Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Paternotte over het bericht '‘Kamervoorzitter Arib: Turkse aanval op Kamerleden onacceptabel’ - Nationale Veiligheid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 45 toegevoegd aan dossier 30821 - Nationale Veiligheid.
Inhoudsopgave
| Officiële titel | Nationale Veiligheid; Brief regering; Reactie op het verzoek van het lid Paternotte, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 6 maart 2018, over het bericht '‘Kamervoorzitter Arib: Turkse aanval op Kamerleden onacceptabel’ |
|---|---|
| Documentdatum | 26-04-2018 |
| Publicatiedatum | 03-05-2018 |
| Nummer | KST3082145 |
| Kenmerk | 30821, nr. 45 |
| Externe link | origineel bericht |
| Originele document in PDF |  |
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2018
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 6 maart 2018 (Handelingen II 2016/17, nr. 57, item 26) heeft uw Kamer verzocht om uitbreiding van de spreektijd bij het debat over een vermeende jihadpreek in Nederland die door Turkije zou zijn gedicteerd. Voorafgaand aan dit debat wenst uw Kamer een brief over het bericht «Kamervoorzitter Arib: Turkse aanval op Kamerleden onacceptabel» (Nos.nl, 24 februari 2018). Deze brief geeft gevolg aan dit verzoek.
Uit dit bericht blijkt dat de Kamervoorzitter het onacceptabel vindt dat een Turkse krant vijf Nederlandse Kamerleden met een Turkse achtergrond aanvalt op hun visie en stemgedrag over de motie in uw Kamer over de erkenning van de Armeense genocide. In de betreffende Turkse berichtgeving wordt gesteld dat de betreffende Nederlandse Kamerleden met een Turkse achtergrond Turkije zouden verraden vanwege hun stemgedrag. Volgens de Kamervoorzitter is deze uiting van de Turkse krant onacceptabel en past dit niet in een open en vrije samenleving.
Hoewel de betreffende berichtgeving voor rekening is van de Turkse krant die dit publiceerde, hecht ook het kabinet eraan te benadrukken dat dit onacceptabel is. Nederlandse volksvertegenwoordigers moeten hun werk altijd kunnen doen, in het belang van Nederland, zonder te hoeven vrezen voor dit soort beschuldigingen. De Nederlandse democratische rechtsstaat is voor een belangrijk deel gebaseerd op een open en vrij debat in de Staten-Generaal. Juist in het hart van de democratie dienen Kamerleden ongeacht hun achtergrond vrij van last te kunnen opereren. Het kabinet verdedigt daarom, ook in haar internationale contacten, de Nederlandse democratische rechtsstaat en de vrije werking hiervan. Het kabinet staat hierbij voor een open en rechtvaardige samenleving waar iedereen aan moet kunnen deelnemen ongeacht geloof, achtergrond of levensoriëntatie.
Dit betekent dat het in de visie van het Kabinet onacceptabel is als Kamerleden vanwege hun achtergrond door media uit andere landen aangesproken worden op hun visie en stemgedrag.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok