Brief regering; Nieuwe cijfers over pesten in het funderend onderwijs - Veiligheid op school

Deze brief is onder nr. 83 toegevoegd aan dossier 29240 - Veiligheid op school.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Veiligheid op school; Brief regering; Nieuwe cijfers over pesten in het funderend onderwijs
Document­datum 17-09-2018
Publicatie­datum 17-09-2018
Nummer KST2924083
Kenmerk 29240, nr. 83
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2017-

2018

29 240

Veiligheid op school

Nr. 83

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 september 2018

Vandaag 17 september 2018 open ik de Week Tegen Pesten. De eerste weken na de zomervakantie zijn het uitgelezen moment om extra aandacht aan dit onderwerp te besteden, omdat dan de basis wordt gelegd voor de groepsvorming in de klas. We moeten met alle betrokkenen de norm uitdragen dat pesten onacceptabel is. Onlangs heb ik met uw Kamer een debat gevoerd over sociale veiligheid. Met deze brief informeer ik u over nieuwe cijfers over pesten. Het is goed om te kunnen melden dat er positieve ontwikkelingen zijn: er wordt minder gepest op school. Onze aandacht blijft echter nodig.

Beleid sociale veiligheid

De afgelopen jaren is door scholen veel werk gemaakt van sociale veiligheid. Scholen hebben met de invoering van de wet per 1 augustus 2015 een zorgplicht voor de sociale veiligheid van alle leerlingen (Kamerstuk 34 130). Voorts dient op elke school een aanspreekpunt voor pesten te zijn en moeten scholen de veiligheidsbeleving van de leerlingen jaarlijks monitoren.

OCW houdt de vinger aan de pols door elke twee jaar de landelijke veiligheidsmonitor uit te voeren. Alle resultaten van dit onderzoek komen eind dit jaar beschikbaar. Vooruitlopend daarop kan ik u de nieuwste cijfers over pesten meedelen.

Pesten is afgenomen

De resultaten uit de monitor 2018 laten zien dat de daling van pesten in het primair onderwijs is gestabiliseerd en dat de neerwaartse trend in het voortgezet onderwijs zich voortzet.

In de hoogste twee groepen in het primair onderwijs is de daling die in eerdere metingen zichtbaar werd gestabiliseerd. Daar waar in 2014 nog 14

kst-29240-83 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018

procent van de leerlingen in groep 7 en 8 aangaf te worden gepest, was dat in 2016 11 procent en nu 10 procent.

In het vo heeft de daling zich in de afgelopen twee jaar verder voortgezet. Werd in deze sector in 2014 nog 11 procent van de leerlingen gepest, in 2016 was dit gedaald naar 8 procent. Het is nu verder gedaald naar 5 procent. Daarmee is sprake van een significante neerwaartse trend. Achter deze percentages zitten duizenden kinderen, die niet langer met een steen in hun maag naar school gaan. Alle scholen en leraren die zich hiervoor de afgelopen jaren hebben ingezet, verdienen een groot compliment.

Vervolg en aandachtspunten

Hoewel de cijfers laten zien dat de gekozen aanpak werkt, is het zaak de aandacht niet te laten verslappen. Juist de bewustwording en de continue aandacht voor dit thema blijven nodig om deze ontwikkeling vast te houden en verder door te zetten. Zoals onlangs uit de LAKS-monitor bleek, zijn er verschillen tussen schoolsoorten én tussen scholen. Dat laatste kwam duidelijk naar voren in het onderzoek naar de effectiviteit van anti-pestaanpakken.1 2

En er is zeker nog ruimte voor verbetering. Ook met de nieuwe cijfers gaat het nog steeds gemiddeld om één a twee kinderen in elke klas die te maken hebben met pestgedrag. Het is een belangrijke opdracht voor scholen om zicht te hebben op de veiligheid op hun school. De jaarlijkse resultaten van de monitoring van de veiligheidsbeleving en het welbevinden van hun eigen leerlingen geeft hen hiervoor steeds actuele informatie. Voor het toezicht is het nodig dat scholen deze informatie steeds tijdig doorgeven aan de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). In het schooljaar 2016/2017 bleek dat dit lang niet overal goed ging en dat maar een beperkt deel van de scholen de informatie aanleverde.

Ik wil scholen ook via deze weg oproepen de gegevens van de monitoring door te geleiden, zodat we eind dit schooljaar kunnen constateren dat 100 procent van de scholen de gegevens tijdig door hebben gegeven aan de inspectie. Als scholen vragen hebben over hoe dit het beste geregeld kan worden, kunnen zij terecht bij de programmamakers, de sectorraden en de inspectie.

Extra ondersteuning voor aanpak cyberpesten

In de media, en ook in uw Kamer, is de afgelopen jaren terecht veel aandacht voor cyberpesten. Hoewel dit slechts één van de vormen van pesten is, moeten we helaas constateren dat de digitale wereld een heel nieuw arsenaal aan mogelijkheden oplevert om te pesten. Uit de monitor blijkt dat het persoonlijk pesten nog steeds een stuk omvangrijker is dan pesten via sociale media. In het primair onderwijs vindt 8 procent van het pesten online plaats, in het voortgezet onderwijs is dit 20 procent.

Een deel van de scholen weet zich minder goed raad met deze vormen van pesten. Het is dan soms verleidelijk om te hopen dat dit in de privésituatie wordt opgelost. Als het echter gaat om dergelijke negatieve interacties tussen leerlingen van de school, heeft ook de school daar in mijn ogen een belangrijke rol om het gesprek hierover onderling tot stand te brengen. Hoewel online pesten buiten het schoolplein plaatsvindt, komen de gevolgen wel terug in het klaslokaal.

Om scholen te ondersteunen bij de aanpak van cyberpesten heeft de Stichting School en Veiligheid een ondersteuningsaanbod ontwikkeld. Dit is heel belangrijk omdat juist ook cyberpesten, waaronder ook het ongewenst uitwisselen van naaktfoto's van leerlingen, hele diepe sporen in het leven van slachtoffers na kan laten. Zoals bekend kan dit zelfs leiden tot zelfdoding. Het is een heel duidelijke opdracht aan scholen om alles op alles te zetten om, in samenspraak met ouders, politie en eventueel ook jeugdzorg, te voorkomen dat dergelijke incidenten uit de hand lopen. Ook voor jongeren zelf ligt er de taak om niet weg te kijken en voor elkaar op te komen.

Op elke school is een vertrouwenspersoon nodig

Een vertrouwenspersoon kan binnen de school een cruciale rol voor de leerlingen spelen. Als zij een vertrouwenspersoon - en dat kan de pestcoördinator, de zorgcoördinator of gewoon een fijne wiskundeleraar zijn - hebben waaraan zij durven te vertellen dat zij worden gepest dan kan men in actie komen om de leerling te helpen. In gesprek met het LAKS is naar voren gekomen dat een dergelijk vertrouwd persoon op school zeker niet voor alle leerlingen vanzelfsprekend is. Ik wil daarom alle scholen in het funderend onderwijs oproepen goed na te gaan of dat voor hun leerlingen misschien ook geldt of dat hier nog ruimte is voor verbetering.

Tot slot

Een effectieve aanpak van pesten maakt het verschil in de levens van kinderen. Het is geweldig om te zien dat scholen hier werk van hebben gemaakt en dat dit vruchten afwerpt. Pesten is uit de taboesfeer. Het is nu de opdracht aan ons allen deze aandacht vast te houden en op te staan tegen pesten.

Voor het kerstreces informeer ik uw Kamer over alle uitkomsten van de veiligheidsmonitor 2018.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

  • A. 
    Slob

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 29 240, nr. 83 3

1

   https://www.onderwijsincijfers.nl/themas/pesten-op-school

2

   Kamerstuk 29 240, nr. 82.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.