Motie Nijboer/Van Meenen over een nadere verkenning van de SER naar ongelijke kansen - Initiatiefnota van het lid Van den Hul over “Gelijke Kansen, een leven lang” - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 8 toegevoegd aan dossier 35162 - Initiatiefnota “Gelijke Kansen, een leven lang”.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Initiatiefnota van het lid Van den Hul over “Gelijke Kansen, een leven lang”; Motie; Motie van de leden Nijboer en Van Meenen over een nadere verkenning van de SER naar ongelijke kansen |
---|---|
Documentdatum | 24-06-2019 |
Publicatiedatum | 25-06-2019 |
Nummer | KST351628 |
Kenmerk | 35162, nr. 8 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
Initiatiefnota van het lid Van den Hul over «Gelijke Kansen, een leven lang»
MOTIE VAN DE LEDEN NIJBOER EN VAN MEENEN
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 24 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat iedereen een leven lang zeker moet zijn van gelijke kansen;
constaterende dat kansenongelijkheid ontwrichtend werkt in de samenleving, geen statisch begrip is en vele oorzaken kent;
overwegende dat inzicht in de mate waarin en de wijze waarop ongelijke kansen zich kunnen opstapelen en elkaar kunnen versterken (startend in het onderwijs en/of in de thuissituatie) essentieel is om kansenongelijkheid aan te pakken;
overwegende dat daarbij ook inzicht moet ontstaan in de effecten die kansenongelijkheid heeft op de rest van een mensenleven, de kansen op de arbeidsmarkt, een succesvolle loopbaan en de kans op een leven lang ontwikkelen;
verzoekt de regering, de SER te vragen een nader verkenning te doen naar hoe (ongelijke) kansen zich opstapelen, welke effecten dit heeft op een succesvolle loopbaan en de mogelijkheden tot een leven lang ontwikkelen, en daarbij voort te borduren op eerdere hieraan gerelateerde SER-adviezen en met betrokkenheid van het SER-jongerenplatform,
en gaat over tot de orde van de dag.
Nijboer Van Meenen
kst-35162-8 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 162, nr. 8