Motie Kuzu/Van den Hul over verwijzing van misdaden tegen Rohingya naar het Internationaal Strafhof - Mensenrechten in het buitenlands beleid - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 233 toegevoegd aan dossier 32735 - Mensenrechten in het buitenlands beleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Mensenrechten in het buitenlands beleid; Motie; Motie van de leden Kuzu en Van den Hul over verwijzing van misdaden tegen Rohingya naar het Internationaal Strafhof |
---|---|
Documentdatum | 17-04-2019 |
Publicatiedatum | 17-04-2019 |
Nummer | KST32735233 |
Kenmerk | 32735, nr. 233 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
32 735
Mensenrechten in het buitenlands beleid
MOTIE VAN DE LEDEN KUZU EN VAN DEN HUL
Voorgesteld 17 april 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onderzoekers van de onafhankelijke factfindingmissie van de Verenigde Naties hebben geconcludeerd dat de militaire top van Myanmar onderzocht en vervolgd moet worden op verdenking van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden tegen de Rohingya;
van mening dat misdaden tegen de menselijkheid nooit onbestraft mogen blijven;
verzoekt de regering, om blijvend internationale steun te vergaren voor een Veiligheidsraadverwijzing van de misdaden tegen de Rohingya in Myanmar naar het Internationaal Strafhof,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kuzu
Van den Hul
kst-32735-233 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 32 735, nr. 233