Motie Kerstens over overleg over de wijze waarop het in het wetsvoorstel beoogde "goede gesprek" kan plaatsvinden - Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 14 toegevoegd aan wetsvoorstel 34994 - Verbetering van patiëntgerichte zorg en wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt; Motie; Motie van het lid Kerstens over overleg over de wijze waarop het in het wetsvoorstel beoogde "goede gesprek" kan plaatsvinden |
---|---|
Documentdatum | 16-04-2019 |
Publicatiedatum | 17-04-2019 |
Nummer | KST3499414 |
Kenmerk | 34994, nr. 14 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
34 994 |
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt |
Nr. 14 |
MOTIE VAN HET LID KERSTENS Voorgesteld 16 april 2019 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat wettelijk gedetailleerd zal worden voorgeschreven wanneer, hoe en waarover overleg tussen hulpverlener en patiënt dient plaats te vinden, zodat deze laatste weloverwogen keuzes kan maken; overwegende dat het opnemen van bedoelde voorschriften nuttig, maar op zich niet voldoende is om dat overleg ook daadwerkelijk als in het wetsvoorstel bedoeld te laten plaatsvinden; constaterende dat niet alle patiënten even mondig zijn en niet alle hulpverleners bijvoorbeeld voldoende op de hoogte zijn van mogelijke cultuurspecifieke aspecten; verzoekt de regering, om in overleg met branche- en patiëntenorganisaties te bezien op welke wijze het in het wetsvoorstel beoogde «goede gesprek» ook daadwerkelijk kan plaatsvinden en om al dan niet gezamenlijk daartoe nadere actie te ondernemen, en gaat over tot de orde van de dag. Kerstens |
kst-34994-14 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 34 994, nr. 14 |