Memorie van toelichting - Wijziging van de Instellingswet W.R.R. in verband met een nadere regeling met betrekking tot de wederbenoeming van de voorzitter van de W.R.R.

Deze memorie van toelichting i is onder nr. 3 toegevoegd aan wetsvoorstel 35037 - Wijziging van de Instellingswet W.R.R. in verband met een nadere regeling met betrekking tot de wederbenoeming van de voorzitter van de W.R.R. i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Instellingswet W.R.R. in verband met een nadere regeling met betrekking tot de wederbenoeming van de voorzitter van de W.R.R.; Memorie van toelichting; Memorie van toelichting
Document­datum 19-09-2018
Publicatie­datum 19-09-2018
Nummer KST350373
Kenmerk 35037, nr. 3
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2018-2019

35 037

Nr. 3

Het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Wijziging van de Instellingswet W.R.R. in verband met een nadere regeling met betrekking tot de wederbenoeming van de voorzittervan de W.R.R.

MEMORIE VAN TOELICHTING

Artikel 3 van de Instellingswet W.R.R. bevat een regeling voor de procedure tot benoeming van de voorzitter en leden van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Het derde lid van dit artikel bepaalt hun termijn van benoeming op vijf jaar met de mogelijkheid van een directe herbenoeming zodat de uiterste benoemingstermijn in totaal tien jaar is. Aan de voorzitter en de leden kan tussentijds ontslag worden verleend. Van deze mogelijkheid wordt ook gebruik gemaakt, bijvoorbeeld omdat leden voor het verstrijken van de termijn een andere functie aanvaarden. In dergelijke situaties wordt de benoemingstermijn niet volgemaakt en kunnen er tussentijdse vacatures ontstaan. Degenen die hierin worden benoemd hebben een benoemingstermijn die korter is dan vijf jaar met de mogelijkheid van een aansluitende herbenoeming van vijf jaar. Indien laatstgenoemde situatie zich voordoet, kan de uiterste benoemingstermijn van tien jaar feitelijk aanmerkelijk korter en zelfs vrijwel gehalveerd worden. Dit gevolg van de benoemingsregeling klemt bij de ambtstermijn van de voorzitter. De voorzitter heeft immers als zodanig een bijzondere verantwoordelijkheid voor de verhouding tussen continuïteit en verandering in de samenstelling en taakuitoefening van de raad. Hierbij is ook vanuit een meerjarig perspectief voor de raad van belang dat de voorzitter gedurende zijn gehele ambtsperiode optimaal in staat is om richting te geven aan relevante aspecten zoals de aanwezigheid van multidisciplinaire deskundigheid en de behandeling van maatschappelijk relevante thema's.

Het is daarom gewenst een nadere regeling te treffen die waarborgt dat de voorzitter in alle gevallen in aanmerking kan komen voor een ambtstermijn die recht doet aan het genoemde belang van continuïteit in de samenstelling en werkzaamheden van de raad. Dit wordt verzekerd door de voorgestelde aanvullende bepaling die inhoudt dat de voorzitter in alle kst-35037-3 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018

gevallen voor een uiterste termijn van ten hoogste elf jaar kan worden benoemd. Hierbij wordt voorts het begrip «wederbenoembaar» in artikel 3 redactioneel aangepast.

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

  • M. 
    Rutte

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 037, nr. 3 2


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.