Nota van wijziging - Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn nr. 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PbEU 2014, L 122) - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 7 toegevoegd aan wetsvoorstel 34979 - Implementatie van Verordening (EU) 376/2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn nr. 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PbEU 2014, L 122); Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 12-03-2019 |
Publicatiedatum | 12-03-2019 |
Nummer | KST349797 |
Kenmerk | 34979, nr. 7 |
Commissie(s) | Infrastructuur en Waterstaat (IW) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
34 979
Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 i van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn nr. 2003/42/EG i van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PbEU 2014, L 122)
Ontvangen 12 maart 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel B, komt het derde lid van artikel 7.1 te luiden:
-
3.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de toepassing van de verordening voorvallen op voorvallen en andere veiligheid gerelateerde informatie met betrekking tot luchtvaartuigen waarop de basisverordening niet van toepassing is.
In het wetsvoorstel is gelet op artikel 3, tweede lid, van de Verordening voorvallen ook een grondslag opgenomen voor het uitbreiden van de werkingssfeer van de verordening naar bijzondere luchtvaartuigen waarop de basisverordening inzake het Europees Agentschap voor luchtvaartveiligheid (EASA) niet van toepassing is. De basisverordening ziet toe op de luchtvaartveiligheid van de meeste luchtvaartuigen.
Daarvan uitgezonderd zijn onder andere historische luchtvaartuigen, luchtvaartuigen met een experimenteel of wetenschappelijk karakter, amateurbouw luchtvaartuigen en bepaalde luchtvaartuigen met een beperkt gewicht. Om de mogelijkheid te bieden ook deze luchtvaartuigen onder de regeling voor voorvallen te brengen verwezen de Verordening voorvallen en het oorspronkelijk wetsvoorstel naar bijlage II bij de basisverordening.
Sinds de indiening van het wetsvoorstel is echter een nieuwe basisverordening vastgesteld die ook het tweede lid van artikel 3 van de Verordening voorvallen heeft gewijzigd. Bijlage II van de basisverordening is daarbij vervallen waardoor de verwijzing in het wetsvoorstel niet langer juist is. De onderhavige nota van wijziging voorziet in de wijziging
kst-34979-7 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
waartoe de nieuwe basisverordening en de gewijzigde Verordening voorvallen noodzaken. Daarom verwijst het nieuwe derde lid van artikel 7.1 van de Wet luchtvaart voor het uitbreiden van de werkingssfeer van de Verordening voorvallen niet langer naar Bijlage II bij de basisverordening.
De gewijzigde bepaling verwijst in het algemeen naar luchtvaartuigen waarop de basisverordening niet van toepassing is.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
-
C.van Nieuwenhuizen Wijbenga
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 34 979, nr. 7 2