Concept wetsvoorstel wijziging Kieswet vereenvoudiging stemmen buitenland - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 08-12-2017 |
---|---|
Publicatiedatum | 16-05-2018 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Consultatieversie
Wijziging van de Kieswet ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Kieswet te wijzigingen om de experimenten met stembiljetten voor kiezers in het buitenland definitief in de Kieswet vast te legen en tevens met andere maatregelen het stemmen voor kiezers in het buitenland te vereenvoudigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel M 1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3.Op het briefstembewijs wordt een nummer vermeld. Onze Minister verstrekt tijdig voor de verkiezingen aan de gemeente 's-Gravenhage de informatie die nodig is voor het produceren van het briefstembewijs.
B
Artikel M 2 komt te luiden:
-
1.Aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer wiens briefstembewijs in het ongerede is geraakt of die geen briefstembewijs heeft ontvangen, wordt op zijn verzoek een nieuw briefstembewijs verstrekt.
-
2.De kiezer doet het verzoek schriftelijk of mondeling aan de burgemeester van 's-Gravenhage.
-
3.Het schriftelijk verzoek dient uiterlijk de twaalfde dag voor de stemming te zijn ontvangen. De kiezer overlegt bij zijn verzoek een kopie van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van een verklaring over het bezit van het Nederlanderschap of van de documenten als bedoeld in artikel J 24, tweede lid. Op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk beslist.
-
4.Het mondeling verzoek dient uiterlijk de negende dag voor de stemming om twaalf uur te zijn gedaan. De kiezer identificeert zich met een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, met een verklaring over het bezit van het Nederlanderschap of met de documenten als bedoeld in artikel J 24, tweede lid. Op dit verzoek wordt terstond beslist.
-
5.Aan een persoon aan wie een briefstembewijs is verstrekt, wordt geen stempas toegezonden. Hij mag slechts op de in artikel M 7 aangewezen wijze aan de stemming deelnemen.
-
6.Bij ministeriële regeling worden voor het verzoek, bedoeld in het derde lid, een model vastgesteld.
Artikel M 5 komt te luiden:
-
1.In het register, bedoeld in de artikelen G 1 of Y 2 juncto artikel G 1, worden tevens de logo's van politieke groeperingen bijgehouden.
-
2.Een politieke groepering kan het centraal stembureau verzoeken haar logo te registreren, dan wel haar geregistreerde logo te wijzigen. Verzoeken die zijn ontvangen na de tweeënveertigste dag voor de kandidaatstelling, blijven voor de daaropvolgende verkiezing buiten behandeling.
-
3.Het centraal stembureau beschikt slechts afwijzend op het verzoek, indien:
-
a.bij dat centraal stembureau de aanduiding van de politieke groepering niet is geregistreerd en, indien van toepassing, een reeds ingediend verzoek tot registratie van de aanduiding wordt afgewezen;
-
b.het logo strijdig is met de openbare orde;
-
c.het logo geheel of in de hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerd logo van een andere politieke groepering, of met een logo waarvoor reeds eerder op grond van dit artikel een registratieverzoek is ontvangen, en daardoor verwarring te duchten is;
-
d.het logo anderszins misleidend is voor de kiezers;
-
e.het logo geheel of in hoofdzaak overeenstemt met die van een rechtspersoon die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak verboden is verklaard en deswege is ontbonden;
-
f.het verzoek op dezelfde dag bij het centraal stembureau is ingekomen als een ander verzoek, strekkende tot inschrijving van een geheel of in hoofdzaak overeenstemmend logo, tenzij dat andere verzoek reeds op een van de onder a tot en met e genoemde gronden moet worden afgewezen.
-
4.Het centraal stembureau schrapt het logo van een politieke groepering wanneer het de aanduiding van die politieke groepering schrapt, dan wel op verzoek van die politieke groepering.
-
5.Artikel Y 10 is van overeenkomstige toepassing.
-
6.Artikel G 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit dat is genomen op grond van dit artikel.
-
7.Bij ministeriële regeling wordt het model vastgesteld voor de registratie van een logo en kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop een logo wordt overgelegd aan bij het centrale stembureau.
D
Na artikel M 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1.Op het stembiljet, bedoeld in artikel M 6, onderdeel a, en het overzicht van de kandidatenlijsten wordt het logo van een politieke groepering geplaatst, indien:
-
a.dat logo is geregistreerd bij het centraal stembureau, en
-
b.op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten de aanduiding van die groepering wordt geplaatst.
-
2.De logo's van twee of meer politieke groeperingen worden gezamenlijk geplaatst, indien:
-
a.die logo's zijn geregistreerd bij het centraal stembureau; en
-
b.op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten een aanduiding staat, gevormd door samenvoeging van geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, van die politieke groeperingen.
-
3.Indien op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten een aanduiding staat, gevormd door samenvoeging van geregistreerde aanduidingen of afkortingen van twee of meer politieke groeperingen, en niet van al deze politieke groeperingen een logo is geregistreerd bij het centraal stembureau, wordt geen logo op het stembiljet en het overzicht van de kandidatenlijsten geplaatst.
-
4.Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften gegeven worden betreffende de wijze waarop het centrale stembureau de logo's verstrekt aan Onze Minister en aan de burgemeester van de gemeente 's-Gravenhage.
Artikel M 6 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
-
a.In de aanhef wordt "op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze" vervangen door: op een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze.
-
b.Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
f.een overzicht van de kandidatenlijsten die onherroepelijk geldig zijn verklaard als bedoeld in artikel I 17, eerste lid, van de Kieswet.
-
In afwijking van artikel J 20, kunnen kiezers op een stembiljet als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, eerst de lijst te kiezen waartoe de kandidaat van zijn keuze behoort, en vervolgens het kandidaatsnummer van de kandidaat van zijn keuze. Het stembiljet is voorzien van de naam van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing geldt en een aanduiding van de kieskring.
Na artikel M 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel M 7 wordt als volgt gewijzigd:
1°. een wit stipje, geplaatst vóór de lijst waartoe de kandidaat van zijn keuze behoort, in te kleuren; en vervolgens
2°. een wit stipje, geplaatst vóór het kandidaatsnummer van de kandidaat van zijn keuze, in te kleuren.
Artikel M 8 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel M 9 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel M 10, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
In artikel M 11 wordt "retourenveloppe" telkens vervangen door "enveloppe".
Het opschrift van § 3. van hoofdstuk M van Afdeling II komt te luiden: § 3. Overige briefstembureaus
Artikel M 13 wordt als volgt gewijzigd:
-
Indien het stemmen per brief of de stemopneming door briefstembureaus als gevolg van bepaalde omstandigheden in het betreffende land niet overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde kan worden uitgevoerd, dan kan Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of Onze Minister van Defensie besluiten een ingesteld briefstembureau op te heffen.
-
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, in overleg met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente, een gemeente aanwijzen waar een briefstembureau wordt ingesteld. De burgemeester van de aangewezen gemeente draagt zorg voor de inrichting van het briefstembureau en wijst zo nodig personen aan die het die het briefstembureau ten dienste worden gesteld.
Artikel M 16 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel N 15 wordt telkens "retourenveloppen" vervangen door: enveloppen.
Artikel N 16 wordt als volgt gewijzigd:
-
de kiezer op ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt dat de kandidaat van zijn keuze op die lijst staat door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van het witte stipje, geplaatst vóór de lijst waartoe de kandidaat behoort, en geen wit stipje, geplaatst vóór de kandidaatsnummers, geheel of gedeeltelijk ingekleurd is; en
In het tweede lid van artikel N 16a wordt "retourenveloppen" telkens vervangen door: enveloppen.
Artikel N 18 wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen N 19 en N 21 wordt "briefstembureaus buiten Nederland" telkens vervangen door: briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13.
Artikel N 20 wordt als volgt gewijzigd:
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
14