Motie Westerveld c.s. over het instellen van een maximumrenteplafond - Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 14 toegevoegd aan wetsvoorstel 35007 - Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs; Motie; Motie van het lid Westerveld c.s. over het instellen van een maximumrenteplafond |
---|---|
Documentdatum | 05-12-2018 |
Publicatiedatum | 05-12-2018 |
Nummer | KST3500714 |
Kenmerk | 35007, nr. 14 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met een wijziging van de rentemaatstaf voor de lening hoger onderwijs
MOTIE VAN HET LID WESTERVELD C.S.
Voorgesteld 5 december 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de rente op de staatsobligaties van invloed is op de rente op de studieschuld;
constaterende dat de afgelopen tien jaar rentes op staatsobligaties historisch laag waren, wetende 1,78% voor de vijfjaarsrente en 2,56% voor de tienjaarsrente;
constaterende dat de afgelopen decennia de tienjaarsrente enorm fluctueerde tot gemiddeld 6,90% in de jaren negentig;
constaterende dat de voorgestelde renteverhoging tot ten minste het jaar 2060 invloed heeft op de schuldenlast van oud-studenten;
overwegende dat het aannemelijk is dat de komende 35 jaar de rentes op staatsobligaties zullen stijgen;
overwegende dat een forse stijging voor veel problemen kan zorgen bij oud- studenten en nu al zorgt voor onzekerheid onder huidige studenten;
verzoekt de regering, een maximumrenteplafond in te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld Futselaar Gijs van Dijk Beertema Azarkan
kst-35007-14 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 007, nr. 14