Evaluatie Logeerregeling COA (bijlage bij 33042,nr.33)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Evaluatie Logeerregeling COA (bijlage bij 33042,nr.33)
Document­datum 24-06-2019
Publicatie­datum 26-06-2019
Nummer 2019D27058
Kenmerk 33042, nr. 33
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

Evaluatie Logeerregeling COA

Marjan de Gruijter Maaike van Rooijen

Evaluatie Logeerregeling COA

Marjan de Gruijter Maaike van Rooijen

Met medewerking van: Loes Hooge Venterink Marlinda van der Hoff Inge Razenberg

Utrecht, juni 2019

Inhoud

Samenvatting 3 6 Ervaringen van logés en gastgezinnen met de logeerregeling 36

Summary 5 6.1 Aanleiding voor of motivatie om te logeren 36

6.2 Contact met het gastgezin 38

1 Inleiding 7 6.3 Activiteiten met en ondersteuning van het gastgezin 39 1.1 Doelstelling onderzoek 8 6.4 Contact van de logés met het COA tijdens het logeren 41

2 Het onderzoek 9 6.5 De begeleiding door TCBnB 43

2.1 Onderzoeksvragen 9 6.6 Motivatie en verwachtingen van de gastgezinnen 44 2.2 Opzet van het onderzoek 9 6.7 Contact van de gastgezinnen met de logé 45 2.3 Analyse 12 6.8 Contact van het gastgezin met het COA 47

6.9 Oordeel van de gastgezinnen over het logeren en mogelijke verbeteringen 48

3 Beleidscontext en de logeerregeling 14 6.10 Conclusies 50

3.1 Statushouders in de opvang 14

3.2 De logeerregeling 15 7 Opbrengsten van de logeerregeling 52 3.3 Logeren via TCBnB 15 7.1 Activiteiten/dagbesteding van de statushouders in het AZC 52 3.4 Twee typen gastgezinnen 16 7.2 Huidige activiteiten van statushouders 52

7.3 Sociaal netwerk 53

4 De logeerregeling en kansen voor participatie en integratie 17 7.4 Perspectief op participatie van statushouders 55 4.1 Doelen van de logeerregeling 17 7.5 Opbrengsten van het logeren nader bekeken 56 4.2 Bijdrage van logeren aan participatie van statushouders nader bekeken 19 7.6 Opbrengsten voor het gastgezin 59 4.3 Context van participatie van statushouders 21 7.7 Opbrengsten voor de omgeving van gastgezinnen 60 4.4 Eerdere ervaringen met en onderzoek naar het logeren van vluchtelingen 7.8 Conclusies 60

in gastgezinnen 22

4.5 Samenvattend 23 8 Conclusies 62

8.1 Waarde van de vernieuwde logeerregeling 62

5 De uitvoering van de logeerregeling 26 8.2 Resultaten: diverse vormen van participatie nader toegelicht 65 5.1 Schets van de logés 26 8.3 (Meer)waarde en voor wie? 66 5.2 Voorlichting over en bekendheid van de logeerregeling 27 8.4 Condities 67

5.3 Aanmelding en matching 28

5.4 Begeleiding van logerende statushouders 32 Literatuur 70

5.5 Oordeel over de uitvoering en verbeterpunten 33 Bijlagen

5.6 Conclusies 34 1 Leden van de begeleidingscommissie 73

2 Deelvragen 74

3 Achtergrondkenmerken respondenten 75

Samenvatting

De COA logeerregeling maakt het mogelijk dat statushouders die nog in een AZC perspectief in de ontvangende samenleving, leidt tot slechtere uitkomsten wat betreft verblijven tijdelijk gaan logeren bij familie of vrienden, of bij een gastgezin, totdat een participatie en integratie. De meerwaarde van de logeerregeling is kortom vooral woning in de toegewezen gemeente beschikbaar is. Het Verwey-Jonker Instituut deed gelegen in het gegeven dat statushouders door te gaan logeren, sneller kunnen starten onderzoek naar hoe deze regeling mogelijk meerwaarde heeft voor de participatie van met het opbouwen van een leven in Nederland, waardoor minder kostbare tijd verloren statushouders. We onderzochten het logeren via TakeCareBnB (TCBnB). Via dit vrijgaat. Daarnaast ligt meerwaarde van de logeerregeling in het faciliteren van maatschapwilligersinitiatief worden statushouders die willen logeren gekoppeld aan gastgezinnen. pelijke initiatieven, zoals TCBnB, maar ook het ongeorganiseerde logeren bij naasten. We vergeleken drie groepen: statushouders die logeren via TCBnB, statushouders die Dit vormt een belangrijke aanvulling op de professionele en vrijwillige ondersteuning (zonder tussenkomst van een intermediaire organisatie) bij familie en vrienden logeren van statushouders in hun eerste periode in Nederland.

en statushouders die niet logeren, maar in het AZC verblijven totdat hun woning Vergeleken met statushouders die niet logeren of die logeren bij familie of vrienden beschikbaar is. We onderzochten ook onder welke condities logeren meerwaarde heeft. zonder de tussenkomst van een organisatie, blijken statushouders die via TCBnB logeren Met de resultaten van het onderzoek wil het COA een onderbouwde beslissing maken het verst als het gaat om diverse vormen van participatie. Zij zijn het vaakst bezig met of zij de pilot wel of niet wil voorzetten. We voerden literatuuronderzoek uit, deden een opleiding en een enkeling heeft een betaalde baan. Ook hebben zij het vaakst contact interviews en (groeps)gesprekken met alle betrokken partijen, waaronder logerende met Nederlanders. Dat deze groep het meest participeert, is mede te verklaren door de en niet-logerende statushouders, gastgezinnen, personen in de omgeving van gastgespecifieke kenmerken van deze statushouders. Zo zijn zij vaak jong, hoger opgeleid, zinnen en professionals en vrijwilligers van betrokken organisaties. Engelssprekend en hebben zij voorafgaand aan het logeren al een duidelijk beeld van

We concluderen dat de logeerregeling bijdraagt aan een snellere start voor statushoude manieren waarop zij in Nederland een leven willen opbouwen - vaak via een opleiders met het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. De logeerregeling stelt hen ding - en wat en wie zij hiervoor nodig hebben. Zij hebben kortom een sterke motivatie in staat om eerder te verhuizen naar een context waarin voorwaarden voor participatie en vaardigheden om een nieuwe start te maken. Zij gebruiken de logeerregeling om aanwezig zijn: zeggenschap over de eigen dagbesteding/dagindeling, (mentale) rust, een sneller het AZC te kunnen verlaten om aan hun doelen te kunnen gaan werken. Door omgeving met een aanbod aan voorzieningen die voor inburgering of participatie relebetrokkenen worden deze statushouders gekwalificeerd als “mensen die het toch wel vant zijn, en een ondersteunende huiselijke omgeving, waarin men zich welkom voelt. redden”. Statushouders die bij familie of vrienden logeren willen ook weg uit het AZC, Statushouders die logeren profiteren sterk van de (praktische) steun bij het wegwijs maar hebben vaak geen uitgewerkt plan voor de toekomst. Zij hebben meer ondersteuworden in Nederland. Statushouders die logeren bij familie of vrienden profiteren daarning nodig om hun weg in Nederland te vinden. Deze ondersteuning is op dit moment naast van de ervaringen en ervaringskennis van hun naasten, die zich doorgaans zelf niet in voldoende mate beschikbaar. Er blijft tijdens het logeren wel een administratieve recent in Nederland hebben gevestigd. Uit onderzoek naar de positie van vluchtelingen relatie tussen het COA en de logé bestaan door de wekelijkse meldplicht. En er is een die langer geleden naar Nederland zijn gekomen, weten we dat een langere periode van spreekuur waar statushouders vragen kunnen stellen. Maar dit blijkt in de praktijk niet inactiviteit, of het ontbreken van mogelijkheden om te werken aan het eigen toekomstvoldoende om statushouders tijdens het logeren te ondersteunen bij het starten van op participatie gerichte activiteiten. Het inrichten van een flexibele, professionele ondersteuningsstructuur voor logerende stathouders in de gemeente is dan ook de belangrijkste kwestie die moet worden geadresseerd. Daarnaast zien we nog een aantal andere zaken waarvoor een oplossing moet worden gevonden. De bekendheid van de logeerregeling - zowel bij AZC medewerkers als bij statushouders - kan sterk worden vergroot, waardoor meer statushouders kunnen logeren. Daarnaast blijkt uit ons onderzoek dat de kostendelersnorm (die bepaalt dat als men een woning deelt met meer volwassenen, de bijstandsuitkering daarop wordt aangepast) gezinnen weerhoudt van het optreden als gastgezin. Ook is er winst te behalen door het flexibeler invullen van de wekelijkse meldplicht bij het COA, zodat deze de op participatie gerichte activiteiten van logés niet in de weg staat.

Summary

In this study, we examined the possible added value and results of the COA arrangework on their own prospects in the receiving country may lead to poor outcomes of ment that enables so called ‘status holders’(refugees with a residence permit) to tempoparticipation and integration. The added value of the arrangement, thus, mainly lies in rarily stay with their family, friends or a host family. The COA arrangement is aimed at the fact that status holders who make use of the arrangement are able to start building bettering the participation of refugees. We researched the arrangement as facilitated their lives in the Netherland sooner, thereby, losing less valuable time. Furthermore, by Takecarebnb (TCBnB), a voluntary initiative that matches refugees and host famithe added value of the arrangement lies in facilitating both societal initiatives, such lies. We compared status holders who stayed with a TCBnB host family with status as TCBnB, and unorganised temporary stays with friends and family. This forms an holders that stayed with friends or family (without the interference of an intermediary important addition to the professional and voluntary support that status holders receive organisation) and status holders who did not make use of the arrangement but, instead, in their first stages in the Netherlands.

remained in an Asylum Seeker’ Centre until they were given permanent accommoda We compared status holders who made use of the matching arrangement via TCBnB tions. In addition, we researched the conditions under which the added value of the to status holders who, without the interference of an intermediary organisation, stayed arrangement could be ensured. The results of this study provide the COA with substanwith friends or family and to status holders who remained in an Asylum Seeker’ Centre tiation on whether or not to continue this pilot. We conducted a literature study and until they were given a permanent accommodation. Status holders who made use of the interviewed all involved parties such as status holders who did (and did not) make use TCBnB arrangement are the most advanced in terms of several forms of participation. of the arrangement, host families, people living near host families and professionals and They receive education the most and a few have paid jobs. Moreover, this group has the volunteers of the involved organisations. most contact with native Dutch. The high(er) level of participation of this group can be

We conclude that the arrangement, in which status holders temporarily stay with family, partially attributed to the group’s specific characteristics. The group contains mostly friends or host families, contributes to a more rapid start in building a new life in the young, highly educated, English speaking status holders who have a clear idea about Netherlands. The arrangement enables status holders to move sooner to a context in how they want to build a life in the Netherlands – often through education – and who which the conditions for participation are present: control of their own time/ daily and what they need to achieve this. Hence, they are highly motivated and skilled to make activities, (inner) peace, an environment that offers facilities relevant for integration a new start. This group makes use of the arrangement in order to be able to leave the ASC and participation, and a supportive, domestic environment in which they feel at home. sooner and start working on their personal goals. Involved stakeholders qualify this Status holders who make use of the arrangement benefit vastly from the (practical) group as the ‘people who will make it anyways’. Status holders who temporarily stayed support they receive in getting acquainted with the Dutch context. Status holders who with family or friends also wish to leave the ASC, but have a less clear vision for their stay with their friends or families, in addition, benefit from the experience and knowlfuture. These people need more support in order to find their way in the Netherlands. edge of these individuals as they have often only recently established in the Netherlands This support is currently insufficiently available. There is still an administrative relathemselves. Previous research on the position of refugees who arrived in the Nethertionship between the COA and status holders when they use the arrangement as there lands longer ago showed that a long period of inactivity or the lack of possibilities to is a weekly reporting obligation where status holders can ask questions during office hours. However, in practice, this support is not sufficient to help status holders start with activities aimed at participation. We found a few more issues that need to be resolved.

The knowledge about the existence of the COA arrangement - among both employees of asylum seeker centres and refugees - can be enhanced, so that more status holders can make use of the arrangement. Furthermore, our study shows that the co-resident rule (that determines that when people share a house with more adult co-residents, the amount of welfare benefits they receive is adjusted accordingly), withholds families from registering as a host family. Moreover, there is more profit to be gained from the arrangement by introducing a more flexible form of reporting obligation of the COA so that it does not interfere with the activities of status holders that are focused on participation.

1

 Inleiding

De komst van vluchtelingen naar Nederland stelt alle betrokken partijen voor een grote wekelijkse toelage (wooncomponent) 5 . Buiten de logeerregeling vallen statushouders uitdaging. Asielzoekers hebben bij aankomst in Nederland recht op opvang door het die informeel logeren, dat wil zeggen dat zij op papier in de opvang verblijven, maar in Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) vanaf het moment dat ze asiel aanvragen de praktijk logeren bij vrienden of familie 6 .

totdat ze een verblijfsvergunning hebben of hun verzoek is afgewezen 1 . Statushouders De logeerregeling - en de voorganger “zelfzorgarrangement” 7 - werd in 2015 ingesteld – asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen en dus (tijdelijk) in Nederdoor het COA als noodmaatregel om de capaciteit van opvangplekken te vergroten 8 : land mogen blijven – worden volgens de regeling Taakstelling Huisvesting Vergunningals statushouders die nog geen woonruimte hebben gekregen niet (meer) in de centrale houders 2 gekoppeld aan een gemeente waar zij woonruimte aangeboden krijgen. Er opvang verblijven, kunnen nieuwe asielzoekers worden opgevangen. Deze noodzaak zit doorgaans enige tijd tussen het moment van toekenning van de verblijfsstatus en kwam te vervallen, omdat het COA eind 2016 over voldoende opvangplekken beschikte 9 . de daadwerkelijke beschikbaarheid van woonruimte in de aangewezen gemeente. Eind De nieuwe logeerregeling, die vanaf februari 2018 in een eenjarige pilotvorm wordt januari 2019 waren er 4.510 statushouders die wachtten op een woning 3 . De gemiddelde beproefd, heeft dan ook een andere insteek, namelijk de participatie en integratie van wachttijd was voor hen 20-24 weken 4 . statushouders. Daarom wordt er in de nieuwe logeerregeling naar gestreefd om status

Het overgrote deel van de wachtende statushouders verblijft op een COA-locatie. Een houders 10 te laten logeren in de gemeente waar ze ook een woning toegewezen hebben aantal van hen kiest voor een extern adres. Het gaat om statushouders die op vrijwilgekregen.

lige basis gebruik maken van de “Logeerregeling vergunninghouders” van het COA. Het logeren bij een Nederlands gastgezin wordt georganiseerd door Stichting TakeCa De logeerregeling bepaalt dat statushouders tijdelijk kunnen verblijven bij vrienden/ reBnB (TCBnB). Deze organisatie is in 2015 opgericht vanuit het idee dat logeren door familie of een Nederlands gastgezin met behoud van hun leefgeld en andere verstrekvluchtelingen ertoe leidt dat beide partijen elkaar leren kennen en dat aldus over en weer kingen vanuit Regeling verstrekking asielzoekers (Rva) 2005. Aanvullend krijgen zij een meer begrip ontstaat. Dit vrijwilligersinitiatief heeft in 2018 een convenant gesloten met

het COA voor een periode van 12 maanden. De inhoud van de overeenkomst is dat

1 In deze rapportage hanteren we de begripsomschrijvingen zoals gedefinieerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/begrippen. We gebruiken de term ‘statushouder’ voor 5 https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/factsheet_logeerregeling.pdf asielzoekers van wie het verzoek is ingewilligd en die een (legale) verblijfsstatus hebben gekregen. De overheid hanteert hiervoor vaak de term vergun-ninghouder. De betekenis van deze twee termen is hetzelfde. 6 Het COA gebruikt hiervoor de term ‘grijze bedden’.

2 Elk half jaar krijgen gemeenten door het Rijk een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten 7 Op 16 september 2016 is het zelfzorgarrangement overgegaan in de logeerregeling. Het belangrijkste vergunninghouders. Op basis daarvan koppelt het COA de vergunninghouder aan een gemeente en de gemeente verschil was dat statushouders zich direct moesten inschrijven op het adres van het gastgezin. Dat kan zoekt vervolgens passende woonruimte (https://www.coa.nl/nl/asielopvang/huisvestingvergunninghouders). als gevolg hebben dat gastgezinnen gekort worden op hun bijstandsuitkering en toeslagen.

3 Het cijfer heeft betrekking op de stand van zaken op 21 januari 2019, zie https://www.coa.nl/nl/ 8 https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/factsheet_zza_nederlands.pdf over-coa/bezetting/personen-in-de-opvang-uitgesplitst-naar-leeftijd-en-land-van-herkomst

9 Ministerie van Veiligheid en Justitie (2016).

4 Mondelinge informatie van het COA. Naar aanleiding van Kamervragen, antwoordde de minister in januari 2018 dat de gemiddelde wachttijd vijf a zes maanden was, zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-829.html 10 Ministerie van Veiligheid en Justitie (2016).

TCBnB zich inzet om matches te realiseren tussen statushouders en gastgezinnen en Wij hebben aan de rapportage enkele bijlagen toegevoegd. In bijlage 1 staat een overzicht dat het COA een bedrag betaalt voor elke succesvolle match die TCBnB tot stand brengt. van de leden van de begeleidingscommissie. Wij danken de leden voor hun constructieve

feedback gedurende het gehele onderzoeksproces. In bijlage 2 staan de deelvragen

1.1 Doelstelling onderzoek van het onderzoek zoals geformuleerd door de opdrachtgever. Bijlage 3 bevat uitge

In dit onderzoek inventariseren we de meerwaarde en opbrengsten van de vernieuwde breide informatie over de achtergrondkenmerken van de respondenten (statushouders aanpak van logeren voor de participatie en integratie van statushouders. Met de resulen gastgezinnen) van dit onderzoek.

taten van het onderzoek wil de aanvrager, het COA, inzicht krijgen in de meerwaarde van de logeerregeling voor statushouders die via TCBnB logeren vergeleken met verblijf in een AZC of bij familie en vrienden. Daarmee wil het COA een onderbouwde beslissing maken of en hoe zij de logeerregeling willen voortzetten.

De probleemstelling luidt:

Wat zijn de (mogelijke) opbrengsten van de logeerregeling voor de participatie en integratie van statushouders die via TCBnB logeren, vergeleken met statushouders die in een AZC, of bij familie en vrienden verblijven, en onder welke condities wordt deze meerwaarde bereikt?

Leeswijzer

Dit rapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 introduceren wij de onderzoeksvragen en de gehanteerde onderzoeksmethoden en geven we een beschrijving van het veldwerk en de analyse van de verzamelde data. In hoofdstuk 3 schetsen we de beleidscontext van de logeerregeling. In hoofdstuk 4 operationaliseren we aan de hand van de literatuur de begrippen integratie en participatie in relatie tot het (al dan niet) logeren van statushouders bij gastgezinnen. In hoofdstuk 5 beschrijven we de uitvoering van de logeerregeling. In hoofdstuk 6 en 7 bespreken we achtereenvolgens de ervaringen en de opbrengsten van het logeren. In hoofdstuk 8 geven we onze conclusies weer.

2

  Het onderzoek

De eerste paragraaf van dit hoofdstuk is gewijd aan de onderzoeksvragen. Daarna 2.2 Opzet van het onderzoek

bespreken we de opzet van het onderzoek en de gehanteerde onderzoeksmethoden. De In dit onderzoek maakten we gebruik van verschillende onderzoeksmethoden: literalaatste paragraaf geeft een korte beschrijving van de wijze waarop wij de analyse van de tuurstudie en documentenanalyse, verdiepende interviews en groepsgesprekken. Deze data ter hand hebben genomen. kwalitatieve aanpak past bij de doelstelling van het onderzoek, namelijk het krijgen van

inzicht in de waarde van de logeerregeling voor diverse betrokken partijen. In overleg

2.1 Onderzoeksvragen met de begeleidingscommissie is besloten om het vragenlijstlijstonderzoek, dat in een

De centrale vraagstelling van dit onderzoek luidt: eerdere versie van de onderzoeksopzet was opgenomen, te vervangen door interviews. Dit had twee redenen: ten eerste bleek dat voor kwantitatief onderzoek de benodigde

Wat zijn de (mogelijke) opbrengsten van de logeerregeling voor de participatie en inteaantallen respondenten niet te realiseren waren. Ten tweede oordeelde de begeleidingsgratie van statushouders die via TCBnB logeren, vergeleken met statushouders die in commissie dat juist een kwalitatief onderzoek de meeste aanknopingspunten biedt om een AZC, of bij familie en vrienden verblijven, en onder welke condities wordt deze de onderzoeksvragen te beantwoorden.

meerwaarde bereikt?

Wij hebben gesproken met alle betrokken partijen: logerende en niet-logerende status

De onderzoeksvragen hebben betrekking op (1) de uitvoering van de logeerregeling, houders, gastgezinnen, personen in de omgeving van gastgezinnen en professionals en de perspectieven van de verschillende stakeholders en betrokkenen en de beschrijving vrijwilligers van betrokken organisaties. Onderstaand schema geeft de fasering van het van de doelgroep; (2) ervaringen van gastgezinnen, statushouders, het COA en TCBnB onderzoek weer.

met het logeren bij TCBnB gastgezinnen/vrienden of familie en de vergelijking met

het verblijf in een AZC; en (3) de opbrengsten met betrekking tot participatie en inte Voorbereiding Dataverzameling Rapportag e

gratie van de statushouders die logeren/logeerden bij een TCBnB gastgezin/vrienden

of familie, of verblijven/verbleven op het AZC, alsmede de mogelijke opbrengsten met Onderzoeksfase 1 Onderzoeksfase 2 Onderzoeksfase 4

betrekking tot het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen in de directe omge Voorbereiding: Literatuuronderzoek en Gegevensanalyse

onderzoeksopzet, documentanalyse en rapportage

ving van het gastgezin. De deelvragen zoals geformuleerd door de opdrachtgever zijn planning en

te vinden in Bijlage 1. onderzoeksinstrumenten Onderzoeksfase 3

Van de vraagstelling zijn de volgende deelvragen afgeleid: Dataverzameling via interviews

  • 1. 
    Hoe wordt de logeerregeling uitgevoerd en welke statushouders nemen deel?
  • 2. 
    Welke ervaringen zijn er met de logeerregeling en met het verblijf van statushouders Overleg BC Overleg BC Overleg BC (2x)

in het AZC?

Gedurende looptijd project: afstemming met opdrachtgever

  • 3. 
    Wat zijn de opbrengsten van de logeerregeling?

In fase 1 hebben wij de onderzoeksopzet besproken met de begeleidingscommissie ductiebrief te sturen naar bij hen geregistreerde logerende statushouders. Ook maakten en de opdrachtgever van het onderzoek en de onderzoeksinstrumenten ontwikkeld. we gebruik van diverse sociale media om een oproep tot deelname te plaatsen. Dit heeft Vervolgens hebben we in fase 2 door documentenanalyse en literatuurstudie de beleidsechter minder resultaat opgeleverd dan gehoopt: we interviewden 5 in plaats van 10 context van de COA Logeerregeling onderzocht. Van het COA kregen we relevante statushouders die logeerden bij familie of vrienden en 4 in plaats van 8 gastgezinnen die (beleids)documenten en een overzicht van de aantallen en kenmerken van logés, die een naaste te logeren hadden. De moeizame werving is vooral te wijten aan het feit we ons inzicht gaven in de logeerregeling en de beleidscontext. Door een beknopte literaniet beschikten (in tegenstelling tot de betrokkenen rondom TCBnB) over contactgetuurstudie hebben we zicht gekregen op participatiekansen en –belemmeringen van gevens van deze groep. Voor beide groepen geldt daarnaast dat het aantal logés (en dus statushouders. ook het aantal gastgezinnen) een fractie is van de groep statushouders die wacht op een

In fase 3 voerden wij individuele interviews en groepsgesprekken uit. Deze hadden woning (zie hiervoor ook hoofdstuk 4).

tot doel om antwoorden te geven op vragen met betrekking tot de organisatie en het Vier statushouders zijn in het Arabisch geïnterviewd. Bij twee statushouders vond het verloop (proces) van het logeren bij gastgezinnen. Daarnaast hadden de interviews interview in het Farsi plaats. Twee statushouders zijn in het Nederlands geïnterviewd. vooral betrekking op de ervaringen en ervaren baat met de logeerregeling in relatie tot De overige interviews met statushouders vonden in het Engels plaats. Twee gastgeparticipatie- en integratieactiviteiten. We hielden face-to-face gesprekken met statuszinnen familie en vrienden zijn in het Arabisch geïnterviewd. De andere twee gastgehouders, gastgezinnen, het COA en TCBnB. Daarnaast spraken we VluchtelingenWerk zinnen familie en vrienden in het Engels. Ten tijde van de interviews waren 10 van de en betrokken ministeries. VluchtelingenWerk Nederland, het ministerie van Sociale 16 geïnterviewde logerende statushouders nog aan het logeren, 6 waren al klaar met Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn (samen met logeren.

het COA en TCBnB) lid van een werkgroep rondom de logeerregeling. De interviews waren semi-gestructureerd en duurden gemiddeld een uur. De interviews

We hebben gesprekken gevoerd met drie groepen statushouders: (a) statushouders die vonden plaats op een locatie die door de respondent gekozen was. Daarnaast hielden gelogeerd hebben via TCBnB, (2) statushouders die gelogeerd hebben bij familie en we telefonische interviews van ongeveer 30 minuten met personen uit de directe omgevrienden en (3) statushouders die niet gelogeerd hebben maar in een AZC verblijven ving van de gastgezinnen. De statushouders (zowel logés als niet-logés) en gastgezinnen of verbleven. We spraken met twee groepen gastgezinnen: gastgezinnen van TCBnB en familie en vrienden ontvingen voor hun deelname een VVV-bon. gastgezinnen die familie of vrienden van statushouders zijn. De werving van statushouders die logeerden via TCBnB en TCBnB gastgezinnen hebben we gerealiseerd door Logés TCBnB samenwerking met TCBnB. Statushouders die niet hebben gelogeerd, bereikten we via We spraken elf respondenten die hebben gelogeerd via TCBnB (twee van deze responhet COA. Voor de werving van statushouders die logeerden bij familie of vrienden en denten waren een stel die samen bij één gastgezin logeerden). Deze respondenten zijn gastgezinnen die een naaste in huis namen hebben we het COA gevraagd om een intromannen en 1 vrouw tussen de 20-30 jaar. Vier logés komen uit Syrië en vijf logés zijn van oorsprong Iraans. De overige twee respondenten komen uit Palestina en Jemen. De stel dat al gepensioneerd is. De meeste logés hadden bij het gastgezin alleen een eigen respondenten zijn over het algemeen hoogopgeleid. Op twee respondenten na hebben slaapkamer en deelden de rest van de voorzieningen, zoals de keuken en badkamer, met alle logés een bachelor diploma of volgden zij een bacheloropleiding toen zij moesten het gastgezin. Vijf van de gastgezinnen hadden in totaal één logé, twee gastgezinnen vluchten uit hun land van herkomst. hadden twee keer achter elkaar een logé en bij een gastgezin verbleef een stel.

Logés bij vrienden/familie Gastgezinnen familie en vrienden

We spraken vijf statushouders die logeerden bij familie of vrienden. Al deze status We spraken vier gastgezinnen die familie en vrienden waren van de statushouders. Drie houders zijn vrouwen en hun leeftijd varieert tussen de 25 jaar en 52 jaar. De responvan hen waren alleenstaande mannen, een van hen was een gezin met drie kinderen. De denten komen uit Rusland, Irak, Syrië en Turkije en logeerden allemaal bij iemand die gastgezinnen komen allemaal uit hetzelfde land van herkomst als hun logés en spreken, oorspronkelijk ook uit hun land van herkomst komt. Twee respondenten logeerden bij op één man na, beperkt Nederlands waardoor drie interviews in de moedertaal van een familielid, de overige respondenten kenden elkaar via familie of vrienden. Drie van de respondent zijn afgenomen. Drie van de gastgezinnen zijn korter dan vijf jaar in

de respondenten hebben een opleiding gevolgd en gewerkt in hun land van herkomst. Nederland. I n bijlage 3 is uitgebreidere informatie over de achtergrondkenmerken van

Drie respondenten logeerden niet in de gemeente waaraan zij gekoppeld zijn. de statushouders en gastgezinnen opgenomen.

Niet-logerende statushouders Omgeving van TCBnB gastgezinnen

We spraken tien statushouders die niet hebben gelogeerd. Dit zijn allemaal mannen We spraken telefonisch 10 respondenten uit de omgeving van de gastgezinnen, die tussen de 20-40 die over het algemeen hoogopgeleid zijn. De niet-logerende statusaangedragen waren door de gastgezinnen. Dit waren vier mannen en zes vrouwen. houders komen uit verschillende landen, zoals Turkije, Iran, Pakistan, Libië en Ethi Een aantal respondenten is familie van het gastgezin, zoals een moeder of zus. Een van opië. Zeven van hen verbleven op het moment van het interview in een AZC in een de respondenten heeft een latrelatie met de gastvrouw van het gastgezin. De overige niet-stedelijk gebied, terwijl drie statushouders al een woning in een gemeente hebben respondenten zijn vrienden of kennissen die het gastgezin kennen via de kerk, via toegewezen gekregen. studie, of uit de omgeving. Alle respondenten wonen bij het gastgezin in de buurt. Het

wisselt echter hoe vaak zij contact hebben met het gastgezin.

Gastgezinnen TCBnB

We spraken acht gastgezinnen die via TCBnB een logé hadden. Alle gastgezinnen hebben TCBnB een autochtoon Nederlandse achtergrond en de meerderheid van de gezinnen woont in Bij de start van het onderzoek (september 2018) organiseerden we een groepsgesprek de stad. De samenstelling van de gastgezinnen varieert. Zo zijn er gezinnen met jonge met TCBnB. Aan dit gesprek namen de directeur van TCBnB, een coördinator, de voorkinderen die een logé in huis hadden, maar ook alleenstaande jonge mannen en een zitter van het bestuur en een vrijwilliger deel. We hebben nog een aanvullend gesprek gehad met een voormalig vrijwilliger over de aanpak van TCBnB. Aan het einde van ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is via het account COA betrokken het onderzoek (maart 2019) hebben we nogmaals een gesprek met de interim directeur bij de logeerregeling. gehad over de toekomst van de organisatie.

VluchtelingenWerk

COA We spraken op het landelijk bureau van Vluchtelingenwerk met een beleidsmedewerker We spraken op het landelijk kantoor van het COA tegelijk met de interim directeur integratie en met een stafmedewerker integratie. De beleidsmedewerker was beleidsuitvoering en met de waarnemend voorzitter van het bestuur. De interim directeur is matig betrokken bij de opzet van de nieuwe logeerregeling. De stafmedewerker heeft op beleidsmatig betrokken geweest bij de opzet van de logeerregeling. De waarnemend uitvoerend niveau contact met TCBnB en het COA over de logeerregeling. Daarnaast voorzitter heeft als normaal bestuurslid de portefeuille begeleiding, waaronder de hebben we telefonisch een medewerker van VluchtelingenWerk in een G4-gemeente logeerregeling valt, in haar portefeuille. Ook spraken wij op het AZC Luttelgeest 11 twee gesproken . personen die werken als woonbegeleider en in die functie betrokken zijn bij de logeerregeling.

Verder spraken we individueel met een COA-medewerker die als casemanager 2.3 Analyse

bij het AZC Luttelgeest werkte, maar die nu bij een AZC in Amsterdam werkt. Ook In fase 4 hebben wij alle data geanalyseerd en kwamen we tot een synthese van de onderspraken we de beleidsregisseur Opvang en Begeleiding, die beleidsmatig verantwoorzoeksresultaten. In de analyse werkten wij vanuit de grounded theory. Grounded theodelijk is voor alternatieve opvangvormen, waaronder de logeerregeling valt. Bovendien rists zeggen ‘all is data’ en de methode maakt geen verschil in de analyse van verschillende spraken we een programmabegeleider van het AZC Amsterdam. Tot slot, hebben we typen data. Hierdoor ontstaat er een synergie tussen de verschillende bronnen (Corbin tijdens het onderzoek regelmatig contact gehad met ons contactpersoon werkzaam bij & Strauss, 1990). Voor ons onderzoek betekende dit dat alle bronnen zijn meegenomen het COA landelijk. in de analyse: beleidsdocumenten en literatuur, de interviews en de groepsgesprekken.

Ministeries van Justitie en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid We hebben de verslagen van de interviews en groepsgesprekken geanalyseerd in We spraken twee beleidsmedewerkers van de ministeries van respectievelijk Justitie twee stappen: op basis van de onderzoeksvragen hebben we een eerste analyse van de en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De beleidsmedewerker van het antwoorden gemaakt. Vervolgens hebben we langs inductieve weg het materiaal geanaministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het dossier opvang en is lyseerd naar achterliggende dimensies. We keken daarbij ook naar de frequentie waarin in die hoedanigheid betrokken bij de logeerregeling. De beleidsmedewerker van het kwesties of argumenten naar voren werden gebracht. De concepten die hieruit voortkwamen

zijn uiteindelijk gebruikt om de hoofdstukken 4, 5 en 6 te schrijven.

In deze rapportage maken we veelvuldig gebruik van citaten uit de interviews en 11 We hebben voor de locatie Luttelgeest gekozen omdat hier volgens het COA veel kennis en ervaring met de groepsgesprekken. De citaten illustreren de aangetroffen praktijk, ervaring of opvatting

logeerregeling bestond. Op deze locatie hebben we ook interviews gehouden met statushouders die niet logeerden.

van de respondent(en). De paragrafen waarin we gebruikmaken van citaten, kennen een hiërarchische opbouw. De vaakst genoemde praktijken, ervaringen of opvattingen geven we al eerste weer. Daarna bespreken we zaken die minder vaak worden genoemd en die een specifiek onderdeel van de praktijken, ervaringen en opvattingen illustreren.

3

  Beleidscontext en de logeerregeling

In dit hoofdstuk beschrijven we eerst de aantallen statushouders die nog in de opvang de Nederlandse samenleving en wordt afgesloten met een inburgeringsexamen. De stanverblijven en de voorzieningen waarvan zij gebruik kunnen maken. Vervolgens gaan we daardtermijn om aan de inburgeringsplicht te voldoen is drie jaar 15 . Doorgaans maken dieper in op één van deze voorzieningen: de logeerregeling. inburgeringsplichtigen gebruik van (taal)lessen als voorbereiding op het inburgeringsexamen.

In de praktijk start dit inburgeringstraject in de gemeente waarin statushou

3.1 Statushouders in de opvang ders zich vestigen. Omdat er in de praktijk een flinke periode zit tussen statusverlening

en daadwerkelijke toekenning van een woning, wordt in de opvang het programma

Asielzoekers hebben bij aankomst in Nederland recht op opvang door het Centraal Voorbereiding op de inburgering (V-inburgering) aangeboden 16

Orgaan opvang asielzoekers (COA) vanaf het moment dat ze asiel aanvragen totdat . Dit programma bestaat

ze een verblijfsvergunning hebben of hun verzoek is afgewezen. Als asielzoekers een uit NT2-taallessen, de training Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM) en individuele begeleiding gericht op zelfstandig wonen en leven in Nederland. Deelname

verblijfsvergunning toegewezen hebben gekregen worden ze statushouders genoemd aan het programma is niet verplicht, maar wordt vanuit het COA wel gestimuleerd. In

en volgens de taakstelling huisvesting worden statushouders toegewezen aan een

gemeente, die verantwoordelijk is voor de huisvesting. Zodra een asielzoeker een aanvulling op de V-inburgering voert het COA (in samenwerking met IOM en UAF)

verblijfsvergunning heeft gekregen, heeft het COA twee weken de tijd om de statusook nog het project VOORwerk uit. Hier leren statushouders via training en individuele begeleiding hoe zij in Nederland een baan vinden en behouden door het (verder)

houder aan een gemeente te koppelen. Er zit op 1 februari 2019 gemiddeld 20-24 weken ontwikkelen van hun sociale en communicatieve vaardigheden. Ook bouwt en ondertussen

het moment van toekenning van de verblijfsstatus en de daadwerkelijke beschikbaarheid

van woonruimte in de aangewezen gemeente 12 . Eind januari 2019 waren er houdt VOORwerk een netwerk van bedrijven en instellingen die mogelijk leerwerk

4.510 statushouders die wachtten op een woning 13 . Het overgrote deel hiervan verblijft plekken hebben waarin statushouders de opgedane kennis en vaardigheden kunnen trainen 17 . Statushouders in de opvang hebben ook een zogenaamde COA-casemanager,

op een COA-locatie. In november 2018 bestaat ongeveer een kwart van de bewoners van die hen stimuleert “bezig te zijn met hun toekomst” 18 . Statushouders kunnen bij hun

het COA uit personen die een voorlopige vergunning tot verblijf hebben gekregen 14 . casemanager terecht met hun vragen over het opbouwen van een leven in Nederland,

Op het moment dat de verblijfsvergunning wordt verleend, start de inburgeringsplicht. maar ook de programmabegeleider en woonbegeleider spelen een rol.

Het inburgeren behelst het leren van de Nederlandse taal en het opdoen van kennis over

15 Er zijn mogelijkheden tot verlenging van de termijn, zie onder meer Wet inburgering

2013 artikel 7 (niet verwijtbaarheid en alfabetiseringscursus).

12 Mondelinge informatie van het COA. Naar aanleiding van Kamervragen, antwoordde de minister in januari 2018 dat de 16 Dit programma is gestart op 1 januari 2016 (https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/ gemiddelde wachttijd vijf a zes maanden was, zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-829.html media/bestanden/programma_voorbereiding_op_inburgering_mei2016.pdf)

13 Het cijfer heeft betrekking op de stand van zaken op 21 januari 2019, zie: https://www.coa.nl/nl/ 17 https://www.coa.nl/nl/voor-gemeenten/programma-voorbereiding-op-inburgering https://www.coa.nl/sites/ over-coa/bezetting/personen-in-de-opvang-uitgesplitst-naar-leeftijd-en-land-van-herkomst www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/folder_-_vroege_integratie_en_participatie_bij_het_coa.pdf

14 Het cijfer heeft betrekking op de stand van zaken op 5 november 2018, zie: https://www.coa.nl/nl/ 18 https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/folder_-_ over-coa/bezetting/personen-in-de-opvang-uitgesplitst-naar-leeftijd-en-land-van-herkomst vroege_integratie_en_participatie_bij_het_coa.pdf

3.2 De logeerregeling 3.3 Logeren via TCBnB

Statushouders in de opvang kunnen op vrijwillige basis gebruik maken van de Voor februari 2018 werkten het COA en Stichting TCBnB informeel samen bij het vernieuwde logeerregeling statushouders van het COA. Deze regeling bepaalt dat logeren van statushouders in Nederlandse gastgezinnen. In februari 2018 heeft het COA statushouders tijdelijk kunnen verblijven bij een TCBnB gastgezin of bij vrienden/ een convenant gesloten met TCBnB voor de periode van een jaar. In het convenant zijn familie met behoud van hun leefgeld en een aantal andere verstrekkingen waarop zij onderlinge afspraken vastgelegd, onder andere over de werkwijze en de vergoeding die

19

vanuit het COA recht hebben . Aanvullend krijgen zij een wekelijkse toelage van € 25, wordt gegeven aan TCBnB. Tijdens de pilotfase blijft de huidige logeerregeling in stand. die bedoeld is voor kosten voor wonen (de zogenaamde ‘wooncomponent’) 20 . Buiten Er zijn enkele aanvullingen, onder andere dat het logeren bij een gastgezin bij voorkeur de logeerregeling vallen statushouders die informeel logeren. Het belangrijkste verschil plaatsvindt in de gemeente van uitplaatsing (gekoppelde gemeente) en dat het logeren met formeel logeren is dat statushouders niet ingeschreven staan in de gemeente waar geen nadelige gevolgen heeft voor het tempo van uitplaatsing naar gemeentelijke huisze logeren. Oftewel, op papier verblijven ze in de opvang, maar in de praktijk logeren ze vesting. Een eis die TCBnB stelt is dat de statushouder een basisniveau moet hebben van bij vrienden of familie 21 . Nederlands of Engels. Dit wordt beoordeeld door een medewerker van TCBnB tijdens

Het COA heeft voor statushouders een aantal voorwaarden opgesteld om deel te mogen het intakegesprek. In het convenant spreekt het COA uit dat het meer dan voorheen wil nemen aan de logeerregeling. Deze zijn vooral administratief en praktisch van aard. investeren in de begeleiding van de statushouders die extern verblijven, met als doel te De statushouder moet aan een gemeente gekoppeld zijn en in afwachting zijn van een stimuleren tot deelname aan integratie en participatie activiteiten.

definitieve woning. Ook dient de statushouder in het bezit te zijn van een BSN-nummer De kernactiviteit van TCBnB is het screenen en matchen van gastgezinnen en statusen op het adres van het gastgezin ingeschreven te worden. De statushouder dient een houders, bij voorkeur in de gemeente waar de statushouder zal worden uitgeplaatst huisarts gevonden te hebben in de logeergemeente en geen (intensief) medisch behanvoor gemeentelijke huisvesting. Als een statushouder belangstelling heeft voor logeren deltraject te volgen. Ouders van leerplichtige kinderen mogen ook deelnemen, maar bij een TCBnB gastgezin, dan zorgt TCBnB voor bemiddeling en plaatsing van statusde leerplicht mag niet in het gedrang komen. Statushouders tot 21 jaar ontvangen houders. De statushouder gaat dan eerst een weekend proef logeren bij het gastgezin geen wooncomponent. Aan gastgezinnen stelt het COA de eis dat het gezinshoofd een en daarna hebben beide een bedenktijd van 5 dagen. Een statushouder blijft voor 3 Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) 22 dient te overleggen. maanden bij een gastgezin, daarna verdwijnt TCBnB als intermediair, omdat de statushouder

huurbescherming opbouwt. In overleg met het gastgezin kan de statushouder

ervoor kiezen om toch nog langer bij het gastgezin te verblijven 23 , totdat uitstroom naar

19 Regeling Verstrekkingen Asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005, zie https://wetten.overheid.nl/BWBR0017959/2018-01-01 .

20 https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/factsheet_logeerregeling.pdf

21 Het COA gebruikt hiervoor de term ‘grijze bedden’. 23 Er is geen overzicht beschikbaar van het aandeel logés dat langer dan drie maanden bij het gastgezin verbleef.

In de interviews met TCBnB gastgezinnen bleek dit in 3 van de 8 gezinnen aan de orde te zijn geweest. 22 Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag van de aanvrager in het verleden geen bezwaar vormt voor het

vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Zie https://www.justis.nl/producten/vog/index.aspx

gemeentelijke huisvesting mogelijk is. Als een statushouder nog geen woning in een gemeente heeft en niet langer wil of kan verblijven bij het gastgezin, gaat hij/zij tijdelijk terug naar een AZC.

3.4 Twee typen gastgezinnen

In de logeerregeling wordt een onderscheid gemaakt in logeren bij twee type gastgezinnen: bij TCBnB gastgezinnen of bij familie en vrienden. In het vervolg zullen we de termen TCBnB gastgezinnen en familie en vrienden gastgezinnen gebruiken om onderscheid te maken in beide categorieën. Bij TCBnB gastgezinnen gaat het over het algemeen over gezinnen met de Nederlandse nationaliteit, die niet behoren tot de eerste of tweede generatie migranten in Nederland. In de beleidsdocumenten van TCBnB hebben we geen criteria gevonden voor de selectie van gastgezinnen, maar uit een verkennende studie kwam naar voren dat 96% aangaf de Nederlandse nationaliteit 24 te hebben en dat 82% hoogopgeleid is. Van de categorie familie en vrienden die optreden als gastgezin ontbreekt een overzicht van de achtergrond(kenmerken). In de beleving van het COA gaat het om personen die zich vaak recent in Nederland hebben gevestigd. 25

24 De overige 4% gaf aan een Zwitserse nationaliteit te hebben. Er is niet gevraagd wat de etnische achtergrond van de gastgezinnen was.

25 Van de vier gastgezinnen familie en vrienden in onderhavig onderzoek weten we dat dat zij allemaal uit hetzelfde land van herkomst als de logés komen. Drie van de vier zijn minder dan 5 jaar in Nederland, 1 van de gastgezinnen sinds 2008.

4

  De logeerregeling en kansen voor

participatie en integratie

In dit hoofdstuk schetsen we de beleidslogica die ten grondslag ligt aan de logeerrege De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verwoordt dit in 2017 als volgt aan de ling. We bespreken wat de veronderstelde mechanismen zijn die de relatie tussen de Kamer: opzet en de doelen van logeerregeling expliciet maakt en welke onderbouwing we daarvoor

gevonden hebben in de literatuur. Ook bespreken we de (institutionele) context Niettemin zie ik het voordeel dat logeren buiten het COA kan hebben voor particiwaarmee statushouders die net een verblijfsvergunning hebben gekregen te maken patie/integratie. Sinds de hoge instroom zijn diverse initiatieven ontstaan om een hebben. Tot slot staan we stil bij eerdere ervaringen van met het logeren van vluchtemaatschappelijke bijdrage te leveren. Veel mensen hebben zich aangemeld als gastlingen bij gastgezinnen in Nederland. gezin voor vergunninghouders

26 . Een vergunninghouder kan eerder participeren/ integreren indien hij gaat logeren bij een gastgezin in de stad of regio waaraan hij is

4.1 Doelen van de logeerregeling gekoppeld voor definitieve uitplaatsing. De meeste gastgezinnen bieden niet slechts onderdak maar zullen de vergunninghouder ook helpen bij het leren van de Neder

In hoofdstuk 2 kwam al aan de orde dat de logeerregeling (en de voorganger “zelflandse taal en het wegwijs maken in de Nederlandse samenleving. Daarnaast zijn er zorgarrangement”) in het verleden gericht was op het vergroten van de uitstroom van ook vergunninghouders die logeren bij vrienden of familie in een andere gemeente. statushouders uit de opvang, om zo het tekort aan opvangplaatsen voor asielzoekers te Mogelijk zijn deze vrienden of familieleden zelf bezig met integratie en beheersen zij de verminderen. Toen deze noodzaak verviel, is uiteindelijk toch besloten om de logeerre Nederlandse taal beperkt. Het is de vraag of in zulke logeersituaties een meerwaarde geling door te laten gaan waarbij de insteek gericht werd op de participatie en integratie ontstaat voor participatie/integratie ten opzichte van een verblijf op het COA. Een van statushouders. nieuwe logeerregeling heeft bestaansrecht indien het logeren buiten het COA daadwerkelijk

leidt tot een vergelijkbare of betere participatie/integratie 27 .

De Staatssecretaris veronderstelt dat het logeren vooral een meerwaarde voor participatie

en integratie heeft als de statushouder via TCBnB verblijft bij een Nederlands

gastgezin. In ons onderzoek zullen we deze veronderstelling nader bekijken, door te

kijken naar de ontwikkelingen van participatie(kansen) van drie type statushouders:

statushouders die via TCBnB logeren bij een Nederlands gastgezin, statushouders die

logeren bij familie of vrienden en statushouders die niet logeren, maar in afwachting van

26 De overheid gebruikt de term ‘vergunninghouders’. Met die term wordt dezelfde groep mensen bedoeld als met

statushouders, namelijk personen die een verblijfsvergunning hebben gekregen en zich in Nederland mogen vestigen.

27 Ministerie van Veiligheid en Justitie (2017).

het beschikbaar komen van hun woning in het AZC verblijven. Hieronder bespreken domeinen gekeken hoe het begrip participatie wordt geoperationaliseerd. We vonden we wat we verstaan onder het begrip participatie. dat ook in de gerontologie wordt geconstateerd dat gangbare indicatoren om naar participatie

te kijken, tekort schieten. Ouder worden had decennialang de associatie met 4.1.1 Participatie terugtreden uit de maatschappij en georganiseerde sociale verbanden. Deze ‘disengage De begrippen integratie en participatie worden vaak in een adem gebruikt. Bij de term ment’ van de samenleving is niet meer actueel nu ouderen langer gezond leven en juist ‘integratie’ is de achterliggende gedachte dat nieuwkomers gaandeweg steeds meer (extra) actief zijn in bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of de zorg voor kleinkinderen. Daaronderdeel worden van de samenleving en dat de positie die zij daarin innemen, steeds naast zijn ouderen ook steeds zichtbaarder doordat zij belangrijke consumenten zijn. In meer gaat lijken op die van reeds gevestigden. de Canon van de Gerontologie wordt daarom een fijnmaziger onderscheid gemaakt naar

Statushouders die wachten op een woning en wel of niet deelnemen aan de logeerregediverse vormen van participatie, dat tot doel heeft om de deelname aan de samenleving ling, hebben nog maar net een verblijfsstatus gekregen en staan daarom helemaal aan van ouderen zo goed mogelijk zichtbaar te maken (Broese van Groenou, 2011). Omdat het begin van een integratieproces. Gegeven de (zeer) korte verblijfsduur zal de positie wij graag dicht op de praktijk in beeld brengen welke stappen statushouders (kunnen) van statushouders in de samenleving, die met behulp van het integratiebegrip in beeld zetten om deel te nemen aan de samenleving, sluiten we ons bij dit onderscheid in drie wordt gebracht, per definitie zeer sterk afwijken van die van gevestigde Nederlanders. vormen van participatie aan. De drie vormen zijn:

Ook is het niet waarschijnlijk dat zich in deze positie grote wijzigingen voordoen in de 1. Maatschappelijke participatie betreft activiteiten waarmee men groepen of personen korte onderzoeksperiode. In ons onderzoek hebben we daarom gekeken naar diverse in de samenleving van dienst is, zoals het verrichten van betaalde arbeid, inzet in vormen van participatie, die een beeld geven van wat men doet om deel te (gaan) nemen politieke en vrijwilligersorganisaties en bieden van informele hulp.

aan de samenleving. Vormen van participatie worden doorgaans afgeleid van de indica 2. Consumptieve participatie omvat activiteiten gericht op zelfontplooiing en het eigen toren die gebruikt worden om integratie in beeld te brengen, bijvoorbeeld de deelname welzijn. Sociaal-culturele participatie, zoals musea bezoek en het bezoeken van aan de arbeidsmarkt, of onderwijs en de mate waarin men omgaat met personen die niet restaurants, sportwedstrijden of pretparken, is ook een vorm van consumptieve tot de eigen (herkomst)groep behoren (zie bijvoorbeeld Jennissen et al., 2007 in Malieparticipatie.

paard et al., 2017). Voor ons onderzoek naar net gearriveerde nieuwkomers zijn deze 3. Netwerkparticipatie staat voor de ongeorganiseerde informele omgang met familie, indicatoren van integratie niet erg bruikbaar omdat ze logischerwijs pas na verloop van buren en vrienden. Wij voegen hieraan toe dat deze informele omgang heden ten tijd bereikt kunnen worden. Bovendien geven dergelijke indicatoren maar een beperkt dage ook plaatsvindt via social media.

inzicht in de wijzen waarop mensen deelnemen aan de samenleving. Het valt ons op dat

in onderzoek naar nieuwkomers en hun positie(verwerving) nog weinig andere, meer Door op deze, meer uitgewerkte manier naar deelname aan de samenleving te kijken, fijnmazige indicatoren zijn ontwikkeld om inzicht te krijgen in de wijze waarop deze krijgen we ook een beter beeld van de randvoorwaarden die horen bij de diverse vormen nieuwkomers (gaan) deelnemen aan de samenleving. Daarom hebben wij in andere van participatie.

4.2 Bijdrage van logeren aan participatie van statushouders telingenWerk Nederland, 2018). Buren, nieuwe kennissen en vrienden zouden in de

nader bekeken behoefte kunnen voorzien. Het logeren bij een TCBnB gastgezin zou kunnen fungeren

In onderhavig onderzoek gaan we na of, en zo ja hoe het logeren bij een TCBnB gastals een intensieve context voor het horen en spreken van Nederlands. Doordat statusgezin voor statushouders een meerwaarde heeft voor hun participatie in de Nederlandse houders bij Nederlandssprekenden in huis gaan wonen – en deel gaan uitmaken van samenleving in vergelijking met statushouders die logeren bij familie en vrienden of in het huishouden – vindt als het ware een onderdompeling plaats: men bevindt zich grote

de centrale opvang verblijven. delen van de dag in een volledig Nederlandstalige omgeving. Daarbij is communiceren in de moedertaal niet mogelijk, waarbij men als het ware gedwongen wordt om met de

In zijn brief noemt de staatssecretaris drie mechanismen in de logeerregeling die zouden nieuwe taal te oefenen. Uit de brief van de Staatssecretaris spreekt de verwachting dat kunnen leiden tot een meerwaarde voor de participatie en integratie, namelijk: statushouders vooral zullen gaan logeren bij familie en vrienden die zelf recent in Neder 1. Statushouders leren de Nederlandse taal in de praktijk. land gevestigd zijn. In dat geval komen ze terecht in een huishouden waar (binnenshuis)

  • 2. 
    Statushouders worden wegwijs in Nederland door ondersteuning van het gastgezin. geen Nederlands wordt gesproken, maar waar ze in hun moedertaal kunnen spreken.

    Het logeren bij familie of vrienden biedt statushouders dan minder mogelijkheden om 3. De logeerregeling biedt betrokken burgers een manier om een maatschappelijke

bijdrage te leveren. in de dagelijkse praktijk informeel hun Nederlandse taalvaardigheid te vergroten.

In de volgende paragrafen bespreken we in hoeverre we in de literatuur ondersteuning 4.2.2 Ondersteuning bij wegwijs worden in Nederland

hebben gevonden voor deze mechanismen en welke mogelijk andere mechanismen In de brief van de Staatssecretaris staat daarnaast dat TCBnB gastgezinnen statuskunnen optreden. houders mogelijk helpen bij het wegwijs worden in Nederland. Diverse onderzoeken

laten zien dat praktische hulp en ondersteuning aan nieuwe statushouders belangrijke

4.2.1 Het leren van Nederlandse taal in de praktijk randvoorwaarden zijn om te kunnen gaan participeren in de Nederlandse samenleving In de hiervoor genoemde brief van de Staatsecretaris lezen we de verwachting dat (Kroft, 2012; VluchtelingenWerk Nederland, 2018). Statushouders en andere nieuwko TCBnB gastgezinnen zullen helpen bij het leren van Nederlands. Het leren van Nedermers raken gemakkelijk verstrikt in de Nederlandse bureaucratie en de ingewikkelde lands gebeurt niet alleen in het klaslokaal, maar bij uitstek door daadwerkelijk Nederwijze waarop de overheid en instellingen (digitaal) communiceren. Dit is overigens niet lands te horen en te spreken. Uit veel onderzoek naar de participatiekansen van recente voorbehouden aan nieuwkomers: van (tijdelijk) kwetsbare burgers in het algemeen groepen statushouders komt naar voren dat zij sterk behoefte hebben aan contexten en heeft de overheid te hoge en onrealistische verwachtingen als het gaat om hun ‘zelfcontacten waarin zij Nederlands met Nederlanders kunnen spreken om zo hun taalredzaamheid’ (WRR, 2017). Er is niet alleen sprake van een ingewikkelde institutiovaardigheid te vergroten (Ten Holder, 2012). Juist in de eerste periode na statusverlenele context. Nieuwkomers hebben ook behoefte om inzicht te krijgen in Nederlandse ning ontbreekt het hier echter vaak aan (De Gruijter & De Winter-Kocak, 2018; Vluchomgangsvormen en gedragingen (Ferrier et al., 2017; Van Rooijen et al., 2018). Dit

inzicht ontstaat bij uitstek door daadwerkelijk deel te nemen aan de samenleving. Hierlige vluchtelingen juist kan helpen om wegwijs te worden in Nederland. Bijvoorbeeld voor is het belangrijk dat men hierin waar nodig wordt geïntroduceerd. De behoefte omdat het gevoel tot een groep te behoren (belonging) bijdraagt aan het vermogen om aan ondersteuning bij het wegwijs worden heeft dus ook betrekking op informele orgacontacten met anderen aan te gaan, maar ook omdat voormalig vluchtelingen recent nisaties en sociale netwerken. Uit de VluchtelingenWerk IntegratieBarometer 2018 blijkt eenzelfde kennismaking met de Nederlandse samenleving hebben doorlopen en hierdat statushouders die aan het inburgeren zijn desgevraagd het meest behoefte hebben door over unieke ervaringskennis beschikken (Edelbroek, 2010). aan sociaal contact en een sociaal netwerk (VluchtelingenWerk Nederland, 2018). Naar hun eigen inzicht is het juist de informele interactie met Nederlanders die hen op weg 4.2.3 Het leveren van een maatschappelijke bijdrage en vergroten van de

helpt bij het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. Dit beeld wordt bevestigd in draagvlak voor opvang onderzoek, waarin aan Nederlanders met een verleden als vluchteling is gevraagd hoe Recent onderzoek naar de inzet van particuliere initiatieven van betrokken burgers bij hun integratieproces is verlopen en wat daaraan heeft bijgedragen. Naast de eigen inzet het vluchtelingenvraagstuk laat zien dat deze in staat zijn in te spelen op snel verandeen motivatie om snel te integreren, blijken vooral het snel leren van Nederlands en het rende omstandigheden, zoals de instroom van grotere groepen asielzoekers in 2015 opbouwen van een sociaal en professioneel netwerk bij te hebben gedragen aan hun en 2016 (Boersma, et al., 2018; Rast et al., 2019;). Ondersteuning van statushouders integratieproces (De Gruijter & De Winter-Kocak, 2018). Diverse onderzoeken laten door (organisaties van) betrokken burgers bij het leren van Nederlands en het wegwijs zien dat - in het algemeen - het hebben van sociale contacten een positief effect heeft op worden in Nederland heeft mogelijk niet alleen positieve effecten voor statushouders. (arbeids)participatie van statushouders (Campion, 2018; De Vroome & Van Tubergen, Uit onderzoek naar motieven van vrijwilligers die zich inzetten voor asielzoekers en 2010). De sociale contacten kunnen bijvoorbeeld bijdragen aan het oriënteren op vluchtelingen blijkt dat wederkerigheid een belangrijke plaats inneemt. Niet alleen mogelijkheden om te gaan werken, of een opleiding te volgen. Maar personen in het het belang van de ander – de asielzoeker of vluchteling - maar ook het eigen belang sociaal netwerk kunnen statushouders ook introduceren in de mogelijkheden rondom wordt gediend. De vrijwillige inzet is een concrete weg om de eigen (levens)overtuisociaal-culturele of recreatieve activiteiten, zoals sport. En nieuwe contacten kunnen ging/idealen daadwerkelijk in de praktijk te brengen, maar ook een manier om de eigen weer leiden tot toegang tot andere sociale netwerken, bijvoorbeeld de weg effenen naar horizon te verbreden (Bakker et al., 2018; De Gruijter & Razenberg, 2017; Hollands, een stageplaats of een baan. Logeren bij een Nederlands gastgezin kan voor statushou 2006; Oliver et al., 2018).

ders bijdragen aan het opbouwen van een relevant netwerk, dat mogelijk de weg effent Van (kennismakings)projecten gericht op het faciliteren van (interetnisch) contact – voor oriëntatie op, of deelname aan de arbeidsmarkt. Onderzoek naar de mogelijke zoals de logeerregeling - wordt vaak verwacht dat deze vooroordelen verminderen en bijdrage van sociale contacten binnen de eigen herkomstgroep aan (arbeids)participositieve meningen over de ander stimuleren, bijvoorbeeld doordat het contact leidt patie is ambivalent. Dergelijke contacten hebben zelf mogelijk onvoldoende kennis van, tot meer kennis over en minder angst voor de ander. Een cruciale aanname daarbij is of netwerken in de Nederlandse samenleving, waardoor zij statushouders niet vooruit dat een verbeterde mening over een persoon uit een minderheidsgroep ook leidt tot kunnen helpen (Campion, 2018). Maar er zijn ook signalen dat contact met voormaeen verbeterde mening over deze groep als geheel. Uit onderzoek blijkt dit echter niet

zonder meer op te gaan, omdat positieve gevoelens die voortkomen uit het contact niet en een gebrek aan toekomstperspectief, zeker voor asielzoekers die nog in afwachting vertaald worden naar de groep in het algemeen (Matejkova & Leitner, 2017). Daarvoor zijn van een beslissing over hun verblijfsstatus (Van Dijk et al., 2001). De literatuur heeft is meer nodig: er moet voldoende kans zijn om elkaar te leren kennen, en in de situatie vaak betrekking op de negatieve gevolgen van onzekerheid over de verblijfsstatus van waarin het contact plaatsvindt, moeten beiden groepen ongeveer dezelfde statuspositie asielzoekers, gekoppeld aan de in het verleden soms lang oplopende wachttijden in de hebben. Daarnaast is belangrijk dat de situatie coöperatief is, en niet competitief en dat asielprocedure (Geuijen, 1998, 2003). Hierdoor staat het welbevinden en de (mentale) instituties en autoriteiten het contact ondersteunen (Allport 1954 in Verkuyten, 2010). gezondheid van asielzoekers onder druk (Centrum 45, 2005; Dourleijn, 2011; Goosen

  • Gerritsen, 2007; Van den Muijsenbergh, 2004).

4.3 Context van participatie van statushouders Daarnaast komt uit een recent rapport van de Inspectie Justitie & Veiligheid over risi

In deze paragraaf schetsen we de context waarin statushouders (starten met) particico’s voor sociale veiligheid in AZC’s naar voren dat sommige bewoners zich regelmatig peren in de Nederlandse samenleving. We staan stil bij het verblijf in het AZC en de gediscrimineerd voelen (door medebewoners) om afkomst, sekse, geloof of geaardheid. vestiging in de gemeente waarin men gehuisvest wordt. Ook het feit dat er beperkt toezicht is in de avond en nacht, er alcohol- en drugsgebruik

door medebewoners plaatsvindt en er illegaal overnacht wordt door (overlast gevende) 4.3.1 Leven in de Centrale Opvang mensen op het AZC, heeft invloed op de door deze bewoners ervaren sociale veiligheid. Tot 1987 was er in Nederland geen officiële opvang. Asielzoekers werden bij aankomst Tot slot voelt men zich ook niet veilig vanwege de ligging van het AZC en inrichting van in Nederland verwezen naar de Sociale Dienst en kregen een uitkering. Vanaf 1987 de gebouwen (bijvoorbeeld wanneer sprake is van een met veel bewoners gedeeld toilet werden asielzoekerscentra ingericht, en sinds 1994 is het COA verantwoordelijk voor op de gang) (Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2018).

de opvang en begeleiding van asielzoekers 28 . De inrichting van de opvang voor asielzoe De vaak afgelegen ligging van AZC’s heeft niet alleen gevolgen voor de ervaren veiligkers is onderhevig aan het maatschappelijke en politieke discours over nieuwkomers heid, maar maakt het ook moeilijk voor bewoners om contacten aan te gaan en een in de samenleving. Hier werd gaandeweg negatiever naar gekeken. Dit leidde vanaf de nieuw leven op te bouwen (Geuijen, 1998; Ten Holder, 2012). Hierdoor kunnen bewojaren negentig tot een opvangbeleid met veel restricties voor asielzoekers op het gebied ners van het AZC geïsoleerd raken van de buitenwereld (Academic network for legal van bewegingsvrijheid en dagbesteding (Geuijen, 1998; Ghorashi, 2005; Larruina & studies on immigration and asylum in Europe, 2006). Dit is speciaal belemmerend voor Ghorashi, 2016). statushouders in de opvang, omdat van hen juist wordt verwacht dat zij zich direct na

Aan de negatieve gevolgen van het leven in een AZC, is in veel academische literastatusverlening optimaal inspannen in te burgeren en te participeren in de Nederlandse tuur aandacht besteed. Er is sprake van een gebrek aan privacy, vrijheidsbeperkingen samenleving. In 2013 concludeerde de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken dat

er voor bewoners in een AZC vaak weinig mogelijkheden zijn om activiteiten te ondernemen,

terwijl ze wel behoefte hebben aan een zinvolle dagbesteding (Adviescommissie

28 Zie https://www.coa.nl/nl/over-coa/wet-coa-missie-en-visie

voor Vreemdelingenzaken, 2013). Het COA is de afgelopen jaren meer activiteiten gaan geformuleerd om het logeren zo veel mogelijk te laten plaatsvinden bij een gastgezin aanbieden voor statushouders gericht op integratie - zoals de voorinburgering en het in de gemeente waaraan de statushouder is gekoppeld. Bij statushouders die logeren project voorwerk. Deze activiteiten geven statushouders handvatten om sneller kunnen bij vrienden of familie staat de relatie, en niet de woonplaats van het gastgezin voorop. gaan participeren 29 . Dit neemt niet weg dat statushouders in de opvang apart leven van Bij deze vorm van logeren speelt de relatie met de gemeente waaraan men gekoppeld is de samenleving en dat dit participatie bemoeilijkt (Boersma et al., 2018). geen rol.

4.3.2 Naar de gemeente 4.4 Eerdere ervaringen met en onderzoek naar het logeren

Uit onderzoek onder statushouders blijkt dat in de praktijk op participatie gerichte van vluchtelingen in gastgezinnen

activiteiten op gang komen als men zich in de toegewezen gemeente heeft gevestigd,

omdat dan onzekerheden omtrent de verblijfsstatus en de woonsituatie zijn wegge Tot slot staan we stil bij eerdere ervaringen met en onderzoek naar het logeren van vluchnomen (Miellet & Van Liempt, 2017). Verreweg de meeste statushouders starten met telingen bij gastgezinnen in Nederland. In de jaren negentig van de vorige eeuw, had de verplichte inburgering als zij zich in de gemeente hebben gevestigd (Blom et al., VluchtelingenWerk het zogenaamde “Joegoslavië-project”. Aanleiding hiervoor was dat 2018; VluchtelingenWerk, 2018). Dit geldt vooral als het AZC - waarin men met een vanaf de zomer van 1992 grote groepen vluchtelingen vanwege de oorlog in voormalig verblijfsstatus woont in afwachting van een woning - niet in de buurt van de toekom Joegoslavië naar Nederland kwamen. Omdat de vluchtelingen afkomstig waren uit stige gemeente ligt (en men dus nog geen cursus in de toekomstige woonplaats kan een Europees land, dat velen bovendien kenden als vakantieland, namen veel particuinkopen). Dit is problematisch, omdat de inburgeringstermijn van 3 jaar ingaat op het lieren het initiatief om te helpen. VluchtelingenWerk besloot om voort te bouwen op de moment dat de status wordt verleend. Als statushouders (door het logeren) versneld spontane aanbiedingen van particuliere huisvesting en startte een gastgezinnenproject in de gekoppelde gemeente kunnen gaan wonen, zouden zij eerder kunnen starten met dat één jaar duurde. In afwachting van een andere opvangplek logeerden de Bosniërs, de verplichte inburgering. Ook de ondersteuning bij participatie en integratie vanuit Kroaten en Serviërs maximaal drie maanden bij mensen in huis (Weiler & Wijnkoop, de gemeente – de maatschappelijke begeleiding, het Participatieverklaringstraject en 2011). Uiteindelijk zijn in het kader van het gastgezinnenproject 230 vluchtelingen de arbeidstoeleiding – zou onder deze condities sneller kunnen starten. En ook voor tijdelijk in een gastgezin geplaatst (Van Lanschot, 2017). Er is geen onderzoek gedaan het volgen van een opleiding, of het starten met een baan, is het van belang dat men naar (de ervaringen met) het logeren, maar betrokkenen van toen herinneren zich dat in de buurt, of op bereisbare afstand, woont. Dit is overigens niet altijd de gemeente er – naast de vele positieve ervaringen die gasten en gastgezinnen hebben opgedaan – er waaraan men gekoppeld is. Voor statushouders die via TCBnB logeren is de ambitie ook misstanden waren. Zo kwam het voor dat vluchtelingen werden uitgebuit (doordat

op hen een te groot beroep werd gedaan in relatie tot hun (financiële) bijdrage aan het

huishouden), en dat gastgezinnen minder geschikt bleken om een veilige omgeving te

bieden aan een kwetsbare vluchteling. Ook het matchen tussen enthousiaste burgers

29 Zie bijvoorbeeld COA Jaarverslag, 2018 https://coa.h5mag.com/jaarverslag_2018/article# en https://www.coa.nl/nl/voor-gemeenten/programma-voorbereiding-op-inburgering

die zich hadden aangemeld als gastgezin en vluchtelingen (die in sommige gevallen de toren, zoals arbeidsparticipatie, omdat deze gegeven de korte verblijfsduur vooral in voorkeur gaven aan andere vormen van opvang) bleek geen sinecure

30 . beeld brengen dat de positie van statushouders zeer sterk afwijkt van die van geves

Meer recent is - op verzoek van TCBnB - verkennend onderzoek gedaan naar de tigde burgers. In dit onderzoek leggen we daarom meer focus op de participatie en gevolgen van het logeren van statushouders bij TCBnB gastgezinnen, waarbij zowel participatiekansen van statushouders. Dat kan ons meer vertellen over de stappen die naar de ervaringen van de statushouders als de gastgezinnen zelf gekeken is (Van Dijk et statushouders zetten om deel te (gaan) worden van de Nederlandse samenleving. We al., 2017). Uit deze verkenning blijkt dat zowel de gasten als de gastgezinnen het logeren onderscheiden drie vormen van participatie, te weten maatschappelijke participatie (zeer) positief beoordelen. Hoewel het onderzoek daar niet specifiek op was gericht (activiteiten waarmee men groepen of personen in de samenleving van dienst is, zoals op het achterhalen van de motieven, klinkt in de resultaten door dat het logeren tegehet verrichten van betaalde arbeid, inzet in politieke en vrijwilligersorganisaties en moet lijkt te komen aan zowel de motieven van statushouders (sneller en meer intensief bieden van informele hulp); consumptieve participatie (activiteiten gericht op zelfontcontact met Nederlanders, het spreken van Nederlands, etc.) als motieven van gastgeplooiing en het eigen welzijn, waaronder sociaal-culturele participatie); en netwerkparzinnen (iets goeds doen, de ‘ander’ leren kennen, etc.). ticipatie (ongeorganiseerde informele omgang met familie, buren en vrienden). In dit

onderzoek gebruiken we deze indicatoren om te kijken naar de (kansen op) deelname

De ervaringen met het Joegoslaviëproject en de resultaten van het verkennende onderaan de samenleving van logés en statushouders die niet logeren.

zoek (Van Dijk et al., 2017) wijzen op het belang van een zorgvuldige match tussen gast

en gastgezin. Vervolgens keken we naar drie mechanismen in de vernieuwde logeerregeling die

zouden kunnen leiden tot een “meerwaarde voor participatie en integratie” en in

4.5 Samenvattend hoeverre in de literatuur ondersteuning kan worden gevonden voor de werking van deze mechanismen.

De veronderstelling achter de vernieuwde logeerregeling is dat het logeren (bij een

Nederlands gastgezin) kan bijdragen aan de participatie en integratie van statushou Statushouders zouden sneller Nederlands leren, doordat zij zich in een Nederlandstalige ders. omgeving bevinden en met hun gastgezin Nederlands zullen spreken. Uit veel onderzoek

naar de participatiekansen van statushouders blijkt dat er veel behoefte is bij status

We concludeerden dat het begrip integratie vooral bruikbaar is om uitspraken te doen houders om Nederlands in de praktijk te oefenen. Logeren in een TCBnB gastgezin, over de maatschappelijke positie van diverse groepen in de samenleving. Omdat we waar consequent Nederlands wordt gesproken, kan hierin voorzien. Statushouders die hier onderzoek doen naar statushouders die nog maar zeer recent in Nederland zijn, logeren bij familie of vrienden en statushouders die niet logeren hebben naar verwachis het minder zinvol om uitsluitend te kijken naar bij integratie veel gebruikte indicating veel minder mogelijkheden om in de dagelijkse praktijk en op een informele wijze

hun Nederlandse taalvaardigheid te vergroten.

30 Deze informatie is afkomstig uit het groepsinterview dat we met VluchtelingenWerk hielden over de logeerregeling en uit een gesprek met een destijds betrokken medewerker van VluchtelingenWerk Nederland.

Gastgezinnen zouden voorts hun logés helpen bij het wegwijs worden in Nederland. In tieve ervaringen van individuen met leden van een bepaalde groep leiden niet automaonderzoek zien we dat in de beginperiode van vestiging statushouders vaak veel ondertisch tot een positieve(re) mening over deze groep als geheel. Kortom, op basis van het steuning nodig hebben bij het communiceren met de overheid en instellingen. Het beschikbare onderzoek kunnen we (nog) niet concluderen dat het logeren bijdraagt aan wegwijs worden in Nederland heeft niet alleen betrekking op de institutionele context. meer draagvlak in de samenleving voor de opvang van statushouders.

Statushouders blijken in de beginperiode ook sterk gebaat bij informele introductie in Voor een onderzoek naar de mogelijke meerwaarde van het logeren voor participatie en sociale netwerken en Nederlandse omgangsvormen. Logeren bij een TCBnB gastgezin integratie van statushouders, is het ook van belang om inzicht te hebben in de contexkan statushouders helpen bij het wegwijs worden in Nederland, ervanuit gaande dat het t(en) waarin statushouders dit (gaan) doen. Daarom keken we in dit hoofdstuk ook naar gastgezin bereid is om praktische ondersteuning te bieden en het eigen sociaal netwerk het leven in het AZC en de vestiging in de (logeer)gemeente. In veel onderzoek worden te ontsluiten. Uit de (beperkte) literatuur komt een ambivalent beeld naar voren met negatieve gevolgen van het leven in een AZC beschreven. In relatie tot de participatie betrekking tot de vraag of ook gastgezinnen van familie en vrienden – waarvan de van statushouders is vooral relevant dat er in een AZC tot voor kort vaak weinig mogemeesten zelf recent in Nederland zijn gevestigd - bijdragen aan het wegwijs worden in lijkheden waren om op participatie gerichte activiteiten te ondernemen. Inmiddels is Nederland. Naar verwachting zijn zij minder in staat om statushouders te ondersteunen het mogelijk om deel te nemen aan de voorinburgering en projecten zoals voorwerk, bij het communiceren met de overheid en instellingen, ook omdat zij naar verwachting waarin statushouders kunnen kennismaken met de arbeidsmarkt. Dit kan echter het zelf deels nog bezig zijn met het leren van Nederlands. Hier tegenover staat dat zijzelf gegeven dat men geïsoleerd is van de samenleving, waarin men wil gaan participeren, heel recente ervaringen hebben met het wegwijs worden in Nederland, waarvan zij niet wegnemen. Het logeren bij gastgezinnen geeft statushouders de mogelijkheid om gebruik kunnen maken. Kortom, het is nog niet duidelijk of statushouders die logeren het AZC versneld te verlaten en een start te maken met participeren in Nederland. Dit bij vrienden of familie ook profiteren van ondersteuning van leden van het gastgezin bij gaat op voor zowel logés die via TCBnB logeren, als logés bij vrienden/familie.

het wegwijs worden in Nederland.

Uit onderzoek onder statushouders blijkt dat in de praktijk op participatie gerichte acti

Het derde doel van de vernieuwde logeerregeling is gericht op integratie als wederzijds viteiten op gang komen als men zich in de toegewezen gemeente heeft gevestigd, omdat proces. De staatsecretaris verwacht dat de logeerregeling betrokken burgers in staat stelt dan onzekerheden omtrent de verblijfsstatus en de woonsituatie zijn weggenomen. om een maatschappelijke bijdrage te leveren, waarmee de draagvlak voor opvang van Ook starten verreweg de meeste statushouders (pas) dan met de verplichte inburgering, statushouders wordt vergroot. We vonden dat (kennismakings)projecten gericht op het omdat zij lokaal gebruik maken van een taalschool. De ambitie in de logeerregeling faciliteren van (interetnisch) contact – zoals de logeerregeling – goed aansluiten bij de om statushouders te koppelen aan gezinnen in de gemeente waarin men gevestigd zal behoefte van betrokken burgers, die niet alleen willen helpen, maar ook op zoek zijn worden, zou dan kunnen bijdragen aan een snellere start.

naar manieren om hun eigen (levens)overtuiging/idealen daadwerkelijk in de praktijk

te brengen en hun horizon te verbreden. We vonden geen aanwijzingen dat hiermee Tot slot stonden we in dit hoofdstuk stil bij eerdere ervaringen met en onderzoek naar (direct) het draagvlak voor de opvang van statushouders kan worden vergroot. Posihet logeren van vluchtelingen bij gastgezinnen in Nederland. De informatie die we hierover

hebben is heel beperkt wat betreft de relatie tussen het logeren en participatie(- kansen) van statushouders. Wel werd duidelijk dat het zorgvuldig matchen van gast en gastgezin belangrijk is om misstanden te voorkómen.

In de volgende hoofstukken kijken we in de praktijk of en hoe de logeeregeling een meerwaarde heeft voor de participatie van statushouders en welke rol de (institutionele) context hierbij speelt.

5

  De uitvoering van de logeerregeling

In dit hoofdstuk schetsen we eerst een beeld van de logés. Vervolgens bespreken we de 5.1.1 Logés via TCBnB ervaringen met de uitvoering van de logeerregeling vanuit het perspectief van het COA, In de periode 1 februari 2018 tot en met 1 februari 2019 heeft TCBnB 53 statushouders

31

TCBnB en andere betrokkenen . We kijken achtereenvolgens naar de voorlichting en gekoppeld aan Nederlandse gastgezinnen. Het ging om 38 (72%) mannen en 15 (28%) de bekendheid van de regeling, de aanmelding en matching en de begeleiding tijdens vrouwen. De gemiddelde leeftijd van de logés was 30 jaar (de jongste was 21 jaar en de het logeren. Tot slot staan we stil bij het oordeel van de betrokkenen over de uitvoering oudste was 54 jaar). De meerderheid van de logés (41; 77%) was een universitaire opleien de verbeterpunten die zij aandragen. ding op bachelor of masterniveau begonnen of had deze afgerond. 7 logés hadden alleen

de basis- of middelbare school afgemaakt. Van 1 persoon was dit onbekend. De logés

5.1 Schets van de logés waren afkomstig uit diverse herkomstlanden, namelijk uit Syrië (19), Iran (14) Jemen

In de periode 1 februari 2018 en 1 februari 2019 zijn in totaal 188 personen met de (7), Palestina (2), China (2), Turkije (1), Egypte (1), Eritrea (1), Singapore (1), Irak (1), vernieuwde COA logeerregeling gaan logeren. De gegevens over de totale groep logés Zambia (1), Libië (1), Koerdistan (1) en Sierra Leone (1).

zijn afkomstig van het COA en bevatten enige informatie over de achtergrondken 25 statushouders (47%) logeerden in de gemeente waaraan hij of zij gekoppeld was, merken van de logés, zoals leeftijd en opleidingsniveau. terwijl dit 26 (49%) keer niet het geval was. Bij twee logés was dit niet bekend, omdat

In totaal waren er 109 mannen (58%) en 79 vrouwen (42%). Ruim de helft van de logés de gekoppelde gemeente bij TCBnB onbekend was. Een aantal keer lagen de gemeente (54%) was tussen de 18 en 35 jaar. Bijna een kwart (23%) was tussen de 35 en 65 jaar. Een waar gelogeerd werd en de gekoppelde gemeente wel dichtbij elkaar in de buurt (bijvoorvijfde (19%) was onder de 18 jaar en 4% was ouder dan 65 jaar. beeld Amstelveen en Amsterdam). De gemeenten waarin statushouders gingen logeren

waren voornamelijk in grote steden als Amsterdam (12; 27%), Utrecht (8; 15%), Delft

Ruim vier op de tien logés (43%) waren volgens het COA opgeleid. Van ruim een derde (4; 8%), Rotterdam (3; 6%) en Den Haag (2; 4%).

(36%) was het opleidingsniveau niet bekend. Zeventien procent was middelbaar opgeleid

en vier procent was laagopgeleid of analfabeet. De logés verbleven het vaakst in 14 (26%) logés (van de 53) hebben informeel gelogeerd via TCBnB en vallen dus niet Amsterdam (18%), gevolgd door Utrecht (12%), Zaandam (9%) en Haarlem (8%). binnen de logeerregeling. Van de totale groep logés (188), hebben dus 39 (21%) statushouders

gelogeerd via TCBnB en 149 (79%) bij familie of vrienden.

In ons onderzoek hebben we gesproken met een steekproef van statushouders die

logeerden via TCBnB en bij familie en vrienden. De opvallendste verschillen waren

in sekse. We hebben voornamelijk mannelijke statushouders (en een vrouw van een

koppel) gesproken die via TCBnB gelogeerd hebben, terwijl we alleen vrouwelijke

statushouders hebben gesproken die bij familie en vrienden hebben gelogeerd. Qua

31 Deze betrokkenen nemen deel aan een door COA opgerichte werkgroep die de mogelijkheden verkent om via de

logeerregeling bij te dragen aan participatie en integratie van statushouders. Deelnemers aan de werkgroep zijn opleidingsniveau lijkt onze steekproef wel op de totale groep logés via TCBnB.

VluchtelingenWerk, TCBnB en de ministeries van Justitie & Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

5.2 Voorlichting over en bekendheid van de logeerregeling De ligging en locatie van het AZC blijken ook een rol te spelen. AZC medewerkers van

Medewerkers van het AZC die betrokken zijn bij de begeleiding van statushouders, locaties die afgelegen, of ver van voorzieningen (opleidingen, taalscholen, etc.) liggen, hebben van het COA een werkinstructie ontvangen over de vernieuwde logeerrezien in de logeerregeling een kans voor statushouders om sneller in de buurt van voorgeling. Daarin is beschreven wat de mogelijkheden en voorwaarden zijn om te gaan zieningen te kunnen wonen. Omgekeerd zouden AZC medewerkers in meer stedelijke logeren. Volgens het landelijk bureau van het COA stuitte de vernieuwde logeerregeling gebieden minder aanleiding zien om statushouders om deze reden de logeerregeling (aanvankelijk) op veel weerstand onder AZC medewerkers en locatiemanagers, omdat aan te raden.

de voorganger van deze regeling expliciet tot doel had om statushouders versneld te “In Luttelgeest zitten we overal ver vandaan. Statushouders willen starten met integratie

laten uitstromen uit het AZC. Op het moment dat de vernieuwde logeerregeling werd en daarvoor is de logeerregeling een mooie kans. In Amsterdam kennen casemanagers de

geïntroduceerd, was er sprake van een forse krimp van het aantal bedden en werden regeling niet, het is voor hen geen dagelijks werk. Dat komt omdat de statushouders toch al zijn waar ze willen zijn, namelijk in de Randstad”.

ook diverse AZC locaties gesloten. De weerstand werd vooral veroorzaakt doordat men (Medewerker AZC).

de logeerregeling nog altijd associeerde met het versneld uitplaatsen. De logeerregeling

werd daardoor gezien als een maatregel waardoor minder opvang van statushouders Een medewerker van het COA voegt hieraan toe dat grote centra meer capaciteit hebben nodig was en zelfs locaties gesloten zouden moeten worden. en dus meer mogelijkheden hebben om een regeling of arrangement breder onder de

aandacht te brengen en aan te bieden aan statushouders. Dat zou ook verklaren waarom

Vanuit ons onderzoek hebben we geen compleet overzicht, maar naar eigen zeggen in bepaalde centra de logeerregeling wel ‘leeft’ en in andere niet.

heeft het COA het beeld van (het doel van) de regeling door toelichting en gesprekken

kunnen bijstellen. Het onder de aandacht brengen van de logeerregeling is volgens het Als een begeleider bekend is met de logeerregeling en hij of zij die mogelijk interessant COA op dit moment standaard onderdeel van het gesprek over de toekomstige huisacht voor een statushouder, dan licht hij of zij de statushouder hierover voor. Hierbij vesting in de gekoppelde gemeente, waarbij ze ook een flyer over TCBnB krijgen. Uit kan ook een folder van TCBnB worden uitgedeeld. Statushouders kunnen ook met gesprekken met AZC medewerkers en op basis van de gegevens over de centra die de vragen naar de begeleider stappen, bijvoorbeeld omdat zij van medebewoners over het meeste logés hebben, kunnen we concluderen dat heel veel diversiteit bestaat tussen logeren hebben gehoord. Daarnaast houdt TCBnB soms voorlichtingsbijeenkomsten centra als het gaat om de bekendheid en het actief onder de aandacht brengen van de op AZC locaties om over het logeren bij een TCBnB gastgezin te vertellen. Statushoulogeerregeling. Aanvullend vertellen AZC medewerkers dat ook tussen de medewerkers ders kunnen ook zelf informatie over TCBnB vinden, bijvoorbeeld via de website, social van AZC locaties grote verschillen bestaan in kennis over en ervaring met de logeermedia of mond-tot-mondreclame.

regeling. Als men met de regeling te maken heeft gehad, dan is deze begrijpelijkerwijs bekender dan als dit niet het geval is geweest.

5.3 Aanmelding en matching “Het gros heeft bescherming van het AZC nodig. Dat klinkt gek, want wij worden

In deze paragraaf bespreken we wie kan of gaat logeren en hoe het proces van matching door velen niet als warme omgeving ervaren. Maar je krijgt bij ons veel begeleiding en

(van logés en TCBnB gastgezinnen) verloopt. Tot slot staan we stil bij de uitplaatsing bescherming. De begeleiding [in gemeenten] start niet zo snel en als je het zo bekijkt, dan is COA opvang een fijne – minst slechte – oplossing. Deze groep logés zie ik daarbuiten

naar de gemeente waar men gaat logeren. staan. Op de een of andere manier zijn die krachtiger uit het hele proces gekomen. Ze zijn

vaker creatief of anderszins kunstzinnig. Ze kunnen zich anders uiten, maken makkelijker

5.3.1 Wie kan logeren? contact. Voor dié mensen wil ik het”.

Statushouders die willen logeren, willen dit het liefst doen bij familie of vrienden, zo (Medewerker COA landelijk).

schatten de AZC medewerkers die wij hebben gesproken, in. Logeren via TCBnB is Kortom, het logeren bij een TCBnB gastgezin wordt bij het COA vooral gezien als een vooral een optie voor personen die geen familie of vrienden hebben waar zij terecht regeling die een bepaalde voorhoede, of koplopersgroep in staat stelt om stappen te kunnen. Overigens zeggen (dezelfde) medewerkers ook dat statushouders die via maken.

TCBnB logeren een speciale groep zijn. Als iemand in aanmerking wil komen voor “Het is ook een kleine doelgroep. Deze bewoners zijn al in staat om zelfstandig hun weg te

het logeren, dan moet hij of zij voldoen aan de in de logeerregeling gestelde formele vinden”.

criteria. Voor een aantal criteria moeten statushouders zelf zorgen, zoals een huisarts en (Medewerker COA landelijk).

inschrijving in de gemeente. Medewerkers van AZC lijken het kunnen voldoen aan deze “De regeling is voor mensen die willen integreren”.

criteria te zien als een testcase of iemand geschikt om, of in staat is tot logeren. (Medewerker AZC).

“Je moet assertief en sterk genoeg zijn om dingen te regelen”. “Het zijn mensen die zelf al veel op pad gaan [vanuit het AZC]. Hier niet op hun plek zijn, (Medewerker AZC). vinden dat ze het zelf wel kunnen. Mondig. Hoger opgeleid. Zelfredzaam”.

(Medewerker AZC). “Ik had eens een passieve jongen gesproken die het [logeren] wilde doen, maar dan duurde

het al 3 weken voor hij het adres van zijn vriend op papier had. Dat duurde al te lang”. Het zijn mensen die al nieuwsgierig zijn en hun horizon proberen te verbreden. Als ze hier (Medewerker AZC). blijven hebben ze het gevoel dat ze stil staan. Je kunt hier slapen en eten en praten met

AZC medewerkers hebben specifieke opvattingen over welke statushouders wel, of landgenoten, maar daar houdt het mee op. Als je echt iets wilt, en je hebt de stap gezet om te vluchten en je weet dat je mag blijven, dan zijn er wel mensen die dit als een kans zien”.

juist niet (zouden moeten) logeren. Dit geldt vooral met betrekking tot statushouders (Medewerker AZC).

die willen logeren bij een TCBnB gastgezin. Allereerst leeft het idee breed bij het COA dat het logeren of de logeerregeling (uitsluitend) bedoeld is voor een specifieke, kleine groep statushouders. Voor de meeste statushouders zou logeren niet geschikt zijn.

“Het zijn voornamelijk mannen, wat ik heb gezien is uit Syrië, Afghanistan, etc. “Mensen die via TCBnB willen logeren, willen graag participeren en het logeren helpt Eritreeërs doen dit niet zo zeer. Het zijn veelal alleenstaande mannen, die vaak hoger hen daarbij, bijvoorbeeld doordat ze dan al sneller in hun woonplaats kunnen gaan zijn opgeleid. Het gaat hun vooral om participatie, ze willen meedoen, kans maken op wonen. Statushouders die gaan logeren bij vrienden en familie zijn niet geïnteresseerd in werk, een opleiding volgen. […]. Het zijn mensen die niet per se hoger opgeleid zijn, maar inburgering en participatie. Die gaan daar op de bank zitten en volgen hetzelfde pad dat gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan, kansen zien, maar op de verkeerde plek wonen”. die familie heeft gevolgd”. (Medewerker COA). (Medewerker AZC).

Andere betrokkenen kijken er iets anders tegenaan. Bij TCBnB vindt men dat iedere Maar er zijn ook medewerkers die juist overeenkomsten zien tussen beide groepen statushouders zou moeten kunnen kiezen om deel te nemen aan de logeerregeling. Er logés: die hebben met elkaar gemeen dat ze snel willen starten met hun nieuwe leven in zou geen situatie moeten ontstaan waarin alleen bepaalde statushouders de mogelijk Nederland en dit willen ze doen in een andere omgeving dan het AZC. heid wordt geboden om te gaan logeren.

“Als je gaat logeren, dan is dat ook gewoon om rust te krijgen, een basis om daarvanuit

“Op het AZC zeiden ze: “We gaan zelf selecteren, want we denken dat niet iedereen jezelf te gaan ontwikkelen”. geschikt is”. Maar dat is aan de persoon zelf om te bepalen.” (Medewerker COA landelijk).

(Vrijwilliger TCBnB). Andere betrokkenen sluiten zich aan bij het idee dat de logeerregeling wordt gebruikt

En bij VluchtelingenWerk constateert men dat in de praktijk een specifieke groep om (sneller) uit het AZC te verhuizen, en noemen daarbij een specifieke groep van gebruik maakt van de mogelijkheid om bij een TCBnB gastgezin te logeren. Een kantstatushouders die zich niet prettig of veilig voelt in het AZC.

tekening die gemaakt wordt, is dat – ook omdat een bepaald niveau van Engels wordt “Wij horen dat er ook veel LHBT’ers deelnemen. De regeling is nuttig voor mensen die zich

vereist – vooral statushouders die meer dan gemiddeld in staat zijn om zich te redden niet veilig voelen”.

  • – 
    gebruik maken van de logeerregeling. (Medewerker VWN landelijk).

“Het zijn nu de hoger opgeleiden die al redelijk Engels kunnen. Maar is dat ook de groep

die het de hardste nodig heeft? Mensen die minder zelfredzaam zijn, hebben misschien wel 5.3.2 Matching

meer aan de hulp in een gastgezin.” Voor het logeren bij vrienden of familie geldt dat – mits men voldoet aan de criteria –

(Medewerkers VWN). het snel kan worden gerealiseerd. Dit is doorgaans anders bij het logeren via TCBnB. Kortom, er leven diverse beelden over zowel de feitelijke als de gewenste ‘doelgroep’ van Als een statushouder bij een TCBnB gastgezin wil logeren, dan gaat TCBnB actief op de logeerregeling. Zoals we hierboven al aangaven, zijn COA medewerkers ambivalent zoek naar een gastgezin in de gekoppelde gemeente van de statushouder. Ze putten over de vraag of hun beeld van ‘de logé’ opgaat voor zowel logés bij vrienden of familie hiervoor uit hun eigen bescheiden bestand van aangemelde gezinnen en gezinnen die als logés via TCBnB. We spraken een medewerker die duidelijk twee onderscheiden al eerder een statushouder in huis hebben gehad. Daarnaast zoekt men naar gezinnen groepen ziet: door oproepen uit te zetten bij maatschappelijke organisaties (zoals kerken en ngo’s)

en via social media. Het aantal gastgezinnen dat bij TCBnB staat ingeschreven is op dit Als er een mogelijke match gezien wordt, dan stuurt TCBnB de profielen van beide moment minder groot dan in 2015-2016 toen er grote maatschappelijke belangstelling partijen (anoniem) aan elkaar door. Als beide partijen verder willen, dan gaat een vrijwas voor het vluchtelingenvraagstuk. Nu die belangstelling minder is, is het lastiger om williger van TCBnB met de statushouder mee op bezoek bij het gastgezin. Dit is bij gastgezinnen te vinden. voorkeur de vrijwilliger die de intake van de statushouder heeft gedaan; voor de poten

“Wij merken het ook, er zijn steeds minder vrijwilligers. Twee jaar geleden hadden we tiële gast is het immers het meest spannend. Na een paar dagen nemen beide partijen

heel veel aanmeldingen. Nu moeten we zoeken naar mensen die er tijd en moeite in willen een besluit, en volgt een logeerweekend (proef logeren). Als dit succesvol is – wat dan

steken en een gastgezin zijn vraagt nog meer van mensen!”. meestal wel het geval is – worden de papieren bij het COA gereed gemaakt en nodige

(Medewerkers VWN). afspraken gemaakt. TCBnB kiest bewust voor communicatie via een TCBnB vrijwil Alle geïnterviewden constateren dat TCBnB op dit moment (te) weinig gastgezinnen liger, om eventuele afwijzing in goede banen te leiden.

heeft en dat deze zich bovendien vooral in enkele steden/gebieden bevinden. Hiervoor “Ik had een tijdje terug een gast als proef logé, maar dat werkte totaal niet met mijn

is begrip vanwege het korte bestaan van de organisatie, de wisselingen van de wacht zoon. Mijn zoon huilde zowat aan tafel: ‘Moet die hier blijven?’. Dan is het fijn dat een

(directeur en veel van de vrijwilligers), en de complexiteit van de ambitie dat een statusvrijwilliger die boodschap kan brengen.”

houder gaat logeren in een van de ongeveer 300 gemeenten waaraan hij of zij gekoppeld (Medewerker TCBnB met ervaring als gastgezin).

is. TCBnB zoekt vooral gastgezinnen in de Randstad of grote steden, zodat statushou Voor alle matches geldt dat als beide partijen met elkaar in zee willen gaan, TCBnB ders de mogelijkheid hebben om makkelijk te reizen en activiteiten te ondernemen. beide partijen motiveert om onderling afspraken te maken. Er wordt in ieder geval aan TCBnB geeft zelf aan dat matchen complex is omdat er rekening gehouden moet worden de gast en het gastgezin gevraagd om onderling te overleggen over hoe met financiën met de wensen van de statushouder en beschikbaarheid van een gastgezin, de locatie om te gaan, bijvoorbeeld dat de statushouder een vast bedrag aan het gastgezin betaalt (liefst gekoppelde gemeente) en het moment (liefst drie maanden voor het krijgen van om mee te eten en de wasmachine te gebruiken. “Negen van de tien keer gaat dat goed”. een eigen woning). (Medewerker TCBnB). Als zich hierbij toch problemen voordoen, dan kan TCBnB

TCBnB werkt met zogenaamde matchmakers die verantwoordelijk zijn voor het hierbij bemiddelen.

matchen van gastgezinnen en statushouders en ook na de match beschikbaar blijven

voor vragen. De matchmaker voert gesprekken met de statushouder en het gast 5.3.3 Naar de gemeente

gezin. TCBnB heeft geen formele matchingscriteria vastgelegd, maar op basis van de Logés bij familie en vrienden en logés via TCBnB moeten zich formeel bij de start van gesprekken zoeken de matchmakers naar overeenkomsten, bijvoorbeeld in loopbaan, het logeren inschrijven in de gemeente van het gastgezin omdat dit een van de formele leeftijd of interesses. Een vrijwilliger van TCBnB geeft aan dat je de zachte kant niet kan criteria van de logeeregeling is. Voor het gastgezin geldt dat zij rekening moet houden vastleggen en de organisatie dus afhankelijk is van de kwaliteit van de matchmakers. met de kostendelersnorm. Dit betekent dat gastgezinnen gekort kunnen worden op hun

uitkering en toeslagen omdat er meer personen in een huis wonen en de kosten gedeeld kunnen worden 32 . Hierover ontvangen zij informatie van het COA danwel van TCBnB. Als statushouders gaan logeren, dan geldt voor hen een wettelijk verplichte wekelijkse Voor sommige logés, zowel bij familie en vrienden als via TCBnB, is het risico op het meldplicht bij het AZC. De meningen over de wenselijkheid van deze meldplicht voor korten op uitkeringen en toeslagen een reden dat een logé zich niet officieel inschrijft bij statushouders lopen binnen het COA uiteen. Eén van de redenen die wordt aangedragen een gemeente. TCBnB volgt voor dit ‘informele logeren’ dezelfde procedure als gewoonvoor de meldplicht, is dat het COA ook tijdens het logeren verantwoordelijk is voor de lijk, alleen ontvangt TCBnB geen vergoeding van het COA en moet het logeeradres in de veiligheid en begeleiding van deze statushouders. Daarnaast moet er snel gecommubuurt van hun originele AZC zijn omdat statushouders daar hun meldplicht behouden. niceerd kunnen worden als de woning in de gekoppelde gemeente beschikbaar komt. Volgens VluchtelingenWerk is de kostendelersnorm één van de redenen dat zij minder Het idee leeft dat – met name logés die bij vrienden of familie verblijven – zonder de met de logeerregeling te maken krijgen. meldplicht onbereikbaar kunnen worden voor het COA:

“Ten tijde van de vorige regeling was het niet verplicht om in te schrijven op het logeeradres “Die familie en vrienden spreken ook de taal nog niet. Als je dan een logé niet kan bereiken, en was er ook geen kostendelersnorm. Toen hadden we veel meer logés in de gemeente.” dan lukt het via hen ook helemaal niet.” (VluchtelingenWerk lokaal). (Medewerker COA landelijk).

Hoewel in de logeerregeling is bepaald dat logés zich inschrijven op het logeeradres, Bij aanvang van het logeren stopt het COA formeel het casemanagement in het laatste gebeurt dit dus niet altijd. TCBnB neemt naar eigen zeggen geen contact op met de AZC. Dit betekent dat de statushouder geen vast aanspreekpunt meer heeft, dat hem of desbetreffende gemeente en we hebben de indruk dat over het algemeen AZC medehaar kan ondersteunen bij allerlei (praktische) vragen die met het opbouwen van een werkers dit ook niet doen. Of gemeenten contact opnemen (direct) na inschrijving van nieuw leven in Nederland samenhangen. Voor logés heeft het COA de zogenaamde een logé, is volgens AZC medewerkers afhankelijk van de betreffende gemeente. ‘administratieve inschrijving’. Dit betekent dat de logé is ingeschreven bij een AZC en

zich hier wekelijks moet melden, maar dat er geen casemanager is toegewezen. Logés

“Hoe gemeenten daarmee omgaan, verschilt. Sommige gemeenten zeggen: “Boeien”,

anderen sturen er direct een klantmanager op af. Het is goed als gemeenten hun met vragen kunnen wel terecht bij de spreekuren die er voor alle bewoners van het

verantwoordelijkheid nemen en met de statushouder aan de gang gaan.” betreffende AZC zijn.

(Medewerker AZC). Het COA biedt logés aan om administratief ingeschreven te worden bij de AZC locatie

In de volgende paragraaf kijken we hoe de begeleiding in de gemeente daadwerkelijk die het dichtst bij het gastgezin ligt, zodat de wekelijkse meldplicht het gemakkelijkst verloopt. vervuld kan worden. AZC medewerkers die wij hebben gesproken, melden dat alle

logés van dit aanbod gebruik maken en dus kiezen voor een administratieve inschrijving

bij een voor hen meestal onbekend AZC.

bijstand/vraag-en-antwoord/wat-is-de-kostendelersnorm-in-de-bijstand

31

5.4 Begeleiding van logerende statushouders maken te hebben met de logeerregeling als het logeren bij familie en vrienden plaats

Voordat statushouders gebruik mogen maken van de logeerregeling, moet bekend zijn vindt en de familie/vrienden gastgezinnen al begeleid worden door VluchtelingenWerk.

in welke gemeente ze een woning toegewezen zullen krijgen. In de vernieuwde COA “We krijgen bijna nooit te maken met de logeerregeling. Als we er mee te maken krijgen is

logeerregeling wordt benoemd dat het wenselijk is dat het logeren plaatsvindt in de het omdat een klant van ons die al gehuisvest is, iemand in huis heeft opgenomen. Maar

gemeente waaraan men gekoppeld is – en dus een woning zal krijgen. De gedachte is dat dat is de afgelopen tijd heel weinig geweest. Klanten zijn het gastgezin. In principe is het ook zo dat ze [de logés] nog officieel onder COA vallen.”

men aldus in de eigen toekomstige gemeente een start kan maken met het opbouwen (Medewerker VluchtelingenWerk lokaal).

van een nieuw leven. Onder andere doordat de statushouder gebruik kan gaan maken

van het ondersteuningsaanbod vanuit de gemeente en een start kan maken met de In de praktijk komt het er op neer dat logés voor praktische hulp sterk aangewezen zijn inburgering. We zagen al dat de voorkeur voor logeren in de toekomstige woonplaats op het gastgezin en hun netwerk met de vragen en ondersteuningsbehoeften die zij niet altijd gerealiseerd kan worden. TCBnB heeft geen gastgezinnen beschikbaar in alle mogelijk hebben. Hieraan kleven risico’s, zo wordt benadrukt vanuit Vluchtelingen Nederlandse gemeenten en zet zich in voor een goede match tussen statushouder en Werk Nederland. Gastgezinnen zijn logischerwijs niet op de hoogte van de soms ingegastgezin. Daarnaast is het bij statushouders die bij vrienden of familie gaan logeren wikkelde regels en procedures rondom zaken die voor logés van (levens)belang zijn. niet mogelijk om hierop te sturen. In veel gevallen vindt het logeren dus niet plaats in de Hiervoor is deskundige, professionele informatie en ondersteuning nodig, die Vluchtegemeente waaraan men is gekoppeld. lingenWerk alleen kan aanbieden als logés in beeld zijn bij VluchtenlingenWerk wat op

dit moment vaak niet het geval is.

Zolang de (maatschappelijke) ondersteuning in de gemeente nog niet op gang is

gekomen, is het COA verantwoordelijk voor de praktische ondersteuning van status “Vanuit goede bedoelingen kan men [gastgezinnen] van alles regelen en als je de regels voor vluchtelingen niet kent, kun je rare fouten maken. Onze begeleiders worden daarop

houders. We zagen hierboven al dat dit in de praktijk heel minimaal wordt ingevuld: getraind. Wij hebben TCBnB ook van informatie voorzien, ook over gezinshereniging:

statushouders kunnen op het AZC waarop zij administratief zijn ingeschreven, met verwijs altijd door naar VluchtelingenWerk. Het is te ingewikkeld en moet heel snel. Na 3

hun vragen terecht op een spreekuur voor alle ingeschrevenen van het betreffende AZC. maanden ben je te laat. Dus er zijn een paar van dat soort dingen, verwijs daarvoor altijd

door. Als het gaat om sporten of hobby’s, sociale contacten, dan kan een gastgezin veel

Uit onze interviews blijkt dat de ‘maatschappelijke begeleiding’ - praktische hulp bij doen, en bij het oefenen van taal. Maar gezinshereniging, inburgering, wat de plichten zijn,

de start van het inburgeren en het stimuleren van participatie, veelal uitgevoerd door dat zijn een paar nadelige kanten aan logeren.”

vrijwilligers (van bijvoorbeeld VluchtelingenWerk of andere maatschappelijke organi(Medewerkers VluchtelingenWerk Nederland).

saties) in opdracht van de gemeente - pas wordt aangeboden als de eigen woning wordt Goed bedoelde, maar ondeskundige hulp is niet alleen schadelijk voor statushouders; betrokken. Dit betekent dat er in de meeste gevallen geen sprake van is dat door het het ondermijnt ook het vertrouwen in de opvang die in Nederland aangeboden wordt, logeren (in de gekoppelde gemeente) de gemeente sneller in actie komt. Vluchtelinzo stelt een medewerker van een AZC.

genWerk blijkt als uitvoerder van maatschappelijke begeleiding in de praktijk alleen te

Als je wilt dat het logeren ten gunste komt van inburgering en integratie dan moet je als aan kennis over en ervaring met de regeling. Dit geldt goeddeels ook voor gemeenten.

COA met een beter plan komen. Dat het mogelijk is om via TCBnB te logeren is geweldig, Het COA vindt het een gemis dat de VNG niet is aangehaakt bij de uitvoering van de

maar COA had nog veel dingen niet geregeld. Zo is bijvoorbeeld niet goed nagedacht over logeerregeling, ook om praktische knelpunten op te lossen. Een voorbeeld daarvan is

wat er bij COA moet gebeuren in de voorbereiding op het logeren. Als casemanager zie het handhaven van de kostendelersnorm, waardoor – onder de vorige logeerregeling

ik het als mijn taak om met mensen een plan te maken voor inburgering en integratie en

daar kan het logeren een onderdeel van zijn. Je moet een plan hebben voor de toekomst! – gastgezinnen in sommige gemeenten geconfronteerd zijn met een korting op hun

Juist voor statushouders in Luttelgeest – ver weg van alles – kan de logeerregeling hier een uitkering. Als het gaat om de rol van gemeenten, is ook verbetering mogelijk door te belangrijke rol in spelen. Dat moet je goed begeleiden! Iemand die gaat logeren heeft op regelen dat de (maatschappelijke) begeleiding of de arbeidstoeleiding wél zou kunnen

dit moment geen casemanager meer bij COA. In het bij het logeeradres dichtstbijzijnde

AZC wordt iemand ‘administratief ingeschreven’. Dat betekent dat men zich wekelijks starten als men gaat logeren.

moet melden, maar verder gebeurt er niets. Het gevolg is dat het gastgezin waar de De meeste respondenten vinden dat het COA gegeven hun wettelijke verantwoordelijkstatushouder

gaat wonen, alles maar moet oplossen. Dit is een groot manco in het systeem,

het ondermijnt participatie. Want: statushouders die logeren zijn aan zichzelf overgeleverd heid en de onbekendheid van de logeerregeling bij andere stakeholders, de begeleiding

en komen in de knel. Ik heb meegemaakt dat een gastgezin een baan had geregeld voor een moet blijven bieden totdat de woning is toegekend en een echte overdracht naar de

logé. Die moest zich wekelijks melden bij het AZC. Dat botste met de werktijden en toen gemeente kan plaatsvinden. Dit zou betekenen dat de inschrijving bij het COA niet

is het misgegaan met die baan. Als zo’n logé een casemanager had gehad, dan had hij zich alleen administratief is tijdens het logeren, maar dat er ook een aanspreekpunt of casedaar

kunnen melden en dan was er een oplossing gezocht. Nu weet niemand bij dat AZC

dat dit überhaupt speelde! […]. Gastgezinnen snappen er niets van dat COA zaken niet manager is, die bereikbaar en beschikbaar is voor vragen. De mogelijkheid om in het

geregeld heeft en dat een statushouder nergens met zijn vragen of knelpunten naartoe kan. aan de meldplicht gekoppelde spreekuur vragen te stellen, komt hieraan in de praktijk Gastgezinnen krijgen nu alleen mee dat men zich op starre tijden wekelijks administratief onvoldoende tegemoet. Een medewerker van een AZC zou graag zien dat men pas gaat

moet melden. […]. Je geeft gastgezinnen een kijkje in de keuken, maar dan moet je wel de

keuken opruimen!” logeren als de Voorinburgering op het AZC is afgerond. Deelname aan dit programma

(Medewerker AZC). is vrijwillig, en geen criterium voor logeren, maar wat haar betreft wel een manier om

statushouders goed beslagen ten ijs het AZC te laten uitstromen.

5.5 Oordeel over de uitvoering en verbeterpunten De meningen over de vraag of logeren in de gekoppelde gemeente een noodzakelijke

In het bovenstaande noemden we al een aantal punten die – naar het oordeel van de randvoorwaarde is voor succesvol logeren lopen uiteen. Bij het logeren bij familie betrokken stakeholders – voor verbetering vatbaar zijn als het gaat om de uitvoering en vrienden is dit in de praktijk niet realiseerbaar. Maar het COA vindt de regeling van de logeerregeling. Allereerst zou deze bekender moeten worden, bij COA medetoch waardevol, ook als in een andere gemeente wordt gelogeerd. Als men elders gaat werkers die statushouders begeleiden, maar ook bijvoorbeeld bij medewerkers van logeren, dan is (extra) begeleiding en ondersteuning vanuit het COA juist van belang, VluchtelingenWerk die werken in de gemeenten. Omdat zij in hun dagelijkse werkprakzo redeneert men.

tijk niet of nauwelijks met logés te maken hebben, ontbreekt het bij hen op dit moment

Bij TCBnB is er naar eigen zeggen, en volgens de andere betrokkenen, winst te behalen brengen dan centraler gelegen AZC’s, omdat men in het logeren een kans ziet om sneller door een groter aantal gastgezinnen en een betere spreiding van de gastgezinnen. Een in de buurt van voorzieningen te kunnen wonen.

groter aantal is noodzakelijk om tot meer matches te komen: nu kunnen niet alle status Medewerkers van AZC’s hebben specifieke opvattingen over de geschiktheid van het houders die willen logeren bij een TCBnB gastgezin, worden geplaatst. Daarnaast zou logeren voor bepaalde groepen statushouders. Alleen een koplopersgroep, of voordit ook de kans vergroten dat men kan logeren in de gekoppelde gemeente. Tegelijkerhoede van statushouders zouden hiervoor ‘geschikt’ zijn, omdat zij het zich kunnen tijd geeft men aan dat het werven van (nieuwe) gezinnen en het matchen met statushoupermitteren om de begeleiding van het COA te missen. Ronduit ambivalent zijn AZC ders op het juiste moment, op de juiste plek, een tijdrovende en complexe zaak is, wat medewerkers en het COA over het logeren bij vrienden of familie. Sommigen zien hierin ‘opschalen’ bemoeilijkt. een mogelijkheid voor statushouders om in een rustige, veilige omgeving te starten met

inburgering en participatie, iets wat naar eigen zeggen niet (altijd) mogelijk is in een

5.6 Conclusies AZC. Anderen stellen dat statushouders die bij vrienden of familie gaan logeren wat

In de periode 1 februari 2018 tot en met 1 februari 2019 maakten 188 statushouders inburgering en participatie betreft juist op achterstand komen, omdat hun gastgezin in gebruik van de vernieuwde logeerregeling, waarvan 20 procent door te logeren bij een dit opzicht hen niet veel te bieden heeft. Dit roept bij bijvoorbeeld VluchtelingenWerk TCBnB gastgezin. Tachtig procent logeerde bij vrienden of familie. Volwassen statusde vraag op of juist niet meer kwetsbare statushouders gebaat zouden zijn bij logeren in houders die logeerden via TCBnB zijn gemiddeld iets jonger en hoger opgeleid dan de een TCBnB gastgezin. Die zouden de ondersteuning van het gezin harder nodig hebben.

logés die bij familie of vrienden verbleven. Van het ‘matchen’ van statushouders en gastgezinnen is alleen sprake bij diegenen die

We stonden in dit hoofdstuk stil bij de ervaringen met de uitvoering van de logeerrebij een TCBnB gastgezin gaan logeren. Voor het logeren bij vrienden of familie geldt geling vanuit het perspectief van het COA, TCBnB en andere betrokkenen. Allereerst dat – mits men voldoet aan de criteria – het snel kan worden gerealiseerd. Dit is doorkeken we naar de bekendheid van de regeling bij het COA. De mogelijkheid om te gaan gaans anders bij het logeren via TCBnB. Allereerst moet een geschikt gezin worden logeren is nog onvoldoende bekend bij zowel statushouders als medewerkers van AZC’s. gevonden door TCBnB. Zij kijken hiervoor eerst in hun eigen beperkte bestand, en Hoewel het COA naar eigen zeggen zowel de eigen medewerkers als statushouders stanzoeken daarna(ast) naar gezinnen door oproepen uit te zetten bij organisaties in hun daard attendeert op de mogelijkheid van logeren (in het huisvestingsgesprek), blijkt netwerk en via social media. De afnemende maatschappelijke belangstelling voor de uit ons onderzoek dat deze informatie niet altijd ‘landt’: statushouders die niet hebben opvang van vluchtelingen heeft gezorgd voor een afname van het aantal aanmeldingen gelogeerd, kennen de logeerregeling soms niet, en COA medewerkers die statushouom op te treden als gastgezin. Dit maakt het lastig om te voldoen aan de ambitie om ders die logeren begeleiden melden dat collega’s niet op de hoogte zijn van de regeling. statushouders te laten logeren in de gemeente waaraan zij zijn gekoppeld. TCBnB bena Afgelegen AZC’s lijken de logeerregeling vaker onder de aandacht van statushouders te drukt dat zij inzetten op plaatsingen in steden waar mogelijkheden zijn om te starten

met op participatie gerichte activiteiten, zoals een opleiding. De matchingsprocedure van TCBnB is zo ingericht dat beide ‘partijen’ gelegenheid krijgen om bewust een keuze logeren substantieel groter zouden worden, zijn gemeenten naar verwachting gemakte maken of juist af te zien van de match. kelijker aanspreekbaar als het gaat om het begeleiden van logés.

Als statushouders gaan logeren, dan blijkt dat zij zich – vanwege het risico op het verlies De begeleiding moet sowieso beter, vinden de betrokken stakeholders. Zo lang nog van inkomsten in het gastgezin vanwege de kostendelersnorm – niet altijd inschrijven geen sprake is van begeleiding in de (logeer)gemeente moet het COA deze bieden, zo is in de gemeente. Statushouders die volgens de logeerregeling (formeel) gaan logeren de consensus. Het spreekuur dat beschikbaar is voor statushouders voldoet in de prakmoeten zich wekelijks melden bij het dichtstbijzijnde AZC, waar zij ‘administratief’ tijk niet aan de behoefte. Wellicht moet meer outreachend worden gewerkt door een zijn ingeschreven. De begeleiding (in de vorm van een casemanager die hen in het AZC vast contactpersoon of aanspreekpunt.

hielp bij praktische vragen over inburgering en participatie) stopt als men gaat logeren, Wat betreft de vraag of logeren in de gekoppelde gemeente een noodzakelijke randhoewel men met vragen wel terecht kan bij de spreekuren die er voor alle bewoners voorwaarde zou moeten zijn voor succesvol logeren, lopen de meningen uiteen. Bij het van het betreffende AZC zijn. Door zowel het COA als andere stakeholders wordt dit logeren bij familie en vrienden is dit in de praktijk niet realiseerbaar. Het COA vindt wegvallen van de begeleiding negatief beoordeeld, zeker omdat blijkt dat de begeleiding de regeling toch waardevol, ook als in een andere gemeente wordt gelogeerd. Als men in de gemeente tijdens het logeren niet op gang komt. Dit heeft tot gevolg dat in de prakelders gaat logeren, dan is (extra) begeleiding en ondersteuning (vanuit het COA) juist tijk logés voor praktische hulp sterk aangewezen zijn op het gastgezin en hun netwerk. van belang, zo redeneert men.

Naast dat dit door betrokkenen als een te zware en oneigenlijke taak voor gastgezinnen

wordt gezien, kleven hieraan ook risico’s, omdat gastgezinnen begrijpelijkerwijs niet Bij TCBnB is er naar eigen zeggen, en volgens de andere betrokkenen, winst te behalen goed op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving. Kortom, het ontbreekt tijdens het door een betere spreiding van en een groter aantal gastgezinnen. Dit zou leiden tot meer logeren aan deskundige, professionele begeleiding en ondersteuning in de gemeente. matches: nu kunnen niet alle statushouders die willen logeren bij een TCBnB gastgezin, Dit wordt door betrokkenen als risico gezien. Het overlaten van begeleiding aan gastgeworden geplaatst. Hieraan zit wel een natuurlijke grens: het werven van gezinnen en het zinnen kan ook het draagvlak voor de opvang ondermijnen, omdat zo de indruk wordt matchen is zeer tijdsintensief en individueel maatwerk.

gewekt dat de ondersteuning aan statushouders in de eerste periode na vestiging niet op orde is.

Betrokkenen noemen diverse verbeterpunten als het gaat om de uitvoering van de logeerregeling. Als eerste moet de regeling veel actiever onder de aandacht worden gebracht bij AZC medewerkers. Dit kan tot gevolg hebben dat meer statushouders gebruik (kunnen) maken van de logeerregeling. Als de aantallen statushouders die

6

  Ervaringen van logés en

gastgezinnen met de logeerregeling

In dit hoofdstuk staan we eerst stil bij de ervaringen van statushouders met de logeer Redenen om het COA te willen verlaten zijn de ervaren strikte regels op het AZC, het regeling en het logeren. We maken vergelijkingen tussen statushouders die hebben gebrek aan privacy en de afgelegen ligging van het centrum.

gelogeerd via TCBnB en statushouders die bij familie en vrienden hebben gelogeerd of “Het AZC in Hoogeveen is een van de ergste ervaringen. Het is een voormalige gevangenis.

niet hebben gelogeerd. Elke paragraaf begint met het perspectief van statushouders die Ze moeten het veranderen, want de meeste vluchtelingen komen uit landen waar oorlog is via TCBnB hebben gelogeerd, gevolgd door het perspectief van statushouders die bij of ander gevaar. Om ze in een gevangenis te stoppen en te zeggen: ‘Dit is je verblijf voor de

familie en vrienden hebben gelogeerd. komende maanden, misschien een jaar’, dat is geen goed idee!” (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

We kijken eerst naar de aanleiding en motivatie om te gaan logeren. Vervolgens kijken

we naar het contact en de interactie met het gastgezin. Daarbij staan we ook stil bij “Ik woonde in een AZC in een klein dorp en daar was geen school of universiteit. Ik vroeg aan COA of ik mijn AZC kon veranderen of mijn studie kon beginnen. Zij zeiden dat ik

de vraag of de logés van hen ondersteuning hebben gekregen bij het participeren in moest wachten totdat mijn huis beschikbaar was. Toen heb ik zelf TCBnB gevonden. Ik was de Nederlandse samenleving. En we staan stil bij het contact met het COA tijdens het wanhopig en ik verwachtte er niets van. Maar binnen een week nam iemand van TCBnB

logeren en de eventuele begeleiding door TCBnB. contact met mij op en toen hebben we elkaar ontmoet. En vanaf toen was alles heel simpel: ik kwam naar Amsterdam en ging logeren bij [het gastgezin]”.

Daarna bespreken we de ervaringen van gastgezinnen met het logeren. We maken (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB).

daarbij vergelijkingen tussen de TCBnB gastgezinnen en de gastgezinnen van familie Respondenten noemen ook dat een atmosfeer van spanningen of stress in het AZC en vrienden. We bespreken wat de motivatie en verwachtingen van gastgezinnen waren, en een gevoel van onveiligheid, reden zijn om via het logeren snel het AZC te kunnen hoe de logeerperiode eruit zag qua contact en activiteiten en wat hun oordeel is over het verlaten.

logeren.

“In het kamp word je omgeven door mensen die allemaal uit landen komen met heel veel problemen”.

6.1 Aanleiding voor of motivatie om te logeren (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB).

Statushouders die via TCBnB logeren, geven diverse redenen waarom zij wilden of “Ik vond het [leven in het AZC] stressvol. En als vrouw voelde ik me niet op m’n gemak.

gingen logeren. Deze zijn onder te verdelen in push en pull factoren en in de praktijk […]. Op een of andere manier was het intimiderend. Vooral bij mensen uit het Middenvaak

een combinatie van die twee. De respondenten wilden graag (zo snel mogelijk) Oosten: mannen kunnen op een bepaalde manier naar je kijken, waaraan je ziet… dat

weg uit het AZC. is zó intimiderend als vrouw. Je hebt daar een sleutel voor een gedeelde badkamer. En iedereen ziet je lopen met je spullen en je sleutel: je gaat douchen. En er zijn mannen

“Ik deed alles om te verhuizen, zoveel mogelijk weg van het AZC. Ik heb ook veel gereisd en onderweg… je hebt geen privacy”. heb bij vrienden verbleven voordat ik ging logeren”. (Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

(Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

De logeerregeling wordt ook aangegrepen om ervoor te zorgen dat men – letterlijk en meeste respondenten vertellen dat ze via vrienden over de regeling gehoord hebben 33 . figuurlijk – in een betere, meer passende situatie of context terecht komt. Concreet gaat Zij noemen verschillende redenen waarom ze het logeren niet hebben overwogen, of het vaak daarbij om de mogelijkheid om te studeren. hebben besloten om niet te gaan logeren: Twee geïnterviewden geven aan dat ze niet

“Het is voor mij veel makkelijker om hiervandaan [logeeradres] naar de universiteit te geïnteresseerd zijn omdat hun vrouw niet wilde logeren, bijvoorbeeld door medische

gaan. En in het AZC kon ik niet studeren. Ik kon daar niet tegen iedereen zeggen: ‘Maak problemen wilden ze voor de rust liever in het AZC blijven.

niet zoveel lawaai, want ik moet studeren’, of vroeg naar bed gaan. Het was daar erg

chaotisch. Ik moest een toelatingsexamen doen voor de universiteit en het was heel erg “Als onze situatie zou passen met een TCBnB gastgezin [in een gekoppelde gemeente], moeilijk om daarvoor te leren in het AZC. Dat kon zo niet doorgaan. Hier [logeeradres] is zouden we het doen. Het heeft het voordeel dat we dichterbij de stad zijn en we met ons het rustig, hier kan ik studeren”. nieuwe leven daar kunnen beginnen. Maar het gaat ook goed hier [in het AZC]. De ziekte

(Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB). van mijn vrouw veroorzaakt stress voor het hele gezin, dus het is belangrijk om daar goed mee om te gaan.”

“Wij hebben hier [logeeradres] alle faciliteiten die we in het AZC niet hebben. Bijvoorbeeld (Iraanse man, niet gelogeerd).

het winkelcentrum is hier zo dichtbij en bij Luttelgeest moesten wij 10 kilometer fietsen

tot naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum. Hier is de universiteit ook dichtbij. Wij Een statushouder geeft aan dat hij wel van de mogelijkheid om te logeren heeft gehoord,

gaan samen twee keer per week naar de universiteit voor een speciaal programma voor maar niet weet hoe hij zich kan aanmelden. Een andere statushouder wist alleen van de

hoogopgeleide buitenlandse studenten”. mogelijkheid om te logeren bij familie en vrienden en die had hij nog niet in Nederland.

(Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB). Ook de kostendelersnorm wordt als reden genoemd waarom statushouders niet willen

gaan logeren.

6.1.1 Vergelijking statushouders die bij familie of vrienden logeren en nietlogerende

statushouders “Ze zeiden het kan zijn dat de gemeente geld pakt van je familie als je daar logeert. Dat

Ook de statushouders die bij familie of vrienden logeerden noemen dat zij uit het AZC zeiden ze niet alleen tegen mij, maar ook tegen mijn vrienden. Toen zei ik: ‘Oké, annuleer het maar, ik wil niet logeren’”.

weg wilden als belangrijkste reden voor het logeren. (“Wonen in een AZC is een extreem (Syrische man, niet gelogeerd).

stressvolle situatie” (Russische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden)). Daarbij geven

zij aan dat zij het (bovendien) prettiger vonden om bij familie of vrienden te verblijven. Tot slot, geven twee statushouders aan dat ze wel willen logeren, maar het idee hadden Deze zijn bekend en geliefd en het logeren bood een gelegenheid om dichtbij de naasten dat ze een gastgezin zouden lastig vallen en daarom besloten hebben om niet te gaan

te verblijven. logeren. Als ze gevraagd wordt om een keuze te maken tussen een TCBnB gastgezin of logeren bij familie en vrienden geeft de meerderheid aan dat ze liever bij een TCBnB

De statushouders die nog in een AZC of in een gemeente verblijven hebben verteld waarom ze niet zijn gaan logeren. De meerderheid geeft aan dat ze op de hoogte waren van de mogelijkheid om te logeren terwijl ze wachten op hun huis in een gemeente. De 33 In het vorige hoofdstuk constateerden we dat de logeerregeling niet breed bekend is bij statushouders in de opvang. We

verklaren het feit dat onze respondenten de regeling in meerderheid wél kenden uit het gegeven dat we ons veldwerk hebben verricht op AZC Luttelgeest, waar naar inschatting van het COA meer wordt ‘gedaan’ aan de logeeregeling, dan in andere AZC’s.

gastgezin willen logeren omdat ze daardoor meer mogelijkheden hebben om Neder De respondenten die, naar eigen zeggen, minder intensief contact hadden met hun gastlands te leren. gezin, zijn hier doorgaans niet rouwig over. Ze zijn gesteld op rust en privacy en hebben

Dit zou ook de reden zijn om te gaan logeren voor een aantal statushouders die pas het als plezierig ervaren dat contact niet altijd hoefde, maar wel kón. We weten niet of tijdens het interview voor het eerst horen over de mogelijkheid om te gaan logeren. deze wederzijdse tevredenheid het gevolg is van het matchingsproces.

“Ik zou zeker geïnteresseerd zijn in logeren bij een gastgezin. Dat is zeker beter dan in het “Het eerste wat ze zeiden toen ik daar ging wonen, was: “Wij zijn gesteld op onze AZC blijven. Als ik kon logeren, kon ik leren hoe de Nederlandse samenleving werkt en hoe onafhankelijkheid”. En dat is wat ik ook fijn vind, om onafhankelijk te zijn! Dus we zien ik kan integreren”. elkaar, maar ik heb ook mijn eigen plek om te studeren. We zien elkaar een paar keer per

(Pakistaanse man, niet gelogeerd). maand, omdat zij [gastvrouw] veel weg is voor werk. Maar dat vind ik fijn”. (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

6.2 Contact met het gastgezin Dat de respondenten zonder uitzondering positief zijn over het logeren, betekent niet dat zij geen dilemma’s ervaren. Ondanks dat een aantal respondenten Nederlanders

De meeste logés bij een TCBnB gastgezin hebben intensief contact gehad met het gasterg direct vindt, is het toch niet altijd makkelijk om in te schatten hoe je je in bepaalde gezin tijdens het logeren. Doordat men met elkaar in één huis woont, komt men elkaar situaties het beste kan gedragen, om het gezin geen overlast te bezorgen.

voortdurend tegen, zeker als ook is afgesproken om samen te (avond)eten.

“Ik vond het logeren af en toe wel uitdagend. Ik ging zelf door moeilijkheden heen en ik

“Wij zien elkaar elke dag want wij wonen nog steeds bij het gastgezin. De man werkt wilde ook niet hún leven veranderen. […]. Ik vond het uitdagend om mijn eigen ruimte te elke dag en de vrouw ook elke dag maar op verschillende tijdstippen. Soms in de ochtend nemen. Die had ik wel nodig, maar ik wilde ze ook niet lastigvallen of zo. En er was ook en soms in de middag. In de avond zien wij elkaar want wij eten samen. Wij [echtpaar] een kind dat op tijd moest eten en slapen, en ik ben een nachtpersoon! Maar ze vonden het bereiden het eten voor en dan dineren wij gezellig samen. In het weekend help ik bij het niet erg: ik kon tv kijken of op de bank zitten [in de woonkamer] en ze vonden het niet erg. tuinieren zodat ik toch iets kan betekenen voor het gezin”. Maar dat vond ik toch het lastigst”. (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB). (Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

Hoe intensief de TCBnB logés en gastgezinnen met elkaar optrekken, is uiteraard Ook een financiële afhankelijkheid van het gastgezin kan reden zijn voor ongemak.

ook afhankelijk van hoe goed men het met elkaar kan vinden. Diverse respondenten

beschrijven leden van het gastgezin als vrienden. “Ik voel me soms schuldig. Het gastgezin maakt veel kosten. Ik hoorde dat ze niks van TCBNB of andere instanties krijgen. Daarom maken wij op onze eigen kosten eten klaar

“Zij zijn mijn vrienden, we brengen een hoop tijd samen door. We hebben echt een ‘klik’. en gaan we gezellig samen eten en ook als we soms naar een restaurant gaan betalen wij de Volgende week gaan we bijvoorbeeld samen op vakantie, naar Parijs en Disneyland. Ik rekening omdat ik anders echt een schuldgevoel heb”. vind het echt fijn om met hen om te gaan”. (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB). (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). We hebben tot slot aan de respondenten gevraagd of zij nog contact hebben (of willen

hebben) met het gastgezin als het logeren is afgelopen. Op één na – waar het contact na het logeren is verwaterd – hebben, of willen alle respondenten contact houden met Een tweetal geeft ook aan dat logeren voor een beperkte tijd zou moeten zijn, omdat dit het gastgezin. Dit vanwege de vriendschappen die zijn ontstaan en de dingen die men zowel voor het gastgezin als de logé beter is.

samen heeft meegemaakt, maar ook om in de toekomst iets terug te kunnen doen voor “Het liefst wil ik in een eigen huis wonen. Want mijn dochters hebben hun eigen leven.”

het gezin dat hen heeft onthaald. (Russische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

“Ik zie ze als vrienden. Ze hebben ook zoveel naar mijn persoonlijke frustraties geluisterd. Het was een kritische periode in mijn leven, ik wilde uit het AZC, en zij hebben het

mogelijk gemaakt. Ik kan deze gunst nooit teruggeven”. 6.3 Activiteiten met en ondersteuning van het gastgezin

(Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB). Op twee na, hebben de statushouders die bij een TCBnB gastgezin hebben gelogeerd

(veel) activiteiten ondernomen samen met het gastgezin. Allereerst zijn er de activi

“Ik heb nog contact met haar. We bellen elkaar, houden contact via bellen en we sturen

vaak grapjes via whatsapp. Af en toe gaan we samen eten. Ik heb haar ook gezegd dat als ze teiten die direct samenhangen met het feit dat men samen in één huis woont. Er wordt

hulp nodig heeft, ze mij gewoon mag bellen. Ik kan bijvoorbeeld voor haar poesjes zorgen. samen gekookt, “zowel Syrisch als Nederlands eten”, spelletjes gespeeld, getuinierd en

Ze heeft er twee en ze is superdruk. Soms moet ze iemand regelen die voor de poezen zorgt tv gekeken “Expeditie Robinson, met Nederlandse ondertiteling”. Daarnaast hebben

als ze op reis is. Ik kan dat ook voor haar doen als ze weg is. Dan hoeft ze daar niemand gastgezin en logés soms samen de buurt verkend, bijvoorbeeld door te gaan winkelen,

voor in te huren”.

(Palestijnse man, gelogeerd via TCBnB). samen te sporten, of uit eten te gaan. De gastgezinnen hebben familie en vrienden die

op bezoek kwamen, voorgesteld aan de logés en omgekeerd zijn logés meegegaan op

6.2.1 Vergelijking statushouders die bij familie en vrienden logeren (verjaardags)visite.

Ook de statushouders die bij familie en vrienden logeren, hebben intensief contact met “De familie en vrienden van het gastgezin nodigen ons uit op verjaardagen van hun

het gastgezin. Hun dagelijks contact gaat over het runnen van het huishouden en prakkinderen of op een speciale gelegenheid. En in het weekend gaan wij met de buren

tische zaken, zoals boodschappen doen. volleyballen.”

(Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB).

De logés die bij familie en vrienden hebben gelogeerd zijn ook allemaal positief over de

logeerperiode. Toch ervaren zij soms ook dillema’s, zoals weinig privacy. Respondenten vertellen dat ze ook culturele uitjes hebben ondernomen met het gastgezin, zoals een bezoek aan het Rijksmuseum of Nationaal Park De Biesbosch. De twee

“Ik ben heel blij om bij mijn broer te zijn. We hebben elkaar 4 jaar gemist; het was respondenten die niet veel activiteiten hebben ondernomen vertellen dat hun gastgezin

fantastisch om weer bij hem te zijn. Hij heeft me met alles geholpen, dus het is makkelijker

voor mij. Iemand die mij helpt met het leven in Nederland. Maar we leven in dezelfde weinig thuis was. Een van hen – die vertelt er erg aan te hechten om zelfstandig haar

ruimte [een studio]. Er is geen aparte ruimte als je iets wilt doen, dat geldt voor ons allebei. eigen zaken te regelen – heeft naar eigen zeggen ook geen praktische hulp gekregen van

Bijvoorbeeld, als ik iemand wil bellen, dan moet ik naar de hal en dat geldt ook voor hem.” het gastgezin. Alle andere respondenten kregen wél praktische hulp. Het vaakst heeft

(Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

dat te maken met de Nederlandse taal. Zo helpen TCBnB gastgezinnen logés met het Tot slot: naast praktische hulp benoemt een aantal respondenten dat zij zich emotioneel leren van Nederlands. gesteund voelen door het gastgezin. Het in hen gestelde vertrouwen – het gastgezin stelt

“Soms ga ik met het gastgezin tijdschriften lezen, en ik heb ook een paar taalboeken voor immers het eigen huis open voor een onbekende – heeft hen veel goed gedaan in een

kinderen, dat helpt me ook. Dan kunnen we samen zitten, en dan corrigeren ze me bijv. als moeilijke periode in hun leven.

ik iets verkeerd heb gespeld of uitgesproken”.

(Syrische man, gelogeerd via TCBnB). “Ze hebben ons geaccepteerd bij hun thuis en ze vertrouwen ons. Dit betekent heel veel voor ons”.

“Ze helpen me met Nederlands leren. Welke vraag ik ook heb, ze helpen me. Als ik een (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB).

woord niet weet, of als ik de grammatica niet begrijp. En als ik een examen heb, dan

proberen we samen te studeren. “Het feit dat ze mij de kans geeft om bij haar thuis te wonen, het vertrouwen dat ik voelde,

(Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). was heel bijzonder. Ik vind het knap dat ze iemand van een andere cultuur in haar huis neemt. Eigenlijk heeft zij mij gered. Voor mij is het logeerprogramma op het juiste moment

Maar daarnaast helpen gastgezinnen logés ook met de Nederlandse taal, door brieven gekomen. […]. Ik had geluk.”

van instanties te vertalen of door logés te attenderen op, of in te schrijven bij een (taal) (Palestijnse man, gelogeerd via TCBnB).

school.

6.3.1 Vergelijking statushouders die bij vrienden/familie logeerden

“Als ik een brief kreeg, begreep ik het niet; dan ging ze vertalen. […]. De gastvrouw hielp Ook de logés die bij familie en vrienden verbleven, beschrijven op één respondent na

me met de aanmelding voor een school. Ze heeft met de school gebeld, waar ik nu het

schakeljaar volg”. dat ze activiteiten hebben ondernomen met het gastgezin. Ze gingen bijvoorbeeld met

(Syrische man, gelogeerd via TCBnB). het gastgezin mee op visite bij vrienden van het gastgezin, gingen samen boodschappen

doen, sporten, wandelen, naar het theater of winkelen. Dit werd door de logés zeer

“In het begin hielpen ze me om overal de weg te vinden. […]. Ik wilde de taal leren, maar

wist niet hoe. Het gastgezin vertelde me over Radboud Language Center. Daar leer ik nu gewaardeerd: men voelt zich welkom en onderdeel van het gezin. En alle respondenten

B1”. kregen praktische hulp van het gastgezin. Het gaat hierbij voornamelijk om het helpen (Syrische man, gelogeerd via TCBnB). bij de Nederlandse taal, zoals het vertalen van brieven en het tolken bij gesprekken. Dit

Een ander terrein waarop bijna alle respondenten hulp hebben gekregen van het gastis opmerkelijk, aangezien de gastgezinnen in de meeste gevallen zelf korter dan 5 jaar gezin, is dat van de nieuwe woning die zij krijgen toegewezen. De logés hebben veel in Nederland zijn.

hulp gekregen bij het klussen – behangen, vloeren leggen en schilderen - en ook bij het Verder heeft één van de respondenten hulp ontvangen van het gastgezin toen zij naar de winkelen voor de inrichting van de woning. Een respondent vertelt dat het gastgezin de dokter en naar de opticien moest.

inrichting van de woning heeft betaald.

“Hij helpt mij, bijvoorbeeld met het vertalen van de post. Als ik een afspraak heb gaat hij Op één respondent na, die aangeeft bij het COA terecht te kunnen met vragen over zijn

mee en hij tolkt ook voor mij.” nieuwe woning of over de inburgering, geeft iedereen aan dat het moeilijk is om met het

(Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden). COA te communiceren, omdat men geen contactpersoon (casemanager) meer heeft.

De statushouders die bij familie of vrienden logeren, praten met hen voornamelijk in Twee respondenten geven aan wel contact te hebben met het COA, maar niet tevreden de moedertaal. In één interview komt naar voren dat de logé regelmatig aan de gastheer te zijn over dit contact. Zo kreeg een respondent, wanneer hij vragen stelde over zijn vraagt naar de betekenis van Nederlandse woorden . Oftewel, statushouders die logeren huis, naar eigen zeggen geen duidelijke antwoorden van het COA. Een andere responbij familie en vrienden krijgen beperkt te maken met de Nederlandse taal binnenshuis. dent geeft aan het gevoel te hebben dat het COA hem vergeten is, omdat hij vaak lang

moet wachten op reacties van het COA:

6.4 Contact van de logés met het COA tijdens het logeren “Ik heb het gevoel dat ze ons niet serieus nemen. Wij hebben een contactpersoon, maar

In deze paragraaf beschrijven we de ervaringen van de logés met het contact met het zij is hoogzwanger en heeft op dit moment zwangerschapsverlof. Ik denk dat ze ons zijn vergeten, want ze hebben onze email ook niet beantwoord. Soms moet ik voor een simpel

COA tijdens het logeren. We staan stil bij de wekelijkse meldplicht, de communicatie verzoek wekenlang wachten”.

met en bejegening door het COA en mogelijke verbeterpunten. (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB).

We vroegen de mensen die via TCBnB hebben gelogeerd of ze contact hebben gehad Twee respondenten geven aan dat de medewerkers van het COA aardig en behulpzaam met het COA tijdens de logeerperiode. Een aantal respondenten geeft aan dat hun enige zijn, maar een van hen vindt wel dat de medewerkers soms niet goed luisteren naar contact met het COA tijdens de wekelijkse meldplicht plaatsvindt, wanneer de logés zijn vragen. Een ander geeft aan dat de medewerkers van het COA soms onvriendelijk zich moeten melden op een AZC om te stempelen. De meldplicht is een administratieve zijn. De communicatie met het COA wordt door een van de respondenten als slordig handeling. Het moment van melden wordt door het COA bepaald. Sommige responomschreven. Hij vertelt bijvoorbeeld dat hij te laat informatie ontving over een afspraak denten geven aan dat de wekelijkse meldplicht moeilijk te combineren is met andere over zijn nieuwe woning, waardoor hij in problemen raakte met zijn eigen planning:

activiteiten, zoals werk of studie. “Het COA ontvangt 2 weken voor de afspraak een brief van de gemeente. Ze bellen me

“Ik ging ook naar school en had werk, dus mijn week zat erg vol. Maar ik moest alsnog naar vervolgens 2 dagen voor deze afspraak en sturen me de brief 2 dagen na de afspraak. Ik COA om te stempelen en ik zag daar geen reden voor. (…) Het AZC was niet dichtbij, het werk en moet een dag vrij nemen voor zulke afspraken, dus ze moeten meteen contact met was ongeveer 30 minuten fietsen. Ik moest er bijvoorbeeld om 2 uur zijn om te stempelen, me opnemen als ze een brief ontvangen. Deze dingen gebeuren constant”. terwijl mijn Nederlandse les om 3 uur begon. Dus dan moest ik heel hard fietsen”. (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB).

(Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). Op de vraag wat er verbeterd kan worden aan het contact met het COA antwoordt één

van de respondenten dat de COA-medewerkers soms beter zouden kunnen luisteren. Een ander vindt dat de medewerkers aardiger zouden kunnen doen. Ook zouden twee

respondenten het prettig vinden vaker en direct contact te hebben met een casema “We praten over mijn logeersituatie of er problemen zijn, (…) of over iets met de gemeente

nager. Een van de respondenten zou ook graag hulp hebben gehad bij het vinden van en de belasting. (…) Bijvoorbeeld toen ik een huisarts nodig had, was het niet makkelijk

een taalschool. Tot slot vindt een van de respondenten dat het contact met het COA op omdat ik bij het AZC ingeschreven was. We hebben toen met de contactpersoon van het

geen enkele manier verbeterd kan worden, omdat het COA niet genoeg verantwoorde COA contact gehad en zij heeft het voor mij geregeld.”

lijkheid neemt. (Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

Een respondent is ronduit ontevreden over het contact met COA.

“Als vluchteling kan je geen goed contact hebben met COA. Nooit. Omdat COA altijd

zegt: “We geven je een huis, een plek om te wonen. Maar andere zaken zijn niet onze “Ik weet niet wat mijn COA contactpersoon doet, ik zie niet dat hij werkt [voor mijn verantwoordelijkheid”. Als je vragen stelt over je toekomst krijg je nooit een antwoord”. casus]. Ik zou graag beter contact willen. Bijvoorbeeld, als ik een afspraak met hem wil (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). maken, dan krijg ik geen reactie. (…) Meestal stuurt hij dingen per post, maar dan komt

het te laat. Dan zegt hij bijvoorbeeld dat we morgen een afspraak hebben, maar de brief

6.4.1 Vergelijking statushouders die bij familie en vrienden logeren en nietkrijg ik pas na morgen.” logerende statushouders (Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

De statushouders die bij familie of vrienden logeren, hebben minder klachten over de Net als de statushouders die logeren bij een TCBnB gastgezin, noemen ook de statusmeldplicht. Een van hen geeft aan dat ze in het begin ver moest reizen (160 km) en ook houders die logeren bij familie of vrienden verbeterpunten met betrekking tot de meerdere keren per week moest komen. Nadat ze was overgeschreven naar een dichcommunicatie met het COA. Zij zouden graag meer hulp van het COA willen bij prakterbij gelegen AZC werd de situatie beter. tische zaken. En ook bij deze groep leeft het idee dat het COA flexibeler zou moeten

inspelen op de vragen en behoeften van statushouders.

“Sinds ik naar een andere AZC in de buurt toegewezen ben gaat het steeds beter. Ik ga

alleen voor het stempelen en de post krijg ik hier gewoon op mijn woonadres.” De derde groep, statushouders die niet hebben gelogeerd, lijken grosso modo (veel)

(Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden). minder ontevreden met de opvang en leefsituatie in het AZC in vergelijking met status

Tijdens de logeerperiode hebben drie logés bij vrienden of familie contact gehad met houders die gingen logeren. Zij benoemen bijvoorbeeld dat het AZC schoon is (bijvoorhet COA. Twee van hen hadden alleen contact met het COA over hun woning. Een beeld in vergelijking met een andere locatie waar zij eerder verbleven), dat de bejegeandere respondent gaf aan uitgebreider contact te hebben met het COA en wekelijks een ning goed is en dat er veel activiteiten worden aangeboden.

gesprek te hebben met de contactpersoon over diverse onderwerpen. “Het is goed op het AZC in Utrecht. Als er iets verandert, bijvoorbeeld toen ik naar een

andere kamer moest, dan bellen ze me van te voren. Ze doen geen dingen zonder dat ze het me vertellen.” (Syrische man, niet gelogeerd).

“Ik vind het AZC goed, omdat het pas vernieuwd is. Voor ons Iraniërs is het belangrijk dat “In het begin hebben ze gebeld om te vragen of alles goed gaat en vorige week hebben we na het schoon is. Het is ook fijn dat er hier dingen te doen zijn. Eerst was ik wel bang dat we drie maanden elkaar gezien”. afgelegen zitten, maar toen ik een fiets kreeg, kwam ik erachter dat dat wel meeviel. De (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB). afstand is een klein nadeel, maar de omgeving is mooier dan we dachten.”

(Iraanse man, niet gelogeerd). Het contact met TCBnB was voldoende en prettig. Meer of vaker contact was niet nodig.

Negatieve punten die de geïnterviewden noemen, hebben vooral betrekking op de “Toen ik was verhuisd naar het gastgezin, vroeg mijn contactpersoon bij TCBnB hoe het

locatie van het AZC. De door hen genoemde verbeterpunten hebben dan ook vaak met me ging. Ze kwam een keer langs om te kijken hoe het ging, wat ik aan het doen was. Dat soort vragen stelde ze. Het was heel fijn”.

betrekking op het vervoer. De meeste statushouders die we hebben gesproken verblijven (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

in het AZC in Luttelgeest. Vanaf daar is het mogelijk om bijvoorbeeld te fietsen naar

Emmeloord, maar bij slechte weersomstandigheden vindt men dat een hele opgave. Een aantal respondenten benoemt dat zij het gevoel hadden dat ze altijd contact hadden Ook wordt een paar keer genoemd dat het openbaar vervoer in Nederland duur is, kunnen opnemen met TCBnB als dat nodig zou zijn geweest:

waardoor het niet makkelijk is om een reis te maken. Als gevolg daarvan is het lastig om “Als je een probleem hebt, dan kan je zelf contact opnemen”.

andere, Nederlandse mensen te ontmoeten. De statushouders die we gesproken hebben (Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB). en al in een gemeente wonen, hebben in andere AZC’s gewoond en noemen dit niet. De logés zijn dus positief over hun contact met TCBnB. Hoewel de helft van hen

Een ander negatief punt dat door niet-logés wordt genoemd, is het niveau van de lessen aangeeft niet begeleid te zijn door TCBnB, ervaren zij wel dat ze contact hadden kunnen Nederlands op het AZC. Respondenten vinden de kwaliteit van de lessen onvoldoende, opnemen met TCBnB als dit nodig was. De andere helft van de logés, die wel contact waardoor zij in de context van het AZC niet goed Nederlands leren. Hierbij tekenen we hadden met TCBnB, ervaarde dit contact als prettig en voldoende en had geen behoefte aan dat de respondenten wellicht verwijzen naar het taalaanbod verzorgd door vrijwilliaan meer contact.

gers aan asielzoekers en niet naar de voorinburgering die bedoeld is voor statushouders. Alle geïnterviewden zijn van mening dat de koppeling tussen logé en het gastgezin via

een zorgvuldige procedure gebeurt. Voor de gastgezinnen bestaat de procedure uit de

6.5 De begeleiding door TCBnB volgende stappen: ze hebben een kennismakingsgesprek met TCBnB, krijgen een poten

We vroegen aan logés bij een TCBnB gastgezin of zij door TCBnB waren begeleid. De tiële logé anoniem voorgelegd, daarna is er een kennismaking met de potentiële logé helft zegt door TCBnB te zijn begeleid, de andere helft zegt van niet. Maar uit de toelichwaar TCBnB bij aanwezig is, en vervolgens komt de logé proeflogeren. Beide partijen tingen blijkt dat zij – ongeacht of zij dit als ‘begeleiding’ hebben ervaren – het contact (gastgezin en logé) kunnen aangeven of ze door willen gaan met het logeren of niet.

met TCBnB opvallend eenstemmig kwalificeren: goed en heel prettig! Ze hebben contact gehad rondom de plaatsing, soms telefonisch contact tussendoor of bij het einde van het logeren.

“Het protocol was heel integer en goed doordacht. (…) Toen kwamen ze logeren en weer 6.6 Motivatie en verwachtingen van de gastgezinnen

een aantal dagen bedenktijd. Het had van ons niet gehoeven, ze mochten meteen blijven Allereerst hebben we de TCBnB gastgezinnen gevraagd wat hun motivatie was om deel

eigenlijk na het eerste contact. Maar de bedenktijd is wel goed.”

(TCBnB gastgezin van Iraans koppel). te nemen aan de logeerregeling. De meeste mensen geven aan dat ze vanuit een maatschappelijke

betrokkenheid andere mensen willen helpen. Ze zien het als een concrete

De uitvoering van de procedure blijkt in de praktijk te verschillen tussen gastgezinnen. bijdrage aan het leven van andere mensen waarvoor het leven in Nederland ingewikkeld Zo is een aantal logés na het proeflogeren meteen gebleven en is een enkeling helekan zijn.

maal niet komen proeflogeren. Het contact met TCBnB vindt vooral plaats voordat

het logeren van start gaat. Tijdens het logeren is er sporadisch en informeel contact. “Je kan op individueel niveau iets betekenen voor een medemens en dat is waardevol.” (TCBnB gastgezin van tweemaal een Syrische man).

Een gastgezin geeft aan dat ze een tussenevaluatie hebben gehad, maar de meerderheid geeft aan dat ze eenmalig of een paar keer een what’s app bericht hebben gehad. Maar “Het is wel echt het helpen… al die bomen en het bos dat Nederland kan zijn als je nieuw

de gastgezinnen hebben wel het idee dat ze bij TCBnB terecht kunnen als er vragen of bent…. Ik had vóór het logeren al vrienden die statushouder zijn, dus al gehoord over wat voor drama het was toen zij aankwamen…”

problemen zijn. (TCBnB gastgezin van Maleisische man en Iraanse man).

“De behoefte [aan begeleiding] was er niet, maar de mogelijkheid was er wel.” Een paar mensen geven aan dat ze samenwonen en delen met andere mensen een reden

(TCBnB gastgezin van Iraanse man). vonden om een logé in huis te nemen.

Sommige gastgezinnen hebben een telefonische eindevaluatie gehad. Anderen denken “We hebben beide in een leefgemeenschap gewoond (afzonderlijk van elkaar). Dus we

van wel, maar kunnen het zich niet meer goed herinneren. wisten hoe leuk het was en hoe fijn het is om dingen te delen.”

(TCBnB gastgezin van een Jemenitische man). (“Denk wel dat ik een eindevaluatie heb gehad, dat ging gewoon over de telefoon. Ik weet

het niet precies meer.” De meeste mensen hadden geen concrete verwachtingen over het logeren. Bij

(TCBnB gastgezin van Syrische man). sommigen komt dat omdat ze er geen ervaring hebben met logés, anderen geven aan

Eén gastgezin kijkt negatief terug op de logeerperiode van hun tweede logé. Het gastdat ze verwachten dat het afhankelijk is van de logé hoe de logeerperiode gaat verlopen.

gezin gaf in het interview aan dat ze geen goed contact hadden met de logé en andere “Ik wist niet precies wat ik kon verwachten. Maar ik vind het belangrijk dat er

verwachtingen hadden over de logeerperiode dan de logé. Het gastgezin en de logé gelijkwaardig contact is.”

hadden een ander perspectief over religie, maar het gastgezin had bijvoorbeeld ook de (TCBnB gastgezin van Syrische man).

verwachting dat de logé meer zou helpen met dagelijkse dingen als koken. Het gastgezin “Je bent heel erg afhankelijk van de persoon die komt. Die eerste zette de toon en die was

heeft een gesprek gehad met de directeur en een beleidsmedewerker van TCBnB over positief, en die tweede viel ons toen een beetje tegen (…).”

deze ervaring en heeft geen negatief perspectief op de logeerregeling. (TCBnB gastgezin van tweemaal een Syrische man).

Een deel van de gastgezinnen benoemt dat ze verwachtten dat het logeren intensief zal “Ik zou het alleen aanraden aan mensen van wie ik weet dat ze ervoor open staan, ruimte

zijn. Zowel voor hun relatie of gezin omdat je je huis deelt met iemand die je niet kent. hebben, geïnteresseerd en nieuwsgierig zijn. Want het is toch best een avontuur; je weet

Maar ook omdat de logé gevlucht is uit zijn of haar land van herkomst en deze ervavan tevoren niet of het goed zal gaan, en waar het fout kan gaan. Want het is best veel om

ringen meeneemt tijdens de logeerperiode. Daarnaast kunnen er culturele verschillen iemand continu in huis te hebben.”

zijn tussen het gastgezin en de logé. (TCBnB gastgezin van Syrische man).

“Dat het intensief zou zijn en soms ook wel ingewikkeld. Maar ook wel goed. Omdat je met 6.6.1 Vergelijking gastgezinnen van familie en vrienden

iemand samenleeft die je niet kent. Waarbij je ook nog te maken hebt met andere culturen.”

(TCBnB gastgezin van Turkse vrouw). De motivatie van vrienden of familie die als gastgezin optreden, ligt het vaakst in hun

wens om hun vriend of familielid te ondersteunen en weg te halen uit het AZC.

Een aantal mensen heeft ervaring met het wonen in een leefgemeenschap of uitwisseling

als student en gebruiken dat als ijkpunt. Kortom, respondenten kiezen ervoor gast “Tijdens onze gesprekken vertelde ze [logé] dat ze het lastig vond om in een AZC te wonen. Ze was niet tevreden en toen heb ik [aan COA] gevraagd of zij bij mij thuis mag blijven tot

gezin te zijn omdat zij iets goed willen doen voor iemand in moeilijke omstandigheden. ze een woning krijgt. In het begin zeiden ze: “Dat mag niet”, maar een week later werd ik

Zij verwachtten verschil te kunnen maken in de eerste periode na vestiging van een door COA gebeld dat ze via het logeerprogramma bij mij mag komen wonen.”

statushouder, en putten bij deze verwachting deels uit de ervaringen die zijzelf hebben (Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw). met samenleven met niet-familieleden of tijdelijk verblijf in een ander land. De (familie)band maakt dat men zich ook verplicht voelt om te helpen.

Alle geïnterviewde TCBnB gastgezinnen zouden andere mensen aanraden om zich als “Ze is mijn zus. Ik moet haar ondersteunen. Toen ze naar Nederland kwam, was ze alleen.

gastgezin op te geven en een logé in huis te nemen. Het is mijn taak om haar te ondersteunen, dingen te leren, te helpen, om hier een nieuw

leven te hebben, misschien een nieuwe baan. Want het leven hier is totaal anders. Andere

“Ja, dat doen we ook al! Als mensen er naar vragen dan zeggen we: ‘Hartstikke leuk’ en cultuur, andere taal; alles is anders.” raden we het aan.” (Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw).

(TCBnB gastgezin van Iraans koppel).

Hieraan worden overigens bijna altijd een kanttekening of randvoorwaarden verbonden. 6.7 Contact van de gastgezinnen met de logé

Een deel daarvan is gericht op de logistiek; je moet de ruimte hebben om iemand in huis In de volgende paragraaf bespreken we hoeveel contact het gastgezin en de logé hadden te nemen. Vaker liggen de randvoorwaarden die respondenten noemen op persoonlijk en welke onderwerpen ze bespraken. De TCBnB gastgezinnen en de logé hadden regelvlak: het is als gastgezin belangrijk om open te staan voor nieuwe ervaringen en mensen matig, vaak dagelijks, contact met elkaar. Een groot deel van de gastgezinnen geeft aan en het logeren kan soms best een belasting zijn voor je privéleven. dat ze met de logé ’s avonds aten en dat dit een gemeenschappelijk moment was waarbij

ze elkaar spraken.

“We zagen elkaar elke dag. Eten was wel een kernpunt. H. [de logé] kookt niet voor zichzelf “We spraken over heel diverse dingen, heel veel wel over hoe wij dingen deden. Ze was en ik wel en ik vind het ook leuk om voor twee mensen te koken. Ongeveer de helft van de geïnteresseerd in de Nederlandse cultuur, maar ook in hoe wij als persoon waren en hoe week gingen we echt samen eten en dan zaten we zo anderhalf uur aan tafel.” wij leefden. Hoe mijn partner en ik met elkaar omgingen. Maar ook over hoe het met haar (TCBnB gastgezin van Syrische man). ging, ze zat mentaal niet goed in haar vel. Daar hebben we ook wel gesprekken over gehad. En over haar familie en haar achtergrond. En ook inhoudelijk, omdat zij onderzoek doet en

De activiteiten die de logé zelf al ondernam, waren deels bepalend voor de hoeveelmijn man ook.“

heid contact die het gastgezin en de logé hadden. Sommige logés hadden veel afspraken (TCBnB gastgezin van Turkse vrouw).

buiten de deur, terwijl andere logés meer thuis waren en daardoor ook meer mogelijk Hier staan we nog stil bij de vraag wat voor activiteiten het gastgezin en de logé onderheden voor contact met het gastgezin waren. nomen hebben en in hoeverre het gastgezin de logé kon helpen met vragen die hij of zij

“We zagen elkaar elke dag wel even. Maar hij zorgde wel dat hij druk was, heel erg bezig had.

met dat netwerken. Hij was soms bezig met 2 of 3 studies tegelijk. Ging ’s morgens vroeg

weg, dan had je even contact, kwam ’s avonds laat thuis, dan had je even contact.” De meeste TCBnB gastgezinnen hebben activiteiten met de logé ondernomen tijdens de

(TCBnB gastgezin van een Jemenitische man). logeerperiode. Gastgezinnen geven vooral aan dat ze de logé uitgenodigd hebben voor

Naast de activiteiten van de logé, zijn er ook logés die meer behoefte hebben om alleen activiteiten die ze al gepland hadden met hun sociale netwerk:

te zijn en zich meer op hun eigen kamer terug trekken. (“Meestal is het dat we ze meenemen naar dingen waar we zelf ook heen zouden gaan”

(TCBnB gastgezin van Iraans koppel)). “Het was meer een huisgenoot-situatie. Voelde meer alsof je op kamers zit, alleen maar af

en toe kletsen als je elkaar tegenkomt.” Dus als het gastgezin op familiebezoek gingen, vroegen ze de logé om mee te gaan. Maar

(TCBnB gastgezin van Maleisische man en Iraanse man). ze organiseerden ook activiteiten om met de logé te doen, zowel om Nederland te laten

Globaal gezien worden er twee onderwerpen genoemd die het TCBnB gastgezin en zien als meer specifiek gericht op het inrichten van een huis. Een aantal geïnterviewden de logé met elkaar bespraken. Ze spraken over het land van herkomst van de logé, geeft aan dat ze ook geholpen hebben met het leren van de Nederlandse taal, bijvoor(verschillen in) cultuur en soms over de reden voor de vlucht. Daarnaast gingen veel beeld door te helpen met huiswerk of mee te gaan naar de bibliotheek. De vragen die gesprekken over praktische zaken: het regelen en organiseren van dingen in Nederland, logés hadden, waren daar heel erg aan gerelateerd. De meeste vragen waren gericht op van vragen over de gemeente tot bezoek aan de bouwmarkt. het regelen van zaken in Nederland, bijvoorbeeld bellen met een woningbouwvereniging

of met de gemeente.

“We zijn samen wezen stappen. Hij had wel behoefte om samen dingen te doen, maar “We gaan in het weekend vaak weg, logé heeft nog een broer in Duitsland wonen. En vooral qua sociale dingen. Meegenomen naar verjaardagsfeestjes van vrienden, met Kerst we gaan naar pretparken met de kinderen. Verder shoppen, theedrinken bij mensen.” meegenomen naar ouderlijk huis (familie). (…) helpen met belastingdienstbrieven, dat (Gastgezin familie/vrienden van Turkse vrouw). soort ingewikkelde zaken. Helpen met de Nederlandse taal door erbij te komen zitten

met het huiswerk. Geholpen met zijn nieuwe huis inrichten: ik had vrienden en familie Alle gastgezinnen geven aan dat ze de logés helpen als ze praktische vragen hebben.

opgetrommeld die meubels en spullen over hadden, met een busje door het land gereden.” Vaak heeft dat betrekking op het vertalen van brieven of langsgaan bij de gemeente.

(TCBnB gastgezin van Maleisische man en Iraanse man). “Ik hielp haar toen ze naar de dokter moest. En ook naar de opticien/brillenzaak, toen ze

“Onze tweede logé had vragen over meubels verhuizen of over hoe hij geld kreeg. Dat heb een bril nodig had, toen ging ik mee. Ik vertaal alle brieven voor haar en leg uit wat alles ik hem wel uitgelegd, wat ik wist over de regels. Maar ik ben geen maatschappelijk werker, betekent, wat ze moet doen. Maar ik probeer haar nu te pushen om dingen zelf te doen.” daar weet ik te weinig van. Ik wilde eigenlijk dat hij zelf brieven leerde schrijven, daar (Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw). hebben we dagen over gedaan tot de brief voor de gemeente klaar was.“ (TCBnB gastgezin van tweemaal een Syrische man).

6.8 Contact van het gastgezin met het COA

6.7.1 Vergelijking gastgezinnen van familie en vrienden In de logeerregeling wordt geen relatie of contact verondersteld tussen het gastgezin

Ook de familie of vrienden die als gastgezin optreden vertellen dat ze dagelijks contact en het COA. De helft van de TCBnB gastgezinnen geeft aan dat ze geen contact hebben hebben met de logé vooral over praktische zaken en vragen. Over vragen naar de inhoud gehad met het COA of zicht hebben op het contact van de logé met het COA. Echter een van het contact wordt tweemaal gezegd dat ze over ‘alles’ praten. In de interviews is aantal TCBnB gastgezinnen geeft aan dat hun logé moeite had met het organiseren van daarna niet verder doorgevraagd. We kunnen hieruit concluderen dat het contact voor praktische zaken, zoals bijvoorbeeld de toelage voor het logeren, en daarom contact had de gastgezinnen vanzelfsprekend is en lijkt ingebed in het dagelijks leven. met het COA. Een enkel gastgezin heeft zelf contact gezocht met het COA om de logé te

helpen met zijn of haar vragen.

“We hebben geen specifieke onderwerpen we praten over alles.”

(Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw). “(…) We hebben echt alles geprobeerd om contact te krijgen met COA contactpersoon, om

De gastgezinnen van familie en vrienden beschrijven dat ze vooral ‘dagelijkse’ activiook maar íets te horen over hoe het zat met een nieuwe woning, maar we werden echt van het kastje naar de muur gestuurd. En uiteindelijk COA niet te pakken kunnen krijgen.”

teiten met hun logés ondernemen, zoals boodschappen doen, wandelen of het bezoeken (TCBnB gastgezin van Maleisische man en Iraanse man). van familie. Daarnaast verschilt het per gastgezin en logé of ze andere activiteiten ondernemen. Niet iedereen heeft behoefte aan intensief contact, terwijl anderen dit zeer 6.8.1 Vergelijking gastgezinnen van familie en vrienden waarderen. De gastgezinnen van familie en vrienden hadden voorafgaand aan de logeerperiode

geen contact met het COA. Toen hun logés bij hun in huis wonen, hebben de meesten

wél contact gehad met het COA. Dit was meestal geen intensief contact, maar de gastgezinnen

hebben een enkele keer met een contactpersoon van het COA gesproken. De “De gezelligheid, het kennismaken met een andere cultuur. Dat het heel fijn is dat je

meningen over het contact zijn verdeeld. wat voor iemand kan doen en dat het iets voor iemand betekent. Zij genoot ontzettend

bijvoorbeeld van het contact met onze baby, daar heb je geen taalbarrière mee. Dat ik wel

“Het was goed. De contactpersoon van het COA was behulpzaam en ze stond altijd klaar zag dat het haar heel erg hielp om een periode in een huisgezin te zijn.” voor ons.” (TCBnB gastgezin van Turkse vrouw).

(Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw).

De negatieve punten van het logeren hebben vooral betrekking op het feit dat een klein

“Het contact met COA is niet goed. Je vraagt ze iets, maar ze doen niet hun best om een

goed antwoord te zoeken.” aantal gezinnen het intensief vonden om iemand constant in huis te hebben. Hoewel de

(Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw). gastgezinnen er zelf voor hadden gekozen, ervaarden ze minder privacy in hun eigen

huis. Een enkeling miste het om zich te kunnen terug trekken in een eigen ruimte. Ook

6.9 Oordeel van de gastgezinnen over het logeren en vonden ze het soms zwaar dat ze het gevoel hadden dat je verantwoordelijk bent voor

mogelijke verbeteringen iemand anders en om iemand aan te spreken op bepaald gedrag.

In de volgende paragraaf bespreken we hoe de gastgezinnen in het algemeen terug “Soms was het wel lastig, het contact is zo intensief.”

kijken op het logeren en wat ze positieve en negatieve punten vinden. Tot slot kijken (TCBnB gastgezin van Syrische man).

we specifiek naar de logeerregeling, wat de randvoorwaarden zijn voor een succesvolle “Soms een inbreuk op je eigen leven, maar dat is een eigen keus en niet zijn schuld. Hij gaat

logeerperiode en hoe TCBnB haar diensten eventueel kan verbeteren. daar erg voorzichtig mee om en heeft veel respect. Die inbreuk hoort erbij.”

(TCBnB gastgezin van Iraanse man).

Alle TCBnB gastgezinnen oordelen over het algemeen positief over het logeren. Ze

zijn blij dat ze iets voor iemand anders konden betekenen. De positieve punten van het “Wat ik negatief vond is dat hij niet altijd door had waar andere mensen behoeften aan hebben. Als hij bijvoorbeeld dingen vergat over regels die we hadden afgesproken… geen

logeren sluiten hierop aan: het leren kennen en omgaan met andere culturen, waardoor verschrikkelijke dingen. Sommige dingen moest ik dan een paar keer zeggen, en als je dat

je je ook bewuster wordt van je eigen Nederlandse cultuur. Maar ook het kunnen helpen deed, dan voelde hij zich meteen heel bezwaard, ging hij heel veel sorry zeggen. Dus die

van een ander persoon en je gastvrijheid kunnen tonen worden als positieve punten dynamiek was ingewikkeld. Daar moet je dan in navigeren”.

benoemd. Tot slot worden de gezelligheid en de sociale contacten benoemd als iets waar (TCBnB gastgezin van Maleisische man en Iraanse man).

ze positief op terug kijken. Daarnaast hebben we de TCBnB gastgezinnen gevraagd wat ze van de logeerregeling

vonden. Ook over de opzet van de logeerregeling zijn alle gastgezinnen positief. Ze

vinden het goed dat het een afgebakende periode is van drie maanden en statushouders

de mogelijkheid hebben om kennis te maken met het ‘gewone’ Nederlandse (gezins)

leven.

“Dat is een meerwaarde, dat je weet hoe direct Nederlanders zijn, dat je echt eerlijk kan ook over bijvoorbeeld mogelijk psychische problemen als gevolg van de vlucht en de

praten. En dat je ook kan sparren en dingen kan delen. Hij heeft hier ook voor het eerst opvang in Nederland. De gastgezinnen noemen echter weinig concrete verbeterpunten.

gestofzuigd. En gezien dat het in Nederland normaal is dat je als man kookt en een dag Een enkeling noemt het direct plaatsen in de gemeente waar de logé ook een woning

thuis blijft bij de kinderen. Of hij dat ook gaat doen, maakt niet zoveel uit. Maar hij weet gaat krijgen, zodat met de inburgering kan worden begonnen en het afschaffen van de

meer over hoe het in Nederland werkt.”

(TCBnB gastgezin van een Jemenitische man). wekelijkse meldplicht bij het AZC.

Voor de gastgezinnen is een ‘goede match’ de belangrijkste randvoorwaarde om het “Dat je informatie krijgt over hoe de asielprocedure loopt, welke cultuurverschillen er

logeren een succes te maken. zijn (…) het zou handig zijn als ook TCBnB gastgezinnen meer van dat soort informatie krijgen”.

“Een heel goede match is echt ideaal.” (TCBnB gastgezin van Syrische man).

(TCBnB gastgezin van Maleisische man en Iraanse man). 6.9.1 Vergelijking gastgezinnen van familie en vrienden

“ Ik heb het idee dat ik iets kan bijdragen hiermee. Maar het is wel zoeken naar iemand

waar je een goede klik mee hebt.” De gastgezinnen van familie en vrienden zijn over het algemeen positief over de logeer(TCBnB

gastgezin van tweemaal een Syrische man). periode. Zij denken dat het voor de logés vooral in de beginperiode in Nederland prettig

Wat een goede match precies inhoudt, vindt men moeilijk om precies aan te geven. Het is als men bij iemand terecht kan voor hulp en ondersteuning. Ze geven wel aan dat het is vooral belangrijk dat men het goed met elkaar kan vinden en een bepaalde mate van wennen is aan een nieuw persoon in huis.

gelijkgestemdheid, als het gaat om (culturele) oriëntatie of dagritme, draagt daaraan bij. “Zij [de logé] doet dingen op haar manier, ik doe dingen op mijn manier, soms houden

we er niet van; dus het was niet makkelijk. Het is lastig om iemand in mijn eigen huis te

Daarnaast noemen de gastgezinnen vooral randvoorwaarden die te maken hebben hebben. Maar het is mijn zus, ik moet haar ondersteunen.”

met onderlinge afspraken tussen logé en het gastgezin. Bijvoorbeeld op het gebied van (Gastgezin familie/vrienden van Syrische vrouw).

privacy, omdat je een badkamer deelt, maar ook financiële afspraken. Gastgezinnen van familie en vrienden noemen ook verbeterpunten. Zo pleit men voor

“Ik denk dat we daar van tevoren afspraken over hadden moeten maken, over waar je het melden bij het dichtstbijzijnde AZC om veel reistijd te voorkomen. En een responeigen

plek nog is in huis. Zij had een heel nadrukkelijke plek waar ze zich kon terugtrekken dent merkt op dat de logeerperiode niet te lang moet duren en dat het belangrijk is dat

en wij in die zin niet zo. En dat vond ik wel lastig.” (

TCBnB gastgezin van Turkse vrouw). de logé zelfstandig wordt in een eigen woning.

Tot slot wordt een aantal randvoorwaarden genoemd die te maken hebben met de logeerregeling en de begeleiding. Een aantal TCBnB gastgezinnen denkt dat het goed is om van of via TCBnB meer informatie te krijgen over verschillen tussen culturen, maar

6.10 Conclusies Dit is niet het geval in gezinnen van familie of vrienden, waar doorgaans in huis de

In dit hoofdstuk stonden we stil bij de ervaringen van de logés en gastgezinnen met moedertaal wordt gesproken.

het logeren en de logeerregeling. We vergeleken de ervaringen van de statushouders We stonden uitgebreid stil bij de vraag of logés ondersteund worden bij het wegwijs die bij TCBnB gastgezinnen verbleven met die van statushouders die bij vrienden of worden in Nederland door hun gastgezin. Dit blijkt bij zowel de statushouders die familie verbleven. Daarnaast bespraken we motieven en ervaringen van statushouders logeren bij een Nederlands gastgezin, als bij statushouders die logeren bij familie of die niet logeerden, maar in het AZC verbleven in de periode tussen statusverlening en vrienden, het geval. Gezinnen ‘ondersteunen’ allereerst door een veilige (thuis)haven het betrekken van de woning in de gemeente. te bieden en de logé welkom te heten in hun gezin. Daarnaast helpen de meeste TCBnB

De belangrijkste reden om te gaan logeren is voor TCBnB logés en logés bij familie en gastgezinnen en alle gezinnen van vrienden of familie hun logés met (het regelen van) vrienden dat ze weg willen uit een AZC. Men heeft het leven in een AZC als een onpretpraktische zaken, vooral als het gaat om communicatie met de overheid of instanties. tige situatie ervaren waarin ze weinig privacy hadden. Daarnaast geeft het logeren de Er is dus zeker sprake van ondersteuning bij het wegwijs worden in de Nederlandse mogelijkheid om allerlei activiteiten te beginnen, zoals een opleiding, wat door de afgeinstitutionele context, opvallend genoeg ook in gezinnen van vrienden of familie, die legen locatie van sommige AZC’s lastiger is. Logés bij vrienden of familie geven ook aan zelf nog maar kort in Nederland wonen. Hoewel dit niet expliciet wordt genoemd, is het dat ze - gegeven de familieband of vriendenrelatie - graag bij hun naasten verblijven. aannemelijk dat deze gezinnen hierbij putten uit hun eigen recente ervaringen met het Statushouders die niet zijn gaan logeren, zijn grotendeels wel op de hoogte van de wegwijs worden in Nederland. Naar eigen zeggen is men bovendien in staat om brieven mogelijkheid om te logeren. Ze hebben verschillende (praktische) redenen waarom ze van instanties te vertalen voor hun logé.

besloten hebben om het niet te doen. Over het algemeen is deze groep ook positiever Een aantal logés bij TCBnB gastgezinnen heeft sterk kunnen profiteren van praktische over het leven in het AZC en hebben ze minder behoefte om weg te gaan. hulp bij het selecteren van en inschrijven bij een relevante opleiding of inburgerings

Voor zowel statushouders die logeren bij een Nederlands gastgezin als logés bij vrienden cursus. In het algemeen lijken TCBnB gastgezinnen meer te praten met logés over hoe of familie geldt dat zij (heel) veel contact hebben met het gastgezin. Dit wordt over het Nederland ‘werkt’ en ook gezamenlijke culturele uitjes staan vaak in het teken van algemeen zeer positief gewaardeerd, al zijn er ook dilemma’s. Zowel logé als gastgezin een introductie in Nederland. Bij het wegwijs worden in sociale netwerken zien we dat kunnen een gebrek aan privacy ervaren, of bang zijn dat zij inbreken op elkaars privacy. statushouders die logeren bij vrienden of familie worden opgenomen in de familie- of Geldzaken, en dan met name zorgen over de (extra) kosten die een gastgezin maakt vriendenkring, die goeddeels bestaat uit personen uit het herkomstland. Statushouders vanwege het logeren, zijn een andere bron van zorg. die logeren bij een Nederlands gastgezin worden vaak geïntroduceerd in de familie- en

vriendenkring. Dit leidt soms tot nieuwe zelfstandige contacten van de statushouder.

In de meeste gevallen draaien de logés volop mee in het huishouden en ook worden

gezamenlijk activiteiten ondernomen. Statushouders in TCBnB gastgezinnen hebben Zowel de TCBnB gastgezinnen als de gezinnen van familie en vrienden willen statusvolop de gelegenheid om in het gezin Nederlands te leren en te oefenen met spreken. houders helpen in de eerste periode van hun nieuwe leven in Nederland. TCBnB gastgezinnen

geven naar eigen zeggen zo ook vorm aan hun maatschappelijke betrokkenheid.

De gastgezinnen van familie/vrienden willen vooral hun familielid of vriend helpen.

Daarbij lijkt een rol te spelen dat zij zich hiertoe – gegeven de (familie)band – ook verplicht voelen.

Zowel de TCBnB gastgezinnen als de gastgezinnen van familie en vrienden kijken positief terug op het logeren. De TCBnB gastgezinnen vinden het logeren een toegevoegde waarde hebben omdat ze omgaan met andere culturen en zich meer bewust worden van hun eigen achtergrond. Bovendien kunnen ze door het logeren hun gastvrijheid tonen en een praktische bijdrage leveren aan het vluchtelingenvraagstuk. Enkele gastgezinnen benoemen als negatieve punten dat het logeren intensief kan zijn en mogelijk je privacy deels moet opgeven. De belangrijkste randvoorwaarden zijn een goede match tussen de gastgezin en de logé en afspraken maken en verwachtingen bespreken.

Naast de ervaringen met het logeren zelf, beschreven we in dit hoofdstuk ook de ervaringen van logés en gastgezinnen met de logeerregeling. Zowel statushouders als gastgezinnen zijn niet positief over het contact met het COA. Statushouders ondervinden naar eigen zeggen hinder van de wekelijkse meldplicht – ze moeten hiervoor reizen op tijden die zij niet zelf kunnen bepalen – en geven tegelijkertijd aan dat zij niet bij het COA terecht kunnen met praktische vragen, vooral omdat zij geen vast aanspreekpunt meer hebben die bekend is met hun ‘dossier’. De statushouders die niet gelogeerd hebben, zijn een stuk positiever over hun verblijf op verschillende AZC’s. Zowel logés als gezinnen zijn (heel) positief over het contact met en de begeleiding van TCBnB. Hun positieve oordeel heeft vooral te maken met de notie dat zijzelf ten alle tijden contact kunnen opnemen met TCBnB als daar behoefte aan zou zijn.

7

  Opbrengsten van de logeerregeling

In dit hoofdstuk staan we stil bij de opbrengsten van de logeerregeling. Allereerst 7.1.1 Vergelijking statushouders die bij vrienden/familie logeerden en nietbespreken

we de activiteiten/dagbesteding van de logés en statushouders die niet logeren logerende statushouders

in de periode dat ze in het AZC zaten. Daarna kijken we naar het sociaal netwerk van Ook de statushouders die bij familie of vrienden hebben gelogeerd zijn naar eigen de statushouders en bespreken we de eventuele meerwaarde van het logeren voor de zeggen niet erg actief geweest op het AZC. Een van de vijf volgde taalles en één deed participatie(kansen) van statushouders. In het laatste deel van dit hoofdstuk kijken we vrijwilligerswerk buiten het AZC. Volgens een respondent waren de mogelijkheden om naar de opbrengsten van het logeren voor de gezinnen zelf en voor de omgeving van de op het AZC vrijwilligerswerk te doen heel beperkt.

gastgezinnen. “Ik heb bij het COA gevraagd of ik iets met sport kan doen, maar hij zei: ‘Nee dat kan niet.

Ook niet als vrijwilligerswerk. We hebben alleen banen in de schoonmaak.”

7.1 Activiteiten/dagbesteding van de statushouders in het (Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

AZC In tegenstelling tot de logerende statushouders, hebben negen van de tien niet-loge

In deze paragraaf staan we stil bij de activiteiten die de statushouders in het AZC onderrende statushouders deelgenomen aan Nederlandse les in het AZC. Daarnaast deden,

nemen, of hebben ondernomen, sinds dat zij een verblijfsstatus hebben gekregen. Van of doen de meesten vrijwilligerswerk op het AZC. Zo hebben zij meegewerkt aan acti 34

de 10 statushouders die tot 2018 logeerden bij een TCBnB gastgezin, vertellen 8 dat zij viteiten van Stichting De Vrolijkheid of bijvoorbeeld gewerkt als beheerder van het in het AZC niet (erg) actief zijn geweest. Naar eigen zeggen was er ‘niets’ te doen op computerlokaal. Een respondent deed vrijwilligerswerk in een verpleeghuis in de buurt het AZC en in de omgeving. Twee respondenten vertellen vrijwilligerswerk te hebben van het AZC.

gedaan: ze hebben deelgenomen aan een vrijwilligersproject waarin klussen in de

buurt (bijvoorbeeld voor ouderen) werden gedaan, maar zijn ook in het centrum zelf 7.2 Huidige activiteiten van statushouders

actief geweest (door aerobics- of kunstschilderlessen te geven en de computerruimte te In de interviews hebben we aan de respondenten gevraagd hoe hun dag(besteding) er op beheren). Een respondent deed vertaalwerk in de periode in het AZC. dit moment uitziet. Ten tijde van het interview is meer dan de helft van de statushouders

Twee respondenten noemen de voorinburgering: ze volgden het onderdeel Kennis die bij een TCBnB gastgezin logeerden bezig met inburgeringslessen, vaak gekoppeld Nederlandse Maatschappij, of deden (kortstondig) mee aan de Nederlandse les voordat aan een (toekomstige) opleiding, bijvoorbeeld in een schakeljaar. Twee respondenten zij gingen logeren. Diverse respondenten noemen dat het AZC ver weg is van voorziehebben betaald werk. Een werkt vijf dagen per week in een bar en heeft (daarom) Nederningen, zoals taalaanbieders of een opleiding. Naar eigen zeggen was dit dan ook de landse les op een laag pitje gezet. Een respondent werkt op oproepbasis voor Vluchtebelangrijkste reden dat men actiever werd in de logeerperiode. Een respondent vertelt lingenWerk als vertaler.

expliciet dat hij niet actief was in het AZC, omdat hij daartoe op dat moment niet in staat

was vanwege psychische problemen. 34 Stichting de Vrolijkheid organiseert kunstzinnige en creatieve activiteiten voor, met en door

kinderen en jongeren in meer dan 25 asielzoekerscentra door heel Nederland.

De helft van de respondenten doet vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld bij een lokale orga 7.3 Sociaal netwerk

nisatie die activiteiten voor vluchtelingen organiseert, vertaalwerk, of voorlichting We hebben de statushouders die bij een TCBnB gastgezin logeerden gevraagd naar hun voor TCBnB. Drie respondenten doen (daarnaast) activistisch vrijwilligerswerk: het sociale netwerk en daarbij een onderscheid gemaakt naar contacten met gevestigde opkomen voor rechten voor LHBT’s of mensenrechten in het algemeen, of het leveren Nederlanders 35 en contact met personen die zelf net in Nederland zijn gearriveerd. Op van content voor social media over de politieke situatie in het land van herkomst. De twee na, hebben alle respondenten contact met Nederlanders. Naast de leden van het helft van de respondent is bezig met een opleiding, of de voorbereiding daarop. Het gaat gastgezin, noemen zij vaak vrienden die ze hebben gemaakt via de opleiding, (vrijwilliin alle gevallen om universitaire studies. gers)werk of in de buurt.

7.2.1 Vergelijking statushouders die bij vrienden/familie logeerden en niet “Ik heb heel aardige buren, een oude vrouw die me graag wilde helpen. En ze had een logerende statushouders cadeau voor mij, bracht oude kopjes en zo. Gaat niet om wat ze me geeft, maar het gebaar.

Ten tijde van het interview doen twee van de vijf statushouders die logeerden bij Ik voelde me zó welkom!” (Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB)

vrienden of familie vrijwilligerswerk. Eén van hen geeft daarnaast ook betaald bijles.

Drie van de vijf respondenten volgen momenteel een taalcursus. De andere twee gaan De meesten zouden overigens wel meer of vaker contact met Nederlanders willen binnenkort beginnen met een taalcursus. Geen van de statushouders die bij vrienden of hebben. Dit helpt volgens hen om sneller thuis te raken in Nederland en bij het leren familie logeerden volgt ten tijde van het interview een opleiding en geen van hen heeft van de Nederlandse taal.

betaald werk. “Ik zou graag meer contact willen hebben met locals, in plaats van met buitenlanders.

Ten tijde van het interview deden vier van de tien niet-logerende statushouders vrij Want dat zou me helpen om mijn Nederlands te verbeteren en om meer te leren over de cultuur”.

willigerswerk, op het AZC. De overige respondenten geven aan zich vooral te willen (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

richten op Nederlandse les. Een aantal respondenten verwacht dat het een kwestie van tijd is, voordat men meer

“Ik heb nu een nieuw huis, volgende stap is taal, dan op zoek naar een school of universiteit Nederlanders leert kennen.

waar ik verder kan studeren.”

(Iraanse man, niet gelogeerd). Bijna alle respondenten onderhouden daarnaast contacten met andere vluchtelingen

(die zij in het AZC hebben ontmoet). Sommigen beschrijven dat zij aldaar heel intensief Een van de niet-logerende statushouders volgt een opleiding. Geen van hen heeft betaald werk.

35 Inwoners van Nederland in Nederland geboren, dan wel geruime tijd in Nederland wonen.

Dit ten opzichte van personen die zelf kortgeleden in Nederland zijn gearriveerd.

met bepaalde personen hebben opgetrokken. Na vertrek uit het AZC is het contact er – door het logeren – niet meer in een AZC woont, maakt het aangaan van contacten met nog steeds, maar vaak via social media. anderen gemakkelijker.

“De laatste keer dat ik hen zag was in september. Vanuit het AZC zijn de kosten voor “Je hebt een normaal leven, normale communicatie, normaal gedrag. In het AZC is het vervoer heel hoog. Dus we moeten echt opletten wanneer we elkaar kunnen ontmoeten. leven heel deprimerend. Daarom heb je niet de behoefte om te communiceren, om dingen Maar we hebben nog steeds de hele tijd contact. Dat doen we vooral via Whats app”. te doen. Je voelt je niet als een normaal persoon. Nu heb ik meer contact met Nederlanders, (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB). een totaal ander gevoel.” (Russische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

Een respondent benadrukt dat hij bewust geen contact heeft met landgenoten, omdat

hij verwacht dat zijn geloof door hen niet wordt geaccepteerd. De respondenten vertellen dat zij behoefte hebben aan meer contact(en) met gevestigde

Nederlanders, maar dat het lastig is om contact te leggen.

“Ik heb zelf geen contact met andere vluchtelingen en ook niet met mijn landgenoten. Voor

mijn veiligheid wil ik niet in contact komen. Ik ben geen moslim en ik ga naar de kerk en Statushouders die niet gelogeerd hebben, hebben of hadden weinig tot geen contact met wellicht accepteren andere vluchtelingen – en vooral landgenoten – dat niet”. Nederlandse mensen buiten de medewerkers van het COA om. Zij vertellen dat zij in de

(Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB). praktijk ook weinig Nederlandse mensen treffen, zeker als zij nog in het AZC verblijven.

Tot slot, een aantal respondenten benadrukt dat het wat hen betreft niet van belang “De mensen die op het AZC werken, zijn heel behulpzaam en we kunnen goed met hen

is welke achtergrond hun kennissen of vrienden hebben: als het maar ‘klikt’, dan zijn overweg. Als wij problemen hebben, dan helpen ze ons. Maar buiten het AZC is het heel erg

contacten waardevolle contacten. moeilijk [om contact te maken]. Mensen wonen ver weg en het is moeilijk om gewoon naar

iemand toe te stappen en met hen te gaan praten.”

“Ik maak geen plannen om contacten te hebben met verschillende nationaliteiten. Als het (Pakistaanse man, niet gelogeerd).

contact is, dan is het contact. Voor mij maakt het niet uit waar mensen vandaan komen”.

(Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). Ook hebben ze de indruk dat Nederlanders niet veel behoefte hebben aan contact.

“Ik heb Nederlandse mensen ontmoet hier. Maar ik heb niet echt vrienden gemaakt. Nee,

7.3.1 Vergelijking statushouders die bij vrienden/familie logeerden en nietdat vind ik niet. De mensen hier houden niet van buitenlandse mensen. Ze houden niet logerende statushouders van het AZC en van de mensen die hier wonen.”

We vroegen ook statushouders die bij vrienden of familie hebben gelogeerd naar hun (Libische man, niet gelogeerd).

sociale contacten. Zij hebben allemaal contact met andere vluchtelingen, die zij in het Ook alle niet-logerende statushouders geven aan dat ze graag meer contacten willen AZC ontmoetten. Daarnaast hebben ze contacten met het netwerk van hun gastgezin, hebben met gevestigde Nederlanders. Ze denken hierdoor beter de taal te kunnen leren, dat meestal bestaat uit mensen uit het eigen herkomstland. Drie van de vijf responmaar willen ook graag nieuwe vrienden maken.

denten vertellen dat zij contact hebben met gevestigde Nederlanders, bijvoorbeeld via de taalschool. Een van hen deed deze contacten op via haar vrijwilligerswerk. Dat men

Een aantal respondenten vindt een vraag over de mate waarin men zich thuis voelt in

“Ja, natuurlijk wil ik meer Nederlandse vrienden. Omdat ik hier ga wonen. (…) Daarom

wil ik de taal snel leren, zodat ik kan communiceren met mensen en vrienden kan maken.” Nederland, moeilijk te beantwoorden. Want wat zegt dit nu precies? (Libische man, niet gelogeerd). “Ik heb altijd in het buitenland willen wonen en studeren, maar had niet kunnen denken

dat ik mijn land gedwongen zou verlaten. Thuis is waar je familie is, en ik heb geen familie

7.4 Perspectief op participatie van statushouders in Nederland. Nederland is een goed land, maar ik mis wel mijn thuisland. Maar ik heb wel vrienden en andere mensen van wie ik hou in Nederland. Ze helpen me om mijn eigen

In deze paragraaf beschrijven we wat het logeren de logés heeft opgeleverd. We zullen weg te vinden. Naarmate ik meer mensen leer kennen, voel ik me meer thuis”. zien dat zij de opbrengsten in verband brengen met hun participatiekansen, de Neder(Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

landse taal, sociale netwerk gezondheid, welbevinden, etc. We hebben in de interviews Daarnaast noemt een aantal respondenten dat men zich in Nederland meer begrepen aan de respondenten gevraagd om een cijfer te geven aan hun taalvaardigheid, gezonden welkom voelt dan in het land van herkomst, bijvoorbeeld omdat homoseksualiteit heid en de mate waarin men zich in Nederland thuis voelt. aldaar niet werd geaccepteerd.

De logés bij een TCBnB gastgezin spraken een combinatie van Engels en Nederlands “In Iran voelde ik me nooit thuis en ik kwam hier omdat ik homoseksueel was. Ik werd hier

met het gastgezin. Gastgezinnen vertelden dat de hoofdmoot van de communicatie veel meer geaccepteerd en daardoor voelde ik me hier thuis. Ik kan er hier gemakkelijk over om praktische redenen in het Engels plaatsvond, hoewel ook werd geoefend met het praten, de meeste mensen hebben er geen problemen mee. Er is geen reden om me hier niet

spreken van Nederlands. De meeste statushouders die bij een TCBnB gastgezin hebben thuis te voelen”. (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB).

gelogeerd geven zichzelf een onvoldoende voor de Nederlandse taal, vaak overigens met de toevoeging dat dit logisch is gegeven het feit dat ze nog maar net met Nederlands

spreken zijn begonnen. Veel positiever zijn ze over hun gezondheid: op een enkeling na, 7.4.1 Vergelijking statushouders die bij vrienden/familie logeerden en nietlogerende statushouders

geven zij hiervoor een (ruime) voldoende. Een respondent geeft een tien voor de eigen Ook de statushouders die bij vrienden of familie hebben gelogeerd en de niet-logerende mentale gezondheid: die is er sterk op vooruit gegaan sinds het verlaten van het AZC. statushouders, zijn (nog) ontevreden over hun Nederlandse taalvaardigheid. De status

“Mentaal voel ik me op dit moment een 10. In het AZC was dat heel anders, daar voelde houders die logeerden bij vrienden of familie zijn, net als de statushouders die logeerden

ik me mentaal heel slecht. Maar toen ik hierheen verhuisde, toen kon ik al vanaf de eerste bij een TCBnB gastgezin, behoorlijk positief over hun (mentale) gezondheid, zeker als

dag merken dat het mentaal goed ging. Meestal ben ik een erg optimistisch en gelukkig zij die vergelijken met de periode in het AZC.

persoon. Maar in het kamp merkte ik dat mijn persoonlijkheid veranderde, ik werd veel

humeurderiger; ik zag het glas halfleeg. Nu merk ik dat ik weer word wie ik was voordat dit “Ik voel me meer thuis en het is ook comfortabeler dan bij het AZC. Hier ben ik zelfstandig alles gebeurde”. en ik deel niet zoveel met anderen, bijvoorbeeld de toiletten.” (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB). (Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

De niet-logerende statushouders zijn wat meer ambivalent over hun welzijn: men voelt

zich beter nu er duidelijkheid is over de verblijfsvergunning. Tegelijkertijd kun je pas “Voor mij was het vooral de locatie. Toen ik in Amsterdam kwam wonen [logeren], toen kon ik mensen gaan leren kennen en mijn studie beginnen. Ook reizen vanuit Amsterdam,

echt beginnen met het opbouwen van nieuw leven als je - uit het AZC en - in je eigen bv naar kennissen in Den Haag, gaat zoveel makkelijker dan vanuit het AZC”.

woning bent. (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB).

“Als ik in mijn huis ga wonen is dat anders, daar heb je meer vrijheid en kan ik andere “Ik kan nu dingen doen, die ik eerst niet kon doen”. dingen doen. Het is anders als je hier [in het AZC] woont.” (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

(Syrische man, niet gelogeerd). Bijna alle respondenten vertellen dat zij pas in het gastgezin het idee hadden dat zij zich

“Lichamelijk ben ik gezond. Er is een sportzaal hier. Daar ga ik elke dag naartoe. Ik ren in de Nederlandse samenleving bevonden. Het voelt daarom logisch dat men (pas) op buiten. Hier leven is fijn, in de natuur. Mentaal is het niet goed. Niet voor mij persoonlijk, dat moment zich gaat oriënteren op, en deelnemen aan die samenleving.

maar ik denk dat leven hier niet goed is voor mensen geestelijk.” (Libische man, niet gelogeerd). “Ik heb echt veel van hen geleerd. En mijn sociale kring is groter geworden. En ik leef nu in de samenleving. Als je in het kamp woont, dan ga je eigenlijk niet met de mensen in de

Kortom, In het algemeen voelen logés zich beter dan toen men nog in het AZC verbleef, samenleving om. Je bent daar geïsoleerd en je brengt de meeste tijd door met mensen in het

terwijl de niet logerende statushouders een gemengd beeld laten zien. kamp. Je wordt niet gestimuleerd om Nederlands te leren of te werken, want iedereen zit in

dezelfde situatie. En het is ook geen fijne plaats om te wonen”. (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB).

7.5 Opbrengsten van het logeren nader bekeken

Hoe kwalificeren de logés de bijdrage van het logeren aan hun participatie(kansen)? We “Het [logeren] bood me de mogelijkheid om de Nederlandse samenleving te ontdekken. […]. Ik werd heel snel onafhankelijk; ik wilde gewoon integreren en het gastgezin hielp

hebben aan de statushouders die logeerden bij een TCBnB gastgezin eerst een algemene me daarbij. Het voelde echt als familie. Dat is echt een goed begin. Het AZC heeft een

vraag gesteld: heeft het logeren invloed gehad op hun participatie(kansen) in Nedermulticulturele sfeer, maar je kan daar geen dingen starten”.

land? Daarna hebben we – indien nodig – doorgevraagd naar de eventuele invloed van (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

het logeren op hun Nederlandse taalvaardigheid, hun sociale netwerk, gezondheid de Bovenstaand citaat laat ook zien dat voor participatie een bepaalde mentale rust, of mate waarin men zich thuis voelt in Nederland. stabiele uitgangssituatie nodig is.

Zoals we ook al zagen bij de motivatie van logés om te gaan logeren, vinden de respon “Ik heb nu meer ruimte in mijn hoofd om na te denken en de dingen te doen die ik wil. En

denten dat het logeren hen mogelijkheden heeft gegeven om dingen te ondernemen, zelfs om plannen te maken. Gewoon plannen maken klinkt me nu goed in de oren! Ik heb

die in het AZC niet konden, bijvoorbeeld omdat de logeerlocatie – anders dan het AZC het gevoel dat ik alles kan doen. Dat gevoel had ik hiervoor niet”.

  • centraal gelegen is, in een omgeving met veel voorzieningen. (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB).

Het logeren heeft in veel gevallen respondenten deze rust en ruimte gebracht.

“Het is honderd procent beter dan het AZC. Ik kan het leven van hier niet vergelijken met

“Het [logeren] had geen effect op wat ik deed in mijn tijd… aan de andere kant: het het AZC. Wij leren hier de Nederlandse taal en ik leer hier hoe ik goed kan participeren [logeren] gaf me de ruimte en heeft stress verlicht die ik op het AZC had. Dus ik had meer en integreren. Bijvoorbeeld met de buren omgaan. Ik kan hier heel snel de Nederlandse ruimte om mezelf te zijn. Het [logeren] zorgt voor opluchting, niet echt relaxen maar… je maatschappij leren kennen. […]. Het is heel anders dan ons land Iran”. kunt jezelf zijn. Je zit middenin de stad; je kunt naar plekken gaan wanneer je wilt, voelt je (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB).

veilig buiten. Je hoeft je geen zorgen te maken over dat soort logistiek”.

(Syrische vrouw, gelogeerd via TCBnB). “Ik heb veel geleerd over de cultuur, muziek, BN’ers, politiek… dat zijn dingen die je niet

makkelijk leert als je op het AZC verblijft. Meer interactie met locals versnelt het proces”.

Diverse respondenten voegen toe dat zij vanuit het gastgezin veel emotionele steun (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

hebben ervaren, wat hen heeft geholpen bij het zetten van stappen, bijvoorbeeld rich “Ik zei al: aan het begin vindt iedereen het moeilijk. Maar nu ben ik gewend, daarom

ting het volgen van een opleiding, of het zoeken naar werk. voel ik me hier thuis. En het logeren hielp me om te wennen. Bijv. op tijd zijn, kopje koffie,

fietsen” [gelach].

“Ze [gastgezin] hebben me zó erg aangemoedigd om te gaan studeren! Het hielp heel erg (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

dat anderen mij zo aanmoedigden, dat je het echt kan gaan doen. Eigenlijk wilde ik niet

naar Groningen, want ik kende daar niemand. Maar het gastgezin zei: ‘Maar dat wordt Een aantal respondenten vindt dat het logeren heeft bijgedragen aan het leren van

jouw nieuwe plek! Zorg dat je daar je eigen weg vindt, dan wordt het beter’. Ze wilden dat Nederlands.

ik daar mijn leven ging beginnen. Dus ik schreef me in, maar de deadline was gepasseerd.

Dus ik ben toen meteen naar de Hanze University gegaan, met mijn contactpersoon. En hij “Toen ik bij het gastgezin verbleef, ging mijn taal ontzettend vooruit. Want ik was er nam me meteen aan, dezelfde dag! Als ik in [logeeradres] was gebleven, - wat ik eigenlijk elke dag mee bezig. Maar toen ik daarna in [huidige woonplaats] ging wonen en naar de wilde - dan was ik er niet gekomen. Mijn gastgezin heeft me aangemoedigd om zelf een universiteit ging, ging ik me meer focussen op de opleiding, en minder op de Nederlandse opleiding te starten in de nieuwe stad”. taal. De opleiding is in het Engels, dat helpt ook niet”. (Syrische man, gelogeerd via TCBnB). (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

In onderstaand citaat beschrijft een respondent dat hij het (goede) voorbeeld van het En diverse respondenten vinden dat het logeren heeft bijgedragen aan het opdoen van gastgezin heeft willen volgen, en dat dit hem heeft gestimuleerd om werk te zoeken. nieuwe sociale contacten.

“Toen ik bij het gastgezin ging wonen, dacht ik: “Ik moet ook gaan werken”. Zij werken “Logeren heeft directe invloed op onze sociale contacten met Nederlanders. Bijvoorbeeld fulltime en ik was alleen thuis. Ze hebben ook een uitgebreid sociaal leven en ze doen een we gaan nu naar de kerk en wij hebben direct contact met Nederlanders. […]. Ons netwerk hoop. Dus toen ben ik ook gaan werken en naar [taal]school gegaan. Ik denk dat zij wel een is nu uitgebreid en wij zijn er echt trots op. Bij logeren kan jij heel makkelijker een goed grote invloed daarop zijn”. netwerk opbouwen aangezien je ook met het netwerk van je gastgezin te maken krijgt”. (Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). (Iraans koppel, gelogeerd via TCBnB).

Dat de respondenten Nederland hebben leren kennen, en meer van Nederland en

Nederlanders zijn gaan begrijpen, noemen zij ook als een opbrengst van het logeren.

De relatie tussen logeren en je thuis voelen in Nederland wordt door respondenten Tot slot: desgevraagd zouden alle respondenten het logeren – mits de match goed is en vooral gelegd in het feit dat er positiviteit en stimulans uitgaat van het onbaatzuchtige je kunt samenwonen – aanraden aan andere statushouders.

gebaar van de gastgezinnen om een vreemdeling in huis te nemen. “Het [logeren] is echt een goed idee, het biedt de beste start voor iedereen die een nieuw

“Door het logeren voel ik mij hier meer thuis. Het is een heel aardige familie. […]. En het leven in Nederland wil beginnen en/of dingen in Nederland wil ontdekken”. is heel fijn om te zien dat er mensen zijn die voor niets je hun huis aanbieden. Dat vind ik (Syrische man, gelogeerd via TCBnB).

wonderbaarlijk. Hoe geweldig is het om gewoon een aardig mens te kunnen zijn, zonder

reden”. 7.5.1 Vergelijking met statushouders die gelogeerd hebben bij familie/ (Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB). vrienden

Desgevraagd vertelt een aantal respondenten dat zij zich gezonder voelen door het De statushouders die bij vrienden of familie logeerden vonden het een stuk lastiger om logeren. Een respondent refereert daarbij aan de fysieke gezondheid, maar vaker aan te geven wat het logeren eventueel heeft bijgedragen aan hun participatie(kansen). vertellen de respondenten dat ze zich – door het logeren – mentaal beter voelen. Ten tijde van het interview logeerden respondenten nog bij het gastgezin. Dit maakt

het lastig om het belang van het logeren te kwalificeren. De statushouders die hebben

“Ik eet beter. En ik woon echt in een ontspannen omgeving, dat helpt geestelijk heel erg.

Ik breng tijd door met mensen die een normaal leven hebben. Dat helpt mij gezondheid gelogeerd bij familie of vrienden vonden in het algemeen de interviewvragen lastiger

mentaal en fysiek vooruit”. te beantwoorden, zeker als daarin gevraagd werd om te reflecteren op de eigen situatie.

(Iraanse man, gelogeerd via TCBnB). “Ik weet het niet [of het logeren helpt bij participatie] maar het gaat wel beter met mij.”

“Zodra je eruit komt [AZC] – misschien ligt het aan mij – maar je denken verandert (Iraakse vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

meteen! Je kan aan andere dingen denken. Bijvoorbeeld: ik heb mijn huis nog niet, maar ik

kan wel dingen doen. Ik voel me nu net zoals toen ik reisde, ik voel me vrij als een student. De grootste opbrengst van het logeren ligt wat hen betreft in het feit dat zij zich (mentaal)

[…]. Het voelt alsof ik kan stoppen met me zorgen maken. Mijn huis is vertraagd, maar dat veel beter voelen doordat zij het AZC hebben verlaten, zoals ook al naar voren kwam in maakt niet uit, ik heb dat nu niet nodig”. hoofdstuk 6.

(Jemenitische vrouw, gelogeerd via TCBnB). “ Op het AZC was ik elke dag nerveus door alle mensen, ik kon niet helder nadenken.”

“Eigenlijk zij heeft [gastvrouw] me gered. […]. Ze is heel rustig. Een jaar lang ging ik naar (Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

een psycholoog, maar onbewust heeft zij mij meer geholpen. Toen ik bij haar binnen kwam was ik heel nerveus, heel gestrest en omdat ze een heel rustig persoon is kon ze gewoon mij “Ik begon te leven als een normaal mens, een normaal leven. Want als je in het AZC woont, laten kalmeren en nu ben ik rustiger en minder gespannen in vergelijking met een paar ben je totaal uitgeput, een extreem stressvolle omgeving.” maanden geleden”. (Russische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden). (Palestijnse man, gelogeerd via TCBnB).

Daarnaast zorgt het logeren ervoor dat zij letterlijk dicht bij hun familie zijn en ook dit

draagt bij aan hun welbevinden.

Een aantal mensen gaat daarin een stap verder en geeft aan meer zicht te hebben in

“Omdat ik met mijn familie hier ben, voel ik me ook thuis, in plaats van met onbekende

mensen op het AZC.” ( verschillen en overeenkomsten en dat je daardoor een bredere blik hebt gekregen

Turkse vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden). op maatschappelijke vraagstukken. En dat ze door hun ervaringen met het logeren bepaalde zaken meer in perspectief kunnen plaatsen.

“Ja, ik voel me meer thuis in Nederland. Want ik ben bij mijn broer. Het is beter om hier

met iemand te zijn in plaats van alleen. Want als je alleen in een nieuw land bent, is het Maar ook het sociale aspect van een logé in huis nemen zien de gastgezinnen als een

best moeilijk.” opbrengst van het logeren.

(Syrische vrouw, gelogeerd bij familie/vrienden).

De statushouders die logeerden bij familie of vrienden zien geen meerwaarde van “Vrolijkheid in huis, veel gesprekken en uitwisseling (…).” ( TCBnB gastgezin van Iraanse man).

het logeren voor het leren van de Nederlandse taal. Dit is niet verwonderlijk, want zij

spraken allemaal hun moedertaal in het gastgezin. Daarnaast hebben zij in beperkte Een gastgezin benoemt dat hij er een vriend aan heeft over gehouden. Een tweetal mate contact met gevestigde Nederlanders. Via het logeren hebben zij dus geen extra, of benoemt dat ze zichzelf ook beter hebben leren kennen door een logé in huis te hebben nieuwe contacten of contexten opgedaan die hen hebben geholpen bij het leren (spreken gehad. Het logeren heeft hen in staat gesteld om te reflecteren op hun eigen houding en van) Nederlands. gedrag.

“Ik heb mezelf beter leren kennen. Ook leuk om te zien dat hij (partner) het erg anders deed

7.6 Opbrengsten voor het gastgezin dan ik.” (TCBnB gastgezin van tweemaal een Syrische man).

Wat vinden de gastgezinnen dat het logeren hen zelf heeft opgeleverd?

De TCBnB gastgezinnen benadrukken dat ze veel geleerd hebben over andere culturen, 7.6.1 Vergelijking gastgezinnen van familie/vrienden ze weten meer over het land van herkomst van de logé en hebben een beter beeld van de De gastgezinnen van familie of vrienden vinden het lastig om de vraag wat het logeren vluchtelingenproblematiek en hoe daar in Nederland mee wordt omgegaan. hen heeft gebracht, te beantwoorden. Het in huis nemen van de logé was iets vanzelf

“We hebben leuke gesprekken met haar gehad over de situatie in Turkije, en over hoe sprekends, waarbij vooral het belang en het perspectief van de statushouder voorop

ingewikkeld het is om vluchteling te zijn. Dat het Nederlandse systeem ook niet zo stond. De gastgezinnen hebben er niettemin wel een goed gevoel over dat zij hun logé

makkelijk is om door te komen. In Nederland is het best hard binnenkomen als vluchteling. uit het AZC hebben kunnen halen. Daarnaast vindt men het prettig om veel tijd met de

Aan de andere kant zijn ook wel dingen goed geregeld (…).” logé te kunnen doorbrengen.

(TCBnB gastgezin van Turkse vrouw).

7.7 Opbrengsten voor de omgeving van gastgezinnen 7.8 Conclusies

We vroegen 10 personen uit de naaste omgeving van de TCBnB gastgezinnen of het In dit hoofdstuk stonden we stil bij de opbrengsten van de logeerregeling. Het centrale contact met de logé hen iets had opgeleverd en of dit van invloed is op de manier waarop vraagstuk is wat de eventuele meerwaarde is van het logeren voor de participatie(- zij naar het vluchtelingenvraagstuk kijken. De meeste respondenten vonden het contact kansen) van statushouders.

met de logé plezierig en een aantal heeft nog contact, of wil dit graag houden. Ten tijde van de interviews zijn alle respondenten bezig met het zetten van stappen om

“Wij hebben echt een leuke klik met hen [echtpaar]. Dus ik verwacht dan wij ook een nieuw leven in Nederland op te bouwen. Ze zijn bezig met het leren van de Nederregelmatig

contact blijven houden”. landse taal en doen – vooral als zij in het AZC wonen - vrijwilligerswerk. De status(Omgeving

van TCBnB gastgezin, kennis via de kerk). houders die hebben gelogeerd bij een TCBnB gastgezin combineren het leren van de

De meerderheid van de respondenten geeft aan dat zij iets hebben geleerd van hun Nederlandse taal het vaakst met andere activiteiten, zoals een opleiding of betaald werk.

contact met de logé. Zo geeft een persoon aan dat hij zich meer bewust is geworden van De meeste statushouders die logeerden bij een TCBnB gastgezin hebben contact met de impact die vluchten heeft op het leven van mensen. gevestigde Nederlanders. Deze contacten bestaan deels uit leden van het gastgezin,

“Ik denk misschien wat het mij heeft opgeleverd is zijn verhaal. En ook hoe de crisis mensen maar zij hebben ook contacten in de buurt, of via hun opleiding of vrijwilligerswerk.

treft. Het heeft zijn thuisland dichterbij gebracht, en de situatie daar.” Statushouders die bij vrienden of familie hebben gelogeerd, hebben iets minder vaak

(Omgeving van TCBnB gastgezin, familie van het gastgezin). contact met gevestigde Nederlanders. Statushouders die niet hebben gelogeerd, hebben

Een aantal respondenten vertelt meer inzicht te hebben gekregen in de dingen die het minst vaak contact met Nederlanders, zeker als zij nog in de opvang verblijven. Bijna vluchtelingen moeten regelen wanneer ze in Nederland komen en de manier waarop in alle respondenten hebben overigens behoefte aan meer contacten met Nederlanders.

Nederland met vluchtelingen wordt omgegaan: Statushouders die hebben gelogeerd bij een TCBnB gastgezin noemen veel (verschil

“Ik heb me meer verdiept in zo’n situatie. Daardoor heb ik nu meer inzicht in wat er lende) opbrengsten van het logeren. Met statushouders die hebben gelogeerd bij

allemaal moet gebeuren, alle aanvragen en papieren.” vrienden of familie hebben zij gemeen dat ze de mogelijkheid om het AZC eerder te

(Omgeving van TCBnB gastgezin, familie van het gastgezin). verlaten als een belangrijke meerwaarde van de logeerregeling zien. Statushouders die

“Je wordt nog eens goed met de neus op de feiten gedrukt. Ik denk dat het toch wel heel erg bij vrienden of familie verbleven benadrukken dat het voor het eigen welzijn beter is

moeilijk is voor ze. Het ligt er natuurlijk aan wat ze allemaal meegemaakt hebben, maar om bij bekenden te wonen, terwijl statushouders die bij een TCBnB gastgezin hebben

dat het ook heel erg moeilijk is om in een ander land waar je de taal niet kent en een heel

andere cultuur, om daar even te starten. En dat hoor je dan, en dat weet je. Maar je ziet het gelogeerd ook benadrukken dat de locatie van het gastgezin voor hen belangrijk was:

nu echt van dichtbij. Het is een eyeopener”. die bood – in tegenstelling tot de afgelegen ligging van het AZC – mogelijkheden om

(Omgeving van TCBnB gastgezin, familie van het gastgezin). Nederlands te gaan leren, of een opleiding te gaan volgen.

De statushouders die hebben gelogeerd noemden daarnaast dat zij (meer) sociale contacten hadden opgedaan en dat zij Nederland door het logeren beter hadden leren kennen. De logés benoemen ook dat hun mentale gezondheid goed is en sterk is verbeterd door het logeren in vergelijking met de periode in het AZC. De statushouders die niet gelogeerd hebben zijn meer verdeeld over hun (mentale) gezondheid en welbevinden. Ook benoemt een aantal van de logés via TCBnB dat zij door het logeren beter

Nederlands zijn gaan spreken. Verreweg de meeste respondenten zijn nog ontevreden met hun Nederlandse taalvaardigheid, wat gezien hun korte verblijfsduur logisch is.

We vroegen ook aan gastgezinnen of zij voor zichzelf opbrengsten van het logeren zagen. TCBnB gastgezinnen noemen voor henzelf veel verschillende opbrengsten. Deze hangen samen met de motivatie en de verwachtingen vooraf, die we in hoofdstuk 6 bespraken. Voor de TCBnB gastgezinnen was het in huis nemen van een statushouder een weldoordachte en bewuste keuze, waaraan zij ook zélf iets wilden hebben. Dit is anders bij de gastgezinnen van vrienden of familie. Daar was het in huis nemen van de logé iets vanzelfsprekends en/of een plicht.

Tot slot vroegen we aan personen uit de naaste omgeving van de TCBnB gastgezinnen of het contact met de logé hen iets had opgeleverd en of dit van invloed is op de manier waarop zij naar het vluchtelingenvraagstuk kijken. De meerderheid van de respondenten geeft aan dat zij iets hebben geleerd van hun contact met de logé. Het vaakst vertelden zij dat zij meer zicht hebben gekregen op (de complexiteit van) het vluchtelingenvraagstuk.

Hun contact met de logé gaf dit vraagstuk letterlijk een ‘gezicht’. De respondenten waren naar eigen zeggen op voorhand al betrokken bij het thema en stonden positief tegenover de opvang van vluchtelingen in Nederland. Dat is door deze ervaring niet veranderd.

8 Conclusies

We hebben kwalitatief onderzoek gedaan naar de mogelijke meerwaarde en opbrengsten worden betrokken. Statushouders kunnen dus logeren bij twee typen gastgezinnen: een van de COA logeerregeling voor de participatie van statushouders. We onderzochten gastgezin dat bestaat uit vrienden of familieleden, of een gastgezin van onbekenden via het logeren via TakeCareBnB (TCBnB). Dit is een vrijwilligersinitiatief, dat zich richt de organisatie TCBnB. In de pilotperiode van februari 2018 – februari 2019 hebben 188 op het realiseren van matches tussen statushouders die willen logeren en gastgezinnen. statushouders gelogeerd. Het grootste deel daarvan, namelijk 80%, logeerde bij vrienden We vergeleken drie groepen: statushouders die logeren via TCBnB, statushouders die of familie. Uit ons kwalitatieve onderzoek blijkt dat de leden van deze gezinnen vaak zelf (zonder tussenkomst van een intermediaire organisatie) bij familie en vrienden logeren betrekkelijk kort in Nederland wonen en afkomstig zijn uit hetzelfde herkomstland als en statushouders die niet logeren, maar in het AZC verblijven totdat hun woning de logé. De persoonlijke (familie)band is het belangrijkste motief om hun naaste tijdebeschikbaar is. We onderzochten ook onder welke condities logeren meerwaarde heeft. lijk in huis te nemen.

Met de resultaten van het onderzoek wil het COA een onderbouwde beslissing maken 53 statushouders verbleven bij een TCBnB-gastgezin. De leden van deze gastgezinnen of zij de pilot wel of niet wil voorzetten. We voerden literatuuronderzoek uit, deden hebben doorgaans geen migratieachtergrond. Zij stellen hun huis tijdelijk open voor interviews en (groeps)gesprekken met alle betrokken partijen, waaronder logerende een statushouder om concrete handen en voeten te geven aan hun wens een bijdrage te en niet-logerende statushouders, gastgezinnen, personen in de omgeving van gastgekunnen leveren aan de opvang en integratie van statushouders. De overgrote meerderzinnen en professionals en vrijwilligers van betrokken organisaties. De hoofdvraag van heid van de statushouders gaat niet logeren en verblijft in de opvang totdat de woning het onderzoek luidde: beschikbaar komt.

Wat zijn de (mogelijke) opbrengsten van de logeerregeling voor de participatie en inte Ten tijde van het verschijnen van dit rapport is de gemiddelde wachttijd voor statushougratie van statushouders die via TCBnB logeren, vergeleken met statushouders die in ders in de opvang 20-24 weken. Hoewel de precieze wachttijd tot uitplaatsing naar de een AZC, of bij familie en vrienden verblijven, en onder welke condities wordt deze gemeente verschilt per persoon, kunnen we concluderen dat veel statushouders vanaf meerwaarde bereikt? het moment dat ze weten dat ze in Nederland mogen blijven, nog een aanzienlijke tijd

in de opvang verblijven. Als men zekerheid heeft over de verblijfsstatus, zo blijkt ook

8.1 Waarde van de vernieuwde logeerregeling uit ons onderzoek, wil men snel starten met het opbouwen van een leven in Nederland. Statushouders zijn voormalig asielzoekers die als vluchteling zijn erkend, en daarom Ook de overheid gaat hiervan uit: vanaf het moment van statusverlening zijn statushoude vluchtelingenstatus hebben gekregen. Zij mogen (tijdelijk) in Nederland blijven. ders inburgeringsplichtig. Dit betekent dat zij vanaf dat moment 3 jaar de tijd krijgen De logeerregeling is bedoeld voor statushouders die in de opvang wachten totdat de (of vijf jaar als men analfabeet is) om zich voor te bereiden op, en te slagen voor het woning in de gemeente waaraan zij gekoppeld zijn, beschikbaar is. De logeerregeling inburgeringsexamen. Het COA is de afgelopen jaren verschillende activiteiten gericht maakt het mogelijk dat deze statushouders kunnen logeren bij vrienden of familie, of op integratie gaan aanbieden. Echter, de statushouders zijn van mening dat het ondereen gastgezin dat tijdelijk een statushouder wil opvangen totdat de eigen woning kan nemen van activiteiten gericht op het starten van een nieuw leven in Nederland niet lukt

in de centrale opvang. Allereerst omdat bewoners zich in een AZC buiten de samenlemotivatie is om te gaan logeren. Wij merken op dat statushouders die logeren – en dan ving geplaatst voelen. In ons onderzoek noemden statushouders diverse aspecten van met name degenen die dat via TCBnB doen – een veel duidelijker idee hebben van hoe het leven in een AZC die op gespannen voet staan met hun wens - en de verwachting ze een leven in Nederland willen opbouwen en welke stappen ze daarvoor gaan zetten. van de overheid - om snel te integreren. Men leeft gedwongen met andere (kwetsbare) De mogelijkheid om te gaan logeren blijkt hierbij goed aan te sluiten.

personen samen, er is weinig privacy en er zijn veel prikkels, die het lastig maken om een Logés beschrijven dat zij in het gastgezin tot rust zijn gekomen en zich (mentaal) veel eigen plan te maken en uit te voeren. Een deel van de statushouders voelt zich bovenbeter voelen dan in het AZC, ondanks het feit dat het logeren voor beide partijen soms dien onveilig in de opvang, door de inrichting van de fysieke ruimte, vanwege medeeen uitdaging is wat betreft privacy. Dat men in het gastgezin welkom is geheten – en dat bewoners of de afgelegen ligging. Omdat statushouders vaak ook letterlijk buiten de het gezin in hun eigen huis letterlijk en figuurlijk plaats hebben gemaakt voor de logé – samenleving geplaatst zijn, is het praktisch gezien lastig activiteiten te ondernemen die geeft bovendien vertrouwen en een gevoel dat men gewenst is.

bijdragen aan participatie en integratie. Statushouders in afgelegen AZC’s vertellen dat

zij – ook vanwege de hoge kosten voor openbaar vervoer – nauwelijks het AZC verlaten. Door te gaan logeren, gaat men als het ware van een plek buiten de samenleving, naar Dit maakt het bijzonder lastig om contact met Nederlanders te krijgen en een nieuw een plek (midden)in de samenleving. In de vernieuwde logeerregeling en de afspraken netwerk op te bouwen, iets dat ook naar inschatting van onze respondenten onontdie het COA heeft gemaakt met TCBnB, is de ambitie opgenomen dat het logeeradres beerlijk is bij het opbouwen van een nieuw leven. Kortom, statushouders zitten ook na bij voorkeur in de gemeente is waar de statushouder ook een woning zal krijgen toegestatusverlening als het ware in de wachtstand: het leven in Nederland begint pas als men wezen. Dit vanuit de gedachte dat statushouders hun nieuwe woonplaats dan snel leren uit het AZC is. kennen en de gemeentelijke ondersteuning bij wegwijs worden, of arbeidstoeleiding

kan starten. Deze ambitie van COA is wat betreft de statushouders die bij familie en

De logeerregeling maakt het mogelijk om eerder het AZC te verlaten. Voor alle logevrienden logeren niet realistisch, want de statushouders komen terecht in de woonrende statushouders in ons onderzoek, was de mogelijkheid om eerder uit het AZC te plaats van hun naasten. TCBnB probeert aan de ambitie om in de eigen woonplaats te kunnen vertrekken, een belangrijke – en in veel gevallen dé belangrijkste – reden om logeren zo goed mogelijk tegemoet te komen door een logeeradres in de gekoppelde aan de logeerregeling deel te nemen. Het logeren is een oplossing om te ontsnappen gemeente te zoeken. Dit is echter geen geringe opgave, en het lukt dan ook lang niet aan de hierboven genoemde negatieve aspecten aan het leven in een AZC. Ook is het altijd. In ongeveer de helft van de matches is sprake van een plaatsing in de gekoppelde een mogelijkheid om meer zeggenschap over het eigen leven te kunnen krijgen. Statusgemeente. Daarnaast is een deel van de statushouders gematcht aan een gezin in een houders in ons onderzoek die niet logeerden waren doorgaans veel positiever over gemeente in de buurt van de gekoppelde gemeente.

hun verblijf in het AZC, ook na statusverlening. Men ervoer minder hinder van het

gedwongen samenleven, deed vaker vrijwilligerswerk op de opvanglocatie en maakte Statushouders die logeren via TCBnB hechten weinig belang aan het logeren in de gekopmeer gebruik van op integratie gerichte activiteiten, zoals taallessen op het AZC. Hieruit pelde gemeente. Statushouders die via TCBnB hebben gelogeerd bleken wél een sterke valt af te leiden dat negatieve ervaringen met het wonen op een AZC een belangrijke voorkeur te hebben voor een bepaalde locatie. Men wilde graag logeren in een specifieke

(universiteits)stad, waar men kan starten met (een voorbereidingsjaar op) een opleidirecte taalverwerving moet niet worden overschat, maar gastgezinnen dragen hieraan ding. Kortom, voor statushouders die al een concreet plan hebben rondom opleiding wel op een bescheiden manier bij, door het Nederlands uit te leggen of te vertalen.

of werk, doet de locatie van het gastgezin ertoe. In de praktijk blijkt het zoeken van, en Van de logeerregeling werd ook verwacht dat de gastgezinnen hun logés zouden ondermatchen aan gastgezinnen die in de gekoppelde gemeente wonen, op dit moment niet steunen bij het wegwijs worden in Nederland. Dit blijkt in de praktijk zeker het geval. De veel op te leveren. Weliswaar wordt een verhuizing naar weer een andere gemeente zo ondersteuning in gastgezinnen heeft betrekking op zowel de formele, of institutionele voorkomen, maar in de praktijk komt gemeentelijke ondersteuning bij wegwijs worden context, als op de informele context en sociale contacten. In bijna alle gevallen hebben of arbeidstoeleiding pas op gang als men de eigen woning heeft betrokken. TCBnB gastgezinnen hun logés geholpen bij communicatie met instanties of de over

Van de logeerregeling werd verwacht dat statushouders die bij een TCBnB gastgezin heid, bijvoorbeeld door brieven te vertalen, informatie op te vragen, of samen brieven logeren, sneller Nederlands zouden leren, omdat zij als het ware in een Nederlandstalige of mails op te stellen. Daarnaast hebben gastgezinnen soms geholpen bij de oriëntatie omgeving worden ondergedompeld. Deze verwachting blijkt volgens ons onderzoek op, of keuze voor een taalschool of opleiding. Bovendien vertellen statushouders die maar ten dele uit te komen. TCBnB stelt als eis aan zowel statushouders als gastgezin bij een TCBnB gastgezin hebben gelogeerd dat zij veel te weten zijn gekomen over ‘hoe dat zij (een beetje) Engels spreken, zodat – zeker in de eerste weken als men elkaar Nederland werkt’, doordat zij met hun gastgezin hier veel over hebben gepraat. Hiermoet leren kennen – men met elkaar kan praten. In de praktijk blijken statushouders door hebben zij een beeld gekregen van de werking van de Nederlandse bureaucratie en met hun gastgezinnen vaak voornamelijk Engels te spreken, soms gecombineerd met de verwachtingen die de overheid van haar burgers heeft.

Nederlands. In een enkel geval wordt afgesproken uitsluitend Nederlands met elkaar te Ook statushouders die bij familie of vrienden hebben gelogeerd vertellen dat zij spreken. Maar ook als men niet (voortdurend) Nederlands met elkaar spreekt, kunnen geholpen zijn door hun gastgezin. De leden van deze gastgezinnen zijn veelal ervastatushouders wat Nederlands opsteken. Bijvoorbeeld door gericht te vragen naar de ringsdeskundigen: zij hebben zelf betrekkelijk kort geleden de asielprocedure en het betekenis van woorden, zinnen of uitdrukkingen of door samen naar de Nederlandse zich vestigen in Nederland doorleeft en hebben daarmee een uniek soort kennis, die televisie te kijken. Al met al stellen statushouders die hebben gelogeerd bij een TCBnB waardevol blijkt voor hun logés. Zij kunnen hun logé meer, of op een andere manier gastgezin dat het logeren hen (een beetje) heeft geholpen bij het leren van Nederlands. dan personen zonder recente vlucht- en migratieachtergrond, bijstaan bij het wegwijs Dit is niet het geval bij statushouders die bij familie of vrienden hebben gelogeerd. worden in Nederland. Zij zijn bekend met de betrokken instanties, zoals het COA en Deze familie of vrienden zijn vaak zelf pas kort in Nederland en in de praktijk spreekt VluchtelingenWerk. Ook weten ze wat de overheid vraagt van nieuwkomers.

men onderling voornamelijk de moedertaal. Overigens zeggen statushouders die bij

vrienden of familie hebben gelogeerd dat zij soms wél aan hun gastgezin vragen hebben Beide type logés profiteerden van de introductie door het gastgezin in hun eigen sociale gesteld over de betekenis van Nederlandse woorden, bijvoorbeeld in brieven van instannetwerken. Gegeven de achtergrondkenmerken van de gezinnen, hebben statushouties. Kortom, het belang van het logeren bij een Nederlandssprekend gastgezin voor de ders die bij een TCBnB gastgezin hebben gelogeerd op deze manier veel vaker kennisgemaakt

met gevestigde Nederlanders, terwijl de statushouders die bij vrienden of familie logeerden vooral zijn geïntroduceerd in kringen van (voormalig) landgenoten. niet-logerende statushouders in ons onderzoek juist wél vaak. Dit vrijwilligerswerk De mate waarin zij aan deze introductie ook eigenstandige sociale contacten hebben vond in de meeste gevallen plaats op het AZC, ten behoeve van (de bewoners van) het overgehouden, wisselt per individu. Maar beide type logés zouden graag (nog) meer AZC, en had daardoor minder een bredere maatschappelijke functie.

contacten willen met gevestigde Nederlanders. Logés bij TCBnB gastgezinnen en bij Als we kijken naar consumptieve participatie - activiteiten gericht op zelfontplooiing familie of vrienden hebben culturele activiteiten of uitstapjes ondernomen met het gasten het eigen welzijn - dan zien we dat beide type logés hiervoor door het logeren meer gezin, die hen een (beter) beeld hebben gegeven van Nederland en Nederlanders. Tot mogelijkheden hebben gekregen. Door niet langer buiten, maar ín de Nederlandse slot: het logeren geeft een gevoel van veiligheid en gebondenheid. Dat manifesteerde samenleving te wonen, is het (meer) mogelijk om gebruik te maken van bijvoorbeeld zich het sterkst bij statushouders die bij familie of vrienden logeerden. Die veilige basis winkels, de bibliotheek, sportfaciliteiten, of de openbare ruimte in het algemeen. Zoals maakt het zetten van stappen richting het opbouwen van een nieuw leven in Nederland we hierboven al opmerkten, draagt dit sterk bij aan een gevoel van welbevinden. Statusmakkelijker. houders die bij een TCBnB gastgezin hebben gelogeerd lijken in ons onderzoek veel

gerichter en explicieter op zoek naar mogelijkheden om zichzelf (verder) te ontplooien.

8.2 Resultaten: diverse vormen van participatie nader We noemden al hun deelname aan een opleiding of de voorbereiding daarop. Het toegelicht logeren is voor hen een manier om sneller meer zeggenschap te krijgen over het eigen

Wat zijn de resultaten van het logeren voor de participatie van statushouders? Gegeven levenspad in Nederland, waar ze vaak al plannen voor hebben of stappen in gezet de (zeer) korte verblijfsduur zal de positie van statushouders in de samenleving, die met hebben. We merkten al op dat statushouders die niet logeerden nog minder bezig zijn behulp van het integratiebegrip in beeld wordt gebracht, per definitie sterk afwijken met het maken van een plan voor een toekomst in Nederland. Doordat zij zich op een van die van personen die lang(er) in Nederland wonen. In ons onderzoek hebben we (soms afgelegen) AZC bevinden, hebben zij ook in praktische zin minder mogelijkdaarom gekeken naar diverse vormen van participatie, die een beeld geven van wat men heden om activiteiten gericht op het eigen welzijn te ondernemen.

doet om deel te (gaan) nemen aan de samenleving. Als we kijken naar maatschappe Voor netwerkparticipatie – de ongeorganiseerde informele omgang met familie, buren lijke participatie – activiteiten waarmee men groepen of personen in de samenleving en vrienden – geldt dat beide type logés hebben geprofiteerd van het logeren. Door het van dienst is – dan zien we dat vooral statushouders die logeren bij een TCBnB gastinwonen bij een gastgezin, in een reguliere woonomgeving, heeft men nieuwe sociale gezin het vaakst al stappen ondernemen, meestal door een opleiding - of een voorbecontacten opgedaan. Logés die bij familie of vrienden verbleven, troffen daar bovenreidend jaar hierop – te gaan volgen. Een enkeling heeft een betaalde baan. Een aantal dien lotgenoten, die recente eerstehands ervaring hadden met de asielprocedure en het van hen is bovendien actief als vrijwilliger. Beide type logés zijn bovendien in de meeste vestigen in Nederland. Statushouders die logeerden bij een TCBnB gastgezin kregen gevallen bezig met de verplichte inburgering. Statushouders die niet logeren, maar in de meer contact met gevestigde Nederlanders, iets waaraan alle respondenten in ons opvang verblijven, verrichten daar doorgaans (nog) geen activiteiten die gericht zijn op onderzoek groot belang hechten bij het opbouwen van een nieuw leven. Statushouders

maatschappelijke participatie. Een uitzondering daarop is vrijwilligerswerk: dat deden die niet logeerden hebben na statusverlening geen nieuwe sociale contacten (buiten duceerd in mogelijk waardevolle sociale netwerken, die op termijn kunnen bijdragen het AZC) opgedaan. Zij hebben de verwachting dat zij een nieuw netwerk kunnen aan integratie.

opbouwen in de gemeente waar men zal worden gehuisvest. Dat statushouders die logeren bij een TCBnB gastgezin het meest profiteren van het

logeren is, zo blijkt uit ons onderzoek, mede te verklaren uit het feit dat zij specifieke

8.3 (Meer)waarde en voor wie? kenmerken hebben. Zo zijn zij vaak jong, hoger opgeleid, Engelssprekend en hebben zij

We concluderen dat de logeerregeling bijdraagt aan een snellere start voor statushouvoorafgaand aan het logeren al een duidelijk beeld van hoe zij in Nederland een leven ders met het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. Statushouders verlaten via willen opbouwen - vaak via een opleiding – en wat en wie zij hiervoor nodig hebben. Zij de logeerregeling het AZC, een context die het (gaan) meedoen in de samenleving hebben kortom een sterke motivatie en vaardigheden om een nieuwe start te maken. Zij belemmert. Door het logeren gaan statushouders wonen in een context waarin voorgebruiken de logeerregeling om sneller het AZC te kunnen verlaten om aan hun doelen waarden voor participatie vaak wél aanwezig zijn: zeggenschap over de eigen dagbestete kunnen gaan werken. Door betrokkenen worden deze statushouders gekwalificeerd ding/dagindeling, (mentale) rust, een omgeving met een aanbod aan voorzieningen die als “mensen die het toch wel redden”. Ook statushouders die gaan logeren bij vrienden voor inburgering of participatie relevant zijn, en een ondersteunende huiselijke omgeof familie willen weg uit het AZC. Zij kunnen dit – ook zonder dat zij al een uitgeving, waarin men zich welkom voelt. Statushouders die logeren bij familie of vrienden werkt plan hebben om een start te maken - via de logeerregeling gemakkelijk realiseren ervaren rust, geborgenheid en veiligheid bij hun naasten. Daarnaast profiteren zij van omdat zij familie of vrienden hebben die bereid zijn hen tijdelijk op te vangen. Ook de ervaringen en ervaringskennis van hun naasten, die zich doorgaans zelf recent in vaardigheden die van statushouders (die via TCBnB gaan logeren) worden gevraagd, Nederland hebben gevestigd. Dat logés bij ervaringsdeskundigen terecht kunnen, zou zoals enige beheersing van het Engels en in praktische zin, het doen van de aanvraag bij kunnen bijdragen aan hun participatiekansen, bijvoorbeeld doordat zij sneller zicht TCBnB, spelen geen rol bij het logeren bij naasten. In ons onderzoek zien we dat statuskrijgen op wat de overheid en instanties van hen vragen. Het belang hiervan moet niet houders die bij familie of vrienden logeren meer ondersteuning nodig hebben om hun worden overschat; de gastgezinnen bevinden zich soms zelf in een kwetsbare positie, weg in Nederland te vinden. Deze is niet altijd voorhanden.

bijvoorbeeld omdat zij de Nederlandse taal nog niet goed machtig zijn, en derhalve niet Uit onderzoek naar de positie van vluchtelingen die langer geleden naar Nederland zijn altijd toegang hebben tot relevante informatie. gekomen, weten we dat een langere periode van inactiviteit, of het ontbreken van moge

Ook de context van TCBnB gastgezinnen heeft specifieke elementen die gunstig zijn lijkheden om te werken aan het eigen toekomstperspectief in de ontvangende samenlevoor participatie. Er zijn mogelijkheden om Nederlands te oefenen in de praktijk en om ving, leidt tot slechtere uitkomsten wat betreft participatie en integratie. De meerwaarde ondersteuning te krijgen van gevestigde Nederlanders, die intrinsiek gemotiveerd zijn van de logeerregeling is kortom vooral gelegen in het gegeven dat statushouders door om te helpen. Daarnaast wordt men door het logeren bij een TCBnB gastgezin geïntrote gaan logeren, sneller kunnen starten met het opbouwen van een leven in Nederland,

waardoor minder kostbare tijd verloren gaat.

In ons onderzoek keken we tot slot ook of de logeerregeling op dit moment een meer VluchtelingenWerk Nederland is betrokken bij de landelijke werkgroep rondom de waarde heeft voor (het draagvlak voor) integratie van statushouders in de samenleving. logeerregeling. Het logeren vindt tot slot plaats in gemeenten, die – voor zover het om Die meerwaarde zou kunnen optreden – zoals TCBnB veronderstelt op haar website – statushouders gaat die gekoppeld zijn – verantwoordelijk zijn voor de maatschappelijke “wanneer mensen met elkaar in contact komen, angst verdwijnt en wederzijds begrip begeleiding en arbeidstoeleiding van statushouders. Vanaf 2021 treedt een nieuw inburontstaat”. We vonden dat personen in de omgeving van TCBnB gastgezinnen aangaven geringsstelsel in werking, waarin gemeenten bovendien de regie over de inburgering dat zij meer inzicht hebben gekregen in het vluchtelingenvraagstuk en het logeren bij krijgen.

het gastgezin (zeer) positief kwalificeren. Tegelijkertijd bleek dat deze personen op Onder een deel van de statushouders die in de centrale opvang in afwachting zijn van voorhand al positief stonden ten opzichte van het vluchtelingenvraagstuk. Het logeren het gereedkomen van hun woning leeft de wens om het AZC al eerder te verlaten. De lijkt voornamelijk plaats te vinden in contexten waar draagvlak voor opvang al aanwezig logeerregeling maakt dit mogelijk. De regeling is in principe beschikbaar voor alle is. We zien echter een ander maatschappelijk belang van de logeerregeling. De regestatushouders van 21 jaar en ouder in de opvang. In de praktijk is er echter een aantal ling biedt burgers de mogelijkheid om heel concreet vorm en uiting te geven aan hun zaken die het logeren in de weg kunnen staan.

maatschappelijke betrokkenheid. Zij kunnen statushouders die wachten op een woning

iets bieden dat professionals en vrijwilligers niet te geven hebben, namelijk een tijdelijk Allereerst blijkt dat de mogelijkheid om te gaan logeren nog onvoldoende bekend is thuis en een uitnodiging om zich van mens tot mens tot elkaar te verhouden. Daarmee bij zowel statushouders als medewerkers van AZC’s. Dit verklaart wellicht het geringe vormen maatschappelijke initiatieven zoals TCBnB, maar ook het ongeorganiseerde aantal deelnemers aan de logeerregeling. Hoewel het COA naar eigen zeggen zowel logeren bij naasten een belangrijke aanvulling op de professionele en vrijwillige onderde eigen medewerkers als statushouders standaard attendeert op de mogelijkheid van steuning bij het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. logeren, blijkt uit ons onderzoek dat deze informatie niet altijd ‘landt’: statushouders die

niet hebben gelogeerd, kennen de logeerregeling soms niet, en COA medewerkers die

8.4 Condities logerende statushouders begeleiden melden dat collega’s niet op de hoogte zijn van de regeling. TCBnB wil hun ondersteunende rol bij het logeren graag onder de aandacht

Hier bespreken we onder welke condities het logeren meerwaarde heeft voor particibrengen van statushouders in de opvang. En hoewel op landelijk niveau sprake is van patie en integratie. Ook bespreken we richtingen waarin de logeerregeling verder kan een constructieve samenwerking, lukt het ondanks afspraken hierover, nog niet altijd worden uitgewerkt en geïmplementeerd. om voorlichting te mogen geven op AZC’s. Het COA zou meer kunnen investeren in

Bij de logeerregeling zijn diverse partijen betrokken. Allereerst is er het COA, die een communicatie over de logeerregeling, zodat deze breder bekend wordt. Dit kan bijvoorwettelijke verantwoordelijkheid heeft voor de opvang van statushouders tot aan de beeld door in de richting van medewerkers meer te communiceren over (goede) ervauitplaatsing naar een woning in de gekoppelde gemeente. TCBnB maakt matches tussen ringen, en door trainingen over de uitvoering van de regeling te geven. De informatie aan gastgezinnen en statushouders die willen logeren en begeleidt beide ‘partijen’ hierbij. statushouders over de logeerregeling zou naar verwachting beter worden begrepen en

beklijven als deze wordt herhaald, of als voorbeelden zouden worden gebruikt. TCBnB houders niet te verliezen, en hen - via het spreekuur - ondersteuning aan te bieden. Dat zou wat betreft hun voorlichting geholpen zijn bij een soepeler toegang tot AZC’s. ook tijdens het logeren frequent contact bestaat tussen statushouders en het COA is

Daarnaast zien gastgezinnen en statushouders soms af van logeren vanwege de mogebovendien van belang in verband met de communicatie over de te betrekken woning. lijke financiele repercussies voor het gastgezin. Het gaat concreet over de kostende Statushouders ervaren de wekelijkse meldplicht als een onnodige last. Omdat statuslersnorm. Deze norm bepaalt dat, als men een woning deelt met meer volwassenen, de houders niet zelf het moment van melden kunnen bepalen (of wijzigen), komt het voor bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Gezinnen met een bijstandsuitkering die dat zij op participatie gerichte activiteiten -zoals taallessen of (betaald) werk - moeten willen optreden als gastgezin, lopen zo het risico op hun uitkering gekort te worden. We onderbreken of staken, om naar het betreffende AZC te reizen voor een - in hun belehebben door ons onderzoek geen inzicht gekregen in hoe vaak de kostendelersnorm ving - uitsluitend administratieve handeling. Het COA zou het voldoen aan de wekereden is om van logeren af te zien. Wel hebben we van betrokkenen gehoord dat de lijkse meldplicht beter kunnen faciliteren door het mogelijk te maken dat statushouders kostendelersnorm reden is om af te zien van logeren via de logeerregeling. In sommige zelf het moment van melden kunnen inplannen, en desgewenst wijzigen. Daarnaast zou gevallen wordt dan gekozen voor informeel logeren, dat wil zeggen, zonder officieel het COA op een meer outreachende manier invulling kunnen geven aan de ondersteumedeweten van het COA en zonder gebruik te (kunnen) maken van de faciliteiten van ningsmogelijkheden van het spreekuur. Sommige logerende statushouders zijn gebaat de logeerregeling. Dit zien we terug in de cijfers van TCBnB: van de 53 matches die zij in bij een periodieke afspraak, waarin actief wordt uitgevraagd hoe het gaat en of (verdere) een jaar maakten, waren er 14 informeel, dat wil zeggen dat buiten de regeling om werd ondersteuning nodig is. Het verdient aanbeveling om (in die gevallen) aan logerende gelogeerd. Het COA heeft gemeenten in een brief al eerder opgeroepen de kostendestatushouder een eigen casemanager toe te wijzen.

lersnorm in geval van logeren niet te handhaven. Hieraan hebben sommige gemeenten Het COA wil op basis van de uitkomsten van dit onderzoek nader bepalen of en hoe men wel, en anderen geen gevolg gegeven. Als alle gemeenten zouden afzien van het handverder gaat met de logeerregeling. Naast de concrete verbeterpunten die we hierboven haven van de kostendelersnorm in geval van het tijdelijk logeren van statushouders in hebben genoemd, stellen we voor dat betrokken partijen - naast het COA en TCBnB bijstandsgezinnen, dan zou deze drempelkomen te vervallen. ook VluchtelingenWerk en gemeenten - zich gezamenlijk buigen over het inrichten van

Een laatste obstakel dat het logeren op dit moment in de weg kan staan is de wekelijkse een structuur die logeren faciliteert en waar nodig begeleiding biedt.

meldplicht voor statushouders bij het AZC. Als statushouders gaan logeren, krijgen In ons onderzoek zagen we dat er sprake is van twee typen logeren en logés. De statuszij een administratieve inschrijving bij het AZC dat het dichtst in de buurt ligt van het houders die logeren via TCBnB zijn te kenschetsen als personen met een sterke motigastgezin. Daar moet men zich wekelijks op een vast, vooraf bepaald tijdstip melden. vatie om een nieuw leven te starten en met vaardigheden om zelfstandig aan hun doelen Daar kan men ook gebruik maken van de spreekuurvoorziening van het betreffende te gaan werken. We verwachten dat - mits praktische obstakels worden weggenomen centrum. Het melden is een wettelijke plicht. Het COA hecht aan de meldplicht omdat - voor deze logés geen extra faciliteiten of begeleiding noodzakelijk zijn. De rol van het naar eigen zeggen de beste (enige) manier is om het contact met logerende status TCBnB blijft hierin onverminderd belangrijk. Zij zorgen voor een goede match en vooralsnog zijn betrokkenen – gastgezinnen en logés – tevreden over de (mogelijkheden eigen toekomstige woonplaats - en die kans is bijzonder klein - start de begeleiding pas voor) begeleiding door TCBnB. Op dit moment wordt bij de matching gestreefd naar ná het logeren. Het zou goed zijn als betrokken partijen de handen ineenslaan om op het plaatsen van de statushouder in een gastgezin in de gemeente waaraan men gekopmaat in deze lacune te voorzien. Hierboven gaven we al aan dat het COA hun onderpeld is. Ons onderzoek laat zien dat er meer aanleiding is om bij het matchen aan te steuningsmogelijkheden meer outreachend zou kunnen aanbieden. Tegelijkertijd zou sluiten bij de participatieplannen van statushouders, bijvoorbeeld als het gaat om het het voor deze doelgroep goed zijn als een lokale, praktische begeleiding en ondersteuwonen in de nabijheid van de (voor)opleiding die men gaat doen. Overigens vraagt dit ning bij aanvang van het logeren kan starten. Het COA en/of de gekoppelde gemeente geen koerswijziging van TCBnB, omdat statushouders doorgaans een (voor)opleiding kunnen het budget voor (maatschappelijke) begeleiding alvast vrijmaken voor de logekiezen die in (de buurt van) hun toekomstige woonplaats ligt. rende statushouder (ook als deze nog niet in de gemeente woont). De organisatie die in

De statushouders die gaan logeren bij familie of vrienden maken via de logeerregeling dat geval gefaciliteerd zou worden om deze ondersteuning en begeleiding te verzorgen gebruik van de mogelijkheid om tijdelijk bij naasten te gaan wonen. Over het algemeen - bijvoorbeeld VluchtelingenWerk - zou dit dan zo moeten inrichten dat deze overhebben zij (nog) geen uitgewerkt plan of strategie gericht op participatie. Zij hebben draagbaar is naar (VluchtelingenWerk in) de gemeente waaraan de statushouder gekophierbij meer ondersteuning nodig. Op dit moment valt er onbedoeld een gat tussen peld is. De beperkte omvang van de doelgroep zorgt er volgens betrokkenen voor dat de ondersteuningsmogelijkheden voor statushouders in de opvang en die tijdens het het lastig is om hierover (landelijke) afspraken te maken. Betrokken partijen zouden logeren. Van het spreekuur van het COA waar logerende statushouders terecht kunnen ervoor kunnen kiezen om met een dergelijke inrichting van de ondersteuning te experimet vragen, wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Bovendien zijn de mogelijkheden voor menteren in een aantal gemeenten. De ervaringen en leerpunten - die wetenschappelijk ondersteuning van logerende statushouders vanuit het AZC begrensd. Hiervoor is gemonitord dienen te worden - kunnen dan worden gebruikt om ook in andere regio’s soms specifieke lokale kennis (bv van de sociale infrastructuur) nodig. de ondersteuning aan en begeleiding van logerende statushouders verder vorm te geven.

Als statushouders zich vestigen in de gemeente waaraan zijn gekoppeld zijn, hebben zij recht op maatschappelijke begeleiding, een door de gemeente betaalde en veelal door VluchtelingenWerk uitgevoerde ondersteuningsvoorziening. Deze begeleiding is gericht op het wegwijs worden en het communiceren met de overheid en instanties, zoals de woningcorporatie, zorgverzekeraar of school van de kinderen. In de praktijk blijkt echter dat deze begeleiding pas op gang komt als de eigen woning wordt betrokken. In verreweg de meeste gevallen is het gastgezin van familie of vrienden niet woonachtig in de toekomstige woonplaats van de statushouder en vindt geen begeleiding in de logeergemeente plaats. Zelfs als een statushouder gaat logeren bij vrienden of familie in de

Literatuur

Academic network for legal studies on immigration and asylum in Europe (2006). Corbin, J. M., & Strauss, A. (1990). Grounded theory research: Procedures, canons, Comparative overview of the Directive 2003/9 of 27 January 2003 laying down minimum and evaluative criteria. Qualitative Sociology, 13(1), 3–21. http://doi.org/10.1007/ standards for the reception of asylum seekers in the EU member states. The institute for BF00988593.

European studies.   Dijk, R. van, Balla, J., Ory, F., & Kramer, S. (2001). Now we have lost everything: Asylum

Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (2013). Verloren tijd. Advies over dagbesteseekers in the Netherlands and their experiences with health care. Medische Antropoding in de opvang voor vreemdelingen. De Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken logie 13(2): 284-300.

Den Haag.   Dijk, H. van, Dodoiu, G., Knappert, L., & Noor, A. (2017). A temporary home away from

Allport, G. W. (1954). The nature of prejudice. Oxford, England: Addison-Wesley. home? Een verkennend onderzoek naar de gevolgen van het tijdelijk verblijf van statuszoe

Bakker, L., Bekkers, R., Reitsma, ,J., Sederel, C., Smets, P. & Younes,Y. (2018). Vrijwillikers bij Nederlandse hosts via TakeCareBnB.

gerswerk : stimulans voor tijdige participatie en integratie? Barneveld: Significant. Dourleijn, E. (2011). Migratie en demografisch profiel. In E. Dourleijn en J. Dagevos

Blom, M., Bakker, L., Goedvolk, M., Maas-Vos, G. van der & Plaggenhoef, W. van (red.), Vluchtelingengroepen in Nederland. Over de integratie van Afghaanse, Iraakse, (2018). Evaluatie van de Wet inburgering 2013. Inburgering. Systeemwereld versus leef Iraanse en Somalische Vluchtelingen. Den Haag, SCP. 

wereld. Barneveld: Significant. Edelbroek, M. (2010). “This is my home now”. Over vluchtelingen met een eerste verblijf

Boersma, K., Kraiukhina, A., Larruina, R., Lehota, Z., & Nury, E. O., (2018). A port in a vergunning. Utrecht: UniversiteitUtrecht

storm. Spontaneous volunteering and grassroots movements in Amsterdam. A resilient Ferrier, J., Kahmann, M. & Massink, L. (2017). Jullie Nederlanders hebben voor alles een approach to the (European) refugee crisis. In: Social Policy Administration, 2018;1–15. system. Handreiking voor ondersteuning van Eritrese nieuwkomers bij integratie. Utrecht:

Broese Van Groenou, M. I. (2011). Sociale participatie. In M. Aartsen, G. Bosman, M. Kennisplatform Integratie & Samenleving.

van Boxtel, D. Deeg, K. Knipscheer, & N. Stevens (Eds.), De Canon van de Gerontologie Geuijen, K. (1998). Wonen en werken in een asielzoekerscentrum. Migrantenstudies (Website) http://www.canongerontologie.nl: De Canon van de Gerontologie. 14(4): 261-272.

Campion, E. D. (2018). The career adaptive refugee: Exploring the structural and Geuijen, K. (2003). Constraints and Constructions of Meaning in an Asylum Seekers personal barriers to refugee resettlement. Journal of Vocational Behavior, 105, Residence Centre. In van Beek, W., Fumerton, M. & Pansters, W. (eds), Meeting Culture: 6–16 https://doi.org/10.1016/j.jvb.2017.10.008 Essays in Honour of Arie de Ruijter (pp. 323–337). Shaker: Maastricht.

Centrum 45 (2005). Ondanks krimp toch groei? Een quick scan naar behoefte en gebruik Ghorashi, H. (2005). Refugees: Agents of Change or Passive Victims: The Impact of van geestelijke gezondheidszorg door asielzoekers in Nederland. Centrum 45.   Welfare States (The case of The Netherlands) on Refugees. Journal of Refugee Studies

18(2): 182–198.

Goosen, S. & A. Gerritsen. (2007). Gevlucht – gezond? Vanuit preventieperspectief: epide Matejkova, T., & Leitner, H. (2011). Urban encounters with difference: the contact miologische gegevens over de gezondheidstoestand en het zorggebruik van asielzoekers. hypothesis and immigrant integration projects in eastern Berlin. Social and Cultural GDD Nederland. Geography, 12(7), 717-741.

Gruijter, M. de & Winter-Kocak, S. de (2018). Toen gevlucht…. Hoe is het nu? Voormalig Miellet, S., & van Liempt, I. (2017). Van vluchteling tot buurtgenoot. Place-making in vluchtelingen aan het woord over integreren in Nederland. Utrecht: Kennisplatform Inte Utrecht in het digitale tijdperk. Mens & Maatschappij, 92(4), 493-522.

gratie & Samenleving. Ministerie van Justitie & Veiligheid (2018) Sociale veiligheid van bewoners in asielzoe

Gruijter, M. de & Razenberg, I. (2017). Nieuwe kansen voor vrijwilligerswerk. De inzet kerscentra. Den Haag: Inspectie Justitie & Veiligheid.

van vrijwilligers bij het COA. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Ministerie van Veiligheid en Justitie (2016). Vreemdelingenbeleid, 19 december 2016.

Holder, F. ten (2012). Kleine stappen van grote betekenis. Een nieuw perspectief op Kenmerk: 19 637, nr. 2271.

humane opvang van asielzoekers. Amsterdam: Werkelijkheid / Stichting de Vrolijkheid. Ministerie van Veiligheid en Justitie (2017). Vreemdelingenbeleid, 6 juli 2017. Kenmerk:

Hollands, M.A.E. (2006). Leren uit de ontmoeting. Nederlanders in contact met asiel 19 637, Nr. 2337

zoekers en vluchtelingen. Amsterdam: Amsterdam Institute for Social Science Research Muijsenbergh, M. van den (2004). Ziek van vluchten.( Boekbespreking). Huisarts en (AISSR), Universiteit van Amsterdam. Wetenschap 2004; (47) 4: 209.

Kroft, F. (2012). Zelfredzaam door maatschappelijke begeleiding? Vluchtelingen over hun Oliver, C. Dekker, R. and Geuijen, K., 2018. The Utrecht Refugee Launchpad Evaluation. weg naar en door de Nederlandse samenleving. Masterscriptie Universiteit Utrecht. Interim Report. University of Roehampton and COMPAS: University of Oxford.

Lanschot, V. van (2017). VluchtelingenWerk: partner, bemiddelaar of ondergeschikte? Rast, M. C., Younes, Y., Smets, P., & Ghorashi, H. (2019). The resilience potential of De invloed van VluchtelingenWerk Nederland op de beleidsvorming van het asielbeleid ten different refu-gee reception approaches taken during the ‘refugee crisis’ in Amsterdam. aanzien van de ex-Joegoslavische vluchtelingen van 1991 tot 1995. Masterscriptie Univer Current Sociology. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/0011392119830759

siteit Utrecht.

Rooijen, M., Kahmann, M., Elferink, J. & Avric, B. (2018). Financiële en sociale zelfred

Larruina, R. & Ghorashi, H. (2016) The normality and materiality of the dominant zaamheid van nieuwkomers. Een verkenning van het landelijke en lokale beleid. Utrecht: discourse: Voluntary work inside a Dutch asylum seeker center. Journal of Immigrant Kennisplatform Integratie & Samenleving.

and Refugee studies, 14(2): 220–237.

Verkuyten, M. J. A. M. (2010). Identiteit en diversiteit: de tegenstellingen voorbij.

Maliepaard, M. Witkamp, B., & Jennissen, R. (red). (2017). Een kwestie van tijd? De inte Amsterdam: s.n.

gratie van asielmigranten: een cohortonderzoek. Den Haag: Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Ministerie van Veiligheid en Justitie, Cahier 2017-3.

VluchtelingenWerk Nederland (2018). VluchtelingenWerk Integratiebarometer 2018.

Thema: Inburgering. Onderzoek uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van VluchtelingenWerk Nederland.

Vroome, T., de & Tubergen, F. van (2010). The employment experience of refugees in the Netherlands. International Migration Review, 44, 376–403. https://doi.org/10.1111/ j.17477379.2010.00810.x

Weiler, R., & Wijnkoop, M. (2011). Jullie hebben de klok, wij hebben de tijd 60 Jaar vluchtelingenbescherming: de Nederlandse praktijk en VluchtelingenWerk als maatschappelijke beweging. In: Terlouw, A., & Zwaan, K.M., Tijd en asiel. 60 jaar Vluchtelingenverdrag. Deventer: Kluwer, p. 81-112.

WRR (2017). Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid. Den

Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Bijlage 1 Leden van de begeleidingscommissie

Voorzitter

Mevrouw prof. dr. H. Ghorashi

Vrije Universiteit Amsterdam

Leden

Mevrouw dr. C.H.M. Geuijen

Universiteit Utrecht

Mevrouw prof. dr. T. Fokkema

Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI-KNAW)

Universiteit van Groningen

Erasmus Universiteit Rotterdam

De heer J. Nilsen, MSc

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

Mevrouw dr. M. Turina – Tumewu

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)

Bijlage 2 Deelvragen

Ervaringen 11. Is het sociale netwerk van de vergunninghouders verbeterd door het logeren en zo 1. Hoe ervaren gastgezinnen het logeren van vergunninghouders? ja, hoe?

  • 2. 
    Hoe ervaren vergunninghouders het logeren bij TCBnB gastgezinnen/ vrienden of 12. Ziet VluchtelingenWerk Nederland verschillen tussen vergunninghouders die bij familie/ verblijf op een AZC? een gastgezin of vrienden/familie hebben gelogeerd of bij het COA zijn gebleven
  • 3. 
    Hoe ervaart COA de aanpak zoals in de pilot wordt gevolgd? met betrekking tot beheersing van de Nederlandse taal en zelfredzaamheid?
  • 4. 
    Hoe wordt de begeleiding vanuit TCBnB ervaren door vergunninghouder en het 13. Heeft het logeren tot meer draagvlak geleid in de directe omgeving van het gastgezin gastgezin? En hoe ervaart TCBnB de aanpak zoals in de pilot wordt gevolgd? voor de opvang van vluchtelingen?
  • 5. 
    Hoe kijken vergunninghouders die eerder gebruik maakten van de logeerregeling bij TCBnB gastgezin of bij vrienden en familie nu terug op het logeren? (1 – 1,5 jaar geleden).

Proces

  • 6. 
    Welke activiteiten hebben vergunninghouders ondernomen om te participeren en te integreren in de Nederlandse maatschappij?
  • 7. 
    Hoe lang duren de trajecten: verkrijgen vergunning - verblijf COA – eventueel logeren bij gastgezin/vrienden of familie – gemeentelijke huisvesting?
  • 8. 
    Hoe onderhoudt COA contact met de vergunninghouders die logeren en zijn hier verbeterpunten in te benoemen?

Resultaat

  • 9. 
    In hoeverre verschillen de drie groepen vergunninghouders (COA/gastgezinnen/ vrienden of familie) op de verschillende uitkomstmaten (sociale contacten, leren van Nederlandse taal, zelfredzaamheid, oriëntatie op de Nederlandse samenleving, deelname aan inburgeringsprojecten enz.)? Is er een verband met de duur van het verblijf bij het COA of logeren bij een gastgezin of bij vrienden/familie?
  • 10. 
    Hoe gaat het met het welzijn van de drie groepen vergunninghouders?

Bijlage 3 Achtergrondkenmerken

respondenten

Logés TCBnB  Gastgezinnen familie en vrienden  Statushouder  Geslacht  Leeftijd  Land van herkomst  Opleidingsniveau  Land van

B02  Man 26 Iran Bachelor Gezin  Land van herkomst  Relatie met logé  herkomst Taal met logé    Duur B08  Vrouw 31 Syrië Bachelor logé   

logeerperiode 

B12  Man 21 Syrië Niet-afgerond bachelor E02  Irak Schoonzus Irak Aram, Nederlands 7 maanden

B16  Man 29 Palestina Bachelor E03  Syrië Kennis van familie Syrië Arabisch 3 maanden B17  Man 24 Iran Niet-afgeronde bachelor E05  Turkije Zus van de gastheer Turkije 1 jaar B18  Man 27 Iran Middelbare school E06  Syrië Zus van de gastheer Syrië Arabisch 8,5 maanden

B21  Vrouw 22 Jemen Niet-afgeronde bachelor

B24 (stel)  Man 29 Iran Bachelor Gastgezinnen TCBnB 

B24 (stel)  Vrouw 29 Iran Master

B26  Man 21 Syrië Middelbare school Gezin  Land van herkomst  Land van herkomst Duur logeerlogé  Taal met logé    periode 

A05  Nederland Syrië Engels en Nederlands 2 maanden

Logés familie en vrienden  A06  Nederland Syrië Engels en Nederlands 2,5 maand

Statushouder  Geslacht  Leeftijd  Land van herkomst  Opleidingsniveau 

D01  Vrouw 52 Rusland Master A09  Nederland Syrië (2x)

  • Nederlands  - 3 maanden - Nederlands en Engels - 3 maanden

D02  Vrouw 38 Irak Basisschool A10  Nederland Turkije Engels en Nederlands 2 maanden

D03  Vrouw 35 Syrië Bachelor A15  Nederland Maleisië en Iran - Engels - 4 maanden

D05  Vrouw 30 Turkije Middelbare school - Engels en Nederlands - 4 maanden

D06  Vrouw 25 Syrië Bachelor A16  Nederland Iran Engels, Nederlands en Italiaans 6 maanden

A21  Nederland Jemen Engels en Nederlands 6 maanden

Niet-logerende statushouders  A22  Nederland Iran Nederlands en Engels 4 maanden

Statushouder  Geslacht  Leeftijd  Land van herkomst  Opleidingsniveau  F01  Man 25 Turkije Bachelor F02  Man 40 Iran Bachelor F03  Man 33 Pakistan Master F04  Man 36 Libië Bachelor F07  Man 22 Turkije Bachelor F08  Man 26 Ethiopië Bachelor F09  Man 25 Syrië Bachelor F15  Man 24 Iran Bachelor Omgeving gastgezinnen TCBnB  Omgeving  Geslacht  Relatie met gastgezin  Contact met logé    C01  Man Partner Dagelijks C03  Vrouw Zus Een of twee keer per week C04  Man Via de kerk In de kerk C05  Vrouw Dochter Wekelijks C07  Man Via de kerk Een keer per maand of twee maanden C09  Vrouw Via uitlaten hond Twee keer per week C11  Vrouw Via de kerk Een keer per twee of drie maanden C13  Man Via studie Wekelijks C14  Vrouw Moeder Een keer per maand C16  Vrouw Moeder Een keer in de twee maanden Colofon

Opdrachtgever Wetenschappelijk Onderzoek- en

Documentatiecentrum, Ministerie van Veiligheid en Justitie

Auteurs Drs. M. de Gruijter

    Dr. M. van Rooijen

Met medewerking van L. Hooge Venterink

    M. van der Hoff, MSc

    I. Razenberg, MSc

Omslag Ontwerppartners, Breda

Foto Hollandse Hoogte / Julius Schrank

Uitgave Verwey-Jonker Instituut

    Kromme Nieuwegracht 6

    3512 HG Utrecht

T (030) 230 07 99 E secr@verwey-jonker.nl I www.verwey-jonker.nl

De publicatie kan gedownload worden via onze website:

http://www.verwey-jonker.nl.

ISBN 978-90-5830-951-8

© Het Ministerie van Justitie en Veiligheid / WODC, Den Haag 2019.

Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

The copyright of this publication rests with the Ministerie van Justitie en Veiligheid.

De COA logeerregeling maakt het mogelijk dat statushouders die nog in een AZC verblijven tijdelijk gaan logeren bij familie of vrienden, of bij een gastgezin, totdat een woning in de toegewezen gemeente beschikbaar is. Het Verwey-Jonker Instituut deed kwalitatief onderzoek naar de opbrengsten van deze regeling voor participatie en integratie. We onderzochten het logeren via TakeCareBnB. Dit is een vrijwilligersinitiatief, dat matches maakt tussen statushouders die willen logeren en gastgezinnen. We vergeleken statushouders die logeerden, statushouders die bij familie en vrienden logeerden en statushouders die niét logeerden.

We concluderen dat de logeerregeling bijdraagt aan een snellere start voor statushouders met het opbouwen van een nieuw leven in Nederland. Hierdoor gaat minder kostbare tijd verloren. Logeren kan een belangrijke aanvulling zijn op de professionele en vrijwillige ondersteuning van statushouders in hun eerste periode in Nederland. Wel zijn er een aantal verbeterpunten. In het rapport bespreken we richtingen waarin de logeerregeling verder kan worden uitgewerkt en geïmplementeerd.

verwey-jonker instituut t 030 230 07 99 Kromme Nieuwegracht 6 e secr@verwey-jonker.nl 3512 HG Utrecht I www.verwey-jonker.nl

3.

Hoofddocument

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.