Motie Van den Hul c.s. over kinderen maximale kansen bieden - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 153 toegevoegd aan wetsvoorstel 35000 VIII - Vaststelling begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2019 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019; Motie; Motie van het lid Van den Hul c.s. over kinderen maximale kansen bieden |
---|---|
Documentdatum | 17-01-2019 |
Publicatiedatum | 18-01-2019 |
Nummer | KST35000VIII153 |
Kenmerk | 35000 VIII, nr. 153 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
MOTIE VAN HET LID VAN DEN HUL C.S.
Voorgesteld 17 januari 2019 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het zwaartepunt bij de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs ligt in het advies van de school en de eindtoets slechts een tweede objectief gegeven is;
constaterende dat bij vergelijkbare prestaties leerlingen met lager opgeleide ouders een lager schooladvies krijgen dan leerlingen met hoger opgeleide ouders;
overwegende dat ieder kind de kans moet krijgen om zichzelf te bewijzen; constaterende dat nog maar weinig scholen, zoals in de Wet eindtoetsing p.o. bedoeld, het schooladvies bijstellen indien een leerling een betere eindtoetsscore heeft behaald;
verzoekt de regering, kinderen maximale kansen te bieden en altijd het voordeel van de twijfel te geven door het hoogste advies leidend te laten zijn en het schooladvies van de basisschoolleraar bij te stellen naar minimaal een hoger gecombineerd schooladvies, indien een leerling een betere eindtoetsscore heeft behaald,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Hul
Kwint
Azarkan
kst-35000-VIII-153 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 000 VIII, nr. 153