopingspunten voor een integrale aanpak, wordt getracht om voor alle OMG-leden passende interventies uit te voeren. Dit om, met effectieve, efficiënte en persoonsgerichte interventies, het

OMG-lidmaatschap (indirect) te ontmoedigen. De interventies zijn gebaseerd op reeds beschikbare informatie. Het RIEC organiseert dit proces door informatie op te vragen, te koppelen, te analyseren en indicaties tot interveniëren uit te brengen. Daarnaast bewaakt het RIEC het proces door de partners te betrekken en van terugkoppeling te voorzien. De informatie wordt verwoord in een interventie-advies. In dit advies worden de mogelijke maatregelen per OMG-lid uiteengezet.

De interventies zijn het resultaat van het PGA-traject en komen voort uit informatie aangeleverd door de convenantpartners en vallen onder het handhavingsknelpunt OMG. Een dergelijke aanpak wordt ook wel “wasstraat” genoemd.

Integraal afpakken

-17-

In 2018 zijn er verschillende “wasstraten” geweest. De rol van de Belastingdienst bij de wasstraten en de verdere aanpak, is onder andere het verstrekken van de beschikbare informatie, het uitdoen van vragenbrieven in het kader van de inkomstenbelasting, het doen van waarnemingen ter plaatse (WTP’s) 12 , het instellen van een bedrijfsbezoek of een boekenonderzoek. Ten slotte heeft ook de invordering een belangrijke rol als er sprake is van een belastingschuld. Lopende onderzoeken worden soms beïnvloed door de ontwikkelingen rond het civiele verbod. Indien dit speelt wordt vaak voorrang gegeven aan het opstarten van een invorderingstraject bij betrokken belastingschuldigen.

Concrete voorbeelden met betrekking tot de persoonsgerichte aanpak waarin de Belastingdienst een rol heeft gespeeld:

  • • 
    In een casus heeft de ontvanger, vanwege een openstaande belastingschuld, beslag gelegd op een onroerende zaak. In het pand was meerdere malen een clubhuis aangetroffen van één van de OMG’s en de daaraan gerelateerde supportclub.
  • • 
    Een OMG-lid is door de reclassering in het kader van zijn re-integratie traject te werk gesteld bij een autoverhuurbedrijf / garage. Mede door onderzoek van de Belastingdienst is gebleken dat het hier een bedrijf betreft met criminele antecedenten (maakt ook deel uit van een ander RIEC-onderzoek). Naar aanleiding van een gesprek met de politie en de reclassering fungeert de onderneming niet meer als reclasseringsadres.
  • • 
    In het westelijk deel van Brabant worden zogenoemde Pay day’s georganiseerd. Er wordt gekeken naar OMG-leden met een belastingschuld en/of een schuld aan de gemeente en of er verhaalmogelijkheden zijn. Hieruit wordt een selectie gemaakt en deze OMG-leden worden door de deurwaarders van de Belastingdienst en de politie op hun woonadres bezocht. Dit heeft geleid tot het innen van diverse belastingschulden en beslag op voertuigen, waaronder een Harley Davidson.
  • • 
    Naar aanleiding van een startersbezoek aan de besloten vennootschap van de leider van een OMG zijn aangiften inkomstenbelasting en informatieverzoeken uitgereikt. Naar aanleiding van het bezoek zijn voorlopige aanslagen opgelegd. Door de druk van de overheid heeft belastingplichtige de publiciteit gezocht. Vermoedelijk naar aanleiding hiervan is hij uit de club gezet en is de betreffende afdeling opgeheven.
  • • 
    De Belastingdienst heeft een boekenonderzoek uitgevoerd bij een café dat fungeert als hoofdclubhuis van een OMG. Dit heeft geleid tot diverse naheffings- en navorderingsaanslagen. De eigenaar heeft naar aanleiding hiervan zijn onderneming gestaakt. De betreffende OMG beschikt hierdoor niet meer over een clubhuis.
  • • 
    Intensieve samenwerking binnen een RIEC heeft onder andere geleid tot de veroordeling van één van de kopstukken van een OMG voor witwassen alsmede de sluiting van het landelijk clublokaal van deze afdeling. Fiscale informatie en het ingestelde boekenonderzoek bij de onderneming van betrokkene vormden mede de basis voor deze veroordeling.
  • • 
    Bij een afdeling, in een zogenaamd krimpgebied, is sprake van relatief veel jonge aanwas en daaraan gerelateerde groepen die voor overlast, bedreiging en intimidatie zorgen. Naast een integrale casustafel is een Field Lab 13 op dit onderwerp gestart. Hoewel het nu in een te vroege fase is om over resultaten te spreken, lijkt de Field Lab-methode wel tot een veel intensievere integrale samenwerking te leiden (inclusief tijdsbeslag overigens) en tot een breed geprioriteerd draagvlak onder de partners.

3.2 Administratieplicht

Bij één van de OMG’s heeft de FIOD in 2018 een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar de aan de OMG gelieerde stichtingen. In december 2018 heeft de rechter uitspraak gedaan in deze zaak en is de bestuurder bij verstek veroordeeld tot een geldboete van € 2.000. Het ging hierbij om de volgende strafbare feiten:

12 Een waarneming ter plaatse. De Belastingdienst brengt dan een bezoek aan een bedrijf om inzicht te krijgen in de dagelijkse gang van zaken. De verzamelde gegevens kunnen gebruikt worden bij het controleren van aangifte(n).

13 De RIEC/LIEC partners werken in dit proces samen om hardnekkige criminaliteitsproblemen (zogenoemde ‘wicked problems’) op een innovatieve manier aan te pakken.

Integraal afpakken

-18-

  • • 
    het opzettelijk niet doen van bij de belastingwet voorziene aangiften;
  • • 
    het opzettelijk niet voeren van een administratie.

Daarnaast is de ANBI (Algemeen nut beogende instelling) status van de gelieerde stichting door de Belastingdienst ingetrokken. Het gevolg hiervan is dat de betreffende rechtspersoon geen gebruik meer kan maken van fiscale faciliteiten zoals het belastingvrij schenken. Bovendien kent deze maatregel een imagoaspect voor de betreffende rechtspersoon.

Verder is er een (administratief) onderzoek ingesteld naar de belastingplicht van rechtspersonen betrokken bij een herdenkingsdag van één van de OMG’s. Eén van de activiteiten rondom deze herdenkingsdag is een ride out van honderden motorrijders. De ride out wekt daardoor de indruk een manifestatie te zijn van een OMG. Bevindingen uit het onderzoek hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan een memo voor het landelijk OMG-overleg om op bestuurlijk niveau de ride out tegen te gaan.

De onderzoeken betreffende de administratieplicht zijn uitgevoerd in het kader van een pilot die in 2019 wordt geëvalueerd.

Integraal afpakken

-19-

4 Integere publieke ruimte

Symboliek, structuur, hiërarchie en locaties zijn bepalend voor het imago en de identiteit van de OMG’s. Daarmee wekken zij in de publieke ruimte de indruk van onaantastbaarheid. Door gerichte inzet van overheidsmiddelen wordt dit ondermijnend karakter ingeperkt.

4.1 Handhaven op clublocaties

Net als voorgaande jaren blijft de aanpak op clublocaties hard nodig. De handhaving op clublocaties verloopt over het algemeen succesvol. Burgemeesters maken goed gebruik van de informatie van de partners in de integrale aanpak. Bovendien houden zij elkaar ook op de hoogte van acties die ingezet gaan worden, zodat burgemeesters uit omringende gemeenten scherp kunnen zijn op eventuele waterbedeffecten.

Begin 2018 waren er 63 clublocaties bekend bij de partners van de integrale aanpak. Hiervan zijn in totaal zestien clublocaties gesloten. Oftewel: bijna een kwart van de clublocaties die begin 2018 bekend waren zijn gesloten. Dat is succesvol, zeker gezien het feit dat een aantal clublocaties binnen de huidige wetgeving lastig zijn aan te pakken.

Ondanks de zestien sluitingen lukt het OMG’s nog steeds om clublocaties op te richten. Eind december 2018 werden er 61 clublocaties geteld.

Veel OMG’s hebben inmiddels geen vaste locatie voor samenkomst meer. Dat kan gezien worden als een succes van de aanpak. Als gevolg van de handhaving op clublocaties gaan OMG’s op zoek naar andere locaties voor samenkomst. Behalve woonhuizen en bedrijfspanden is vooral de vergunde horeca gewild. De meeste gemeenten zijn inmiddels op de hoogte van deze tactiek en reageren in dat geval snel en alert.

Het afgelopen jaar zijn dan ook zeventien drank- en horecavergunningen geweigerd of ingetrokken en in vier gevallen is de vergunning wel verleend, maar onder voorwaarden. Ten aanzien van de aangevraagde horecavergunningen is in vijf gevallen een Bibob-onderzoek ingesteld.

De stopgesprekken blijken nog altijd een effectief middel. In 2018 zijn 34 stopgesprekken gevoerd. Een stopgesprek is een gesprek tussen de burgemeester, de plaatselijke teamchef van de politie en een afvaardiging van de OMG die voornemens is een clublocatie te vestigen in de gemeente.

Daarbij wordt de betreffende OMG voorafgaand aan een vestiging kenbaar gemaakt niet welkom te zijn en dat de gemeente de vestiging op alle mogelijke manieren gaat proberen te voorkomen.

Net als vorig jaar zijn veel van deze stopgesprekken gevoerd met horecaondernemers die op het punt staan om een bijeenkomst van een OMG te faciliteren of in wiens gelegenheid geregeld OMG- leden worden gesignaleerd. De ondernemers worden bewust gemaakt van de (mogelijke) gevolgen van het toelaten van OMG’s. Waar nodig wordt deze ondernemers steun aangeboden van de partners. In 2018 is zes keer de vestiging van een clublocatie geweerd.

Er zijn ook andere instrumenten ingezet om (de vestiging van) clublocaties tegen te gaan. Waar dit in 2017 nog enkele gevallen betrof, gaat het in 2018 om 35 verschillende handhavingsacties.

Voorbeelden zijn het opleggen van boetes, een last onder dwangsom, bestuursdwang en executoriaal beslag. Er wordt gehandhaafd op basis van het bestemmingsplan of er vindt een integrale controle of schouw van een clubpand plaats.

In 2018 is een vergelijkbaar aantal clublocaties gesloten ten opzichte van het jaar ervoor. In 2017 hebben wel aanzienlijk meer stopgesprekken plaatsgevonden. Daarentegen laten de cijfers van de andere handhavingsacties, het intrekken van drank- en horecavergunningen en het verlenen van vergunningen onder voorwaarden, een duidelijke stijging zien.

4.2 Handhaven op evenementen en ride outs

Door middel van evenementen en ride outs manifesteren OMG’s zich graag in de openbare ruimte. Machtsvertoon en het laten zien van de eigen symbolen worden ingezet om de indruk van onaantastbaarheid en ‘outlaw’ zijn te benadrukken. Bijvoorbeeld door bij ride outs massaal de verkeersregels te overtreden. Strenge handhaving van de regels voor deze evenementen en ride outs is dan ook van groot belang.

Integere publieke ruimte

-20-

In 2018 zijn er vier vergunningen voor het organiseren van evenementen geweigerd of ingetrokken. Daarbij is er bij één geval gebruik gemaakt van een Bibob-onderzoek.

Er zijn dertien vergunningen onder voorwaarden verstrekt. Voorbeelden van voorwaarden zijn het niet dragen van clubkleding (‘colors’) of het indienen van een draaiboek waarin aandacht is voor veiligheid, parkeren, geluid, et cetera. Ten aanzien van de ride outs zijn voorwaarden vaak van toepassing bij een stoet voor huwelijk of uitvaart, terwijl het bij evenementen vechtsportgala’s of feesten betreft.

Behalve ride outs onder voorwaarden zijn ook vier van deze tochten voorkomen.

In 2018 heeft negentien keer een stopgesprek plaatsgevonden ten aanzien van een evenement. In veel gevallen betrof het gesprekken met horecagelegenheden die voornemens waren (eenmalig) een feest van een OMG te faciliteren.

Bovengenoemde cijfers met betrekking tot de handhaving op evenementen en ride outs zijn vergelijkbaar met de cijfers uit 2017.

4.3 Overige bestuurlijke acties

Behalve de specifieke inzet op clublocaties, evenementen en ride outs voeren burgemeesters ook andere bestuurlijke acties uit.

De burgemeesters hebben in 2018 drie noodbevelen opgesteld gelieerd aan OMG’s. Deze noodbevelen zijn opgesteld om, binnen de eigen gemeentegrenzen, de openbare orde en veiligheid te handhaven. Grote evenementen of mogelijke confrontaties lagen ten grondslag aan deze noodbevelen. Uiteindelijk bleek het niet nodig om deze noodbevelen daadwerkelijk in te zetten omdat verstoringen van de openbare orde uitbleven.

Daarnaast hebben gemeenten verschillende andere bestuurlijke controles uitgevoerd. In 2018 was sprake van twaalf bestuurlijke controles. In veel gevallen betreft het integrale controles, waaraan meerdere afdelingen van de gemeente en andere organisaties samenwerken. Behalve met de partners uit de integrale aanpak wordt ook samengewerkt met de Omgevingsdienst en Inspectie

SZW. De controles richten zich bijvoorbeeld op het naleven van voorwaarden op vergunningen en adresonderzoek.

De cijfers van de overige bestuurlijke acties zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. Meest opmerkelijk is dat in 2017 meer dan tien gebiedsverboden zijn opgelegd, terwijl dit in 2018 niet is voorgekomen. In 2017 betrof het echter één casus waarin aan een groot aantal betrokkenen dergelijke verboden zijn opgelegd; dat verklaart dit verschil.

4.4 Particuliere beveiligingsorganisaties

Het is van groot belang dat er wettelijke waarborgen zijn voor de betrouwbaarheid van personeel van particuliere beveiligingsorganisaties. De werkzaamheden van deze organisaties kunnen immers de rechten van burgers raken. Voorbeelden van de werkzaamheden zijn het doorzoeken van tassen of onderzoek doen naar gegevens van personen en beveiliging van horecagelegenheden. Deze taken verenigen zich niet met het lidmaatschap van een OMG.

In 2015 hadden 55 OMG-leden een beveiligingsvergunning. In 2016 daalde dit naar 40 en dit aantal bleef met 39 vrijwel gelijk in 2017. Ondanks de stijging van het totale leden aantal zien we in 2018 bijna 25 procent minder leden met een beveiligingsvergunning; er waren 30 leden met een vergunning. Van deze 30 leden met een vergunning zijn zeven leden pas gedurende 2018 in beeld gekomen.

Opvallend is dat de verboden organisatie Satudarah MC het grootste aandeel leden heeft in dit type functies. Het gegeven dat de organisatie verboden is, is op zichzelf onvoldoende om de vergunning te weigeren of in te trekken. In ieder individueel geval dient de afdeling Korpscheftaken van de politie de specifieke casus te beoordelen. Hierbij moet worden aangetoond dat dit lid zich begeeft in een criminele omgeving. In 2018 zijn goede stappen gemaakt, maar dit punt blijft aandacht houden van de politieorganisatie.

Integere publieke ruimte

-21-

In 2018 heeft Dienst Justis geen vergunningen ingetrokken waarbij het OMG-lidmaatschap een rol heeft gespeeld. Het lidmaatschap is niet naar voren gekomen bij de criteria waar Dienst Justis op toetst. Dat geldt voor vergunningen in het kader van de Wpbr (Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus) en voor de aktes van opsporingsbevoegdheid voor boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaar).

Integere publieke ruimte

-22-

5 Weerbare overheid

Het lokaal bestuur speelt een belangrijke rol in de integrale aanpak van OMG’s. Zoals ook uit voorgaand hoofdstuk blijkt, hebben burgemeesters een breed scala aan bestuurlijke interventiemogelijkheden op het gebied van openbare orde en veiligheid. De RIEC’s en het LIEC ondersteunen het lokaal bestuur in het bestuurlijk optreden tegen OMG’s en de partners om de aanpak integraal op te pakken.

5.1 Ondersteuning lokaal bestuur

Ten behoeve van de bestuurlijke aanpak van OMG’s ondersteunen de tien RIEC’s het lokaal bestuur. Deze ondersteuning krijgt op verschillende manieren vorm. Factsheets, handreikingen, fenomeenanalyses, voorlichting en training zijn voorbeelden van instrumenten die bij deze ondersteuning worden ingezet. Daarnaast wordt ondersteuning geleverd bij concrete casuïstiek. De precieze invulling van de ondersteuning is afhankelijk van de lokale en regionale situatie. De RIEC’s leveren zo veel als mogelijk maatwerk.

De RIEC’s geven aan dat gemeenten elkaar, in ieder geval ten aanzien van de OMG-aanpak, steeds beter weten te vinden. Buurgemeenten stellen elkaar zoveel als mogelijk op de hoogte wanneer er bestuurlijke acties in voorbereiding zijn. Zo helpt men elkaar om ook preventieve maatregelen te kunnen nemen. De lokale bestuurders laten daarmee zien oog te hebben voor een mogelijk waterbedeffect als gevolg van hun handelen.

Ten behoeve van de ondersteuning van het lokaal bestuur heeft in 2018 een landelijke burgemeestersbijeenkomst over OMG’s plaatsgevonden. Daarbij is voortgeborduurd op de nieuwe opzet van een jaar eerder. Een kort plenair gedeelte werd opgevolgd door rondetafelgesprekken op verschillende thema’s. De aanwezige bestuurders konden op die manier ook eigen ervaringen met elkaar uitwisselen.

Door RIEC’s zijn ook enkele regionale bijeenkomsten over de OMG-problematiek georganiseerd.

5.2 Ondersteuning integrale aanpak

Behalve de ondersteuning van het lokaal bestuur maakt de samenwerking binnen het RIEC/LIEC- convenant het mogelijk om een integrale aanpak te hanteren. Het convenant maakt het mogelijk om informatie uit te wisselen tussen de verschillende partners.

Ten behoeve van de informatie-uitwisseling organiseren veel RIEC’s zogenoemde casusoverleggen. De actuele problematiek wordt tijdens deze overleggen met alle partners besproken.

Met als doel gezamenlijk tot een aanpak te komen die het meest passend is voor de betreffende casus (een strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of fiscale aanpak, of een combinatie hiervan).

Deze overleggen worden ook ingezet om te focussen op de persoonsgerichte aanpak van OMG- leden. En wanneer de situatie er om vraagt worden de overleggen gemeente-overstijgend georganiseerd.

Daarnaast hebben alle RIEC’s het afgelopen jaar lokale integrale ondermijningsbeelden opgeleverd. Deze rapportages worden opgeleverd aan de lokale driehoek. Bij bijeenkomsten ten behoeve van de totstandkoming van deze beelden is OMG-problematiek altijd onderwerp van gesprek. De lokale ondermijningsbeelden zijn een instrument om in de driehoek het gesprek over de problematiek en de aanpak van ondermijnende criminaliteit aan te gaan. Uit de rapportages blijkt veelal dat OMG’s verweven zijn met veel vormen van ondermijnende criminaliteit.

In 2018 werden de eerste civiele verboden uitgesproken (en in een enkel geval onherroepelijk). Ten behoeve van de handhaving van deze verboden zijn door de partners in de integrale aanpak handelingsmogelijkheden geïnventariseerd.

Weerbare overheid

-23-

5.3 Bedreiging en intimidatie

De overheid tolereert geen bedreiging en/of intimidatie en treedt streng op waar dit aan de orde is. Het LSO vindt het van groot belang dat van bedreiging en intimidatie altijd aangifte wordt gedaan.

Alleen dan kunnen passende maatregelen worden genomen en ontstaat een beter zicht op deze problematiek.

Het is niet mogelijk om exacte cijfers te geven omdat nu niet altijd aangifte wordt gedaan. Daardoor is het lastig om de omvang van het probleem in te schatten. Vermoedelijk is de omvang van het probleem groter dan bekend.

In 2018 is sprake geweest van verschillende vormen van bedreiging en intimidatie door OMG’s. Opvallend is dat er, ten opzichte van vorig jaar, een stijging is te zien in het aantal situaties dat wel is gemeld.

Voorbeelden van situaties zijn bedreiging en belediging van politieambtenaren, onder andere via sociale media. Ook functionarissen in het openbaar bestuur krijgen hiermee te maken. Vanwege de vertrouwelijkheid is het niet mogelijk om in deze rapportage precieze details op te nemen.

Met name Caloh Wagoh Main Triad MC is extreem in hun bedreigingen en intimidaties, zowel richting de politie als in de openbare ruimte. Dit is een zorgelijke ontwikkeling.

5.4 Leden van OMG’s in overheidsdienst

Het aantal OMG-leden in overheidsdienst laat een kleine toename zien. In 2018 was van 52 (2017: 50) OMG-leden bekend dat zij bij de overheid werkzaam zijn. In onderstaande tabel is de verdeling per regio en type werkgever opgenomen.

Regio OMG-leden in Waarvan Waarvan overheidsdienst Gemeente Defensie Overig

Amsterdam

Amstelland 4 3 1 0

Den Haag 3 1 2 0

Limburg 1 0 1 0

Midden-Nederland 5 1 2 2

Noord-Holland 5 3 1 1

Noord-Nederland 9 3 6 0

Oost-Brabant 9 1 7 1

Oost-Nederland 8 1 4 3

Rotterdam 1 0 0 1

Zeeland West

Brabant 7 1 5 1

Totaal 52 14 29 9

De categorie ‘overig’ betreft onder andere leden die werkzaam zijn voor bijvoorbeeld veiligheidsregio’s, ambulancevoorziening en landelijke overheidsorganisaties (bijvoorbeeld ministeries).

In veel bekende gevallen hebben de overheidswerkgevers ook dit jaar gesprekken gevoerd met de betreffende medewerkers om ze te wijzen op de mogelijke gevolgen als zij hun lidmaatschap van een OMG niet wensen op te geven. Het is complex en niet in alle gevallen mogelijk om daadwerkelijk tot ontslag over te gaan. Er ontstaat in toenemende mate jurisprudentie die duidelijk maakt welke stappen in welk geval mogelijk zijn.

Weerbare overheid

-24-

De Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) stelt: ‘Welke privécontacten zijn ongewenst? Het gaat dan om contacten met personen waarvan je weet of kan weten dat die min of meer structureel normen en wetten overtreden (en dat soms zelfs ook verheerlijken). Dit geldt eveneens voor het lidmaatschap van verenigingen of de deelname aan groeperingen met een slechte reputatie die regelmatig in opspraak zijn wegens bijvoorbeeld criminaliteit en vandalisme. Ook als die vereniging of groepering op zichzelf niet verboden is.’ Veel andere overheidsorganisaties hebben zich bij deze formulering aangesloten of overwegen dat te doen.

Wanneer een overheidswerkgever kennis neemt van het feit dat een werknemer lid is van een OMG volgt in de regel een gesprek waarin de onwenselijkheid van de combinatie besproken wordt.

Wanneer de werknemer zijn OMG-lidmaatschap niet opzegt (en de contacten met de club verbreekt) kan bezien worden welke veiligheidsaspecten in het geding zijn en welke disciplinaire maatregelen kunnen worden genomen. Dat kan ontslag zijn, maar vaste jurisprudentie stelt daar eisen aan waar niet in alle gevallen aan voldaan is. De GIR stelt bijvoorbeeld: ‘Zeker voor toezichthouders, opsporingsambtenaren, of andere functies in het bredere domein van veiligheid, rechtshandhaving of rechtspraak, is het integriteitsrisico groter.’ Wanneer een dergelijke ambtenaar weigert in te zien dat het OMG-lidmaatschap in zo’n geval een integriteitsrisico oplevert is dat een verzwarende omstandigheid.

Weerbare overheid

-25-

6 Internationale aanpak

De OMG-problematiek is grensoverschrijdend. Voorgaande jaren zagen we dat enkele Nederlandse OMG’s zich in het buitenland uitbreidden. Dit jaar blijkt, mogelijk als gevolg van de civiele verboden, dat activiteiten naar België worden verplaatst. Een internationale aanpak en afstemming is van groot belang.

6.1 Benelux samenwerking

In de voortgangsrapportages van 2016 en 2017 is stilgestaan bij de oplevering van het Benelux rapport Tackling Crime Together. Dit rapport gaat in op de bestuurlijke aanpak van OMG’s in de

Euregio Maas-Rijn. Naar aanleiding van de aanbevelingen uit dit rapport ontstonden plannen voor een proefproject voor een Euregionaal Ontwikkel en Expertise Centrum.

Op 17 mei 2018 hebben minister Grapperhaus (ministerie van Justitie en Veiligheid Nederland), minister Jambon (ministerie van Binnenlandse Zaken en Veiligheid België) en minister Reul

(ministerie van Binnenlandse Zaken Noordrijn-Westfalen) een intentieverklaring ondertekend om te komen tot een dergelijk Euregionaal Ontwikkel en Expertise Centrum (EOEC).

Het EOEC moet zorgen voor betere samenwerking en snellere informatie-uitwisseling op voornamelijk bestuurlijk niveau tussen België, Nederland en Noordrijn-Westfalen. Op deze manier wordt de bestaande internationale samenwerking van de politie en het OM aangevuld met de bestuurlijke aanpak.

Het RIEC Limburg heeft van de ministers de opdracht gekregen om het EOEC-bureau op te zetten. Sinds de ondertekening van de intentieverklaring is hard gewerkt om voorbereidingen te treffen om het EOEC in te richten en personeel uit de drie betrokken landen te werven. Naar verwachting zal het EOEC op korte termijn operationeel kunnen worden. Dit bureau gaat zich, wanneer zich cases voordoen, ook bezighouden met de informatie-uitwisseling ten behoeve van de aanpak van OMG’s.

6.2 Bilaterale samenwerking

Voor afstemming op operationeel gebied zijn zowel bij de politie als het Openbaar Ministerie ook op internationaal niveau uitgebreide netwerken ingericht. Op 26 november 2018 heeft in Brussel een expertmeeting van de Benelux-landen en Noordrijn-Westfalen over de aanpak van OMG’s plaatsgevonden. Bij het Secretariaat-Generaal van de Benelux is verdere samenwerking op de gebieden van opsporing, handhaving en intelligence verkend. Er zijn concrete vervolgafspraken gemaakt.

Samenwerken in de praktijk; No Surrender MC Poppel

In voorgaande voortgangsrapportage en hoofdstuk 2 van deze rapportage is het verplaatsen van Nederlandse clubs naar België genoemd als effect van de integrale aanpak. In het

Belgische Poppel is het landelijke hoofdkwartier van No Surrender

België gevestigd. Veel Belgische en

Nederlands bendeleden ontmoeten elkaar hier op clubavonden.

Tijdens vijf gezamenlijke acties van de Nederlandse en Belgische politie zijn wapens, drugs en jammers aangetroffen. Diverse bendeleden zijn hiervoor aangehouden.

Internationale aanpak

-26-

6.3 Kennisdeling

Vanuit het buitenland is er veel belangstelling voor onze aanpak van de OMG’s en de civiele verboden. In 2018 is er onder andere meermalen contact geweest met Denemarken. In oktober is er een delegatie van de Deense Justitie Commissie op bezoek geweest en zijn door collega’s van politie, het ministerie van Justitie en Veiligheid en het OM presentaties verzorgd over de

Nederlandse integrale aanpak en in het bijzonder de civiele verboden.

In november is door politie en OM eveneens voorlichting gegeven over de Nederlandse aanpak en ontwikkelingen tijdens een jaarlijkse OMG-conferentie van zowel het nationale onderzoekscentrum als de twaalf districtelijke onderzoekscentra van politie.

Uitwisseling van kennis en ervaring in de internationale aanpak van bendes levert ook een leerzame en nuttige bijdrage aan onze eigen aanpak en leidt tot een breder zicht op de omvang van het probleem.

Daarom is door politie ook flink geïnvesteerd in werkbezoeken ten behoeve van samenwerking, advisering en informatiedeling met onder andere Australië, Finland, Denemarken, Zuid-Afrika,

Georgië en Portugal. Door het OM is in veel gevallen ook een inhoudelijke bijdrage geleverd aan deze bezoeken. Daarnaast zijn er nog twee bijeenkomsten geweest van de International Outlaw

Motorcycle Gangs Investigators Association in Frankfurt en in de Verenigde Staten en een OMG- conferentie van Aziatische landen in Jakarta, waarbij presentaties zijn gegeven door Nederlandse collega’s die betrokken zijn bij de OMG-aanpak. Tijdens een seminar in Brussel is gesproken over de internationale samenwerking met Noordrijn-Westfalen en de Benelux. Voorts is er een expertmeeting van Europol geweest in Den Haag in december 2018.

Een delegatie van het Duitse Federale ministerie van Binnenlandse Zaken (BMI) bezocht in juni 2018 het ministerie van Justitie en Veiligheid voor overleg over het verbieden van een internationaal opererende OMG en over de internationale structuur van bepaalde OMG’s in relatie tot nationale afdelingen. De ministeries wisselden daarbij informatie uit over OMG’s en street gangs die in beide landen actief zijn.

Toen Satudarah MC in Duitsland verboden werd verklaard, werd er in de gehele Bondsrepubliek weinig meer van de club vernomen. Mogelijk stapten de leden over naar een andere OMG, of sloten ze zich aan bij afdelingen in Nederland.

Internationale aanpak

-27-

Bijlage: OMG’s en de integrale aanpak

In 2012 is, mede op verzoek van de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie, gestart met een landelijke integrale aanpak gericht op zogenoemde ‘outlaw motorcycle gangs’ (OMG’s). Aanleiding hiervoor was de constatering dat een aantal motorclubs zichzelf boven de wet plaatsten en in toenemende mate betrokken waren bij criminele en ondermijnende activiteiten. Sindsdien werken partners afkomstig uit lokaal bestuur, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst (waaronder

FIOD) en Koninklijke Marechaussee samen in het Landelijke en de Regionale Informatie en Expertise Centra (LIEC en RIEC’s) aan een integrale aanpak van OMG’s. De aanpak is multidisciplinair: strafrechtelijk, civielrechtelijk, fiscaal en bestuurlijk.

De aanpak van OMG’s richt zich op criminele motorbendes en niet op gewone motorclubs voor wie motorrijden als hobby centraal staat en die evenzeer last hebben van OMG’s.

Een outlaw motorcycle gang (hierna: OMG) is een hiërarchisch opgebouwde organisatie waarvan de leden (en andere daarmee verbonden personen) hun club gebruiken als een kanaal en afscherming voor criminele en ondermijnende activiteiten met financieel of ander materieel voordeel als oogmerk. De leden accepteren geen van buitenaf opgelegde grenzen (‘outlaw’).

Motorrijden, broederschap en groepssymbolen zijn kenmerken voor de groepscultuur. Het gewenste imago en (dreiging met) geweld en verstoring van de openbare orde zijn onderdeel van de clubcultuur en worden ingezet om (interne en externe) doelen te bereiken. De OMG-structuur is een vrijplaats voor criminaliteit en normoverschrijdend gedrag, zowel door leden afzonderlijk als in groepsverband. De internationale netwerken en de besloten clubcultuur zijn uitermate geschikt om grensoverschrijdende misdaad te organiseren.

Het Landelijk Strategisch Overleg (LSO) is verantwoordelijk voor het vormgeven en aansturen van de integrale strategie inzake de aanpak van OMG’s. Het centrale doel van deze strategie luidt als volgt:

Het beheersen van (internationale) OMG-problematiek door het terugdringen van het aantal leden, het tegengaan van de aanwas en het bestrijden van normoverschrijdend, ondermijnend en/of crimineel gedrag door (leden van) outlaw motorcycle gangs en hun supportclubs.

De strategie kent vijf aandachtsgebieden:

  • 1. 
    Ondermijning van criminele structuren
  • 2. 
    Integraal afpakken
  • 3. 
    Handhaven in de publieke ruimte
  • 4. 
    Weerbare overheid
  • 5. 
    Internationale aanpak

Bijlage: OMG’s en de integrale aanpak

-28-

© 2019, Landelijk Informatie en Expertise Centrum (uitgegeven in eigen beheer). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder bronvermelding worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

E: info@liec.nl

T: 070 - 370 6370

P: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag

www.liec.nl Bijlage: OMG’s en de integrale aanpak

-29-

3.

Hoofddocument

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.