Brief regering; Uitstel beantwoording vragen commissie over de prudentiële en beloningsregels handelaren voor eigen rekening (32545-76) en het Fiche: Verordening en richtlijn herzien prudentieel kader beleggingsondernemingen (22112-2485) - Wet- en regelgeving financiële markten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 79 toegevoegd aan dossier 22112 - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie i en dossier 32545 - Wet- en regelgeving financiële markten.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wet- en regelgeving financiële markten; Brief regering; Uitstel beantwoording vragen commissie over de prudentiële en beloningsregels handelaren voor eigen rekening (Kamerstuk 32545-76) en het Fiche: Verordening en richtlijn herzien prudentieel kader beleggingsondernemingen (Kamerstuk 22112-2485) |
---|---|
Documentdatum | 03-04-2018 |
Publicatiedatum | 05-04-2018 |
Nummer | KST3254579 |
Kenmerk | 32545; 22112, nr. 79 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2018
Hierbij deel ik u mede dat ik de beantwoording van de vragen die uw Kamer mij heeft gesteld over mijn brief inzake ontwikkelingen in de prudentiële- en beloningsregels voor beleggingsondernemingen in Nederland1 en over het Fiche bij het Europese voorstel voor een herzien prudentieel kader beleggingsondernemingen2 helaas niet op 3 april aan uw Kamer kan zenden. De vaste commissie voor Financiën van uw Kamer heeft mij verzocht die antwoorden uiterlijk 3 april te beantwoorden. De beantwoording vergt nader overleg en afstemming. Uiteraard streef ik ernaar u de reactie zo spoedig mogelijk toe te sturen.
Wat betreft het parlementair behandelvoorbehoud dat uw Kamer heeft gemaakt bij het Europese voorstel voor een herzien prudentieel kader voor beleggingsondernemingen (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1497), kan ik u mededelen dat Nederland in een ambtelijke werkgroep over het voorstel inmiddels heeft aangegeven dat het Nederlands parlement een behandelvoorbehoud heeft gemaakt. De volgende ambtelijke werkgroep zal in mei plaatsvinden. Daar de onderhandelingen over het voorstel nog in de beginfase zitten, is mijn verwachting dat er onder het Bulgaarse voorzitterschap geen Raadsakkoord zal worden bereikt. Ik zal hoe dan ook geen onomkeerbare stappen nemen wat betreft het voorstel, voordat met uw Kamer een debat heeft plaatsgevonden over het voorstel.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Noot 1
Kamerstuk 32 545, nr. 76
Noot 2
Kamerstuk 22 112, nr. 2485