Nota van wijziging - Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en tot verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge behandeling in het civiele procesrecht - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 35175 - Intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen en ruimere mogelijkheden van mondelinge behandeling in het civiele procesrecht i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en tot verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge behandeling in het civiele procesrecht; Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 20-05-2019 |
Publicatiedatum | 20-05-2019 |
Nummer | KST351757 |
Kenmerk | 35175, nr. 7 |
Commissie(s) | Justitie en Veiligheid (JV) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
35 175 |
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland en tot verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge behandeling in het civiele procesrecht |
Nr. 7 |
NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 21 mei 2019 Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: I |
Artikel I, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
II In artikel IV wordt «artikel I» vervangen door «artikel II». Toelichting Artikel I Artikel I, tweede lid, bevat een overgangsbepaling voor gevallen waarin de verplichting tot digitaal procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland blijft bestaan, te weten wanneer voor de datum van inwerkingtreding van de wet waarmee verplicht digitaal procederen wordt beëindigd, ofwel a. de procesinleiding is ingediend (bij toepassing van artikel 112) ofwel b. het oproepingsbericht is betekend (bij toepassing van artikel 113). Deze nota van wijziging verduidelijkt dat verplicht digitaal procederen wel eindigt wanneer na de inwerkingtreding van de wet een procesinleiding wordt ingediend (in onderdeel a) of oproepingsbericht wordt uitgebracht (in onderdeel b) waarmee een procedure wordt heropend of voortgezet. Van heropening of voorzetting van een procedure is sprake bij bijvoorbeeld het rechtsmiddel van verzet of herroeping. Zo is |
kst-35175-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 175, nr. 7 1 |
buiten twijfel dat de verplichting tot digitaal procederen niet geldt als na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel bijvoorbeeld verzet wordt ingesteld tegen een verstekvonnis dat is gewezen in een procedure die digitaal is gevoerd. Hiermee wordt voorkomen dat het digitale systeem op basis waarvan nu bij de pilotgerechten verplicht digitaal wordt geprocedeerd nog in de lucht moet worden gehouden voor zaken die mogelijk pas na langere tijd worden aangebracht en het eerder langs digitale weg gevoerde geding heropenen of voortzetten.
Artikel II
De wijziging in artikel IV herstelt een verschrijving in de verwijzing naar het artikel waarmee de verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge behandeling voor verzoekschriftprocedures in het civiele procesrecht wordt ingevoerd.
De Minister voor Rechtsbescherming,
-
S.Dekker
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 175, nr. 7